Wijzigingsverordening in verband met de Omgevingswet Midden-Groningen 2023

Besluit van de raad van de gemeente Midden-Groningen tot vaststelling van de Wijzigingsverordening in verband met de Omgevingswet Midden-Groningen 2023

De raad van de gemeente Midden-Groningen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Midden-Groningen d.d. 17 oktober 2023;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 10.23, 10.24, tweede lid, 10.25, 10.26 en 10.32a van de Wet milieubeheer, artikel 3.16 van de Erfgoedwet, artikel 38 van de Monumentenwet 1988, artikel 5.4, vierde lid van de Telecommunicatiewet, de Invoeringswet Omgevingswet en het Invoeringsbesluit Omgevingswet;

gezien het verslag van de beraadslaging van de raadscommissie d.d. 23 november 2023;

besluit: vast te stellen de volgende verordening:

Hoofdstuk 1 | Aanvulling en wijziging verordeningen

Artikel 1. Aansluitverordening Riolering gemeente Midden-Groningen 2021

De Aansluitverordening Riolering gemeente Midden-Groningen 2021 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de intitulé wordt «gelet op de artikelen 10.32a en 10.33 van de wet Milieubeheer» vervangen door: gelet op artikel 10.32a van de Wet milieubeheer en artikel 2.16 van de Omgevingswet.

B

In artikel 1, aanhef en onder e wordt «artikel 3.5 van de waterwet» vervangen door: artikel 2.16 van de Omgevingswet.

C

In artikel 2 wordt «Bouwbesluit» vervangen door: Besluit bouwwerken leefomgeving.

D

In artikel 6, tweede lid, aanhef en onder h vervalt «of een vergunning in het kader van de Wet milieubeheer».

E

In artikel 10, tweede lid wordt «op grond van het Bouwbesluit, de gemeentelijke Bouwverordening de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer» vervangen door: bij of krachtens de Omgevingswet.

Artikel 2. Afvalstoffenverordening van de gemeente Midden-Groningen 2020

De Afvalstoffenverordening van de gemeente Midden-Groningen 2020 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de intitulé vervalt:

« 1. Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders, buiten een inrichting, hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu te veroorzaken, door een afvalstof, een stof of een voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins daar te plaatsen.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op:

a. het aanbieden, overdragen of achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen in overeenstemming met deze verordening;

b. het composteren van huishoudelijk groente-, fruit- of tuinafval op het perceel waar dit is ontstaan;

c. het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen, met inbegrip van daarbij niet te vermijden plaatsing van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen op de weg, bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994;

d. handelingen die zijn verboden bij of krachtens de Wet bodembescherming, de Waterwet of het Besluit bodemkwaliteit.

3. Indien de overtreder van dit artikel onbekend is, wordt de persoon tot wie de aangetroffen afvalstof, stof of voorwerp kan worden herleid, geacht te hebben gehandeld in strijd met dit artikel.»

B

Artikel 14 komt te luiden:

1. Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders, buiten een inrichting, hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu te veroorzaken, door een afvalstof, een stof of een voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins daar te plaatsen.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op:

a. het aanbieden, overdragen of achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen in overeenstemming met deze verordening;

b. het composteren van huishoudelijk groente-, fruit- of tuinafval op het perceel waar dit is ontstaan;

c. het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen, met inbegrip van daarbij niet te vermijden plaatsing van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen op de weg, bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994;

d. handelingen die zijn verboden bij of krachtens de Wet bodembescherming, de Omgevingswet of het Besluit bodemkwaliteit.

3. Indien de overtreder van dit artikel onbekend is, wordt de persoon tot wie de aangetroffen afvalstof, stof of voorwerp kan worden herleid, geacht te hebben gehandeld in strijd met dit artikel.

C

Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. «en buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer» vervalt;

• 2. na het slot van het artikel wordt toegevoegd: Het verbod geldt niet als voor de opslag van afvalstoffen een omgevingsvergunning is afgegeven.

D

In artikel 19 wordt «anders dan door afgifte aan een inrichting als bedoeld in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken» vervangen door: anders dan door afgifte aan de houder van een omgevingsvergunning voor het demonteren van autowrakken of wrakken van tweewielige motorvoertuigen.

E

In artikel 21 wordt na «Wet algemene bepalingen omgevingsrecht» ingevoegd: of artikel 18.6 van de Omgevingswet.

Artikel 3. Erfgoedverordening 2018 gemeente Midden-Groningen

De Erfgoedverordening 2018 gemeente Midden-Groningen wordt als volgt gewijzigd:

A

In de intitulé vervallen «en 9.1», «gelezen in samenhang met de artikelen 12, 15» en «en de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht».

B

In artikel 1, aanhef en onder 3 wordt «2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht» vervangen door: 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet voor een activiteit met betrekking tot een gemeentelijk monument of een gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht».

C

Artikel 17 vervalt.

D

Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In het vijfde lid wordt «bestemmingsplan vast als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening» vervangen door: omgevingsplan als bedoeld in artikel 2.4 van de Omgevingswet vast.

• 2. Het zesde lid komt te luiden: Bij het besluit tot aanwijzing van een gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht wordt bepaald of en in hoeverre het tijdelijk omgevingsplan als beschermend in de zin van het vorige lid kan worden aangemerkt.

• 3. Het zevende lid vervalt.

• 4. Het achtste lid wordt vernummerd tot het zevende lid en komt te luiden: Dit artikel is niet van toepassing op een beschermd stads- of dorpsgezicht dat via instructies de functie-aanduiding rijksbeschermd of provinciaal beschermd stads- of dorpsgezicht heeft, of dat is aangewezen op grond van artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 of een provinciale verordening als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

E

In artikel 19, tweede lid worden de onderdelen a en b vervangen door: beschermd stads- of dorpsgezicht op grond van een instructie als bedoeld in artikel 2.33, eerste lid, of artikel 2.34, vierde lid van de Omgevingswet.

F

In artikel 20, eerste lid vervalt: als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

G

Artikel 23, tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

• 1. In onderdeel b wordt «bestemmingsplan is voldaan aan artikel 3.1.6, vijfde lid van het Besluit ruimtelijke ordening» vervangen door: omgevingsplan is voldaan aan artikel 5.130 van het Besluit kwaliteit leefomgeving.

• 2. In onderdeel c wordt na «omgevingsrecht» ingevoegd: of in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Omgevingswet voor een activiteit met betrekking tot gebruik.

• 3. In onderdeel d wordt na «dorpsgezicht)» ingevoegd: of in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Omgevingswet voor een activiteit met betrekking tot sloop van een beschermd stads- of dorpsgezicht.

Artikel 4. Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Midden-Groningen

De Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Midden-Groningen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. Onderdeel c vervalt.

• 2. Onderdeel d wordt vernummerd tot onderdeel c.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. Het eerste lid vervalt.

• 2. Het tweede lid wordt vernummerd tot het eerste lid.

• 3. In het tweede lid wordt «De beheerder» vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.

• 4. Het derde lid wordt vernummerd tot het tweede lid.

• 5. In het derde lid wordt «De beheerder» vervangen door: Het college van burgemeester en wethouders.

• 6. Het vierde lid vervalt.

C

Artikel 3 vervalt.

Artikel 5. Verordening werkzaamheden kabels en leidingen Midden-Groningen 2019

In artikel 5, tweede lid van de Verordening werkzaamheden kabels en leidingen Midden-Groningen 2019 wordt «provinciale wegenverordening of de waterschapskeur» vervangen door: provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

Artikel 6. Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Midden-Groningen 2019

De Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Midden-Groningen 2019 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de intitulé wordt «5.4, eerste lid, 5.5 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht» vervangen door: 18.20, derde lid, en 18.23, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet.

B

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. De eerste bullet van de opsomming vervalt.

• 2. De derde bullet van de opsomming komt te luiden: betrokken wetten: Omgevingswet en Wet milieubeheer, voor zover paragraaf 18.3.3 van de Omgevingswet van overeenkomstige toepassing is verklaard.

C

In artikel 4, eerste lid wordt «krachtens artikel 7.2, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht gestelde doelen» vervangen door: gestelde doelen in de uitvoerings- en handhavingsstrategie.

Hoofdstuk 2 | Slotbepalingen

Artikel 7. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Wijzigingsverordening in verband met de Omgevingswet Midden-Groningen 2023.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op het tijdstip waarop de Omgevingswet in werking treedt.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 november 2023.

Burgemeester, A. Hoogendoorn

Griffier, F.M. Bouwman