Gemeenteblad van Heerenveen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerenveen | Gemeenteblad 2023, 567319 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerenveen | Gemeenteblad 2023, 567319 | beleidsregel |
Nadere regels en beleidsregels Jeugdhulp 2024 Gemeente Heerenveen
Burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen
dat er nadere regels nodig zijn om de artikelen 2, 4 en 8 van de Verordening Jeugdhulp 2024 Gemeente Heerenveen verder uit te werken zodat duidelijk wordt hoe de toegang tot jeugdhulp, de beoordeling van individuele voorzieningen en de pgb’s zijn geregeld
en dat er beleidsregels nodig zijn waarin wordt verduidelijkt hoe in de uitvoering van de Jeugdwet 2015 en de Verordening Jeugdhulp 2024 met de verschillende bevoegdheden wordt omgegaan en bepaalde begrippen worden uitgelegd
vast te stellen de volgende: nadere regels en beleidsregels Jeugdhulp 2024 Gemeente Heerenveen
Hoofdstuk 2 Vormen van jeugdhulp
Artikel 2 Algemene voorzieningen
Een algemene voorziening is een jeugdhulpvoorziening waar jeugdigen en/of ouder(s) rechtstreeks terecht kunnen. Hiervoor is dus geen externe verwijzing, onderzoek of beschikking van TJG nodig. De gemeente Heerenveen heeft de volgende structurele algemene voorzieningen:
Daarnaast zijn er regelmatig projectmatige preventieve voorzieningen. Voor actuele informatie hierover kunt u contact opnemen met het A-team.
Artikel 3 Individuele voorzieningen
Een individuele voorziening is een jeugdhulpvoorziening die gericht is op de jeugdige of zijn ouders. De jeugdhulp wordt meestal als ZIN verstrekt, maar kan ook in de vorm van een pgb. Voor een individuele voorziening is een externe verwijzing of onderzoek en een beschikking van TJG nodig. De gemeente Heerenveen kent de volgende vormen van jeugdhulp door een individuele voorziening:
Er is alleen sprake van ED als er volgens het landelijk geldende ‘Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling’ een diagnose is gesteld en er geen andere oorzaken zijn gevonden die de problemen kunnen verklaren. Dyslexiezorg is er voor jeugdigen in de leeftijd van 7 tot en met 12 jaar. Of voor jeugdigen waarvan de dyslexiezorg vóór de 13e verjaardag is gestart.
niet-specialistische jeugdhulp: laagdrempelige vormen van hulp, therapie of coaching, die noodzakelijk, passend en helpend zijn om de hulpvraag te beantwoorden. Niet-specialistische jeugdhulp kan ingezet worden als het gaat om opvoedingsspanning (uit het Opvoedkwadrant, zie artikel 12, lid 2). Deze jeugdhulp valt niet binnen het aanbod van de inkoop SJH 2024 door SDF.
Het gaat om preventieve inzet van jeugdhulp om heftigere problemen (en de inzet van specialistische jeugdhulp of hoog-specialistische jeugdhulp) zoveel mogelijk te voorkomen. Dit betekent dat de inzet van niet-specialistische jeugdhulp in principe niet langer kan duren dan die van de laagste intensiteit specialistische jeugdhulp.
Residentiële jeugdhulp is een vorm van jeugdhulp waarbij de jeugdige (tijdelijk) niet thuis blijft wonen, maar in bijvoorbeeld een leefgroep of behandelgroep. Dit kan voor een paar dagen per week of de hele week zijn. De jeugdhulp is dan gericht op het opvoeden en opgroeien, of op de behandeling van specifieke problemen.
hoog specialistische jeugdhulp (HSJ): zeer complexe, intensieve specialistische jeugdhulp die ingezet wordt na een beoordeling door het toegangsteam van SDF. Deze jeugdhulp kan ingezet worden als er sprake is van meervoudige ernstige problematiek, die vraagt om een multidisciplinaire aanpak vanuit meerdere jeugdhulpdisciplines.
crisishulp: jeugdhulp die direct ingezet moet worden om de veiligheid van de jeugdige en/of ouder(s) te garanderen. Dit kan gaan om situaties waarbij er gevaar voor een jeugdige dreigt door ernstige verwaarlozing, fysiek geweld of seksueel misbruik. Het kan ook gaan om situaties waarin een ouder of jeugdige dreigt met zelfdoding of een psychose heeft. Crisishulp kan bij de jeugdige thuis, bij de zorgaanbieder, maar ook intern bij een instelling.
Deze maatregelen kan de rechter opleggen als vrijwillige hulp niet genoeg is en de jeugdige ernstig bedreigd wordt in zijn ontwikkeling. Soms woont de jeugdige daarom (tijdelijk) niet meer thuis. Dit heet een uithuisplaatsing. Gezinsvoogden van een GI begeleiden een gezin dan bij de opvoeding, tot de ouders dit weer zelfstandig kunnen.
jeugdreclassering: jeugdhulp in de vorm van intensieve begeleiding en controle voor de jeugdige die veroordeeld is of verdacht wordt van een strafbaar feit. Dit kan zowel op basis van een proces-verbaal van de politie als van de leerplichtambtenaar zijn. De jeugdreclassering wordt uitgevoerd door een GI of de volwassenreclassering.
Hoofdstuk 3 Toegang tot jeugdhulp
Na ontvangst van de aanvraag heeft TJG acht weken om onderzoek te doen en een beschikking af te geven. Als deze termijn vanwege zorgvuldigheid niet gehaald kan worden, gaat TJG in overleg met de jeugdige en/of ouder(s) over verlenging van de termijn. Deze verlenging wordt schriftelijk (per mail of per post) aan de jeugdige en/of ouder(s) bevestigd. Daarbij wordt de termijn genoemd waarbinnen het onderzoek naar verwachting wel is afgerond.
Voordat het eerste gesprek van het onderzoek is geweest, krijgt de jeugdige en/of ouder(s) de mogelijkheid om een familiegroepsplan in te leveren. Het familiegroepsplan wordt opgesteld door de ouders samen met hun sociaal netwerk. In het plan beschrijft de jeugdige en/of ouder(s) zelf de situatie en wordt ook opgeschreven:
Artikel 12 Het beoordelingskader
Er wordt alleen jeugdhulp verstrekt als er sprake is van opgroei- en/of opvoedingsproblematiek die een bedreiging kan vormen voor een veilige (cognitieve, sociale, emotionele en/of lichamelijke) ontwikkeling van de jeugdige.
Bij het bepalen van de aard van de problematiek maakt TJG gebruik van het ordeningsprincipe Kind in Fryslân (inclusief het opvoedkwadrant) en het Classificatiesysteem voor de Aard van de Problematiek van Jeugd (CAP-J).
Het ordeningsprincipe Kind in Fryslân is een instrument waarmee de betrokken hulpverleners samen met de jeugdige en/of ouder(s) de zwaarte van de ondersteuning kunnen bepalen. Er worden vier vormen onderscheiden (het opvoedkwadrant): opvoedingsvragen, opvoedingsspanning, opvoedingsnood en opvoedingscrisis.
Als er sprake is van opvoedingsvragen of opvoedingsspanning, kan er hulp geboden worden vanuit algemene of andere voorzieningen en/of inzet van niet-specialistische jeugdhulp. (Hoog)Specialistische jeugdhulp kan ingezet worden als er sprake is van opvoedingsnood. Bij opvoedingscrisis kan ook jeugdhulp in de vorm van crisishulp ingezet worden.
Met eigen kracht wordt bedoeld dat ouders in de eerste plaats zelf verantwoordelijk zijn voor het gezond en veilig opgroeien van hun kinderen. Van de jeugdige en/of ouder(s) wordt verwacht dat zij hun eigen mogelijkheden zoveel mogelijk gebruiken en versterken om de problemen bij het opgroeien of in de opvoeding op te lossen of mee om te gaan. Dit kan ook door het opbouwen en/of inzetten van het sociale netwerk. Ook het gebruik maken van een andere of algemene voorzieningen hoort bij eigen kracht.
Als uit het onderzoek is gebleken dat er geen noodzaak tot jeugdhulp is, of de noodzaak is niet vast te stellen omdat de jeugdige en/of ouder(s) niet voldoende hebben meegewerkt, wordt de aanvraag voor jeugdhulp afgewezen. In de beschikking wordt dan ook uitgelegd waarom de aanvraag wordt afgewezen.
Artikel 18 Het beheer van een pgb
De pgb-vaardigheid wordt door TJG beoordeeld aan de hand van het ‘Kader pgb-vaardigheid’ van het ministerie van VWS1. Bij de beoordeling of iemand pgb-beheerder kan zijn, wordt rekening gehouden met:
Artikel 20 Formele en informele hulp
Er is sprake van formele hulp als de jeugdhulp geboden wordt door:
personen die werkzaam zijn bij een instelling die ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007), en die beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de betreffende taken, of
personen die aangemerkt zijn als Zelfstandige zonder personeel. Daarnaast moeten ze ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de betreffende taken, of
Als de jeugdhulp wordt geboden door een formele hulp, moet deze van goede kwaliteit zijn en aan dezelfde wettelijke kwaliteitseisen voldoen die gelden voor alle professionele gecontracteerde jeugdhulpaanbieders zoals staat beschreven in Hoofdstuk 4 van de wet. Dit betekent dat de formele hulp elk geval SKJ of BIG geregistreerd is.
Bij de beoordeling van de kwaliteit wordt onder andere gekeken of de hulp:
doeltreffend is. Hierbij gaat het om de vraag of de hulp passend en toereikend is bij de problematiek en benodigde hulp van de jeugdige en/of ouder(s). Hierbij kijkt TJG naar de bekwaamheid van de hulp (opleiding en ervaring), de manier van hulpverlening en naar de situatie en problematiek van de jeugdige en/of ouder(s). De aard van de relatie tussen de hulpverlener en de jeugdige en/of ouder(s) speelt ook een rol bij de doeltreffendheid. Sommige resultaten kunnen alleen behaald worden als de hulp geboden wordt door een onafhankelijke hulpverlener.
Er kan in principe geen jeugdhulp door een informele hulpverlener worden ingezet met een pgb als:
er sprake is van jeugdhulp in de vorm van behandeling, die naar zijn aard alleen door professionals geboden kan worden. Dit komt door de noodzaak van relevante diploma’s, maar ook het volledig objectief en onafhankelijk kunnen handelen. Hiervoor is een bepaalde professionele afstand tussen de hulpverlener en jeugdige nodig, waardoor informele hulp niet passend kan zijn
Om rekening te kunnen houden met de gezinssituatie, de relevante werkervaring en kwalificaties van de hulpverlener, is er verschil in hoogte van het pgb-tarief voor formele en informele hulp. In principe is het pgb-tarief:
voor informele hulp maximaal 25% van het ZIN-tarief, maar minimaal de hoogste periodiek voor de benodigde hulp in de betreffende cao, plus vakantietoeslag en de tegenwaarde van de verlofuren2.
De gemeente kan afwijken van een bepaling uit deze beleidsregels als toepassing van die regel een onredelijke uitkomst heeft voor de jeugdige en/of ouder(s). De uitkomst is in ieder geval onredelijk als de doelen van de wet, de verordening of deze beleidsregels door het toepassen van de regels juist niet worden gehaald. De gemeente beoordeelt of het nodig is om af te wijken van de regels.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-567319.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.