Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Waadhoeke 2019

[Dit wijzigingsbesluit zal vanwege de verschillende data van inwerkingtreding in 2 verschillende publicaties verwerkt worden. In dit Gemeenteblad zullen de wijzigingen van artikel I onderdelen A tot en met Q, T tot en met AE verwerkt worden.]

 

De raad van de gemeente Waadhoeke;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2023;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, 2.21, eerste lid, onder a en b, en 3.148, tweede lid, onder a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

besluit vast te stellen:

de Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Waadhoeke 2019

Artikel I

De Algemene plaatselijke verordening gemeente Waadhoeke 2019 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

    • beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

    • bromfiets: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Wegenverkeerswet 1994;

    • motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • 2.

    De begripsbepalingen van ‘bevoegd gezag’, ‘bouwwerk’, ‘gebouw’ en ‘openbare plaats’ komen te luiden:

    • bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

    • bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

    • gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

    • openbare plaats: hetgeen daaronder wordt verstaand in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties;

  • 3.

    De begripsbepaling ‘WABO’ komt te vervallen

B

 

Artikel 1:2, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

C

 

Aan artikel 1:3 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

 

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

D

 

Artikel 1:4 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Voor de bestaande tekst van artikel 1:4 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

  • 2.

    Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

    • 2.

      Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

E

 

Artikel 1:5 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Voor de bestaande tekst van artikel 1:5 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

  • 2.

    In de aanhef van het nieuwe eerste lid wordt tussen ‘gewijzigd’ en de dubbele punt ‘als’ toegevoegd.

  • 3.

    Achter de opsommingsletters a tot en met e van het nieuwe eerste lid wordt ‘indien’ verwijderd.

  • 4.

    Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

    • 2.

      Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

F

 

Artikel 2:3 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het zesde lid vervalt en de leden 7, 8 en 9 worden vernummerd tot 6, 7 en 8.

  • 2.

    Het zesde lid (nieuw) komt te luiden:

    • 6.

      Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op:

      • a.

        evenementen als bedoeld in artikel 2:10;

      • b.

        standplaatsen als bedoeld in artikel 5:11; en

      • c.

        overige gevallen waarin krachtens een wettelijke regeling een vergunning voor het gebruik van de weg is verleend.

  • 3.

    Het zevende lid (nieuw) komt te luiden:

    • 7.

      Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

  • 4.

    Het achtste lid (nieuw) komt te luiden:

    • 8.

      Op de ontheffing, niet zijnde een omgevingsvergunning, bedoeld in het derde lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

G

 

Artikel 2:4 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt na ‘vergunning’ toegevoegd ‘van het bevoegde bestuursorgaan’.

  • 2.

    Het tweede lid komt te vervallen en de leden 3 en 4 worden vernummerd tot 2 en 3.

  • 3.

    Het tweede lid (nieuw) komt te luiden:

    • 2.

      Het verbod is niet van toepassing voor zover in opdracht van een bestuursorgaan of openbaar lichaam werkzaamheden worden verricht.

  • 4.

    Het derde lid (nieuw) komt te luiden:

    • 3.

      Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

H

 

Artikel 2:5, vijfde lid, komt te luiden:

 

  • 5.

    Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

I

 

Artikel 2:7, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door hoofdstuk 10 van de Omgevingswet.

J

 

Artikel 2:9, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor zover daarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht of de Provinciale omgevingsverordening.

K

 

Artikel 2:10, eerste lid, onder d, komt te luiden:

 

  • d.

    het in een inrichting in de zin van de Alcoholwet gelegenheid geven tot dansen;

L

 

Artikel 2:13 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Artikel 2:13, tweede lid onder a. t/m c. wordt na ‘Wet’ ingevoegd ‘op de Kansspelen’, het artikel komt te luiden:

    • a.

      speelautomatenhallen waarvoor op grond van artikel 30c, eerste lid, onder b, van de Wet op de Kansspelen vergunning is verleend;

    • b.

      speelgelegenheden waarvoor de raad van bestuur van de kansspelautoriteit bevoegd is vergunning te verlenen;

    • c.

      speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de Kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de Kansspelen, of de handeling als bedoeld in artikel l, onder a, van de Wet op de Kansspelen te verrichten.

  • 2.

    Artikel 2:13, derde lid, onder b, komt te luiden:

    • b.

      als de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met een geldend omgevingsplan.

M

 

Artikel 2:15, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het in het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Omgevingswet is voorzien.

N

 

Artikel 2:30 komt te luiden:

 

Artikel 2:30 Begripsbepalingen

In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

 

O

 

Artikel 2:32, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing voor zover de Omgevingswet, de Wet wapens en munitie, de Wet milieugevaarlijke stoffen, de Wet vervoer gevaarlijke stoffen of het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.

P

 

Artikel 3:6 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In de bepaling van artikel 3:6, eerste lid, onder i. 10, wordt de ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door de ‘Alcoholwet’.

  • 2.

    Artikel 3:6, eerste lid, onder k komt te luiden:

    • k.

      de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf in strijd is met het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan of een aanwijzing als bedoeld in artikel 3:4.

Q

 

Artikel 3:8, eerste lid, onder g komt te luiden:

 

  • g.

    de uitoefening van het seksbedrijf in strijd is met het omgevingsplan of een aanwijzing als bedoeld in artikel 3:4.

R

 

Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

De definities van ‘Besluit’, ‘inrichting’, ‘gevoelige gebouwen’ en ‘geluidsgevoelige terreinen’ komen te luiden:

 

  • Besluit: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

  • inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

  • geluidsgevoelige gebouwen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1. van het Activiteitenbesluit milieubeheer;

  • geluidsgevoelige terreinen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1. van het Activiteitenbesluit milieubeheer.

S

 

Artikel 4:5 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Artikel 4:5, eerste lid, komt te luiden:

    • 1.

      Het is verboden buiten een inrichting op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidshinder wordt veroorzaakt.

  • 2.

    Artikel 4:5, derde lid, komt te luiden:

    • 3.

      Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening.

T

 

Artikel 4:8 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

    • 1.

      Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de openlucht en buiten de weg, in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast of voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

  • 2.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

U

 

Artikel 4:10 komt te luiden:

 

Artikel 4:10 Begripsbepaling

In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

 

V

 

Artikel 4:11, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

W

 

Artikel 5:5 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.

  • 2.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt verzien door de Omgevingswet.

X

 

Artikel 5:6 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Artikel 1, aanhef, komt te luiden:

    Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt:

  • 2.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 3.

      Het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

Y

 

Artikel 5:12 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Artikel 5:12, derde lid, onder c, komt te luiden:

    • c.

      als er sprake is van strijd met het omgevingsplan.

  • 2.

    Artikel 5:12, vierde lid, komt te luiden:

    • 4.

      Het verbod van het eerste lid geldt niet voor zover daarin al wordt voorzien door de Omgevingswet of de Provinciale omgevingsverordening.

  • 3.

    Artikel 5:12, vijfde lid, komt te luiden:

    • 5.

      De weigeringsgrond genoemd in het derde lid onder a, geldt niet voor bouwwerken.

Z

 

Artikel 5:14, vierde lid, komt te luiden:

 

  • 4.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

AA

 

  • 1.

    Artikel 5:15, tweede lid, aanhef, wordt als volgt gewijzigd:

    De zinsnede ‘Het college kan Het college kan’ wordt gewijzigd in ‘Het college kan’.

  • 2.

    Artikel 5:15, derde lid, komt te luiden:

    • 3.

      Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, de Wet milieubeheer of het Binnenvaartpolitiereglement.

AB

 

Artikel 5:16, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement of de Provinciale omgevingsverordening.

AC

 

Artikel 5:18, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de Provinciale omgevingsverordening of het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet.

AD

 

Artikel 5:20 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Het is verboden binnen voor publiek toegankelijke (paden in) natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen te rijden of zich te bevinden met een motorvoertuig, een bromfiets, een fiets of een (bespannen) paard.

  • 2.

    Het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      Het college kan terreinen aanwijzen waarvoor het in het eerste lid gestelde verbod niet van toepassing is en kan daarbij regels stellen ten aanzien van het gebruik van deze terreinen in het belang van:

      • a.

        het voorkomen van overlast;

      • b.

        de bescherming van natuur- of milieuwaarden;

      • c.

        de veiligheid van het publiek.

  • 3.

    Het derde lid, aanhef, komt te luiden:

    • 3.

      Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op motorvoertuigen, bromfietsen, fietsen en paarden:

  • 4.

    Het vierde lid, onder b, komt te luiden:

    • b.

      binnen de bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel.

AE

 

Artikel 5:21 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

  • 2.

    Het vijfde lid komt te luiden:

    • 5.

      Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚, van het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

Artikel II
  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid treden de onderdelen R en S van artikel I in werking op de dag direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 december 2023.

De voorzitter,

De griffier,

Naar boven