Bomenverordening Gemeente Meierijstad 2023

 

ARTIKEL 1: Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Bebouwde kom

    de bebouwde kom vastgesteld in het kader van artikel 4.1 aanhef en onder a Wet natuurbescherming of de bebouwingscontour houtkap, vastgesteld in het kader van artikel 5.165b van het Besluit kwaliteit leefomgeving;

  • b.

    Beschermde houtopstand

    houtopstanden die staan vermeld op de Groene Kaart;

  • c.

    Bevoegd gezag

    het bevoegd gezag als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of, na de inwerkingtreding van de Omgevingswet, het bevoegd gezag bedoeld in die wet;

  • d.

    Bomen Effect Analyse (BEA)

    een beoordeling door een boomdeskundige van de gevolgen van voorgenomen bouw of aanleg voor een houtopstand;

  • e.

    Bomenlaan

    een weg die eenzijdig of aan beide zijden geflankeerd wordt door bomen;

  • f.

    Bomenrij

    lijnvormig element bestaande uit een rij bomen;

  • g.

    Boom

    een houtig opgaand gewas zowel levend als afgestorven met een stamomtrek van minimaal 30 cm gemeten op 1,30 m hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de omtrek van de dikste stam. In afwijking van deze minimale stamomtrek van 30 cm geldt geen minimale stamomtrek bij toepasbaarheid van artikel 9 van deze verordening;

  • h.

    Boomdeskundige

    een persoon in bezit van minimaal een door een erkend instituut afgegeven geldig certificaat European Tree Technician;

  • i.

    Boomkroon

    bovenste gedeelte van een houtopstand. De kroon omvat de takken met bladeren en wordt gedragen door de stam van de houtopstand;

  • j.

    Boomverzorger

    een persoon in bezit van minimaal een door een erkend instituut afgegeven geldig certificaat European Tree Worker;

  • k.

    Dunning

    een velling uitsluitend bedoeld als verzorgings-maatregel ter bevordering van groei van overblijvende bomen;

  • l.

    Erfbeplanting

    Houtopstand op erven van woningen;

  • m.

    Groene kaart

    door burgemeester en wethouders vastgestelde kaart met daarop aangewezen Beschermde houtopstanden;

  • n.

    Haag/heg

    een lijnvormig landschapselement waarbij struiken of bomen op korte afstand van elkaar in één of meerdere rijen geplant zijn. Een haag/heg wordt één of meerdere keren per jaar geschoren;

  • o.

    Hakhout

    een beplanting van loofhoutopstand die dicht bij de grond periodiek wordt teruggezet/gesnoeid, zodanig dat de stobben opnieuw kunnen uitlopen;

  • p.

    Handboek Bomen

    Het Handboek Bomen, uitgebracht door het Norminstituut Bomen, is een bundeling van gestandaardiseerde procedures, normen, kwaliteitseisen en resultaatsverplichtingen die betrekking hebben op de uitvoering van werkzaamheden in, rond en met bomen;

  • q.

    Hoofdgroenstructuur

    op de Groene Kaart vermelde structuur;

  • r.

    Houtopstand

    één of meer bomen of boomvormers of andere houtachtige gewassen;

  • s.

    Houtsingel

    een lijnvormig landschapselement dat meestal bestaat uit één of meerdere rijen inheemse struiken waartussen één of meer rijen inheemse bomen staan. Een houtsingel kan ook alleen uit struik- of boomvormers bestaan;

  • t.

    Houtwal

    een op een aarden wal staand lijnvormig landschapselement dat meestal bestaat uit één of meerdere rijen inheemse struiken waartussen één of meer rijen inheemse bomen staan. Een houtwal kan ook alleen uit struik- of boomvormers bestaan;

  • u.

    Kandelaberen

    het eenmalig sterk innemen van de boomkroon, waarbij doorgaans de takken van de kroon met 50% tot 80% worden ingekort;

  • v.

    Kandelaren

    het eenmalig sterk innemen van de boomkroon, waarbij de zijtakken in de kroon geheel worden verwijderd;

  • w.

    Knotten

    het opnieuw terugzetten van de boomkroon tot aan de takstomp;

  • x.

    Kweekgoed

    houtopstanden, gekweekt door rechtspersoon en bedoeld voor verkoop;

  • y.

    Landschapselement

    houtopstand buiten de bebouwde kom, zoals een bosje, rij, haag/heg, houtwal, houtsingel, hakhout of struweel;

  • z.

    Monumentale houtopstand

    houtopstand die aan de hand van door burgemeester en wethouders vastgestelde criteria is opgenomen op de Groene Kaart met de classificatie monumentaal;

  • aa.

    Struweel

    een landschapselement met 1 m tot 6 m hoge hout- opstanden, mogelijk aangevuld met hogere bomen;

  • bb.

    Terugzetten

    Het opnieuw terugzetten van de gehele kroon tot op de stobbe of de takstomp door het verwijderen van alle takken of;

  • cc.

    Vellen

    rooien; kappen; verplanten; het snoeien van meer dan 20 procent van de boomkroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen, kandelaren en knotten: het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood, ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben;

  • dd.

    Waardevolle houtopstand

    houtopstand die aan de hand van door burgemeester en wethouders vastgestelde criteria is opgenomen op de Groene Kaart met de classificatie waardevol;

  • ee.

    Wijkgroenstructuur

    op Groene Kaart vermelde structuur;

ARTIKEL 2: Groene Kaart

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen een Groene Kaart vast.

  • 2.

    De Groene Kaart bevat een samenhangend geheel van te beschermen hoofdgroenstructuren, wijkgroenstructuren, landschapselementen, bomenlanen, bomenrijen, erfbeplantingen, solitaire houtopstanden, landschapselementen, monumentale en waardevolle houtopstanden, opgesteld aan de hand van de criteria in bijlage 1.

  • 3.

    De Groene Kaart kan na eerste vaststelling door burgemeester en wethouders worden herzien.

ARTIKEL 3: Velverbod Beschermde houtopstanden

  • 1.

    Het is verboden Beschermde houtopstanden zoals aangeduid op de Groene Kaart te vellen of te doen vellen.

  • 2.

    Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning om Beschermde houtopstanden te vellen verlenen.

  • 3.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor:

    • a.

      houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een aanschrijving of last van het bevoegd gezag;

    • b.

      houtopstanden buiten de Bebouwde Kom die beschermd worden op grond van de Wet natuurbescherming of, na de inwerkingtreding van het Omgevingswet, het besluit activiteiten leefomgeving en de provinciale omgevingsverordening;

    • c.

      het periodiek scheren, knotten of kandelaberen als noodzakelijke beheermaatregel bij vorm- en knotbomen;

    • d.

      het periodiek uitvoeren van begeleidingssnoei en onderhoudssnoei van bomen, conform de richtlijnen in het Handboek Bomen 2022 van het Norminstituut Bomen.

    • e.

      dunning bedoeld als verzorgingsmaatregel ter bevordering van groei van de overblijvende houtopstand;

    • f.

      uit populieren, wilgen, essen of elzen bestaande beplantingen die kennelijk zijn bedoeld voor de productie van houtige biomassa, als zij:

      • i.

        ten minste eens per 10 jaar worden geoogst, en

      • ii.

        bestaan uit minstens tienduizend stoven per hectare per beplantings-eenheid, zijnde een aaneengesloten beplanting die niet wordt doorsneden door onbeplante stroken breder dan 2 m, en

      • iii.

        zijn aangelegd na 1 januari 2013.

    • g.

      laanbeplantingen of solitaire bomen en een stamomtrek minder dan 75 cm gemeten op 1,30 m hoogte boven het maaiveld, met uitzondering van bomen die zijn geplant op grond van herplantverplichtingen;

    • h.

      laanbeplantingen buiten de Bebouwde Kom met de classificatie waardevol, bestaande uit populieren ouder dan 25 jaar, zijnde niet geknot, die vervangen worden door dezelfde boomsoort en een maximale onderlinge plantafstand van 10 meter;

    • i.

      houtopstand waar voor velling een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid onder b. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of, na de inwerkingtreding van de Omgevingswet, artikel 5.1 van de Omgevingswet is vereist;

    • j.

      houtopstand aangeplant volgens de regeling van de oorspronkelijke gemeenten Sint-Oedenrode en Veghel ‘nieuw groen is vrij groen’ Groenconvenant buitengebied.

ARTIKEL 4: Criteria verlening omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning voor het vellen van een Beschermde houtopstand kan, mits alternatieven voor behoud naar het oordeel van het bevoegd gezag niet haalbaar blijken, slechts bij uitzondering door het bevoegd gezag worden verleend als:

  • 1.

    Het een Monumentale houtopstand betreft en

    • a.

      Er sprake is van een zwaarwegend algemeen maatschappelijk belang dat opweegt tegen duurzaam behoud van de houtopstand of;

    • b.

      naar oordeel van het bevoegd gezag is aangetoond dat de instandhouding niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of ernstige schade;

    • c.

      als de reden voor velling een vordering tot verwijdering van de houtopstand in het kader van artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek is;

    • d.

      Als naar het oordeel van het bevoegd gezag sprake is van noodzakelijke maatregelen tot behoud van de houtopstand die niet vallen onder regulier periodiek onderhoud.

  • 2.

    Het een Waardevolle houtopstand betreft en

    • a.

      als de belangen van verlening zwaarder wegen dan de belangen van behoud van de houtopstand op basis van één of meer van de volgende waarden:

      • 1.

        natuurwaarde van de houtopstand;

      • 2.

        milieuwaarde van de houtopstand;

      • 3.

        landschappelijke waarde van de houtopstand;

      • 4.

        de cultuurhistorische waarden;

      • 5.

        de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon

      • 6.

        waarden voor recreatie en leefbaarheid, of;

    • b.

      als naar het oordeel van het bevoegd gezag:

      • 1.

        de verwachte levensduur van de houtopstand minder is dan 5 jaar of;

      • 2.

        instandhouding niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of ernstige schade.

    • c.

      als de reden voor velling een vordering tot verwijdering van de houtopstand in het kader van artikel 5:42 Burgerlijk Wetboek is;

    • d.

      Als naar het oordeel van het bevoegd gezag sprake is van noodzakelijke maatregelen tot behoud van de houtopstand die niet vallen onder regulier periodiek onderhoud.

Artikel 5: Meldingsplicht

  • 1.

    De eigenaar of zakelijk gerechtigde, is verplicht:

    • a.

      zijn voornemen te melden van de vervanging van laanbeplantingen zoals beschreven in artikel 3 lid 3h;

    • b.

      Meldingen dienen ten minste 30 dagen voor aanvang van de werkzaamheden schriftelijk worden ingediend bij het bevoegd gezag;

    • c.

      De melder vermeldt in ieder geval het aantal en de locatie van de te vervangen populieren en het aantal en de handelsmaat van de nieuwe populieren die ter vervanging worden aangeplant.

    • d.

      houtopstanden nabij de openbare weg die dood, omgewaaid of afgebroken zijn, onverwijld te verwijderen.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor gevallen, waarin de provinciale omgevingsverordening geldt.

ARTIKEL 6: Aanvraag

  • 1.

    De vergunning of omgevingsvergunning moet schriftelijk en gemotiveerd worden aangevraagd, door of namens dan wel met toestemming van degene, die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de houtopstand te beschikken, onder overlegging en een overzicht van de overige vergunningen, ontheffingen of toestemmingen die nodig zijn voor de realisatie van een project.

  • 2.

    Het bevoegd gezag kan voor de belangenafweging vragen om een bomeneffectanalyse opgesteld door een boomdeskundige, van een compensatieplan en/of een rapportage van nader boomtechnisch onderzoek.

  • 3.

    Bij velling van op Groene Kaart aangewezen vlakken of landschapselementen vermeldt de aanvraag:

  • a.

    de vierkante meters grondoppervlakte van de te vellen houtopstanden, of;

  • b.

    het aantal te vellen houtopstanden.

ARTIKEL 7: Bijzondere voorschriften

  • 1.

    Tot de aan de omgevingsvergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door het bevoegd gezag te geven aanwijzingen moet worden herplant.

  • 2.

    In het voorschrift als bedoeld in het eerste lid wordt telkens bepaald binnen welke termijn na de herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.

  • 3.

    Tot de aan de omgevingsvergunning tot vellen te verbinden voorschriften, kan het voorschrift behoren dat pas tot vellen van de houtopstand op en bij bouw- en aanlegwerken of andere ruimtelijke herinrichting of reconstructie mag worden overgegaan als andere ontheffingen, vergunningen, toestemmingen of ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn en de feitelijke en financiële voortgang van de werken voldoende gewaarborgd zijn.

  • 4.

    Degene aan wie de verplichting als bedoeld in het eerste tot het derde lid is opgelegd, alsmede zijn rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

ARTIKEL 8: Herplant-/instandhoudingsplicht

  • 1.

    Als een houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.

  • 2.

    Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.

  • 3.

    Als een houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om:

    • a.

      overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen;

    • b.

      een bomeneffectanalyse door een erkend boomdeskundige op te stellen en aan te bieden aan het bevoegd gezag.

  • 4.

    Degene aan wie de verplichting als bedoeld in het eerste tot het derde lid is opgelegd, alsmede zijn rechtsopvolger, is verplicht daaraan te voldoen.

  • 5.

    Houtopstanden die aangeplant zijn als gevolg van een herplantplicht worden direct opgenomen op de Groene Kaart. De in artikel 3 lid 4 genoemde uitzonderingen zijn in dit geval niet van toepassing.

ARTIKEL 9: Afstand tot de erfgrenslijn

  • 1.

    De afstand, als bedoeld in artikel 5:42 tweede lid Burgerlijk Wetboek gemeten vanaf het hart van de stam, is vastgesteld op 50 cm voor bomen en op nihil voor heesters en heggen.

  • 2.

    Voor bomen in gemeentelijk eigendom en particuliere Beschermde houtopstanden die voor inwerkingtreding van de verordening zijn aangeplant, is deze afstand vastgesteld op nihil.

ARTIKEL 10: Bestrijding van ziekten

  • 1.

    Als zich op een terrein één of meer houtopstanden bevinden die naar het oordeel van het bevoegd gezag gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders, is de rechthebbende - als hij daartoe door het bevoegd gezag is aangeschreven - verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:

    • a.

      de houtopstand te vellen;

    • b.

      conform richtlijnen van de gemeente de gevelde houtopstand direct zodanig te behandelen dat verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen.

  • 2.

    Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag gevelde houtopstand of delen daarvan voor handen of in voorraad te hebben of te vervoeren, als het een boomsoort betreft die de desbetreffende ziekte kan verspreiden.

  • 3.

    Het niet voldoen aan de in het eerste lid bedoelde aanschrijving biedt een basis voor de toepassing van bestuursdwang, waarbij de noodzakelijke werkzaamheden, voor risico en voor rekening van aangeschrevene, door of namens het bevoegd gezag kunnen worden verricht.

ARTIKEL 11: Bescherming gemeentelijke houtopstanden

Het is verboden om houtopstand, die eigendom van gemeente Meierijstad is, te beschadigen, te bekladden, te vellen of te beplakken, daaraan snoeiwerk te verrichten behoudens door of namens ambtenaren ter uitoefening van de hun opgedragen boomverzorgende taak.

Artikel 12 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde in deze verordening zijn belast de ambtenaren genoemd in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering en de bij besluit van het college aangewezen personen of categorieën van personen. .

Artikel 13 Intrekking voorgaande verordening en omhangen Groene kaart

  • 1.

    De Bomenverordening Meierijstad 2018 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders hangen de Groenen kaart, vastgesteld op de in het eerste lid ingetrokken verordening, om naar artikel 2 van deze verordening.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 14 december 2023

De griffier,

De burgemeester,

TOELICHTING

ALGEMEEN

Als gevolg van de invoering van de Omgevingswet, het besluit kwaliteit leefomgeving, het besluit activiteiten leefomgeving en de provinciale omgevingsverordening zijn de bevoegdheden van gemeenten gewijzigd als het gaat om de bescherming van houtopstanden. In de tabel hieronder zijn de wijzigingen per onderwerp in beeld gebracht, voor zover bekend in augustus 2023:

 

Onderwerp

Bestaande

regelgeving

Nieuwe regelgeving

1-1-2024

Opmerking

Begrenzing bebouwde kom inzake houtopstanden

Bevoegdheid gemeente, artikel 4.1 aanhef en onder a Wet natuurbescherming

 

De provincie kan dit toetsen en bezwaar maken bij misbruik van de bevoegdheid.

 

Dit is bijvoorbeeld gebeurd bij de gemeente Boekel die de gemeentegrens hanteerde als begrenzing van de bebouwde kom inzake de Wnb.

artikel 5.165b van het Besluit kwaliteit leefomgeving

 

Aangewezen bebouwingscontour houtkap in het Omgevingsplan

 

De gemeente blijft bevoegd om de begrenzing te bepalen.

 

De bebouwingscontour kap omvat in ieder geval stedelijk gebied. Het gebied dat grenst aan stedelijk gebied, kan er ook onder vallen. Het is aan de gemeente om te bepalen hoe groot dat aangrenzende gebied is.

 

 

Bevoegdheden gemeenten over poplieren en wilgen buiten de kom

Uitzondering meldingsplicht Wet natuurbescherming voor eenrijige beplantingen bestaande uit populieren of wilgen

Geen bevoegdheden voor provincies voor rijbeplanting bestaande uit populieren en wilgen

 

Gemeenten zijn bevoegd gezag als het gaat om populieren of wilgen in rijbeplantingen

Gemeenten zijn geheel verantwoordelijk geworden voor de lokale regelgeving voor populieren en wilgen.

 

Vanwege de cultuurhistorische- landschappelijke- en natuurwaarden is er een meldingsplicht en/of vergunningsplicht opgenomen in deze ontwerp verordening.

 

Bevoegdheden gemeenten over overige houtopstanden buiten de kom

Meldingsplicht Wet natuurbescherming voor houtopstanden > 10 are en bomenrijen > 20 bomen buiten erven en tuinen

 

Geen bevoegdheid provincie voor houtopstanden op erven en in tuinen, rijen < 21 bomen of minder, houtopstanden t/m 10 are, fruitbomen, kerstbomen, kweekgoed, teelten voor houtige biomassa en knotwilgen

Bevoegdheden in het besluit activiteiten leefomgeving en meldingsplicht ontwerp provinciale omgevingsverordening

 

Geen bevoegdheid gemeenten om regels te stellen over natuurwaarden, landschappelijke waarden of instandhouding van het areaal

 

Geen werking van het bal en geen bevoegdheid provincie voor houtopstanden binnen de bebouwingscontour houtkap, houtopstanden op erven en in tuinen, bomen of struiken geteeld voor het oogsten van fruit, noten of vruchten, kerstbomen, kweekgoed, rijen poplieren en wilgen, teelten voor houtige biomassa, rijen < 21 bomen of minder, houtopstanden t/m 10 are.

 

De provincies zijn buiten de kom bevoegd gezag als het gaat om natuurwaarden, landschappelijke waarden of het instandhouding van het areaal houtopstanden.

Ook heeft de provincie de bevoegdheid tot het stellen van maatwerk- voorschriften of maatwerkregels hierover.

 

Gemeenten mogen buiten de kom nog wel eigen regels stellen als het gaat om waarden zoals cultuurhistorie, milieu, stads- en dorpsschoon,

recreatie of leefbaarheid.

Gemeenten hebben de bevoegdheid tot het stellen van maatwerk- voorschriften of maatwerkregels hierover.

 

Dit heeft o.a. gevolgen voor het gemeentelijk beleid en de Groen kaart die een relatie heeft met deze verordening.

 

Verder zijn gewijzigde beleidsuitgangspunten uit het bomenbeleid Meierijstad 2020 overgenomen in deze verordening:

Onderwerp

Bestaande

regelgeving

Nieuwe

regelgeving

Opmerking

Kapvergunningsplicht en/of meldingsplicht voor rijbeplantingen buiten de kom bestaande uit poplieren

Bomenverordening 2018 Meierijstad

 

Artikel 5 lid 4 uitzonderingen velverbod

 

Artikel 7 verplichtingen pootgerechtigden

 

 

Ontwerp bomenverordening Meierijstad 2022, artikel 3, lid 4 onder h.

 

Er was sprake van een uitzondering van een meldingsplicht voor pootgerechtigden en geen vergunningsplicht de vergunningsplicht nu sprake van een meldingsplicht onder voorwaarden bij vervanging en een vergunningsplicht in alle andere gevallen, in lijn met de werkwijze voor de overige houtopstanden

Kapvergunningsplicht voor rijbeplantingen buiten de kom bestaande uit wilgen

Bomenverordening 2018 Meierijstad

 

Artikel 5 lid 4 uitzonderingen velverbod

 

Voor wilgen gelden in deze ontwerp verordening dezelfde regels als voor andere houtopstanden

Wilgen hebben een grote waarde voor de biodiversiteit en het landschap.

Er is daarom geen reden om voor wilgen een uitzondering te creëren.

ARTIKELSGEWIJS

ARTIKEL 1: Begripsomschrijvingen

c Bevoegd gezag De definitie is overgenomen uit artikel 1.1 Wet Algemene Bepalingen Omgevingswet (Wabo);

De definities zijn overgenomen uit de geconsolideerde tekst van het artikel 1.1 van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingswet (Wabo) en Besluit kwaliteit leefomgeving.

d Bomen Effect Analyse (BEA) Waardevolle houtopstanden worden regelmatig (ernstig) beschadigd of vernietigd door bouw en aanleg van huizen, wegen, rioleringen of kabels en leidingen. Vaak gebeurt dit ongewenst en onbedoeld, omdat er te laat is gekeken naar de gevolgen voor de bomen, waardoor ze niet ingepast of (onherstelbaar) beschadigd raken. De bomeneffectanalyse (BEA) is een nauwgezette en onafhankelijke beoordeling, voorafgaand aan voorgenomen bouw of aanleg. De BEA waarborgt de boomtechnische kwaliteit en garandeert een goede beoordeling van alle effecten en mogelijke alternatieven. Een BEA dient uitgevoerd te worden door een deskundig boomverzorger of boomtechnisch adviseur. De resultaten van deze beoordeling kunnen vervolgens worden meegenomen in de besluitvorming rond bouw of aanleg.

g Boom Afbakening van het begrip boom is van belang voor het aangeven van een ondergrens van het velverbod voor bepaalde categorieën bomen. Slechts houtopstanden met een stamomtrek van minimaal 30 cm gemeten op 1,30 m hoogte boven het maaiveld, vallen onder de term ‘boom’. Het betreft zowel vitaal als afgestorven houtachtig gewas. Hiermee kan voorkomen worden dat een kwaadwillende boomeigenaar ervoor zorgt dat een gezonde boom doodgaat of ‘bij vergissing’ een gezonde boom velt. Het kan tevens wenselijk zijn om dode bomen te bewaren vanwege hun ecologisch waardevolle functies of omdat er wettelijk beschermde diersoorten in nestelen.

k Dunning Dunning is een vorm van selectief vellen die slechts zo ver mag gaan dat hiermee de conditie van de overblijvende bomen zal verbeteren. Een dunning is gericht op de ontwikkeling van de houtopstand.

o Hakhout Hakhout is een meerstammige houtopstand en heeft vaak een stamomtrek van minder dan 30 of 100 cm gemeten op 1,30 m hoogte boven het maaiveld. Hakhout wordt beheert door periodiek terugzetten, soms met het behoud van overstaanders. Dit zijn bomen die bewust worden gespaard.

r Houtopstand Een begrip van deze verordening, dat onder andere van belang is om aan te geven dat bestrijding van boomziekten en bescherming van gemeenteboom tegen vandalisme, betrekking heeft op meer houtige gewassen dan alleen bomen met een stamomtrek van minimaal 30 cm. Ook hakhout of struweel valt onder deze term.

u Kandelaberen Een vorm van snoeien waarbij alle takken eenmalig op de gesteltakken, op 1,00 - 1,50 m vanaf de stam/harttak worden teruggezaagd. Periodiek snoeien blijft daarna nodig.

v Kandelaren Een vorm van snoeien waarbij alle takken worden afgezaagd waardoor enkel de stam/harttak overblijft. Periodiek snoeien blijft daarna nodig. Dit gebeurt vaak bij oudere bomen met een slechte conditie die men niet wil kappen, bijvoorbeeld vanwege de aanwezige nestgelegenheid voor vleermuizen of vogels.

w Knotten Een beheermaatregel waarbij alle takken boven de knot (afgezaagde stam, veelal op

1,50 - 2,50 m hoogte) worden afgezaagd. De nieuwe takken worden periodiek (eens in de

3 - 10 jaar) teruggezet: het zogenaamde ‘knotten’.

bb Terugzetten Dit betreft het periodiek regulier onderhoud dicht bij de grond snoeien van een beplanting van loofhoutopstand, zodanig dat de stobben opnieuw kunnen uitlopen. Deze beheermaatregel wordt soms ook wel afzetten genoemd.

De eerste keer dat dit wordt toegepast is niet vrij van vergunningsplicht, de volgende keren wel mits dit iedere 8 tot 20 jaar wordt uitgevoerd, afhankelijk van de aard en de groeikracht van de houtopstand. Na verwaarlozing is wel een vergunning nodig voor dit hakhoutbeheer.

cc Vellen Elke wijze van het te gronde richten van houtopstand ongeacht of dit gedeeltelijk is, bijvoorbeeld bij snoeien, of volledig, zoals bij rooien (inclusief stobbe verwijderen). Ook ingrepen die een ingrijpende wijziging betekenen, zoals kandelaberen of het snoeien van meer dan 20 procent van het kroonvolume, vallen onder vellen. Dit om het ernstig beschadigen of ontsieren van een boomkroon tegen te kunnen gaan. Het in stand houden door periodieke snoei van de door kandelaberen of knotten ontstane kroonvorm is niet omgevingsvergunningplichtig. De eerste keer kandelaberen of knotten is wel omgevingsvergunningplichtig. Het verwijderen van hoofdwortels, waarvan kan worden aangenomen dat daardoor de houtopstand ernstige schade oploopt, valt eveneens onder het begrip vellen. Door de verordening ook van toepassing te laten zijn op het ernstig beschadigen of ontsieren van samengestelde verschijningsvormen, worden grootschalige ingrepen in bomen eveneens omgevingsvergunningplichtig.

ARTIKEL 3: Velverbod Beschermde houtopstanden

Lid 4

Hier staat de vrijstelling voor de vergunningsplicht. Het betreft de volgende motivatie:

Houtopstanden en/of beschermingscriteria waarover gemeenten op grond van de Wet natuurbescherming, het besluit kwaliteit leefomgeving of het besluit activiteiten leefomgeving (BAL) niet bevoegd zijn om regels te stellen.

Houtopstanden waarvoor uit praktische overwegingen een vrijstelling geldt ter verlaging van de regeldruk. Ook wordt zo vermeden dat noodzakelijk regulier onderhoud wordt belemmerd door een vergunningsplicht.

Als een houtopstand direct gevaar oplevert kan het bevoegd gezag besluiten dat de omgevingsvergunning voor het vellen direct in werking treedt. Dit houdt in dat dan direct tot velling overgegaan kan worden. Belanghebbenden hebben dan wel nog steeds de mogelijkheid tot het indienen van bezwaar. Dit is van belang omdat aan de verleende omgevingsvergunning voorschriften kunnen zijn verbonden.

ARTIKEL 4: Criteria verlening omgevingsvergunning

Voor houtopstanden op de Groene Kaart met de classificatie Monumentaal is het nee-tenzij principe van toepassing. Alleen als er sprake is van een zwaarwegend algemeen maatschappelijk belang dat opweegt tegen duurzaam behoud van de houtopstand of als er sprake is van een Monumentale houtopstand en is aangetoond dat de instandhouding naar oordeel van een boomdeskundige niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of ernstige schade wordt er een vergunning verleend voor kap.

Voor houtopstanden op de Groene Kaart met de classificatie Waardevol wordt het belangen voor kap getoetst aan de belangen voor behoud van de houtopstand. De volgende waarden kunnen hierbij van toepassing zijn:

Landschappelijke waarde

De houtopstand is landschappelijk van grote waarde als deze deel uitmaakt van het landschappelijk raamwerk. Dit raamwerk is het geheel aan groenstructuren die de aard en de ruimtelijke beleving van het landschap bepalen. De houtopstand versterkt en/of accentueert dus het landschap, bijvoorbeeld de kamerstructuur in een jonge ontginning.

Natuurwaarden

Bij natuurwaarden gaat het om de waarde van de houtopstand als onderdeel van het leefgebied voor flora en fauna op of nabij de houtopstand waarvoor vergunning wordt aangevraagd. Denk hierbij aan het belang van het (plaatselijke) ecosysteem of aandeel in de biodiversiteit of de positie in een totaal versteend gebied als ‘’Stepping stone’’. De houtopstand biedt bijvoorbeeld plaats of voeding aan zeldzame dier- of plantensoorten, denk hierbij aan vleermuizen of de houtopstand vormt een onmisbaar onderdeel van een biotoop van in de omgeving van de gemeente Meierijstad schaars voorkomende planten- of diersoorten.

Op grond van het besluit activiteiten leefomgeving en de provinciale omgevingsverordening is de Provincie Noord-Brabant buiten de bebouwde kom het bevoegd gezag als het gaat om de toetsing van natuur- en landschappelijke waarden met uitzondering van:

  • 1.

    Houtopstanden met een oppervlakte van 10 are (= 1.000 m2) of minder of

  • 2.

    20 bomen of minder in een rijbeplanting of

  • 3.

    Houtopstanden op erven en in tuinen of

  • 4.

    Wilgen of populieren langs wegen of landbouwgrond.

Gemeenten mogen in deze gevallen en voor deze criteria zelf geen regels stellen.

Gemeenten mogen nog wel regels stellen voor waarden zoals cultuurhistorie, milieu, stads- en dorpsschoon, recreatie en leefbaarheid. Ze hebben ook de bevoegdheid tot het stellen van maatwerk- voorschriften of maatwerkregels hierover.

Milieuwaarden

Bij milieuwaarden gaat het om het positieve effect van de houtopstand op het milieu door het wegvangen van stofdeeltjes, luchtzuivering, het vastleggen van koolstof uit de atmosfeer, verkoeling, nivelleren van luchtverplaatsingen of het breken van wind rondom gebouwen.

Cultuurhistorische waarden

Houtopstand is van cultuurhistorische waarde voor Meierijstad. Het is bijvoorbeeld onderdeel van een oude structuur die al aanwezig was in 1850 of 1900, onderdelen van een oud bosgebied, of de houtopstand bevat streekeigen inheemse soorten die kenmerkend zijn voor de locatie. Denk hierbij aan autochtone wilde bomen of karakteristieke bosplanten (groen erfgoed). Ook kunnen andere relaties met het verleden waardevol zijn. Voorbeelden hiervan zijn leilindes bij oude boerderijen, oude bomen nabij historische gebouwen of bomen in oude tuinen en parken.

Waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon

De houtopstand heeft grote beeldbepalende of kenmerkende waarde voor stads- en dorpsschoon. Zo heeft de houtopstand grote zichtbaarheid in de openbare ruimte en is onderscheidend ten opzichte van de omgeving.

Waarden voor recreatie en leefbaarheid

De houtopstand is van grote recreatieve waarde als speel- of klimboom, of stimuleert ontmoeting of beweging aanzienlijk of ter verfraaiing van recreatieve verblijfsplekken.

ARTIKEL 8: Herplant -/instandhoudingsplicht

De wijze waarop deze zelfstandige herplant- en instandhoudingsplicht wordt uitgevoerd, gebeurt ook op beleidsmatige wijze. De uitwerking kan deel uitmaken van een breder opgezet handhavingsbeleid. Artikel 5:18 Wabo biedt de mogelijkheid, als sprake is van een herstel- of instandhoudingssanctie van het velverbod, onder oplegging van last onder bestuursdwang of dwangsom bij het besluit tot herplantverplichting, tevens te bepalen dat de uitvoering van het besluit tevens geldt voor de rechtsopvolger.

ARTIKEL 9: Bescherming gemeentelijke houtopstanden

Dit artikel is onder andere bedoeld om te voorkomen dat gemeentelijke houtopstanden beschadigd raken door voorwerpen zoals verlichtingsdraden of nestkasten die lange tijd in houtopstanden blijven hangen. Hetgeen overlast veroorzaakt, houtopstand afknelt en snoeiwerk onmogelijk maakt.

OVERGANGSRECHT

Dit is niet opgenomen in deze verordening omdat het al is geregeld in de Omgevingswet.

Spoedeisende kap en bevoegdheden burgemeester

De APV bepaalt in artikel 2.46 (Gevaar door houtopstand) dat het verboden is om een houtopstand in een zodanige staat te hebben dat daardoor direct gevaar voor goederen of personen ontstaat. Als er gevaar dreigt, kan de openbare orde in gevaar komen. In dat geval kan snel ingrijpen door eenhoofdig gezag (de burgemeester) noodzakelijk of wenselijk zijn. In geval het gevaar dreigt als gevolg van bomen of andere houtopstanden, dan kan de burgemeester ingrijpen op grond van artikel 172, tweede lid, van de Gemeentewet.

Bijlage 1: Criteria voor Groene kaart

Criteria monumentale houtopstanden

Houtopstanden met een verhaal of geschiedenis. Waardoor de waarde extra onderstreept wordt. Naast losse houtopstanden kunnen dit ook bosjes, tuinen of andere groenelementen zijn.

Basiscriteria

Leeftijd

is

+50 jaar

Vitaliteit

en

>5 jaar levensverwachting

Aanvullende criteria

Beeldbepalend

is

Omtrek van de houtopstand is +180 cm

 

en

Boomkroon is minimaal voor 50% zichtbaar vanaf openbaar terrein

 

en

Houtopstand is onderscheidend t.o.v. omliggende omgeving

 

en

Wegvallen groene massa kan niet gecompenseerd worden door omliggende omgeving

Cultuurhistorie

is

Geplant voor bijzondere gebeurtenis

 

of

Geplant uit historisch nut gezien de leeftijd, locatie en snoeiwijze

 

of

Kenmerkend voor bepaalde stijlperiode of ontwerpfilosofie

 

of

Waarde van het element is onlosmakelijk verbonden met historisch/monumentaal gebouw

Dendrologie

is

Houtopstand is zeldzaam in soort, variëteit, groeivorm of meerstammigheid

 

Criteria waardevolle houtopstanden

Houtopstanden met een onderscheidende waarde binnen Meierijstad vanwege hun ouderdom, beeld, bijzonderheid, of ecosysteemdiensten. Naast losse houtopstanden kunnen dit ook bosjes, tuinen of andere groenelementen zijn.

Basiscriteria

Leeftijd

is

+40 jaar

Vitaliteit

en

Conditie, groeiplaats en ruimte moeten potentie bieden om de houtopstand uit te laten groeien tot minimaal 60 jaar.

Aanvullende criteria

Beeldbepalend

is

Stamomtrek van de houtopstand is +120cm

 

en

Boomkroon min. 50% zichtbaar vanaf openbaar terrein

 

en

Houtopstand is onderscheidend t.o.v. omliggende omgeving (contrast met stenige omgeving bijv.)

 

en

Wegvallen groene massa kan niet gecompenseerd worden door omliggende groene omgeving

Cultuurhistorie

is

Geplant voor bijzondere gebeurtenis

 

of

Geplant uit historisch nut gezien de leeftijd, locatie en snoeiwijze

 

of

Kenmerkend voor bepaalde stijlperiode of ontwerpfilosofie

 

of

Waarde van het element is onlosmakelijk verbonden met historisch/monumentaal gebouw

Dendrologie

is

Houtopstand is relatief zeldzaam in soort, variëteit, groeivorm of meerstammigheid

Herplantverplichting

is

Houtopstand is ter vervanging van een monumentale of waardevolle houtopstand

Milieu, natuur, leefbaarheid, recreatie

is

Houtopstand is milieukundig van grote waarde. Heeft dus een groot positief effect op het wegvangen van stofdeeltjes, luchtzuivering, verkoeling, nivelleren van luchtverplaatsingen of het breken van wind rondom gebouwen.

 

of

Houtopstand is ecologisch van grote waarde vanwege het belang van het (plaatselijke) ecosysteem. Of de houtopstand neemt in totaal versteend gebied een positie in als ‘’Stepping stone’’. De houtopstand biedt bijvoorbeeld plaats aan zeldzame dier- of plantensoorten, denk hierbij aan vleermuizen;

 

of

De houtopstand vormt een onmisbaar onderdeel van een biotoop van in de omgeving van de gemeente Meierijstad schaars voorkomende planten- of diersoorten;

 

of

Houtopstand is van grote recreatieve waarde als speel- of klimboom, of stimuleert ontmoeting of beweging aanzienlijk.

 

Criteria hoofdstructuur lijnen en linten

Basiscriteria

Lijnstructuur is onderdeel van

een

Beekdal

 

of

Historisch dorpspatroon

 

of

Bovenlokale infrastructuur

 

of

De ontsluitingsstructuur

 

of

accentueert sterk het landschap (kamerstructuur bijvoorbeeld)

Aanvullende criteria

Waarde

is

Natuurlijke, milieutechnische, landschappelijke, cultuurhistorische, beeldbepalende en/of recreatieve waarde of waarde voor de leefbaarheid

 

 

 

Criteria hoofdstructuur vlakken

Basiscriteria

Vlakstructuur is

een

Groene wig in de kern

 

of

Plein

 

of

Park

 

of

Sportveld

 

of

Begraafplaats

 

of

Bos, bosje of houtsingel of ecologische verbindingszone

Aanvullende criteria

Waarde

is

Natuurlijke, milieutechnische, landschappelijke, cultuurhistorische, beeldbepalende en/of recreatieve waarde of waarde voor de leefbaarheid

 

 

 

Criteria wijkstructuur vlakken en lijnen

Basiscriteria

Wijkstructuur

is

Houtopstand welke de wijk een eigen identiteit geeft

 

en

de wijkontsluitingsweg versterkt met oriëntatie en herkenbaarheid

 

of

pleintjes, parkjes, bosjes, singels met robuust groen op wijkniveau

Aanvullende criteria

Waarde

is

Natuurlijke, milieutechnische, landschappelijke, cultuurhistorische, beeldbepalende en/of recreatieve waarde of waarde voor de leefbaarheid

Natuurwaarde: Houtopstand is ecologisch van grote waarde vanwege het belang van het (plaatselijke) ecosysteem of aandeel in de biodiversiteit. Of de houtopstand neemt in totaal versteend gebied een positie in als ‘’Stepping stone’’. De houtopstand biedt bijvoorbeeld plaats of voeding aan zeldzame dier- of plantensoorten, denk hierbij aan vleermuizen. Of de houtopstand vormt een onmisbaar onderdeel van een biotoop van in de omgeving van de gemeente Meierijstad schaars voorkomende planten- of diersoorten.

Milieuwaarde: Houtopstand is milieukundig van grote waarde. Heeft dus een groot positief effect op het wegvangen van stofdeeltjes, luchtzuivering, verkoeling, nivelleren van luchtverplaatsingen of het breken van wind rondom gebouwen.

Landschappelijke waarde: Houtopstand is landschappelijk van grote waarde. Het versterkt en/of accentueert dus het landschap. Bijvoorbeeld de kamerstructuur.

Cultuurhistorische waarde: Houtopstand is van cultuurhistorische waarde voor Meierijstad. Het is bijvoorbeeld onderdeel van een oude structuur die al aanwezig was in 1900, of onderdeel van een oud bosgebied, of de houtopstand bevat delen van onze autochtone wilde bomen (groen erfgoed).

Waarde voor stads- en dorpsschoon: Houtopstand heeft grote beeldbepalende of kenmerkende waarde voor stads- en dorpsschoon. Zo heeft de houtopstand grote zichtbaarheid in de openbare ruimte en is onderscheidend ten opzichte van de omgeving.

Recreatieve waarde of waarde voor leefbaarheid: Houtopstand is van grote recreatieve waarde als speel- of klimboom, of stimuleert ontmoeting of beweging aanzienlijk.

 

Naar boven