Legesverordening 2024

De raad van de gemeente Nuenen c.a.;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2023

 

overwegende, dat jaarlijks de belastingverordeningen voor het volgende belastingjaar aangepast en vastgesteld worden op basis van het begrotingsbeleid;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

 

 

B E S L U I T :

 

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

(Legesverordening 2024)

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4. Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.31 (kansspelen)

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11. Overgangsbepaling

  • 1.

    De Legesverordening 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Legesverordening 2024'.

 

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 14 december 2023

DE RAAD VOORNOEMD,

de griffier,

J. Oostdijk

de voorzitter,

M.J. Houben MBA

Tarieventabel  

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

 

a.

H/G/O ceremonie ma tm do Trouwzaal, aangew/eigen locatie: 

€ 690,- 

b.

H/G/O ceremonie vr tm zo + feest Trouwzaal, aangew/eigen locatie: 

€ 735,- 

c.

H/G/O eenvoudig ma tm do (9.00-17.00) Trouwzaal 

€ 345,- 

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

€ 240,-

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van 14 dagen voorafgaand aan die gereserveerde datum:

€ 137,50

Tot 14 dagen voorafgaand aan de gereserveerde datum:

€ 85,-

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering:

€ 41,75

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een nationaal paspoort:

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,40

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,90

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,90

Artikel 1.11 Modaliteiten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,05

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 48,15

Artikel 1.13 Modaliteiten

 

1.

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

 

 

a.

bij een spoedlevering vermeerderd met:

€ 34,10

 

b.

bij een aanvraag in verband met beschadiging of vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met:

€ 24,50

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

 

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

tot het verstrekken van gegevens aan derden:

tot het verstrekken (web/balie):

€ 8,30

€ 17,20

€ 8,30

b.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ 24,85

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

 

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 23,25

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

n.v.t.

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

een afschrift van de gemeentebegroting:

€ 102,95

b.

een afschrift van de jaarrekening:

€ 102,95

c.

een afschrift van de Kadernota

€ 102,95

d.

een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina:

€ 0,15

e.

een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina:

€ 0,15

f.

een afschrift van het verslag van een oordeelsvormende raadsavond, per pagina:

€ 0,15

g.

een afschrift van de stukken behorende bij een oordeelsvormende raadsavond, per pagina:

€ 0,15

i.

een afschrift van het reglement van orde van de Raad

€ 22,15

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het (analoog of digitaal) verstrekken van een fotokopie of lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, structuurvisie, voorbereidingsbesluit, of wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in subonderdelen a. t/m d.

€ 0,16

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b:

 

a.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 5,15

b.

in formaat A3, per bladzijde:

€ 9,78

c.

in formaat A2 of groter, per bladzijde:

€ 15,83

d.

in digitale vorm:

€ 24,35

Artikel 1.22 Informatie uit registers

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

 

a.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object:

€ 23,15

b.

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet:

€ 0,16

c.

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet:

€ 0,00

d.

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed:

€ 0,00

e.

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 6,84

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

 

a.

het inzagerecht van de geautomatiseerde gemeentelijke kadastrale registratie:

indien het objectgegevens zijn, per relatie

€ 6,84

b.

het inzagerecht van de geautomatiseerde gemeentelijke kadastrale registratie:

indien het subjectgegevens zijn, per relatie

€ 6,84

c.

het verstrekken van een afdruk van het beeldscherm

€ 6,84

d.

indien de onder 1.8.3.1 en 1.8.3.2 genoemde gegevens per fax, per post of

digitaal verzonden wordt, dan wordt het tarief vermeerderd met

€ 10,47

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 11,90

c.

tot het verkrijgen van een milieupas

€ 8,45

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 23,25

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

1.

tot het verkrijgen van een urgentiebeschikking in het kader van de “Huisvestingsverordening gemeente Nuenen c.a. 2020-2023” 

€ 50,30; 

2.

Het bepaalde in artikel 1.29.1. is niet van toepassing op of door namens statushouders als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder h, van de “Huisvestingsverordening gemeente Nuenen c.a. 2020-2023’” ingediende verzoeken om urgentiebeschikking. 

€ 50,30; 

3.

De in artikel 1.29.1. bedoelde leges worden gerestitueerd als de urgentie wordt verleend. 

 

Artikel 1.30 Leegstandwet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet: 

€ 46,00; 

 

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet: 

€ 23,25. 

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.]

 

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50

 

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50

 

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00

 

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 226,50

 

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,50

 

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 50,30

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in [artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening]:

n.v.t.

 

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 en een aanvraag voor een instemmingsbesluit als bedoeld in artikel 3.1 van de Verordening Ondergrondse Infrastructuur Nuenen (VOI), waarbij de graaflengte ≥100m¹

€ 427,95

2.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 en een aanvraag voor een instemmingsbesluit als bedoeld in artikel 3.1 van de Verordening Ondergrondse Infrastructuur Nuenen (VOI), waarbij de graaflengte < 100m¹ is of een lasgat / montagegat met een oppervlakte van > 2m² bedraagt:

 

 

€ 213,97

3.

Het tarief genoemd in 1.32.1 en of 1.32.2 wordt per strekkende meter sleuflengte, voor zover binnen de bebouwde kom gelegen, vermeerderd met een bedrag van

€ 2,06

4.

Het tarief genoemd in 1.32.1 en of 1.32.2 wordt per strekkende meter sleuflengte, voor zover buiten de bebouwde kom gelegen en indien er sprake is van een sleuflengte tot 2.500 m1, vermeerderd met een bedrag van:

€ 1,46

5.

Onverminderd het tarief genoemd in 1.32.1 en 1.32.2 is aanvullend een projectbegroting vereist indien de sleuflengte meer dan 2.500 m1 is en buiten de bebouwde kom ligt. De projectbegroting wordt door de gemeente opgesteld. Deze bevat de kosten voor de te volgen procedure. De door de aanvrager te betalen kosten worden inclusief onderbouwing, voorafgaand aan de aanvraagbehandeling, schriftelijk medegedeeld aan de aanvrager. Indien een begroting is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag is ingetrokken.

 

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: 

€ 93,60 

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen: 

€ 93,60 

c.

tot het verkrijgen van een ontheffing voor het houden van wedstrijden met voertuigen als bedoeld in artikel 148 van de Wegenverkeerswet 

€ 93,60 

d.

Indien de aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in 1.33.a die geldig is voor een periode van 24 aaneengesloten uren, dan bedraagt het tarief 

€ 23,70 

e.

tot het verkrijgen van een individuele gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in artikel 26 lid 1c van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) 

€ 93,60 

f.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW): 

€ 29,30 

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 0,74

b.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 7,05

c.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 0,74

d.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

 

1.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 5,26

 

2.

in formaat A3, per bladzijde:

€ 9,78

 

3.

in formaat A2 of groter, per bladzijde:

€ 15,83

 

4.

in digitale vorm:

€ 24,35

Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

 

a.

tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5:13 van de APV (inzameling van geld of goederen)

€ 53,40

b.

indien een aanvraag voor het in behandeling nemen van een ontheffing bedoeld in 1.35.2 op een zondag is vereist conform artikel 3 van de Zondagswet

€ 23,25

c.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5:34 van de APV (verbod vuur te stoken)

€ 53,40

d.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:1 van de APV (samenscholing)

€ 53,40

e.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:6 van de APV (verspreiden van gedrukte stukken)

€ 53,40

f.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:9 van de APV (straatartiest)

€ 64,30

g.

afwijking sluitingstijd als bedoeld in artikel 2:30 van de APV

€ 53,40

h.

Tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:39 van de APV (speelgelegenheden)

€ 478,15

i.

Tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in 2:45 van de APV (betreden van plantsoenen e.d.)

€ 90,70

j.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:73a van de APV (carbid schieten)

€ 23,25

k.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 29 van de Wet op de Lijkbezorging

€ 53,40

 

l.

Voor het in behandeling nemen van een verzoek om een vergunning/ontheffing ingevolgde APV dat dient ter legalisatie, worden de leges beginnend met artikel 1.35 (met uitzondering van 1.35.v.) vermeerderd met

50%

m.

tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:10 van de APV voor:

 

n.

standplaatsen zonder commerciële inslag en reclameborden ten behoeve van evenementen

€ 53

 

o.

Uitstallingen, terrasjes, tenten, containers e.d. voor een periode van:

korter dan 15 dagen

16 tot 90 dagen

91 tot 365 dagen

langer dan 1 jaar

 

€ 105,40

€ 202,25

€ 302,-

€ 604,60

p.

Bij verlenging van de periode genoemd in 1.35.z. wordt het ergens anders in rekening gebrachte tarief in mindering gebracht op het daarvoor geldende tarief

 

q.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van verzoeken om informatie, tenzij dit verzoek gedaan wordt in context van een ruimtelijke procedure, per besteed kwartier

€ 25,70

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

r.

voor de afgifte van een gedoogbeschikking

€ 588,10

s.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in 3:10 van de APV (sexwinkel)

€ 673,40

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om toekenning, of vernummering van nummers voor panden bedraagt het tarief:

 

t.

Voor één nummer

€ 92,40

u.

Voor maximaal vijf nummers, per toe te kennen of te wijzigen nummer

€ 46,20

v.

Voor meer dan vijf nummers per toe te kennen of te wijzigen nummer:

€ 23,-

Artikel 1.36 Kinderopvang

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot opname in het Landelijk Register Kinderopvang: 

 

a.

voor kinderdagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderbureau bij onderzoek voor aanvang exploitatie

€ 921,45

b.

voor nieuwe gastouders (via gastouderbureau) bij onderzoek voor aanvang exploitatie

€ 607,-

c.

voor peuterspeelzalen bij onderzoek voor aanvang exploitatie

€ 501,50

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

 

-

een eenvoudig initiatief: een initiatief dat in overeenstemming is met het omgevingsplan, of dat voldoet aan het bepaalde in Bijlage II Besluit omgevingsrecht zoals dat gold op 2 maart 2022.

 

 

-

een complex initiatief: een initiatief dat niet in overeenstemming is met het omgevingsplan en dat niet voldoet aan het bepaalde in Bijlage II Besluit omgevingsrecht zoals dat gold op 2 maart 2022.

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

5.

Perifere detailhandel: detailhandel in producten die qua aard of omvang niet passen binnen een normale winkelstructuur en daarom in de periferie moet worden gevestigd.

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

Omgevingsoverleg/principeverzoek;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg /principeverzoek

 

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op een principeverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving die ziet op een eenvoudig initiatief, bedraagt het tarief:

€ 186,80

2.

Als de aanvraag betrekking heeft op een principeverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving die ziet op een complex initiatief, bedraagt het tarief:

€ 594,-

3.

Als de aanvraag betrekking heeft op een principeverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving die ziet op een initiatief die wordt behandeld in de (sub)regionale omgevingstafel, bedraagt het tarief:

€ 594,-

4.

Als de aanvraag betrekking heeft op een principeverzoek over milieubelastende activiteiten ODZOB, bedraagt het tarief:

€ 1.650.

 

Artikel 2.4a Oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

Als de aanvraag betrekking heeft op het verstrekken van een mededeling dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bedraagt het tarief:

€ 82,40

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, wordt het tarief bepaald op basis van de gebruiksfunctie(s) en de gebruiksoppervlakte daarvan onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als ook sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten. Wanneer een bouwactiviteit meer dan één gebruiksoppervlakte kent wordt het tarief bepaald op basis van de som van de tarieven per gebruiksfunctie en daaraan gekoppelde gebruiksoppervlakte.

2.

Er kan naast een nieuwe gebruiksfunctie ook sprake zijn van activiteiten binnen een bestaande gebruiksfunctie. In het laatste geval wordt gerekend met de gebruiksoppervlakte waar de bouwactiviteiten (bijvoorbeeld interne wijzigingen, dakkapel) plaatsvinden ook al blijft de gebruiksfunctie in aard ongewijzigd. Dit alles te berekenen van het onderstaande.

Het tarief bij activiteiten binnen een bestaande gebruiksfunctie bedraagt

70%

van het tarief als bedoeld in dit artikel.

3.

Wanneer sprake is van één of meer van de volgende gebruiksfuncties:

  • -

    bijeenkomstfunctie;

  • -

    gezondheidszorgfunctie;

  • -

    logiesfunctie;

  • -

    onderwijsfunctie;

Bedraagt het tarief als de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde:

Kleiner of gelijk aan 10 m2 is

€ 496,60

Groter dan 10 m2 en kleiner dan 20 m2

€ 961,40

20 m2 of groter, maar kleiner of gelijk aan 200 m2 is

€ 961,40

Vermeerderd met

€ 49,-

Voor elke m2 gebruiksoppervlakte vanaf 20 m2

Groter dan 200 m2, maar kleiner dan of gelijk aan 500 m2 is

€ 9.786,20

Vermeerderd met

€ 34,30

Voor elke m2 gebruiksoppervlakte vanaf 200 m2

Groter dan 500 m2, maar kleiner dan of gelijk aan 2000 m2 is

€ 20.075,30

Vermeerder met

€ 23,90

voor elke m2 gebruiksoppervlakte vanaf 500 m2

Groter dan 2000 m2 is

€ 56.038,90

Vermeerderd met

€ 16,90

voor elke m2 gebruiksoppervlakte vanaf 2000 m2

met een maximum van

€ 392.262,90

4.

Wanneer sprake is van één of meer van de volgende gebruiksfuncties:

  • -

    celfunctie;

  • -

    kantoorfunctie;

  • -

    sportfunctie;

  • -

    winkelfunctie;

Bedraagt het tarief als de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde:

Kleiner of gelijk aan 10 m2 is

€ 496,60

Groter dan 10 m2 en kleiner dan 20 m2 is

€ 961,40

20 m2 of groter, maar kleiner dan of gelijk is aan 200 m2 is

€ 961,40

Vermeerder met

€ 46,60

voor elke m2 gebruiksoppervlakte vanaf 20 m2

Groter dan 200 m2, maar kleiner dan of gelijk aan 500 m2 is

€ 9.350,80

Vermeerder met

€ 32,50

voor elke m2 gebruiksoppervlakte vanaf 200 m2

Groter dan 500 m2, maar kleiner dan of gelijk aan 2000 m2 is

€ 19.107,70

Vermeerderd met

€ 22,80

voor elke m2 gebruiksoppervlakte vanaf 500 m2

Groter dan 2000 m2 is

€ 53.377,90

Vermeerderd met

€ 16,-

voor elke m2 gebruiksoppervlakte vanaf 2000 m2

Met een maximum van

€ 392.262,90

5.

Wanneer sprake is van de gebruiksfunctie

  • -

    woonfunctie;

Bedraagt het tarief als de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde:

Kleiner dan of gelijk aan 10 m2 is

€ 496,60

Groter dan 10 m2 en kleiner dan 20 m2 is

€ 961,40

20 m2 of groter, maar kleiner dan of gelijk aan 200 m2 is

€ 961,40

Vermeerder met

€ 45,20

voor elke m2 gebruiksoppervlakte vanaf 20 m2

Groter dan 200 m2, maar kleiner dan of gelijk aan 500 m2 is

€ 9.108,20

Vermeerder met

€ 31,60

voor elke m2 gebruiksoppervlakte vanaf 200 m2

Groter dan 500 m2, maar kleiner dan of gelijk aan 2000 m2 is

€ 18.607,70

Vermeerderd met

€ 21,10

voor elke m2 gebruiksoppervlakte vanaf 500 m2

Groter dan 2000 m2 is

€ 51.910,30

Vermeerderd met

€ 15,50

voor elke m2 gebruiksoppervlakte vanaf 2000 m2

Met een maximum van

€ 383.846,90

6.

Wanneer sprake is van één of meer van de volgende gebruiksfuncties:

  • -

    industriefunctie;

  • -

    perifere detailhandel

  • -

    overige gebruiksfunctie;

Bedraagt het tarief als de gebruiksoppervlakte van het aangevraagde

Kleiner dan 20 m2 is

€ 496,60

20 m2 of groter, maar kleiner dan of gelijk aan 200 m2 is

€ 961,40

Vermeerderd met

€ 12,70

voor elke m2 gebruiksoppervlakte vanaf 20 m2

Groter dan 200 m2, maar kleiner dan of gelijk aan 500 m2 is

€ 3.254,70

Vermeerderd met

€ 12,70

voor elke m2 gebruiksoppervlakte vanaf 200 m2

Groter dan 500 m2, maar kleiner dan of gelijk aan 2000 m2 is

€ 6.818,80

Vermeerderd met

€ 11,60

voor elke m2 gebruiksoppervlakte vanaf 500 m2

Groter dan 2000 m2 is

€ 24.316,80

Vermeerderd met

€ 10,70

voor elke m2 gebruiksoppervlakte vanaf 2000 m2

met een maximum van

€ 392.262.90

7.

Wanneer sprake is van (machine-)opslagloodsen bedraagt het tarief

50%

van de op grond van lid 6 verschuldigde leges.

8.

Wanneer sprake is van één of meer van de volgende bouwwerken (geen gebouw zijnde) en/of activiteiten bedraagt het tarief:

voor gevel-/dakwijzigingen

€ 344,-

voor overkappingen

€ 344,-

voor wanden/muren niet constructief en erfafscheidingen

€ 453,30

voor wanden/muren/vloeren constructief

€ 453,30

voor het maken, voeren of gedogen van handelsreclame, als bedoeld in artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit

€ 344,-

Wanneer sprake is van meerdere hierboven in lid 8 genoemde bouwwerken in één aanvraag is het maximale bedrag

€ 635,-

Voor silo’s

€ 868,80

Voor zendmasten

€ 3.765,-

Voor overkappingen

€ 344,-

Voor alle bouwwerken (geen gebouw zijnde) en/of activiteiten niet genoemd in 2.5, achtste lid

€ 453,30

 

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

Deze leges worden niet geheven zover de omgevingsplanactiviteit een erfafscheiding of één dakkapel met een maximale breedte van 1,50 meter (gemeten aan de bovenzijde van de dakkapel) betreft.

€ 262,20

 

1.

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 348,-

 

2.

als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:

€ 431,10

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 6.400,20

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

 

1.

die voldoet aan het bepaalde in Bijlage II Besluit omgevingsrecht zoals dat gold op 2 maart 2022.

€ 393,40

 

2.

die niet voldoet aan het bepaalde in Bijlage II Besluit omgevingsrecht zoals dat gold op 2 maart 2022.

€ 6.400,20

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 336,-

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 336,-

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 336,-

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 12 van de Erfgoedverordening 2023 Gemeente Nuenen c.a. in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

 

 

 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 285,70

 

 

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 430,50

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

 

 

 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 285,70

 

 

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 430,50

 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

 

 

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 285,70

 

 

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 430,50

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

€ 450,-

3.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening 2023 Gemeente Nuenen c.a. is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

  • a.

    als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

  • b.

    als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

Artikel 2.9 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 16 van de Erfgoedverordening 2023 Gemeente Nuenen c.a. in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 285,70

 

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 285,70

 

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 285,70

 2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4400.

Artikel 2.11 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4400.

Artikel 2.12 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4400.

Artikel 2.13 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4400.

Artikel 2.14 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4400.

Artikel 2.15 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4400.

Artikel 2.16 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4400.

Artikel 2.17 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4400.

Artikel 2.18 Samenloop van milieubelastende activiteit en

 

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

 

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.19 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3000.

Artikel 2. 20 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3000.

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.21 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 450;

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 450.

Artikel 2.22 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 134,90

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 371,50

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

Deze leges worden niet geheven zover de activiteit ziet op:

  • 1.

    afgraven, ophogen, vergraven, egaliseren van gronden;

  • 2.

    aanleg, verbreden of verbeteren van sloten en greppels;

  • 3.

    aanbrengen van houtgewas;

Indien met de uitvoering van de bovengenoemde werkzaamheden wordt bijgedragen aan (kleinschalige) natuurontwikkeling.

€ 743,10

 

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

€ 431,10

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 743,10

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 743,10

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 165,50

Artikel 2.26 Andere activiteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 121,80

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

1.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 262,20

 

2.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 393,40

 

3.

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 53,30

c.

betreft het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

 

1.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:6 van de APV

(overige geluidhinder), niet voor buurt- en straatfeesten:

€ 23,25

 

2.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in 2:22 van de APV (objecten

onder hoogspanningslijn):

€ 64,30

 

3.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in 4:18 van de APV (recreatief

nachtverblijf buiten kampeerterreinen):

€ 53,40

 

4.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in 2:60 van de APV (houden

van hinderlijke of schadelijke dieren):

€ 53,40

 

5.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in 5:2 van de APV (parkeren

van voertuigen van autobedrijf e.d.):

€ 90,70

 

6.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in 5:3 van de APV (te koop

aanbieden van voertuigen):

€ 90,70

 

7.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in 5:6 van de APV (kampeermiddelen

e.d.):

€ 53,40

 

8.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in 5:7 van de APV (parkeren

van reclamevoertuigen):

€ 90,70

 

9.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in 5:8 van de APV (parkeren

van grote voertuigen):

€ 53,40

 

10.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in 5:11 van de APV (aantasting

groenvoorzieningen door voertuigen):

€ 53,40

 

11.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in 5:33 van de APV (beperking

verkeer in natuurgebieden)

€ 53,40

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.27 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

  • 1.

    het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 2.

    bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 3.

    het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

  • 4.

    het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 393,40

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 393,40

Artikel 2.28 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, dan bedraagt het tarief:

€ 1472,80

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1472,80

Artikel 2.29 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 393,40

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.30 Gelijkwaardige maatregel

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 102,50;

 

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

€ 102,50;

 

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

€ 131;

 

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

€ 102,50.

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.31 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 560,10

Artikel 2.32 Wijzigen omgevingsvergunning

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.33 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit:

€ 3000,-

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning voor een andere dan een milieubelastende activiteit:

€ 493,90

Artikel 2.34 Intrekken omgevingsvergunning

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning die ziet op milieubelastende activiteiten, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 2600,-

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning die niet ziet op milieubelastende activiteiten, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 0,-

Artikel 2.35 Beoordeling aanvullende gegevens

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b,

in behandeling is genomen:

€ 0,-

Artikel 2.36 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

Artikel 2.37 Wijzigen van het omgevingsplan

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 8.196,60

Artikel 2.38 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 262,20

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.39 Achteraf ingediende aanvraag

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

tot een maximumbedrag van €1000,00

50%.

Artikel 2.40 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

Als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 4400,-

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, niet zijnde een milieubelastende activiteit:

€ 1.796,30

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 1.796,30

Artikel 2.41 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 800,-

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 800,-

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 800,-

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 800,-

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 800,-

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 2.950,-

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 800,-

Artikel 2.42 Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 1.796,30

 

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie, als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit Nuenen c.a., dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

€ 172,10

 

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie of subcommissie, als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit Nuenen c.a., in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:

€ 940,40

 

d.

voor een advies van het ontwerpteam Nuenen-West:

€ 227,30

 

e

voor een advies van de subcommissie ruimtelijke kwaliteit, als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit Nuenen c.a., nadat het plan is voorgelegd aan het ontwerpteam Nuenen-West:

€ 436,60

 

f

voor een advies van de Supervisor Nuenen-West:

 

 

 

1.

bij een eenvoudige beoordeling (individueel gebouw, kavel in strijd met omgevingsplan/beeldkwaliteitsplan):

€ 320,20

 

 

2.

bij een uitgebreide beoordeling (complex gebouw/bijgebouw, aanpassing erf):

€ 640,90

 

g.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met f: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.43 Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.44 Overige externe kosten

 

Als ten behoeve van een aanvraag externe kosten worden gemaakt, die niet gedekt worden door een van de voorgaande artikelen in dit hoofdstuk, dan worden deze kosten in rekening gebracht bij de aanvrager. Het verschuldigde bedrag wordt vooraf aan de aanvrager ter kennis gebracht.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.45 Vermindering na omgevingsoverleg

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg/principeverzoek als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

 100%

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

  • a.

    voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

  • b.

    in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

  • c.

    binnen zes maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

Artikel 2.46 Vermindering bij meervoudige aanvraag

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:

 

a.

bij 5 tot 10 activiteiten:

2%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

b.

bij 10 tot 15 activiteiten:

3%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

 

c.

bij 15 of meer activiteiten:

5%

 

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.]

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.47 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

80%.

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.48 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

Bij gehele intrekking binnen tien werkdagen, indien de aanvraag onjuist is ingediend:

100%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

d.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

10%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.49 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

10%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.50 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12maandenna verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

10%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.51 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

10%

 

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

 

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 2.52 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.53 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 5 wordt niet teruggegeven.

 

 

Artikel 2.54 Minimum resterend tarief

 

Ongeacht de uitkomst van vorenstaande verminderingen resteert er altijd een minimaal tarief van

€ 267,30

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel [2:28] van de Algemene plaatselijke verordening:

Wanneer tevens een aanvraag wordt ingediend op grond van artikel 3.2 onder a, wordt het legesbedrag uit dit artikel niet in rekening gebracht.

€ 308,95

 

 

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel [2:29, tweede lid,] van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 131,25

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 308,95

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 131,25

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 131,25

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 131,25

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 23,25

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3.13 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

 

a.

voor een escortbedrijf:

€ 4.367,10

 

b.

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a:

€ 4.367,10

2.

tot het wijzigen van een in artikel 3.3.1 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van:

 

 

a.

de op de vergunning vermelde of te vermelden beheerder of beheerders

€ 181,60

Artikel 3.4 Verbod exploiteren bedrijf zonder benodigde vergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

Vergunning als bedoeld in art. 2:40a APV (exploiteren bedrijf)

€ 2.046,19

b.

Wijziging van de vergunning als bedoeld in art. 2:40a, lid 9 van de APV (wijzigen vergunning exploiteren bedrijf)

€ 183,15

c.

Wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 3.5 tijdens de behandeling ingetrokken wordt dan worden de legesbedragen genoemd in artikel 3.5 verminderd met:

50%

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet:

 

b.

voor de openstelling van een avondwinkel op werkdagen, per winkel tussen 22:00 uur en 06:00 uur

€ 698,-

c.

voor de openstelling van een avondwinkel op zon- en feestdagen, per winkel tussen 2:00 uur en 06:00 uur

€ 236,30

d.

voor de wijziging, intrekking of overdracht van artikel 3.5 a. t/m d.

€ 212,30

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

 

a.

O: meldingsplichtig evenement (buurt- en wijkfeest)

€ 0,00

b.

A: reguliere evenement met een laag risico

€ 0,00

c.

B: aandacht evenement

€ 296,20

d.

C: risicovolle evenement,

€ 5.853,-

Artikel 3.7 Organiseren markt

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning:

 

a.

voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 53,00

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

a.

een vaste standplaatsvergunning als bedoeld in de Marktverordening.

€ 52,90

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.19 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 440,-

 

Behorende bij raadsbesluit van 14 december 2023

 

De griffier van de gemeente Nuenen,

J. Oostdijk

 

 

Naar boven