Eerste verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Beverwijk 2023

De raad van de gemeente Beverwijk;

 

November 2023gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 07 november 2023, documentkenmerk D-108043;

 

gehoord de raadscommissie;

 

gelet op artikel 2.1.3 lid 1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning

 

b e s l u i t :

 

  • 1.

    De Eerste verordening tot wijziging van de Verordening Maatschappelijke ondersteuning Beverwijk 2023 (D-108048) vast te stellen.

 

Artikel 23 Eigen bijdrage

  • 1.

    De startdatum van de eigen bijdrage is:

    • a.

      Voor hulp bij het huishouden en begeleiding gelijk aan de ingangsdatum als opgenomen in de beschikking;

    • b.

      Voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een hulpmiddel of woningaanpassing de eerstvolgende periode na de maand waarin de beschikking is afgegeven.

  • 2.

    De bijdragen voor maatwerkvoorzieningen in natura of pgb en voor bij verordening aangewezen algemene voorzieningen, zijn gelijk aan de kostprijs, tot aan ten hoogste het bedrag zoals genoemd in artikel 2.1.4 lid 3 en artikel 2.1.4a lid 4 Wmo 2015, per maand voor de ongehuwde cliënt of de gehuwde cliënt samen, tenzij overeenkomstig artikel 2.1.4a vijfde lid van de wet, hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en artikel 24 lid 2 van deze verordening geen of een lagere bijdrage is verschuldigd.

  • 3.

    Bij overlijden van de cliënt wordt de eigen bijdrage beëindigd per de laatste dag van de maand waarin de overlijdensdatum valt, dan wel dat de voorziening wordt ingeleverd.

  • 4.

    Wanneer een voorziening die in eigendom of bruikleen is verstrekt wordt vervangen, heeft dit geen invloed op de duur van de eigen bijdrage.

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 23. Eigen bijdrage

 

Het abonnementstarief voor de Wmo is 1 januari 2020 definitief van kracht. De wet maakt een onderscheid tussen de bijdragen in de kosten van maatwerkvoorzieningen en pgb’s, bij verordening aangewezen algemene voorzieningen waarbij sprake is van een duurzame hulpverleningsrelatie tussen degenen aan wie een voorziening wordt verstrekt en de hulpverlener enerzijds en algemene voorzieningen waarbij geen sprake is van een dergelijke duurzame hulpverleningsrelatie anderzijds.

 

Algemene voorzieningen waarbij een duurzame hulpverleningsrelatie met een hulpverlener wordt aangegaan, moeten onder het abonnementstarief worden gebracht. Er is sprake van een duurzame hulpverleningsrelatie als de inwoner voor een langere periode structureel persoonlijke hulpverlening krijgt. Er moet een betrokkenheidsaspect tussen cliënt en hulpverlener zijn waarbij continuïteit van die band van waarde is.

 

Lid 1 bepaalt de startdatum van de eigen bijdrage. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen diensten (hulp bij het huishouden, begeleiding) en eenmalige voorzieningen (hulpmiddelen en woningaanpassing). De startdatum van de eigen bijdrage is de datum die wordt doorgegeven aan het CAK als datum eerste inning eigen bijdrage.

 

In lid 2 staat de hoogte van de eigen bijdrage. Hierbij wordt aangesloten bij het landelijk tarief zoals genoemd in de wet. Artikel 2.1.4 regelt de eigen bijdrage voor algemene voorzieningen, artikel 2.1.4a regelt de eigen bijdrage voor de maatwerkvoorziening. Eventuele indexering van dit bedrag wordt landelijk bepaald en aangepast via de wet en het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.

 

Naast de eigen bijdrage voor algemene voorzieningen kunnen er ook overige kosten zijn. Eventuele overige kosten zoals koffie/thee, maaltijden, deelname aan extra activiteiten komen voor rekening van de inwoner die hiervan gebruikmaakt. Deze kosten zijn algemeen gebruikelijk en vormen geen onderdeel van de eigen bijdrage in de zin van de Wmo. Met andere woorden een eigen bijdrage heeft altijd betrekking op de kosten die gemeenten maken en staan daarom los van het abonnementstarief.

 

Deze verordening treedt de dag na die van bekendmaking in werking.

Beverwijk,

de raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,

Naar boven