Verordening gemeentelijke rekenkamer Zaltbommel 2024

De raad van de gemeente Z a l t b o m m e l;

 

gelezen het voorstel van het Presidium d.d. 11 oktober 2023 ;

 

gelet op de artikelen 81k en 149 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de:

 

Verordening gemeentelijke rekenkamer Zaltbommel 2024

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • college: college van burgemeester en wethouders;

  • raad: gemeenteraad

  • rekenkamer: gemeentelijke rekenkamer als bedoeld in artikel 81a van de Gemeentewet;

  • voorzitter: voorzitter van de rekenkamer.

Artikel 2. Rekenkamer

  • 1.

    Er is een door de raad ingestelde rekenkamer.

  • 2.

    De rekenkamer bestaat uit drie externe leden, waaronder een voorzitter.

Artikel 3. Klankbordgroep

  • 1.

    Er is een klankbordgroep voor de rekenkamer;

  • 2.

    De klankbordgroep bestaat uit drie raadsleden;

  • 3.

    De klankbordgroep wijst uit haar midden een voorzitter aan;

  • 4.

    Tot de taken van de klankbordgroep behoren in ieder geval:

    • a.

      het in ieder geval halfjaarlijks voeren van overleg met de rekenkamer;

    • b.

      het in geval van vacatures optreden als benoemingsadviescommissie, aanbevelen aan de raad van kandidaten voor het lidmaatschap van de rekenkamer;

    • c.

      het tussentijds overleg vindt plaats tussen griffier (of plaatsvervanger), voorzitter klankbordgroep en voorzitter rekenkamer.

Artikel 4. Benoeming en herbenoeming

  • 1.

    De raad benoemt de leden van de rekenkamer voor een periode van zes jaar.

  • 2.

    De leden van de rekenkamer, waaronder de voorzitter, kunnen maximaal één keer voor een periode van zes jaar worden herbenoemd.

  • 3.

    De rekenkamer draagt zelf zorg voor een rooster van aftreden.

Artikel 5. Ambtelijke ondersteuning

De rekenkamer heeft een ambtelijk secretaris.

Artikel 6. Budget

  • 1.

    De voorzitter van de rekenkamer is bevoegd binnen het budget uitgaven te doen voor de uitvoering van de werkzaamheden van de rekenkamer.

  • 2.

    De rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad, als bedoeld in artikel 185, derde lid van de Gemeentewet.

  • 3.

    Het budget wordt jaarlijks geïndexeerd op basis van het indexatiepercentage uit de septembercirculaire

Artikel 7. Vergoeding

  • 1.

    De leden van de rekenkamer ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding per vergadering.

  • 2.

    De vergoeding bedraagt voor de voorzitter € 230,- per vergadering en voor de andere leden € 210,- per vergadering.

  • 3.

    Naast de vergoeding per vergadering ontvangen de leden een vergoeding voor het verrichten van onderzoek en overige werkzaamheden. Deze vergoeding bedraagt € 60,- per uur (prijspeil 2023).

  • 4.

    De vergoedingen worden jaarlijks geïndexeerd met dezelfde indexering die geldt voor de vergoeding voor raadsleden.

  • 5.

    De leden van de rekenkamer ontvangen daarnaast een vergoeding voor hun reiskosten. Dit is maximaal de belastingvrije kilometervergoeding. Kosten van openbaar vervoer worden geheel vergoed.

  • 6.

    De voorzitter en de leden van de rekenkamer dienen hun declaratie voor de vergoedingen, genoemd in het eerste en tweede lid, ieder half jaar in bij de griffier.

Artikel 8. Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1.

    De rekenkamer bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamer ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3.

    De raad kan de rekenkamer een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamer niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 9. Werkwijze

  • 1.

    Als onderdeel van het Reglement van Orde zoals bedoeld in artikel 81i lid 1 Gemeentewet, stelt de rekenkamer een onderzoeksprotocol vast voor de onderzoekswerkzaamheden en wijze van communiceren over het onderzoek.

  • 2.

    De rekenkamer is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 3.

    De rekenkamer beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 4.

    De rekenkamer is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamer gestelde termijn te verstrekken.

  • 5.

    De rekenkamer vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 6.

    De rekenkamer vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 5.1 van de Wet openbare overheid kan de rekenkamer rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 7.

    De rekenkamer kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 8.

    Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamer, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 9.

    De rekenkamer stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamer kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamer bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 10.

    Na vaststelling door de rekenkamer worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

  • 11.

    De raad evalueert het functioneren van de rekenkamer tenminste eenmaal in de zittingsperiode van de raad.

Artikel 10. Slotbepalingen

  • 1.

    Besluiten, genomen krachtens de Verordening op de rekenkamercommissie Zaltbommel 2010, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    De Verordening op de rekenkamercommissie Zaltbommel 2010 wordt ingetrokken.

  • 3.

    De Verordening gemeentelijke rekenkamer Zaltbommel 2024 treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

  • 4.

    De verordening wordt aangehaald als: Verordening gemeentelijke rekenkamer Zaltbommel 2024.

Aldus vastgesteld en besloten in de openbare raadsvergadering van 14 december 2023.

De gemeenteraad voornoemd,

de raadsgriffier a.i,

H.R.E. (Helene) Hofland

de voorzitter,

P.C. (Pieter) van Maaren

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven. In deze verordening is gekozen om de begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid (die in artikel 182 van de Gemeentewet is genoemd) niet in artikel 1 op te nemen. Hiermee willen wij voorkomen dat in de verordening een eigen definitie wordt gehanteerd. Wel wordt in deze toelichting uiteengezet wat onder deze termen wordt verstaan. Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.

 

Artikel 2

Eerste lid: De raad bepaalt hoeveel leden de rekenkamer zal hebben (artikel 81b van de Gemeentewet).

 

Artikel 3

De raad kan een klankbordgroep instellen die fungeert als het aanspreekpunt voor de rekenkamer. De rekenkamer kan informatie inwinnen bij een afvaardiging van de raad. Voor vragen als wat leeft er binnen de raad en hoe is de organisatie van de raad geregeld. Ook bestaat soms behoefte om organisatorische wijzigingen binnen de rekenkamer of veranderingen in het rekenkamerbudget te bespreken.

 

Artikel 4

In artikel 81c, vierde lid, van de Gemeentewet is bepaald dat de raad een lid van de rekenkamer kan herbenoemen. De wetgever heeft hierbij geen limiet gesteld aan het aantal herbenoemingen. Gemeenten moeten hier zelf bepalen hoe vaak een lid kan worden herbenoemd.

 

Artikel 5

De rekenkamer wordt bijgestaan door een secretaris. De rekenkamer dient zelfstandig te functioneren.

 

Artikel 6

De raad moet de rekenkamer de nodige middelen ter beschikking stellen voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 81j van de Gemeentewet). Dit omvat de totale kosten van de rekenkamer en alle overige kosten voor de uitvoering van de taken. De rekenkamer is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.

Het budget van de rekenkamer bedraagt € 1,35 per inwoner per jaar.

 

Artikel 7

In dit artikel is de vergoeding die externe leden voor hun werkzaamheden ontvangen, vastgelegd.

 

Artikel 8

De rekenkamer dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De rekenkamer kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid van uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaalde gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamer niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

 

Artikel 9

Om te waarborgen dat de rekenkamer bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De rapporten van de rekenkamer zijn in beginsel openbaar, maar op grond van de belangen genoemd in artikel 5.1 van de Wet open overheid kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt. Uit een oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamer een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen. Eventueel zouden zaken die in dit artikel zijn opgenomen ook in een reglement van orde kunnen worden geregeld.

 

Artikel 10

Dit artikel behoeft geen toelichting.

 

Naar boven