Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Eijsden-Margraten 2024.

de raad van de gemeente Eijsden-Margraten;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 oktober 2023;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15:33 van de Wet milieubeheer;

 

gezien het advies van de dialoog vergadering van 30 oktober 2023;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN EIJSDEN-MARGRATEN 2024.

 

Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen

Artikel 1 - Inleidende bepalingen

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 - Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ‘gebruik maken’ in hoofdstuk 2 Afvalstoffenheffing: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet Milieubeheer;

  • b.

    kalenderdag: dag volgens de kalender van 0 tot 24 uur;

  • c.

    huishoudelijk afval: afvalstoffen, afkomstig van particuliere huishoudens;

  • d.

    bedrijfsafval: afval, afkomstig van kantoren, winkels en diensten, gelegen in de woonkernen alsmede van agrarische bedrijven, scholen en verenigingen, dat naar aard, omvang en samenstelling gelijk is te stellen aan huishoudelijke afvalstoffen;

  • e.

    overig bedrijfsafval: afval, dat niet van een huishouden afkomstig is en zich qua aard, omvang en samenstelling van huishoudelijk afval onderscheidt;

  • f.

    grof huishoudelijk afval: afvalstoffen, afkomstig van particuliere huishoudens die door aard, omvang of hoeveelheid niet door de inzameldienst, als genoemd in hoofdstuk 5 en 6 van de tarieventabel, periodiek worden ingezameld;

Hoofdstuk 2 - Afvalstoffenheffing

Artikel 3 - Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 - Voorwerp van de belasting

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2.

    Als perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren.

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 5 - Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, gebruik maakt van een perceel.

Artikel 6 - Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel met inachtneming van de overige leden van dit artikel.

  • 2.

    Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid naar beneden afgerond op hele en halve eenheden.

  • 3.

    Het gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per perceel wordt aangemerkt als maatstaf van de heffing, genoemd in hoofdstuk 1, artikel 1.2.1 en 1.2.2 van de tarieventabel.

  • 4.

    Het gewicht van de wekelijks ingezamelde afvalstoffen per inzamelbeurt per perceel wordt vastgesteld op het verschil van het gewicht van de betreffende container vóór lediging en het gewicht na lediging.

  • 5.

    Voor de berekening van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, artikel 1.2 van de tarieventabel wordt uitgegaan van de gewichten die zijn vastgesteld met behulp van de weegapparatuur op de wegende inzamelauto.

  • 6.

    Indien tijdens enige inzamelbeurt door een calamiteit of door een technische storing van de wegende inzamelauto, of van de op de inzamelauto geplaatste containerweeg- of containerherkenning- of containerregistratie-apparatuur of van de middelen waarmee de gegevens van de geledigde container worden opgeslagen, van een aangeboden container geen automatische weging of herkenning of registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt voor de inzameling van de afvalstoffen per perceel voor alle betrokken percelen voor de betreffende inzamelbeurt een forfaitair gewicht per perceel vastgesteld overeenkomstig het gestelde in lid 7 en lid 8.

  • 7.

    Het forfaitair gewicht per perceel als bedoeld in lid 6 wordt bepaald op het totaal over het voorafgaande belastingtijdvak bij het betreffende perceel vastgestelde gewicht van de overeenkomstige afvalstoffen gedeeld door het totaal aantal inzamelbeurten van de overeenkomstige afvalstoffen gedurende het voorafgaande belastingtijdvak.

  • 8.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt of indien om andere redenen geen forfaitair gewicht als bedoeld in lid 6 kan worden vastgesteld, wordt het forfaitair gewicht bepaald op 8 kilogram, voor het groente-, fruit- en tuinafval, dan wel 12 kilogram voor de overige afvalstoffen welke eens per twee weken worden ingezameld.

Artikel 7 – Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 - Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in de hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting bedoeld in de hoofdstukken 2 , 3 en 5 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 9 – Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting als bedoeld in Hoofdstuk 1 onderdeel 1.1.sub a en b van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting als bedoeld in het eerste lid verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de in het eerste lid bedoelde belasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en derde lid is niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5.

    De belasting bedoeld in de hoofdstuk 1, onderdelen 1.2.1 en 1.2.2 en in de hoofdstukken 2, 3 en 5 is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

  • 6.

    Belastingbedragen, zoals bedoeld in de hoofdstukken 1 tot en met 3 van de tarieventabel, van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

  • 7.

    Voor de toepassing van het vorige lid worden de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 10 - Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten aanslagen bedoeld in de hoofdstukken 1 en 2 van de tarieventabel worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan niet hoger is dan € 20.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt.

  • 3.

    De belasting moet worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 8, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 4.

    Betaling van de termijnen zoals bedoeld in de leden 1 en 2 is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk 3 - Reinigingsrechten

Artikel 11 - Belastbaar feit

Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 12 - Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 13 – Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel met inachtneming van de overige leden van dit artikel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid naar beneden afgerond op hele of halve eenheden.

  • 3.

    Het gewicht van de periodiek ingezamelde afvalstoffen per bedrijfspand wordt aangemerkt als maatstaf van de heffing genoemd in hoofdstuk 4 onderdeel 4.2.1 en 4.2.2 van de tarieventabel.

  • 4.

    Het gewicht van de wekelijks ingezamelde afvalstoffen per inzamelbeurt per bedrijfspand wordt vastgesteld op het verschil van het gewicht van de betreffende container vóór lediging en het gewicht na de lediging.

  • 5.

    Voor de berekening van de rechten als bedoeld in hoofdstuk 4, onderdeel 5.2 van de tarieventabel wordt uitgegaan van de gewichten die zijn vastgesteld met behulp van de weegapparatuur op de wegende inzamelauto.

  • 6.

    Indien tijdens enige inzamelbeurt door een calamiteit of door een technische storing van de wegende inzamelauto, of van de op de inzamelauto geplaatste containerweeg- of containerherkennings- of containerregistratie-apparatuur of van de middelen waarmee de gegevens van de geledigde container worden opgeslagen, van een aangeboden container geen automatische weging of herkenning of registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt voor de inzameling van de afvalstoffen per bedrijfspand voor alle betrokken bedrijfspanden voor de betreffende inzamelbeurt een forfaitair gewicht per bedrijfspand vastgesteld overeenkomstig het gestelde in lid 7 en lid 8.

  • 7.

    Het forfaitaire gewicht per bedrijfspand als bedoeld in lid 6 wordt bepaald op het totaal over het voorafgaande belastingtijdvak bij het betreffende bedrijfspand vastgestelde gewicht van de overeenkomstige afvalstoffen gedeeld door het totale aantal inzamelbeurten van de overeenkomstige afvalstoffen gedurende het voorafgaande belastingtijdvak.

  • 8.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt of indien om andere redenen geen forfaitair gewicht als bedoeld in lid 6 kan worden vastgesteld, wordt het forfaitaire gewicht bepaald op 8 kilogram, voor het groente-, fruit- en tuinafval, dan wel op 12 kilogram voor de overige afvalstoffen welke eens per twee weken worden ingezameld.

Artikel 14 - Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per belastingjaar worden geheven is het belastingtijdvak gelijk aan een kalenderjaar.

Artikel 15 - Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 4 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 16 - Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdgelang

  • 1.

    De rechten als bedoeld in hoofdstuk 4, onderdeel 4.1 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten als bedoeld in het eerste lid verschuldigd voor zoveel volle twaalfde gedeelten als er in dat jaar na de aanvang van de heffingsplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de in het eerste lid bedoelde rechten voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar weer gebruik maakt van de dienst.

  • 5.

    Belastingbedragen, van minder dan €5,00 worden niet geheven.

  • 6.

    Voor de toepassing van het vorige lid worden de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 17 - Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat en het bedrag daarvan niet hoger is dan € 20.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste tien bedraagt.

  • 3.

    Betaling van de termijnen zoals bedoeld in de leden 1 en 2 is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk 4 - Aanvullende bepalingen

Artikel 18 - Kwijtschelding

Voor de kwijtschelding wordt verwezen naar de regeling Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Eijsden-Margraten.

Artikel 19 - Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Eijsden-Margraten 2023” en de bijbehorende tarieventabel, beide vastgesteld bij raadsbesluit van 31-10-2022, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Eijsden-Margraten 2024.

Bijlage TARIEVENTABEL, BEHORENDE BIJ DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN EIJSDEN-MARGRATEN 2024

 

Indeling tarieventabel

 

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing per belastingjaar

Hoofdstuk 2 Gewaarmerkte luierafvalzak

Hoofdstuk 3 Overige tarieven afvalstoffenheffing

Hoofdstuk 4 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten per belastingjaar

Hoofdstuk 5 Tarieven gemeenschappelijke milieuparken.

 

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

 

Hoofdstuk 1 - Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing per belastingjaar

 

1.1

De belasting bedraagt per perceel, per belastingjaar, indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door:

 

2023

2024

 

a. eenpersoonshuishoudens

141,00

170,00

 

b. meerpersoonshuishoudens

188,50

226,00

1.2

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.1 lid a en b bedraagt de belasting voor:

 

 

 

1.2.1

groente-, fruit- en tuinafval welke periodiek in een (mini) rolcontainer en/of keukenemmer wordt ingezameld, per kilogram

 

 

gratis

 

gratis

1.2.2

restafval welke periodiek in een (mini) rolcontainer en/of keukenemmer wordt ingezameld, per kilogram

0,33

0,35

1.2.3

Onverminderd het bepaalde onder de artikelen 1.1, 1.2.1 en 1.2.2 bedraagt de belasting voor het ledigen van een keukenemmer met een inhoud van 40 liter per lediging

 

0,90

1,10

 

Onverminderd het bepaalde onder de artikelen 1.1, 1.2.1 en 1.2.2 bedraagt de belasting voor het ledigen (mini) rolcontainer met een inhoud van 140 liter per lediging

2,25

2,90

 

Onverminderd het bepaalde onder de artikelen 1.1, 1.2.1 en 1.2.2 bedraagt de belasting voor het ledigen (mini) rolcontainer met een inhoud van 240 liter per lediging

2,90

3,90

 

Onverminderd het bepaalde onder artikel 1.1 van dit hoofdstuk bedraagt de belasting voor percelen die gebruik maken van een ondergrondsinzamelsysteem per aanbieding

2,05

2,80

 

Hoofdstuk 2 - Gewaarmerkte luierafvalzak

 

2.1

Gewaarmerkte luierafvalzakken zijn verkrijgbaar per zak op de door het college vastgestelde verkooppunten tegen een tarief van

0,50

0,50

 

Hoofdstuk 3 - Overige tarieven afvalstoffenheffing

 

3.1

De belasting voor de inzameling op afroep van grof huishoudelijk afval als bedoeld in het “Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Eijsden-Margraten” bedraagt, € 44,00 per aangeboden eenheid, van maximaal 1m³.

 

 

 

 

43,50

 

 

44,00

 

Hoofdstuk 4 - Maatstaven en tarieven reinigingsrechten per belastingjaar

 

4.1

Het recht per bedrijfspand, per belastingjaar bedraagt voor het periodiek verwijderen van bedrijfsafval

 

 

188,50

 

226,00

4.2

Onverminderd het bepaalde in artikel 4.1 bedragen de rechten voor:

 

 

 

4.2.1

groente-, fruit- en tuinafval welke periodiek in een (mini) rolcontainer en/of keukenemmer wordt ingezameld, per kilogram

 

 

gratis

 

gratis

4.2.2

restafval welke periodiek in een (mini) rolcontainer en/of keukenemmer wordt ingezameld, per kilogram

 

 

0,33

 

0,35

4.2.3

Onverminderd het bepaalde onder de artikelen 1.1, 1.2.1 en 1.2.2 bedraagt de belasting voor het ledigen van een keukenemmer met een inhoud van 40 liter per lediging

 

 

0,90

 

 

1,10

 

 

Onverminderd het bepaalde onder de artikelen 1.1, 1.2.1 en 1.2.2 bedraagt de belasting voor het ledigen (mini) rolcontainer met een inhoud van 140 liter per lediging

2,25

2,90

 

Onverminderd het bepaalde onder de artikelen 1.1, 1.2.1 en 1.2.2 bedraagt de belasting voor het ledigen (mini) rolcontainer met een inhoud van 240 liter per lediging

2,90

3,90

 

Hoofdstuk 5 - Tarieven gemeenschappelijke milieuparken.

 

5.1

Onverminderd het bepaalde in de hoofdstukken 1 tot en met 3 bedraagt de belasting voor het achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats:

 

 

 

 

5.2

Gratis

 

 

 

 

5.2.1

Afgewerkte (motor-)olie

Maximaal 20 liter

 

gratis

gratis

5.2.2

Asbest en asbestgelijkend materiaal dat voldoet aan inpakspecificaties (zie website Rd4)

maximaal 35 m2

 

gratis

gratis

5.2.3

Autobanden (max. 20 inch, 4 stuks) zonder velg

Max. 20 inch, max. 4 stuks

 

gratis

gratis

5.2.4

Best-tas

onbeperkt

 

gratis

gratis

5.2.5

Elektronische apparatuur (ook defecte)

onbeperkt

 

gratis

gratis

5.2.6

Frituurvet en -olie

onbeperkt

 

gratis

gratis

5.2.7

Gasflessen (voor huishoudelijk gebruik) lekvrij en onbeschadigd

onbeperkt

 

gratis

gratis

5.2.8

Gips (geen cel- of gasbeton)

onbeperkt

 

gratis

gratis

5.2.9

Harde kunststoffen

onbeperkt

 

gratis

gratis

5.2.10

Kerstbomen

onbeperkt

 

gratis

gratis

5.2.11

Klein Chemisch Afval (accu’s, batterijen, etc.)

onbeperkt

 

gratis

gratis

5.2.12

Kringloopspullen (schoon - heel - compleet)

onbeperkt

 

gratis

gratis

5.2.13

Metaal

onbeperkt

 

gratis

gratis

5.2.14

Motorbanden zonder velg

onbeperkt

 

gratis

gratis

5.2.15

Papier en karton

onbeperkt

 

gratis

gratis

5.2.16

Piepschuim (Polystyreen, alleen witte verpakkingspiepschuim. Gekleurde, vervuilde en grijze piepschuim hoort bij restafval. Flopak verpakkingsschuimpjes horen niet bij piepschuim)

onbeperkt

 

gratis

gratis

5.2.17

PMD (kleine plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankenkartons)

onbeperkt

 

gratis

gratis

5.2.18

Snoei- en tuinafval

onbeperkt

 

gratis

gratis

5.2.19

Textiel

onbeperkt

 

gratis

gratis

5.2.20

Verpakkingsglas wit en bont

onbeperkt

 

gratis

gratis

5.2.21

Vlakglas (schoon, geen gewapend glas, geen autoruiten)

onbeperkt

 

gratis

gratis

 

 

 

 

 

 

5.3.1

Tegen betaling

 

 

 

 

5.3.2

Grof huishoudelijk afval/grote huisraad

Per m3

34,00

30,00

5.3.3

Huishoudelijk restafvalzak zak 50 liter

Per m3

1,70

1,70

5.3.4

Huishoudelijk GFT afval zak 50 liter

Per m3

1,70

1,70

5.3.5

Dakleer, (max. 0,25m3)

Per m3

34,00

30,00

5.3.6

Schoon puin, mag maximaal 10% vervuiling bevatten

Per m3

8,00

8,00

5.3.7

Vervuild puin

Per m3

90,00

90,00

5.3.8

Bouwafval (ongesorteerd)

Per m3

90,00

90,00

5.3.9

Schone grond

Per m3

17,00

17,00

5.3.10

Vervuilde grond

Per m3

90,00

90,00

5.3.11

Houtafval A/B (eerste 2 keer gratis)

Per m3

15,00

gratis

5.3.12

Houtafval C Geïmpregneerd hout

Per m3

34,00

15,00

5.3.13

Auto- en motorbanden max 20 inch met velg, (max 4 stuks)

Per stuk

1,60

1,60

5.3.14

Auto- en motorbanden met of zonder velg, vanaf 20 inch (max 4 stuks)

Per stuk

3,50

3,50

5.3.15

Vrachtwagenband met of zonder velg (max 2 stuks)

Per stuk

15,00

15,00

6.3.16

Tractorband met of zonder velg (max 2 stuks)

Per stuk

22,00

22,00

6.3.17

Matrassen (matrassen schoon en droog aanbieden)

eenpersoons

4,25

gratis

 

 

tweepersoons

8,50

gratis

 

Geen bedrijfsafval

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

* Onder de noemer grof tuinafval wordt ook verstaan alle groenafval afkomstig uit tuinen zoals gras, bladeren, onkruid en loof.

 

 

 

 

 

 

Naar boven