Vaststellingsbesluit wijzigingen Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Noordenveld 2021 in verband met de Omgevingswet

 

 

De Raad van de gemeente Noordenveld,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2023,

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, 2.21, eerste lid, onder a en b, en 3.148, tweede lid onder a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 8.2.2 van het invoeringsbesluit Omgevingswet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994,

B E S L U I T

I De Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Noordenveld 2021 als volgt te wijzigen:

 

A.

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

- beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

2. De definities van ‘bevoegd gezag’, ‘bouwwerk’ en ‘gebouw’ komen te luiden:

- bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

- bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

- gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving

 

B.

Artikel 1:2, derde lid, komt te luiden:

3. Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

C

Aan artikel 1:4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

3. Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

D

Voor de bestaande tekst van artikel 1:5 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

E

Voor de bestaande tekst van artikel 1:6 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

F

Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

Het tweede lid vervalt en de leden 3 tot en met 9 worden vernummerd tot 2 tot en met 8.

In het derde lid (nieuw) wordt ‘krachtens het vijfde lid’ vervangen door ‘krachtens het vierde lid’.

In het vierde lid (nieuw) wordt ‘bedoeld in het vierde lid’ vervangen door ‘bedoeld in het derde lid’.

 

Het vijfde lid (nieuw) komt te luiden:

5. Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening.

 

Het achtste lid (nieuw) komt te luiden:

7. Op de aanvraag om een vergunning, niet zijnde een omgevingsvergunning, is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

 

G

Artikel 2:11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede en vijfde lid vervallen en de leden 3 en 4 worden vernummerd tot 2 en 3.

2. Het derde lid (nieuw) komt te luiden:

3. Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

 

H

Artikel 2:12, derde lid komt te luiden:

3. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening.

 

Artikel 2:12, vierde lid komt te luiden:

4. Het verbod is niet van toepassing op het gebied dat valt onder het omgevingsplan voor zover dit nader wordt aangeduid in het Chw bestemmingsplan Oosterveld Fase 2 en 3.

 

I

Artikel 2:28, tweede lid, komt te luiden:

2. De burgemeester weigert de vergunning als de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met het omgevingsplan.

 

J

Artikel 2:39, derde lid, onder b, komt te luiden:

b. de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met het omgevingsplan.

 

K

Artikel 3:7, eerste lid, onder j, komt te luiden:

j. de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf strijd zal opleveren met het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan.

 

L

Artikel 3:9, eerste lid, onder g, komt te luiden:

g. de uitoefening van het seksbedrijf strijd oplevert met het omgevingsplan.

 

M

Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

 

- Activiteitenbesluit milieubeheer: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

 

2. De definitie van ‘inrichting’ komt te luiden:

- inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:3 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

 

N

Artikel 4:6, derde lid, komt te luiden:

3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening.

 

O

Artikel 4:10 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 4:10, onder i, de definitie van bevoegd gezag komt te luiden:

- bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

 

Het tweede lid, onder f, komt te luiden:

f. voor een houtopstand waarop het Besluit activiteiten leefomgeving van toepassing is;

 

Het vierde lid komt te luiden:

4. Het verbod is niet van toepassing op het gebied dat valt onder het omgevingsplan voor zover dit nader wordt aangeduid in het Chw bestemmingsplan Oosterveld Fase 2 en 3.

 

P

Artikel 4:17 komt te luiden:

Artikel 4:17 Definitie

In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

 

Q

Artikel 4:18, eerste lid, komt te luiden:

1. Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

 

R

Artikel 5:5, tweede lid, komt te luiden:

2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.

 

S

Artikel 5:6, derde lid, komt te luiden:

3. Het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening.

 

T

Artikel 5:18, tweede lid, komt te luiden:

2. Het college weigert de vergunning wegens strijd met het omgevingsplan.

 

U

Artikel 5:23, eerste lid, onder a, komt te luiden:

a. wegens strijd met het omgevingsplan;

 

V

Artikel 5:25, derde lid, komt te luiden:

3. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, de Wet milieubeheer of het Binnenvaartpolitiereglement.

 

W

Artikel 5:33, vierde lid, onder b, komt te luiden:

b. binnen de bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel.

 

X

Artikel 5:34 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

 

2. Het vijfde lid komt te luiden:

5. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder

1˚ of 3˚, van het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

 

II Te bepalen dat de wijzigingen in werking treden op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt;

III Te bepalen dat in afwijking van het bepaalde onder II de wijzigingen in artikel 4:1 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Noordenveld 2021 in werking treden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

 

Roden, 20 december 2023

De Raad van de gemeente Noordenveld,

H. Huttinga, griffier, K. Smid, voorzitter,

Naar boven