Artikel
|
Omschrijving
|
Vast tarief
|
Variabel tarief
|
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen
|
Artikel 2.1 Definities
|
|
|
|
|
|
1.
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
2.
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
3.
|
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
|
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
|
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij binnenplanse afwijkingsbevoegdheid: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
|
|
|
|
Kruimelgevallenregeling: de regeling behorend bij het raadsbesluit over delegatie- en adviesrecht.
|
|
|
|
principeverzoek: een verzoek van een initiatiefnemer aan het college om, alvorens een formele aanvraag wordt ingediend, een beoordeling of indicatie te geven waaruit blijkt of medewerking kan worden verleend aan het voorgenomen project over één of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving danwel over één of meer milieubelastende activiteiten.
|
|
|
|
Intaketafel: een intern overleg dat bestaat uit een multidisciplinair team met adviseurs waarbij een initiatief wordt beoordeeld op wenselijkheid.
|
|
|
|
Omgevingstafel: een overleg dat bestaat uit een multidisciplinair team met adviseurs, waar mogelijk en nodig aangevuld met belanghebbenden, initiatiefnemer of andere externe partijen, waarbij een initiatief wordt beoordeeld op haalbaarheid.
|
|
|
|
kleine buitenplanse afwijking: een afwijking van het omgevingsplan die voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in het gemeentelijk afwijkingenbeleid
|
|
|
|
grote buitenplanse afwijking: een buitenplanse afwijking die geen kleine buitenplanse afwijking is
|
|
|
4.
|
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.
|
|
|
5.
|
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de normbouwkosten voor de bouwactiviteit, als daarin is voorzien in bijlage I “kengetallenlijst toetsing bouwkosten gemeente Woerden” en de bij de aanvraag opgegeven bouwkosten meer dan 10% afwijken van deze normbouwkosten.
|
|
|
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
|
a.
|
principeverzoek;
|
|
|
b.
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
|
c.
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
|
d.
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
|
e.
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
|
f.
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
|
g.
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
|
h.
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
|
Artikel 2.3 Bepalen tarief
|
|
|
|
|
|
1.
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
|
2.
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
|
3.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
|
4.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
|
5.
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
|
6.
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
Paragraaf 2.2 Voorfase
|
Artikel 2.4 Principeverzoek
|
|
|
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag betrekking heeft op een principeverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief voor:
|
|
|
a.
|
een overleg aan de intaketafel:
|
€ 607,90
|
|
b.
|
een overleg op de eenvoudige omgevingstafel:
|
€ 1.500,00
|
|
c.
|
een eerste overleg op de complexe omgevingstafel:
|
€ 3.500,00
|
|
d.
|
elk volgend overleg op de complexe omgevingstafel:
|
€ 1.500,00
|
|
2.
|
per beoordeling door de commissie ruimtelijke kwaliteit en erfgoed wordt het tarief verhoogd met het bedrag genoemd in artikel 2.47 sub b.
|
|
|
3.
|
per beoordeling door de agrarische beoordelingscommissie wordt het tarief verhoogd met het bedrag genoemd in artikel 2.47 sub d.
|
|
|
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
|
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
indien de bouwkosten minder dan € 50.000,00 bedragen, dan is verschuldigd een sommatie van een basistarief van:
|
€ 270,00
|
|
|
en een percentage over de volledige bouwsom van:
|
|
1,500%
|
b.
|
indien de bouwkosten € 50.000,00 tot € 250.000,00 bedragen dan is verschuldigd de sommatie van een basistarief van:
|
€ 594,00
|
|
|
en een percentage over de vastgestelde bouwsom van:
|
|
1,100%
|
c.
|
indien de bouwkosten € 250.000,00 tot € 500.000,00 bedragen dan is verschuldigd de sommatie van een basistarief van:
|
€ 1.350,00
|
|
|
en een percentage over de vastgestelde bouwsom van:
|
|
0,850%
|
d.
|
indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedragen, dan is verschuldigd de sommatie van een basistarief van:
|
€ 2.430,00
|
|
|
en een percentage over de vastgestelde bouwsom van:
|
|
0,650%
|
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)
|
|
|
|
|
|
a.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
1.
|
indien de bouwkosten minder dan € 50.000,00 bedragen, dan is verschuldigd de sommatie van een basistarief van:
|
€ 162,00
|
|
|
en een percentage over de volledige bouwsom van:
|
|
2,500%
|
2.
|
indien de bouwkosten € 50.000,00 tot € 250.000,00 bedragen dan is verschuldigd de sommatie van een basistarief van:
|
€ 324,00
|
|
|
en een percentage over de vastgestelde bouwsom van:
|
|
2,200%
|
3.
|
indien de bouwkosten € 250.000,00 tot € 500.000,00 bedragen is verschuldigd de sommatie van een basistarief van:
|
€ 1.188,00
|
|
|
en een percentage over de vastgestelde bouwsom van:
|
|
1,900%
|
4.
|
indien de bouwkosten meer dan € 500.000,00 bedragen, dan is verschuldigd de sommatie van een basistarief van:
|
€ 2.430,00
|
|
|
en een percentage over de vastgestelde bouwsom van:
|
|
1,700%
|
b.
|
Als moet worden beoordeeld of de activiteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van binnenplanse beoordelingsregels (binnenplanse afwijkingsbevoegdheid) in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet, wordt het bedrag onder a verhoogd met:
|
€ 417,55
|
|
c.
|
Als er sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit wordt het bedrag onder a vermeerderd met:
|
|
|
1.
|
Indien er sprake is van een kleine buitenplanse afwijking:
|
€ 417,55
|
|
2.
|
Indien er sprake is van een grote buitenplanse afwijking:
|
€ 5.542,15
|
|
d.
|
De tarieven uit artikel 2.4 zijn tevens van toepassing op een aanvraag zoals genoemd in artikel 2.6 (omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijk deel)) indien de aanvraag wordt behandeld op een omgevingstafel.
|
|
|
Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 337,30
|
|
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
|
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 742,05
|
|
2.
|
Het tarief genoemd onder 2.8.1 wordt vermeerderd met de kosten voor het verkrijgen van een advies van de commissie Ruimtelijke Kwaliteit en Erfgoed, zijnde per advies:
|
€ 72,35
|
|
Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit
|
|
|
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 742,05
|
|
2.
|
Het tarief genoemd onder 2.9.1 wordt vermeerderd met de kosten voor het verkrijgen van een advies van de commissie Ruimtelijke Kwaliteit en Erfgoed, zijnde per advies:
|
€ 72,35
|
|
Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 337,30
|
|
2.
|
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.
|
|
|
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 337,30
|
|
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten
|
Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten
|
Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten
|
Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 275,30
|
|
Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 275,30
|
|
Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande niet gereserveerde artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 275,30
|
|
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten
|
Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2 van de Algemene Bomenverordening Woerden in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 268,40
|
|
Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: voorwerpen op of aan een openbare plaats
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen
|
|
|
(fv) Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 205,20
|
|
Artikel 2.32 Andere activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:
|
|
|
1.
|
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 169,80
|
|
2.
|
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
3.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit waarbij moet worden beoordeeld of de activiteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van binnenplanse beoordelingsregels in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet
|
€ 517,95
|
|
4.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
|
|
|
a. Indien er sprake is van een kleine buitenplanse afwijking:
|
€ 517,95
|
|
|
b. Indien er sprake is van een grote buitenplanse afwijking:
|
€ 4.433,40
|
|
5.
|
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:
|
€ 169,80
|
|
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften
|
Artikel 2.33 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
|
a.
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of
4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift:
|
€ 320,35
|
|
b.
|
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 320,35
|
|
Artikel 2.34 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:
|
|
|
a.
|
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
€ 320,35
|
|
b.
|
twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit:
|
€ 640,65
|
|
c.
|
vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, per milieubelastende activiteit:
|
€ 961,00
|
|
2.
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 320,35
|
|
Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.33 en 2.34, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 320,35
|
|
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid
|
Artikel 2.36 Gelijkwaardige maatregel
|
|
|
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
|
a.
|
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per gelijkwaardige maatregel:
|
€ 320,35
|
|
b.
|
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per gelijkwaardige maatregel:
|
€ 320,35
|
|
c.
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per gelijkwaardige maatregel:
|
€ 320,35
|
|
d.
|
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per gelijkwaardige maatregel:
|
€ 320,35
|
|
Paragraaf 2.11 Overige tarieven
|
Artikel 2.37 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
€ 393,45
|
|
Artikel 2.38 Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 310,80
|
|
Artikel 2.39 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:
|
€ 310,80
|
|
Artikel 2.40 Intrekken omgevingsvergunning
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
Artikel 2.41 Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
Artikel 2.42 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
De in artikel 2.47 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.
|
|
|
Artikel 2.43 Wijzigen van het omgevingsplan
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:
|
€ 6.158,15
|
|
Artikel 2.44 Niet genoemd
besluit op aanvraag
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€ 169,80
|
|
Artikel 2.45 Buiten behandeling laten van een aanvraag
|
|
|
Het tarief bedraagt voor een aanvraag die, na toepassing van het bepaalde in artikel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet in behandeling wordt genomen:
|
€ 241,90
|
|
|
Indien binnen 8 weken een nieuwe omgevingsvergunning voor hetzelfde project, geheel of gedeeltelijk bestaand uit bouw-, aanleg-, of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.5, 2.6, 2.7, 2.26, 2.27 en 2.28 wordt ingediend kan, indien deze aanvraag leidt tot een omgevingsvergunning, teruggaaf van de geheven leges voor de betreffende onderdelen worden verleend.
|
|
|
Paragraaf 2.12 Modaliteiten
|
Artikel 2.46 Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
|
a.
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
€ 783,00
|
|
b.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 783,00
|
|
c.
|
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:
|
€ 783,00
|
|
Artikel 2.47 Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
|
a.
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
|
€ 831,60
|
|
b.
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
€ 302,40
|
|
c.
|
voor de beoordeling van een akoestisch onderzoek:
|
€ 831,60
|
|
d.
|
voor de beoordeling van een verzoek tot het volgen van een procedure verkrijgen hogere grenswaarde:
|
€ 1.350,00
|
|
e.
|
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:
|
€ 831,60
|
|
f.
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
€ 831,60
|
|
g.
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:
|
€ 831,60
|
|
Artikel 2.48 Advies
|
|
|
|
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
|
a.
|
voor een advies van de gemeenteraad:
|
€ 398,00
|
|
b.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Omgevingskwaliteit & Erfgoed Woerden 2023, dan worden kosten in rekening gebracht overeenkomstig de in bijlage II vermelde tarieventabel.
|
|
|
c.
|
Voor een advies van de agrarische beoordelingscommissie:
|
€ 1.215,00
|
|
d.
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Artikel 2.49 Instemming
|
|
|
|
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoefte van een bestuursorgaan:
|
€ 398,00
|
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn:
|
|
|
2.
|
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Paragraaf 2.13 Vermindering
|
Artikel 2.50 Vermindering na principeverzoek
|
|
|
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een principeverzoek als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, worden de ter zake van het principeverzoek geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning. De vermindering bedraagt:
|
|
70,000%
|
2.
|
De in het eerste lid genoemde vermindering van de leges voor het principeverzoek geldt niet voor de leges voor de beoordeling door de commissie ruimtelijke kwaliteit en erfgoed en agrarische adviescommissie en de beoordeling van onderzoeksrapporten zoals genoemd in het tweede en derde lid van artikel 2.4 en artikel 2.47.
|
|
|
Artikel 2.51 Vermindering bij meervoudige aanvraag
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
Paragraaf 2.14 Teruggaaf
|
|
Artikel 2.52 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
|
a.
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. Bij de gehele intrekking bedraagt de teruggaaf:
|
|
50,000%
|
b.
|
Indien binnen 8 weken een nieuwe omgevingsvergunning voor hetzelfde project, geheel of gedeeltelijk bestaand uit aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is kan, indien deze aanvraag leidt tot een omgevingsvergunning, teruggaaf van de geheven leges voor de betreffende onderdelen worden verleend.
|
|
|
Artikel 2.53 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
|
|
|
a.
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. Bij de gehele intrekking bedraagt de teruggaaf:
|
|
35,000%
|
b.
|
Indien binnen 8 weken een nieuwe omgevingsvergunning voor hetzelfde project, geheel of gedeeltelijk bestaand uit aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is kan, indien deze aanvraag leidt tot een omgevingsvergunning, teruggaaf van de geheven leges voor de betreffende onderdelen worden verleend.
|
|
|
Artikel 2.54 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
|
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw-, aanleg-, sloop- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
35,000%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
|
b.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak
|
|
|
c.
|
Indien binnen 8 weken een nieuwe omgevingsvergunning voor hetzelfde project, geheel of gedeeltelijk bestaand uit bouw-, aanleg-, sloop- of milieuactiviteiten, wordt ingediend vindt, indien deze aanvraag leidt tot een omgevingsvergunning, teruggaaf van de geheven leges voor de betreffende onderdelen plaats.
|
|
|
Artikel 2.55 Teruggaaf als gevolg van weigering of intrekking aanvraag voor standplaatsvergunning
|
|
|
|
|
|
a.
|
Als een aanvraag om een standplaatsvergunning, als bedoeld in artikel 2:31, niet leidt tot vergunningverlening, bestaat aanspraak op teruggaaf van de op grond van artikel 2:31 verschuldigde leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
40,000%
|
b.
|
Als een aanvraag om een vaste standplaatsvergunning wordt ingetrokken, als bedoeld in artikel 2:31, bestaat aanspraak op teruggaaf van de op grond van artikel 2:31 verschuldigde leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
50,000%
|
Artikel 2.56 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.
|
|
|
Artikel 2.57 Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Een bedrag minder dan € 45,00 wordt niet teruggegeven.
|
|
|