Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Parkeerverordening 2013 in verband met het wijzigen van het aantal te verlenen stadsbrede autodeelvergunningen per organisatie, het wijzigen van de GA-parkeervergunning voor bewoners en andere tekstuele wijzigingen (Dertiende wijzigingsverordening van de Parkeerverordening 2013)

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2023,

gelet op artikelen 149 en 225 van de gemeentewet,

 

besluit:

Artikel I  

De Parkeerverordening 2013 als volgt te wijzigen:

 

  • a.

    In artikel 14, tweede lid, onder b, (volkstuinvergunning) wordt het woord ‘der’ in ‘per’ vervangen;

     

  • b.

    In artikel 19, eerste lid, (de autodeelvergunning) worden na het woord ‘autodeelvergunning’ de woorden ‘voor een vergunninggebied’ toegevoegd;

     

  • c.

    Artikel 20, derde lid, wordt gewijzigd en komt te luiden:

     

    • 3.

      Het college verleent per autodeelorganisatie minimaal 50 en maximaal 600 stadsbrede autodeelvergunningen.

  • d.

    Artikel 22 wordt gewijzigd en komt te luiden:

     

    Artikel 22 De GA-parkeervergunning voor bewoners

    • 1.

      Het college kan een bewoner maximaal één GA-parkeervergunning voor bewoners voor één motorvoertuig verlenen indien:

      • a.

        aan de bewoner een Europese gehandicaptenparkeerkaart met kaarttype Bestuurder (B),Passagier (P) of Passagier/Bestuurder (P/B) is afgegeven, en

      • b.

        de bewoner of een andere bewoner van hetzelfde adres, houder is van het motorvoertuig waarvoor de vergunning wordt verleend.

    • 2.

      Het college kan maximaal één GA-parkeervergunning voor bewoners voor één motorvoertuig verlenen aan een wettelijk vertegenwoordiger van een minderjarige of handelingsonbekwame bewoner, indien:

      • a.

        aan de minderjarige of de handelingsonbekwame bewoner een Europese gehandicaptenparkeerkaart met kaarttype Passagier (P) of Passagier/Bestuurder (P/B) is afgegeven, en

      • b.

        de wettelijk vertegenwoordiger en de minderjarige of de handelingsonbekwame bewoner op hetzelfde adres zijn ingeschreven, en

      • c.

        de wettelijk vertegenwoordiger of een huisgenoot houder is van het voertuig waarvoor de vergunning wordt verleend.

    • 3.

      Het college kan aan een bewoner maximaal één GA-parkeervergunning voor bewoners met wisselend kenteken verlenen voor maximaal drie motorvoertuigen, indien:

      • a.

        aan de bewoner een Europese gehandicaptenparkeerkaart met kaarttype Passagier (P) of Passagier/Bestuurder (P/B) is afgegeven, en

      • b.

        de houders van motorvoertuigen waarvoor de vergunning wordt verleend niet zijn ingeschreven op het adres van de bewoner aan wie de vergunning wordt verleend.

    • 4.

      Het college kan maximaal één GA-parkeervergunning voor bewoners met wisselend kenteken verlenen voor maximaal drie motorvoertuigen aan een wettelijk vertegenwoordiger van een minderjarige of anderszins handelingsonbekwame persoon, indien:

      • a.

        aan de minderjarige of de anderszins handelingsonbekwame persoon een Europese gehandicaptenparkeerkaart met kaarttype Passagier (P) of Passagier/Bestuurder (P/B) is afgegeven, en

      • b.

        de wettelijk vertegenwoordiger en de minderjarige of de handelingsonbekwame bewoner op hetzelfde adres zijn ingeschreven, en

      • c.

        de houders van de motorvoertuigen waarvoor de vergunning wordt verleend niet zijn ingeschreven op het adres van de wettelijke vertegenwoordiger aan wie de vergunning wordt verleend.

    • 5.

      Het college verleent maximaal één GA-parkeervergunning voor bewoners per persoon aan wie een Europese gehandicaptenparkeerkaart is afgegeven.

       

    • 6.

      Een GA-parkeervergunning mag uitsluitend worden gebruikt voor het parkeren bij het vervoer van de gehandicapte en voor het parkeren bij de woning van de gehandicapte.

       

    • 7.

      De vergunning genoemd in het derde en vierde lid kan slechts voor één kenteken tegelijkertijd worden gebruikt.

  • e.

    In artikel 22B (De GA-parkeervergunning voor bezoekers) wordt het eerste lid, onderdeel b, gewijzigd en komt als volgt te luiden:

     

    • b.

      de persoon, of een andere ingeschrevene op hetzelfde adres, houder is van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend.

  • f.

    In artikel 23 (de kraskaartvergunning) komt het zesde lid, onder vernummering van het zevende lid naar het zesde lid, te vervallen

     

  • g.

    In artikel 24 (de bezoekersvergunning) wordt een nieuw zesde lid toegevoegd en dat komt als volgt te luiden:

     

    • 6.

      Indien aan een bewoner van het adres een kraskaartvergunning is verleend, wordt op het adres geen bezoekersvergunning verleend.

  • h.

    In artikel 26, eerste lid, onder a, (soorten tijdgebonden parkeerrechten) worden de woorden ‘avond-, nacht-, week- of maandparkeerrechten’ vervangen door de woorden ‘avond- of nachtparkeerrechten’;

     

  • i.

    In artikel 29 (geldigheidsduur tijdgebonden parkeerrechten) wordt het vierde lid gewijzigd en komt te luiden:

     

    • 4.

      Een nachtparkeerrecht is geldig voor een deel van de nacht gedurende de geregistreerde data en bloktijden.

  • j.

    In artikel 29 (geldigheidsduur tijdgebonden parkeerrechten) komen het vijfde en zesde lid te vervallen;

     

  • k.

    In artikel 30, eerste lid, (plaats van geldigheid van tijdgebonden parkeerrechten) worden de woorden ‘minuten-, dag, dagdeel-, avond-, nacht-, week- of maandparkeerrecht’ vervangen door de woorden ‘minuten-, dag-, dagdeel-, avond- of nachtparkeerrecht’.

Artikel II  

De artikelsgewijze toelichting op de Parkeerverordening 2013 als volgt te wijzigen:

 

  • a.

    In de tweede alinea van hoofdstuk 2 worden de woorden ‘avond-, nacht-, week- of maandparkeerrechten’ vervangen door de woorden ‘avond- of nachtparkeerrechten’;

     

  • b.

    Artikel 3 komt te vervallen;

     

  • c.

    In artikel 4 worden de woorden ‘avond-, nacht-, week- of maandparkeerrechten’ vervangen door de woorden ‘avond- of nachtparkeerrechten’;

     

  • d.

    In artikel 23 komt het zesde lid te vervallen;

     

  • e.

    In artikel 24 worden de woorden ‘een volgende maand’ vervangen door ‘het volgende kwartaal’;

     

  • f.

    In artikel 26 worden de woorden ‘avond-, nacht-, week- of maandparkeerrechten’ vervangen door de woorden ‘avond- of nachtparkeerrechten’.

Artikel III  

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Artikel IV  

Deze verordening wordt aangehaald als: Dertiende wijzigingsverordening van de Parkeerverordening 2013.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 20 december 2023.

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Toelichting  

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 19

De in dit artikel bedoelde autodeelvergunning is een autodeelvergunning die voor een vergunninggebied wordt verleend.

 

Artikel 20, derde lid

In de Nota Deelvervoer 2023 is het vergunningenplafond voor stadsbrede autodeelvergunningen van 2.500 naar 3.000 stuks verhoogd. Ook is opgenomen dat een deelorganisatie minimaal 50 deelauto’s moet aanbieden in Amsterdam om in aanmerking te kunnen komen voor een stadsbrede autodeelvergunning. De stadsbrede autodeelvergunning is een bijzondere vergunning voor een stadsbrede dienst die alleen wordt verstrekt aan aanbieders die een serieuze zichtbare bijdrage leveren in de aanwezigheid van deelauto’s in de stad. Om de uitbreiding van het servicegebied voor de aanbieders haalbaar te maken, is ook het maximaal aantal vergunningen per organisatie van 500 naar 600 stuks verhoogd.

 

Artikel 22, vierde lid

In dit artikel was niet opgenomen dat maximaal één GA-parkeervergunning voor bewoners met wisselend kenteken voor maximaal drie motorvoertuigen aan de wettelijk vertegenwoordiger van een minderjarige of anderszins handelingsonbekwame persoon verleend kan worden. Deze regeling wordt gelijkgetrokken met de GA-parkeervergunning voor bezoekers. De GA-parkeervergunning voor bewoners kan zowel op vast kenteken als op wisselend kenteken worden verleend aan de wettelijk vertegenwoordiger van een minderjarige of anderszins handelingsonbekwame persoon.

 

Artikel 29, vijfde en zesde lid

De week- en maandkaarten zijn per 3 juli 2023 afgeschaft.

 

Naar boven