Verordening op de heffing en de invordering van haven-, kade- en opslaggeld 2024

De raad van de gemeente Heerenveen;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2023 met registratienummer; Z.23.41.3383

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

besluit

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van haven-, kade- en opslaggeld 2024

 

(Verordening haven-, kade- en opslaggeld 2024)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en bijbehorende tarieventabel wordt verstaan onder:

  • a.

    vaartuig: ieder voorwerp bestemd of geschikt voor het vervoer te water van personen of goederen, zoals schepen, boten, schuiten, drijvende kranen, bokken, baggermolens en zandzuigers;

  • b.

    kade: alle aanlegplaatsen bestemd of geschikt voor het aanmeren van vaartuigen, indien en voor zover deze in eigendom toebehoren aan en in beheer en onderhoud zijn bij de gemeente Heerenveen.

  • c.

    laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de waterverplaatsing van het schip bij de grootst toegelaten diepgang en het ledige schip volgens een geldige meetbrief.

  • d.

    ton: een massa van 1.000 kilo.

Artikel 2 Belastbaar feit

Er worden rechten geheven onder de naam:

  • 1.

    havengeld: voor het innemen van een ligplaats met een vaartuig in de gemeentelijke industriehaven (insteekhaven) deel uitmakend van het Industrieterrein-Kanaal.

  • 2.

    kadegeld: voor het met enig vaartuig, uitsluitend of in hoofdzaak bestemd voor vervoer van personen, gebruik maken van gemeentelijke kaden, oevers, aanlegsteigers of meerpalen.

  • 3.

    opslaggeld: voor het opslaan of hebben van goederen of voorwerpen op gemeentelijke kaden.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Het havengeld wordt geheven van degene die met een vaartuig in de haven ligplaats inneemt, dan wel van degene op wiens last dit gebeurt.

  • 2.

    Het kadegeld wordt geheven van degene die met een vaartuig van de gemeentelijke kaden, oevers, aanlegsteigers of meerpalen gebruik maakt.

  • 3.

    Het opslaggeld wordt geheven van degene die een kade of een gedeelte daarvan als opslagplaats gebruikt of van degene op wiens last een kade of een gedeelte daarvan als opslagplaats in gebruik is genomen.

Artikel 4 Vrijstellingen

Geen havengeld wordt geheven voor:

  • 1.

    vaartuigen, rechtstreeks in gebruik voor de gemeentedienst;

  • 2.

    kleine boten, behorende bij een (ander) vaartuig.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1.

    Het havengeld wordt geheven naar:

    • a.

      voor vaartuigen bestemd of geschikt voor vervoer van goederen: het laadvermogen van het vaartuig, uitgedrukt in tonnen;

    • b.

      voor vaartuigen niet bestemd of geschikt voor vervoer van goederen, zoals sleepboten, (drijvende) kranen, bokken, baggermolens en zandzuigers: het aantal vierkante meters oppervlakte van het vaartuig, berekend naar het product van de grootste lengte en de grootste breedte van het vaartuig.

  • 2.

    Het kadegeld wordt geheven naar een bedrag per overnachting per vaartuig.

  • 3.

    Het opslaggeld wordt geheven naar het aantal vierkante meters in beslag genomen grond.

Artikel 6 Tarieven

  • 1.

    Het haven-, kade- en opslaggeld wordt geheven met inachtneming van de hiervoor in artikel 5 omschreven maatstaven en naar de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

  • 2.

    De tarieven zijn inclusief de wettelijk verschuldigde omzetbelasting.

  • 3.

    Voor zover het haven-, kade- en opslaggeld wordt berekend per eenheid van tijd, hoeveelheid, inhoud of gewicht, worden gedeelten daarvan voor een geheel gerekend.

  • 4.

    Als een vaartuig in de loop van een in de tarieventabel bedoelde termijn uit de haven vertrekt en daar in de loop van die termijn terugkeert, begint voor de berekening van het havengeld bij terugkeer een nieuwe termijn en neemt het gebruik van de haven opnieuw een aanvang.

Artikel 7 Tijdstip van ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    Het havengeld is verschuldigd op het tijdstip waarop de ligplaats is ingenomen.

  • 2.

    Het kadegeld is verschuldigd op het tijdstip waarop de ligplaats is ingenomen.

  • 3.

    Het opslaggeld is verschuldigd zodra het gebruik een aanvang neemt.

Artikel 8 Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1.

    Het havengeld wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving en moet worden voldaan op het moment van uitreiken van de kennisgeving. In afwijking hiervan moet het havengeld worden voldaan binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving als een abonnement is genomen.

  • 2.

    Het kadegeld moet direct contant worden afgerekend.

  • 3.

    Het opslaggeld wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving en moet worden voldaan binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van haven- en opslaggeld.

Artikel 10 Overgangsrecht

Met ingang van de in artikel 11 genoemde datum van ingang van heffing, wordt de in de raadsvergadering van 19 december 2022 vastgestelde Verordening haven-, kade- en opslaggeld 2023 en bijbehorende tarieventabel ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening haven-, kade- en opslaggeld 2024.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2023.

De griffier,

mevrouw L. Roest - Jonkers

De voorzitter,

mevrouw A. Fokkens - Kelder

Bijlage Tarieventabel behorende bij de verordening haven-, kade- en opslaggeld jaar 2024

 

I

Havengeld

A

het havengeld bedraagt voor vaartuigen bestemd voor vervoer van goederen

laadvermogen in tonnen vermenigvuldigd met

goederen

1.

Bij een verblijf van ten hoogste 14 achtereenvolgende dagen

€ 0,17

met een minimum van

€ 7,21

2.

bij een langer verblijf van 14 dagen, voor elk aansluitend tijdvak van ten hoogste 14 dagen,

€ 0,26

met een minimum van

€ 14,32

3.

Bij een abonnement voor 3 achtereenvolgende maanden, bij een verblijf van ten hoogste 14 achtereenvolgende dagen, per keer, per ton

€ 1,14

met een minimum van

€ 57,65

4.

Bij een abonnement voor 6 achtereenvolgende maanden, bij een verblijf van ten hoogste 14 achtereenvolgende dagen, per keer, per ton

€ 1,71

met een minimum van

€ 85,80

5.

Bij een abonnement voor een jaar, bij een verblijf van ten hoogste 14 achtereenvolgende dagen, per keer , per ton

€ 2,91

met een minimum van

€ 144,84

B

het havengeld bedraagt voor vaartuigen niet bestemd voor vervoer van goederen

oppervlakte in m2

goederen

vermenigvuldigd met

1.

Bij een verblijf van ten hoogste 14 achtereenvolgende dagen, per m2 oppervlakte

€ 0,27

met een minimum van

€ 14,32

2.

Bij een langer verblijf van 14 dagen, voor elk aansluitend tijdvak van ten hoogste 14 dagen, per m2 oppervlakte

€ 0,52

met een minimum van

€ 26,11

C

1.

Het verkrijgen van een aansluiting tot het afnemen van water per m3 afgenomen water

€ 1,37

met een minimum van

€ 34,22

II

Kadegeld

A

het kadegeld in de Passantenhaven Heechein in Akkrum bedraagt

1.

voor vaartuigen met een lengteklasse minder dan 6,00 meter

€ 4,60

2.

voor vaartuigen met een lengteklasse vanaf 6,00 meter tot maximaal 20 meter, per meter

€ 1,15

B

het kadegeld in de (jacht)havens "It Stalt ", "Kanadeeskestrjitte "en "Ljouwerterdijk " bedraagt

1.

voor vaartuigen met een lengteklasse minder dan 6,00 meter

€ 2,30

2.

voor vaartuigen met een lengteklasse vanaf 6,00 meter tot maximaal 20 meter, per meter

€ 0,55

III

Opslaggeld

A

het opslaggeld bedraagt

opslaggeld per m2 of gedeelte hiervan

1.

per dag

€ 0,21

per week

€ 0,93

per maand

€ 2,79

per jaar

€ 24,85

2.

Het minimum opslaggeld bedraagt

€ 6,52

 

Behorende bij het raadsbesluit van de gemeente Heerenveen van 14 december 2023

 

De griffier,

 

Mevrouw L. Roest-Jonkers

Naar boven