Eerste wijziging van de Beleidsregels toegang schuldhulpverlening 2013 gemeente Losser

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser;

 

gelet op:

  • -

    titel 4.3 (artikel 4:81 en verder) van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 3 en 4 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

  • -

    het op 5 februari 2013 genomen collegebesluit tot vaststelling van de Beleidsregels toegang schuldhulpverlening 2013 gemeente Losser;

overwegende dat:

  • -

    het niet wenselijk is dat cliënten met een laag inkomen en een noodzakelijk geachte budgetbeheerrekening meebetalen aan de eventuele meerkosten voor die rekening;

  • -

    de bestaande Beleidsregels toegang schuldhulpverlening 2013 gemeente Losser hiervoor gewijzigd moet worden,

besluit vast te stellen de

 

Eerste wijziging van de Beleidsregels toegang schuldhulpverlening 2013 gemeente Losser

  • I

    De regeling wordt als volgt gewijzigd:

     

  • A

    Aan artikel 1 Begripsbepalingen worden onderstaande begrippen toegevoegd:

     

    • g.

      inkomen: besteedbaar inkomen

    • h.

      schuldenregeling: een minnelijke of wettelijke schuldenregeling in het kader van MSNP/WSNP. Dit kan ook een andere regeling zijn met het doel om de schuldensituatie op te lossen, waarbij er naar het oordeel van Stadsbank of gemeente voor de klant onvoldoende financiële draagkracht is, om de eventuele eigen bijdrage in de kosten van de noodzakelijke budgetbeheerrekening te betalen.

    • i.

      crisis: aanzegging tot huisuitzetting, aankondiging afsluiting gas, water of energie.

    • j.

      Stadsbank: Stadsbank Oost Nederland als uitvoerder schuldhulpverlening

  • B

    Artikel 11. Budgetbeheer wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 11. Budgetbeheer

  • 1.
    • a.

      Als de Stadsbank of gemeente budgetbeheer of budgetzorg noodzakelijk vindt, neemt de gemeente voor een periode van 1 jaar de maandelijkse uitvoeringskosten voor de bijbehorende budgetbeheerrekening van de klant voor haar rekening. Deze periode van 1 jaar kan na beoordeling van de noodzakelijkheid steeds met een jaar verlengd worden.

    • b.

      Als binnen een periode van 12 maanden nadat de budgetbeheerrekening door onvoldoende medewerking van de cliënt is beëindigd, budgetbeheer opnieuw noodzakelijk is, komen de kosten van de bijbehorende budgetbeheerrekening het eerste jaar in principe voor rekening van de client, tenzij er sprake is van een crisis.

  • 2.

    De maandelijkse uitvoeringskosten voor de bijbehorende budgetbeheerrekening worden door de gemeente het eerste jaar volledig vergoed, ongeacht het inkomen van de klant. Na het eerste jaar gelden de volgende regels:

    • a)

      Indien het inkomen van de aanvrager lager is dan 120% van het van toepassing zijnde wettelijk minimum, vergoedt de gemeente de volledige kosten van de noodzakelijke budgetbeheerrekening.

    • b)

      Indien het inkomen van de aanvrager gelijk of hoger is dan 120% en lager dan 130% van het van toepassing zijnde wettelijk minimum, vergoedt de gemeente de helft van de kosten van de noodzakelijke budgetbeheerrekening.

    • c)

      Wanneer het inkomen van klant (en eventuele partner) meer is dan 130% van het van toepassing zijnde wettelijk minimum en de budgetbeheerrekening is niet gebonden aan een minnelijke en/of wettelijke schuldregeling, betaalt de klant zelf de volledige maandelijkse uitvoeringskosten van de noodzakelijke soort budgetbeheerrekening.

    • d)

      Is er, in de situatie zoals beschreven onder a, b of c van dit lid, sprake van een schuldenregeling, dan vergoedt de gemeente gedurende de looptijd van de schuldenregeling en in de 6 maanden na einde schuldenregeling, de volledige kosten van de noodzakelijke budgetbeheerrekening.

  • 3.

    Wanneer voor de uitvoering van budgetbeheer of budgetzorg de BBR Basis rekening als adequaat wordt gezien, komen eventuele meerkosten van uitvoering van een uitgebreidere budgetbeheerrekening (BBR Totaal) voor rekening van de klant zelf.

 

  • II

    De wijziging treedt in werking op 1 januari 2024.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 19 december 2023 van het college van burgemeester en wethouders van Losser

de secretaris,

drs. J. van Dam

de burgemeester,

ir. C.A.M. Kroon

Naar boven