Paragraaf 2.1
|
Algemene bepalingen
|
|
|
Artikel 2.1
|
Definities
|
|
|
1.
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
2.
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
3.
|
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
|
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
|
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
|
|
|
|
kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit: zie bijlage 1 van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2022.
|
€
|
605,00
|
|
kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit: Met uitzondering van bijlage 1
|
€
|
2.170,00
|
4.
|
Aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting niet inbegrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de opgave of raming niet deugdelijk wordt geacht, dient een gespecificeerde begroting te worden overgelegd. Blijft de aanvrager in gebreke de aannemingssom in de aanvraag te vermelden of de gevraagde gespecificeerde begroting te overleggen, of kunnen burgemeester en wethouders zich met de opgegeven aanlegkosten niet verenigen, dan stellen zij het bedrag van de aanlegkosten vast.
|
|
|
5.
|
Bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting niet inbegrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de opgave of raming niet deugdelijk wordt geacht, dient een gespecificeerde begroting te worden overgelegd. Blijft de aanvrager in gebreke de aannemingssom in de aanvraag te vermelden of de gevraagde gespecificeerde begroting te overleggen, of kunnen burgemeester en wethouders zich met de opgegeven bouwkosten niet verenigen, dan stellen zij het bedrag van de bouwkosten vast. De bouwkosten worden bepaald aan de hand van de laatste versie ‘Basisbedragen Gebouwen Nederlands Bouwkosten Instituut’. Een pdf-versie is te raadplegen op de website van de gemeente onder ‘Basisbedragen Drenthe’ via de zoekterm ‘Bouwkosten’. Aan de hand van deze opgave stellen burgemeester en wethouders het bedrag van de bouwkosten vast ter zake waarvan de leges als bedoeld in 2.3.1 worden geheven.
|
|
|
Artikel 2.2
|
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
|
a.
|
Conceptverzoek;
|
|
|
b.
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
|
c.
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
|
d.
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
|
e.
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
|
f.
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
|
g.
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
|
h.
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
|
Artikel 2.3
|
Bepalen tarief
|
|
|
1.
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
|
2.
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
|
3.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
|
4.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
|
5.
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
|
6.
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.2
|
Voorfase
|
|
|
Artikel 2.4
|
Conceptverzoek
|
|
|
|
Als de aanvraag betrekking heeft op een conceptverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
|
|
a.
|
voor een informatie-overleg:
|
€
|
162,80
|
b.
|
voor een intaketafel:
|
€
|
162,80
|
c.
|
voor een omgevingstafel:
|
€
|
326,50
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.3
|
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
|
|
|
Artikel 2.5
|
Bouwactiviteit (bouwtechnisch deel)
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
indien de bouwkosten minder dan € 15.000,00 bedragen:
|
€
|
116,50
|
b.
|
indien de bouwkosten € 15.000,00 tot € 50.000,00 bedragen:
|
|
0,78%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€
|
116,50
|
c.
|
indien de bouwkosten € 50.000,00 tot € 200.000,00 bedragen:
|
|
0,78%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€
|
388,50
|
d.
|
indien de bouwkosten € 200.000,00 tot € 500.000,00 bedragen:
|
|
0,78%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€
|
1.554,00
|
e.
|
indien de bouwkosten € 500.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen:
|
|
0,78%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€
|
3.885,00
|
f.
|
indien de bouwkosten € 1.000.000,00 of meer bedragen:
|
|
0,78%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€
|
7.770,00
|
|
|
|
|
Artikel 2.6
|
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit (ruimtelijke deel)
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
indien de bouwkosten minder dan € 15.000,00 bedragen:
|
|
1,81%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€
|
145,60
|
b.
|
indien de bouwkosten € 15.000,00 tot € 50.000,00 bedragen:
|
|
1,81%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€
|
271,50
|
c.
|
indien de bouwkosten € 50.000,00 tot € 200.000,00 bedragen:
|
|
1,81%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€
|
906,00
|
d.
|
indien de bouwkosten € 200.000,00 tot € 500.000,00 bedragen:
|
|
1,81%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€
|
3.626,00
|
e.
|
indien de bouwkosten € 500.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen:
|
|
1,81%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€
|
9.065,00
|
f.
|
indien de bouwkosten € 1.000.000,00 of meer bedragen:
|
|
1,81%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€
|
18.130,00
|
Artikel 2.7
|
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
198,40
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.4
|
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed [gereserveerd]
|
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.5
|
Milieubelastende activiteiten
|
|
|
Artikel 2.12
|
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet (milieubelastende activiteit bruidsschat):
|
€
|
4.255,00
|
b.
|
voor een milieubelastende activiteit zoals bedoeld in voorgaand onderdeel, waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (uitgebreide procedure):
|
€
|
6.900,00
|
Artikel 2.12a
|
Besluit activiteiten leefomgeving (BAL): milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving waarbij de reguliere procedure wordt gevolgd.
|
€
|
4.255,00
|
b.
|
voor een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (uitgebreide procedure):
|
€
|
6.900,00
|
Artikel 2.13 t/m 2.20
|
[gereserveerd]
|
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.6
|
Lozingsactiviteiten
|
|
|
Artikel 2.21
|
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
363,00
|
Artikel 2.22
|
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
363,00
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.7
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
Artikel 2.23
|
Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven [gereserveerd]
|
|
|
Artikel 2.24
|
Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde [gereserveerd]
|
|
|
Artikel 2.25
|
Omgevingsplanactiviteit: geluid weg [gereserveerd]
|
|
|
Artikel 2.26
|
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 6:2 van de Verordening Leefomgeving Midden-Drenthe 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
198,40
|
Artikel 2.27
|
Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 6:3 van de Verordening Leefomgeving Midden-Drenthe 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
198,40
|
Artikel 2.28
|
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
2,59%
|
|
met een minimumbedrag van:
|
|
642,00
|
2.
|
In afwijking van het eerste lid wordt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor aanlegactiviteiten, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet voor een grond gebonden zonnepanelenpark berekend aan de hand van de volgende formules:
|
|
|
a.
|
voor de eerste hectare: 1 gedeeld door A vermenigvuldigd met 2,43% van B, en
|
|
2,43%
|
b.
|
voor de volgende hectares: A minus 1 gedeeld door A vermenigvuldigd met 1,175 % van B,
|
|
1,18%
|
|
waarbij:
1. A staat voor het totaal aantal hectares bebouwde oppervlakte;
2. B staat voor de totale bouwsom van de bouwactiviteit,
met dien verstande dat het totaal bedrag maximaal € 71.764,- bedraagt.
|
€
|
71.764,00
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.8
|
Overige activiteiten
|
|
|
Artikel 2.29
|
Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie [gereserveerd]
|
|
|
Artikel 2.30
|
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2:5 van de Verordening Leefomgeving Midden-Drenthe in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€
|
98,05
|
Artikel 2.31
|
Omgevingsplanactiviteit: reclame [gereserveerd]
|
|
|
Artikel 2.32
|
Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken [gereserveerd]
|
|
|
Artikel 2.33
|
Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen [gereserveerd]
|
|
|
Artikel 2.34
|
Andere activiteiten
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk:
|
€
|
133,50
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.9
|
Maatwerkvoorschriften
|
|
|
Artikel 2.35
|
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
|
a.
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of
4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift:
|
€
|
198,40
|
b.
|
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:
|
€
|
198,40
|
Artikel 2.36
|
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:
|
|
|
a.
|
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
€
|
1.975,00
|
b.
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€
|
1.975,00
|
Artikel 2.37
|
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€
|
198,40
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.10
|
Gelijkwaardigheid
|
|
|
Artikel 2.38
|
Gelijkwaardige maatregel
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
|
a.
|
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
b.
|
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
c.
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
d.
|
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.11
|
Overige tarieven
|
|
|
Artikel 2.39
|
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
€
|
226,50
|
Artikel 2.40
|
Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
|
a.
|
een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€
|
226,50
|
b.
|
een aanvraag om andere wijzigingen van een omgevingsvergunning dan genoemd onder lid a is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
|
|
|
Artikel 2.41
|
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:
|
€
|
226,50
|
Artikel 2.42
|
Intrekken omgevingsvergunning
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:
|
€
|
226,50
|
Artikel 2.43
|
Beoordeling aanvullende gegevens [gereserveerd]
|
|
|
Artikel 2.44
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.
|
|
|
Artikel 2.45
|
Wijzigen van het omgevingsplan
|
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.
|
Tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen.
|
|
|
3.
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Artikel 2.46
|
Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€
|
335,00
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.12
|
Modaliteiten
|
|
|
Artikel 2.46a
|
Planologische strijdigheid met het omgevingsplan (waarbij tevens of geen sprake is van een bouwactiviteit)
|
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief:
|
|
|
a.
|
Als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet:
|
€
|
363,00
|
b.
|
Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit):
|
€
|
605,00
|
c.
|
Voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit):
|
€
|
2.170,00
|
Artikel 2.47
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:
|
|
10,00%
|
Artikel 2.48
|
Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
|
a.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€
|
605,00
|
b.
|
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:
|
€
|
605,00
|
2.
|
Het eerste lid is niet van toepassing wanneer sprake is van een of meer milieubelastende activiteiten.
|
|
|
Artikel 2.49
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
|
a.
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
|
€
|
230,90
|
b.
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
€
|
455,00
|
c.
|
voor een vooronderzoek naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid:
|
€
|
56,80
|
d.
|
voor een verkennend onderzoek naar de bodemgesteldheid:
|
€
|
113,70
|
e.
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
€
|
2.500,00
|
f.
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:
|
€
|
230,90
|
Artikel 2.50
|
Advies
|
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
|
a.
|
voor een advies van de gemeenteraad:
|
€
|
209,90
|
b.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Leefomgeving dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
c.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Leefomgeving in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
d.
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b t/m d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Artikel 2.51
|
Instemming
|
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
|
|
2.
|
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.13
|
Vermindering
|
|
|
Artikel 2.52
|
Vermindering na conceptverzoek
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.9, is voorafgegaan door een aanvraag voor een conceptverzoek als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:
|
|
100,00%
|
2.
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;
b. in overeenstemming met de uitkomsten van het conceptverzoek; en
c. binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.
|
|
|
Artikel 2.53
|
Vermindering bij meervoudige aanvraag [gereserveerd]
|
|
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.14
|
Teruggaaf
|
|
|
Artikel 2.54
|
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
85,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
|
Artikel 2.55
|
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
|
85,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
|
Artikel 2.56
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat
|
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
75,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
50,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
25,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
Artikel 2.57
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat
|
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
75,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
50,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:
|
|
25,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
Artikel 2.58
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
20,00%
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
Artikel 2.59
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
20,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
|
b.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
Artikel 2.60
|
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.
|
|
|
Artikel 2.61
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
|
Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven.
|
|
|