Gemeenteblad van Wijk bij Duurstede
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Wijk bij Duurstede | Gemeenteblad 2023, 563737 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Wijk bij Duurstede | Gemeenteblad 2023, 563737 | beleidsregel |
Standplaatsenbeleid 2023 gemeente Wijk bij Duurstede
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede met regels ten aanzien van het standplaatsenbeleid.
Iedere aanvraag voor een standplaatsvergunning wordt getoetst aan de Algemene Plaatselijke Verordening van Wijk bij Duurstede (APV), specifieke wetgeving en het afwegingskader in de beleidsregels die gelden voor standplaatsvergunningen;
Alle aanvragen worden aan dezelfde wet- en regelgeving getoetst. Dit leidt tot een grotere mate van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid voor burgers en ondernemers;
Besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:
Standplaatsen verlevendigen het straatbeeld van de gemeente en zijn een verrijking van het voorzieningenaanbod voor inwoners en bezoekers. In de openbare ruimte van de gemeente Wijk bij Duurstede staan op meerdere locaties standplaatsen voor de ambulante handel.
De gemeente Wijk bij Duurstede wil er met beleid voor zorgen dat standplaatsen op de juiste locaties staan en een bijdrage leveren aan de economie en het woon- en leefklimaat van de gemeente.
Het standplaatsenbeleid vloeit voort uit de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Wijk bij Duurstede (APV). Het vaststellen hiervan behoort tot de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders.
Om een onevenredige aantasting van de voorzieningenstructuur te voorkomen en om eventuele overlast voor de omgeving zoveel als mogelijk te beperken is het belangrijk om regels te ontwikkelen.
Daarnaast is het belangrijk dat het proces van vergunningverlening voldoende transparant en controleerbaar is.
Voor de verdeling van standplaatsen heeft de gemeente Wijk bij Duurstede op dit moment geen standplaatsenbeleid. Er wordt uitsluitend gebruik gemaakt van een Notitie Standplaatsenbeleid 2010.
In de praktijk zijn er een aantal knelpunten, zoals:
1.3 Afbakening standplaatsenbeleid
Dit beleid beperkt zich tot de standplaatsen als bedoeld in hoofdstuk 5, afdeling 4 van de APV1. Onder een standplaats wordt verstaan: “het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel”.
Het gaat hier om de ‘losse’ standplaatsen in de openbare ruimte. Dit kan zowel gemeentegrond als particuliere grond zijn. Uitgangspunt is dat standplaatsen een mobiel karakter hebben. Dit is belangrijk om:
Standplaatsen op de volgende plekken zijn geen onderdeel van het Standplaatsenbeleid:
Tenslotte valt een verkoopwagen die rondrijdt en zo nu en dan stopt op verschillende locaties ook niet onder dit beleid. Er is dan namelijk sprake van venten. Dit is afzonderlijk geregeld in de APV.
De volgende uitgangspunten vormen de basis van het beleid:
Gemeenten mogen het aantal verleende standplaatsvergunningen aan een maximum verbinden. Hierdoor blijft het aantal standplaatsen binnen bepaalde normen en ontstaat er geen wildgroei. Bij het vaststellen van een maximum aantal locaties moet er wel rekening worden gehouden met het aantal eerder verleende vergunningen.
Om tot een breed gedragen beleid te komen is de ontwerpversie van dit beleid voorgelegd aan de Centrale Vereniging voor Ambulante Handel (CVAH), lokale standplaatshouders en aan de lokale winkeliers via de OndernemersKring Wijk bij Duurstede (OKW). Wensen en knelpunten zijn geïnventariseerd en meegewogen bij de totstandkoming van het definitieve beleid.
Na een toelichting over de landelijke en lokale regels in hoofdstuk 2 gaan we in op de rol van standplaatsen in de voorzieningenstructuur. Omdat we te maken hebben met Europese regels in relatie tot schaarse vergunningen gaan we in hoofdstuk 4 en 5 nader in op dit onderwerp en het verdelingsproces.
In hoofdstuk 6 kijken we naar de verschillende soorten standplaatsen die er zijn en de locaties in de gemeente Wijk bij Duurstede.
Andere onderwerpen die daarna aan de orde komen zijn afval en duurzaamheid, de voorzieningen, legeskosten en precario en de procedure voor het wijzigen, beëindigen of intrekken van een standplaatsvergunning.
Algemene wet bestuursrecht ( Awb )
Artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat een bestuursorgaan beleidsregels kan vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid. Op basis van artikel 5:18 van de APV heeft het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid om te beslissen op aanvragen standplaatsvergunning en daarmee ook om de regels daarvoor vast te stellen.
De Awb van toepassing op het traject van de standplaatsvergunning, zoals het aanvragen, de besluitvorming (verlenen of weigeren vergunning) en de mogelijke bezwaar- en beroepsprocedure.
Op het drijven van handel in waren zoals bedoeld in artikel 1 van de Warenwet zijn de bepalingen uit de Warenwet van toepassing. De Warenwet stelt regels met betrekking tot de goede hoedanigheid en aanduiding van waren. Daarnaast stelt de Warenwet regels met betrekking tot hygiëne en degelijkheid van producten. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert of de regels van voedselveiligheid worden nageleefd.
De Wet milieubeheer is van toepassing voor een standplaatshouder, voor zover zijn verkoopplek als ‘inrichting’ moet worden aangemerkt. Voor dergelijke inrichtingen zijn de algemene regels in het Activiteitenbesluit milieubeheer van toepassing. Hierin zijn bijvoorbeeld eisen opgenomen voor het lozen van afvalwater en het voorkomen van geur- of geluidsoverlast. Een friet- of viskraam kan bijvoorbeeld een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer zijn. De kraam moet dan voldoen aan de voorschriften voor voedingsmiddelen bereiden. Een kraam moet een zekere tijd een vaste standplaats hebben die met een zekere regelmaat wordt opgesteld en in werking gebracht.
De Winkeltijdenwet regelt een aantal zaken met betrekking tot openingstijden van winkels en het leveren van goederen aan particulieren. De bepalingen uit de Winkeltijdenwet gelden in beginsel ook voor de verkoop van goederen vanaf een standplaats. De gemeente heeft aanvullende regels vastgesteld in de Verordening Winkeltijden Wijk bij Duurstede.
Alleen een standplaatshouder die vlees, brood, wild, pluimvee en vis bewerkt (hieronder niet begrepen het schoonmaken van haring) moet voldoen aan het Vestigingsbesluit Bedrijven (artikel 7). Indien alleen sprake is van verkoop en niet van bewerken hoeft men niet aan deze wet te voldoen.
Op grond van de Handelsregisterwet moet een ondernemer ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel. Zonder benodigde inschrijving is het niet toegestaan om te verkopen.
Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen
Dit besluit bevat landelijke regels over onder andere het brandveilig gebruik van bakkramen en bakwagens.
Algemene Plaatselijke Verordening Wijk bij Duurstede (APV)
Op grond van artikel 5:18 APV is het verboden een standplaats in te nemen of te hebben zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders.
De standplaatsvergunning kan op grond van de artikelen 1:8 en 5:18 APV geweigerd worden in het belang van:
Een uitwerking van deze weigeringsgronden is opgenomen in bijlage 3.
De gemeente Wijk bij Duurstede wil inwoners stimuleren een gezonde keuze te maken. Dit willen we doen door de omgeving zo gezond mogelijk in te richten. Het maken van de gezonde keuze wordt zo aantrekkelijker en makkelijker.
We zien als gemeente het belang om preventief te werken aan gezondheid. De ambities van het Vitaliteitsakkoord en JOGG (gezonde jeugd, gezonde toekomst) worden hierbij als uitgangspunt genomen. Ondernemers kunnen hier een bijdrage aan leveren door hun voedselaanbod gezonder te maken.
Hoofdstuk 3 Rol standplaatsen in de voorzieningenstructuur
3.1 Versterking bestaande structuur
De detailhandelsstructuur in de gemeente Wijk bij Duurstede draagt bij aan de economische bedrijvigheid, leefbaarheid en kwaliteit van de dorpskernen.
Naast permanente voorzieningen kan ambulante detailhandel, ofwel standplaatsen, een waardevolle bijdrage leveren aan de economische dynamiek en kwaliteit van de dorpen. Mits de standplaatsen in aantal en ruimtelijke uitstraling passen bij het formaat van de kern.
Standplaatsen zorgen voor verlevendiging en extra sfeer van pleinen en andere ontmoetingsplekken. Daarnaast bieden standplaatsen kansen om streekeigen, duurzame producten aan te kunnen bieden en de gemeente daarmee op de kaart te zetten.
Ruimtelijk goed gesitueerde standplaatsen leveren de grootste bijdrage aan een aantrekkelijke omgeving en het functioneren van winkelgebieden. Dit betekent dat de gemeente kiest voor standplaatslocaties op centraal gelegen openbare ruimten met ontmoetingsfunctie, zoals bijvoorbeeld bij winkelcentra.
Standplaatsen op deze ontmoetingsplekken versterken tegelijkertijd het voorzieningencluster: ondernemers in de permanente en ambulante detailhandel kunnen van elkaars bezoekers profiteren (combinatiebezoek).
Bij de locatiekeuze wordt rekening gehouden met het behoud van de bereikbaarheid en het vrijhouden van zichtlijnen, bijvoorbeeld voor entrees van winkels of historische gevels. Ook gelden veiligheids- en milieuvoorschriften, zoals calamiteitenroute en afstand tot bebouwing bij standplaatsen met bijvoorbeeld een bakinrichting.
Een gezamenlijke aanpak om de activiteiten en leefbaarheid van niet alleen de binnenstad, maar ook de andere dorps- en wijkwinkelcentra in de gemeente (Cothen, Langbroek, de Horden en de Heul) te versterken. Het doel is om er voor te zorgen dat deze gebieden voor alle gebruikers maximaal aantrekkelijk zijn.
Hoofdstuk 4 Schaarse vergunningen
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het bestaan erkend van een nationale rechtsnorm die gevolgen heeft voor de besluitvorming over schaarse vergunningen (ABRvS 2 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2927).
Wat is een schaarse vergunning?
Een schaarse vergunning is een vergunning waarvan er slechts één of een beperkt aantal kan worden verleend, terwijl er meer (potentiële) aanvragers zijn. |
Standplaatsvergunningen zijn zogenaamde “schaarse vergunningen”. Uitgangspunt van de rechtspraak is het gelijkheidsbeginsel en de gelijke kansen voor een ieder om voor een vergunning in aanmerking te komen.
Mede omdat de gemeente Wijk bij Duurstede een maximumstelsel hanteert voor vaste (mobiele) standplaatsen op de door het college aangewezen locaties kan de vraag op een aantal locaties groter zijn dan het aantal beschikbare plaatsen.
Op grond van de rechtspraak rondom schaarse vergunningen is het verplicht om voor schaarse vergunningen een verdelingsbeleid te voeren dat verzekert dat alle gegadigden gelijke kansen hebben. De procedure moet volgens de Europese Dienstenrichtlijn:
Het verdelen van de vergunningen kan bijvoorbeeld door een selectiesysteem, loting of een veiling. Schaarse vergunningen mogen daarbij niet afgegeven worden voor onbepaalde tijd.
De gemeente Wijk bij Duurstede heeft op dit moment 2 standplaatshouders met een vergunning verleend voor onbepaalde tijd. Hiervoor kan een overgangsperiode ingesteld worden op grond van de wettelijke intrekkingsgrondslag; gewijzigde omstandigheden/beleid. De gemeente acht voor deze standplaatshouders een overgangsperiode van 15 jaar redelijk.
Hoofdstuk 6 Standplaatsen in de gemeente Wijk bij Duurstede
6.1 Soorten standplaatsvergunningen
In dit standplaatsenbeleid wordt een onderscheid gemaakt in verschillende soorten standplaats:
Een standplaats die op een aangewezen locatie tijdens één of meerdere dag(del)en per week voor een langere periode wordt ingenomen. |
Een vaste standplaatsvergunning wordt verleend voor 15 jaar. Dit is een gemiddelde periode dat standplaatshouders hun investeringen kunnen terugverdienen. Het is bovendien in lijn met gerechtelijke uitspraken en advies van de CVAH met hun rapport “Schaarse vergunningen op de markt”.
Een vaste standplaats kan door meerdere standplaatshouders worden gebruikt wanneer de aanvragen voor een vergunning voor andere dagen in de week of voor een andere periode worden gedaan. Een aanvraag voor een vaste standplaats wordt getoetst door middel van de toetsing en selectie en de weigeringsgronden van de APV.
Voor seizoensgebonden standplaatsen zijn een aantal locaties aangewezen. Daarnaast kan de aanvrager ook zelf een voorstel voor een locatie doen. Deze wordt altijd getoetst aan de bepalingen zoals opgenomen in de APV. Voor alle seizoensgebonden standplaatsen gelden de toetsingsgronden in artikel 1:8 en 5:18 op basis van een kan-bepaling.
Een seizoensgebonden vergunning wordt jaarlijks verleend voor een periode wat kan variëren van 4 weken tot 6 maanden. Dit is een redelijke termijn, die aansluit bij de behoefte aan het type product. In de praktijk gaat het veelal om zaken als ijs en oliebollen. De aanvrager kan 1 keer per jaar een aanvraag doen voor een bepaalde locatie.
Voor de incidentele standplaatsen geldt dat een vergunning wordt verleend voor de duur van maximaal 2 dagen achtereen voor een locatie. Een ondernemer/organisatie kan maximaal vier keer per jaar een aanvraag indienen, met een maximum van één keer per kwartaal. De oppervlakte van de standplaats mag maximaal 10 m² zijn.
In de praktijk gaat het om standplaatshouders die kortdurend hun product willen verkopen of onder de aandacht brengen. Denk hierbij aan promotie- en of verkoop voor marketingdoeleinden.
Voor incidentele standplaatsen gelden de toetsingsgronden in artikel 1:8 en 5:18 van de APV op basis van de kan-bepaling.
Dit zijn standplaatsen met een ideëel karakter op het gebied van sociaal-culturele en/of maatschappelijke activiteiten of activiteiten op het gebied van volksgezondheid. |
Deze standplaatsen zijn nooit commercieel. Hieronder inbegrepen is de bus ten behoeve van bevolkingsonderzoek, een bus voor maatschappelijke aspecten (bijvoorbeeld Stoptober) en het verspreiden van het politieke gedachtegoed.
Een vergunning wordt verleend voor een bepaalde tijd. In de praktijk gaat het dan om een periode variërend van een dag tot de aangevraagde periode.
Branchering schept de mogelijkheid te sturen op de verscheidenheid aan vaste standplaatsen. Op deze manier wordt in het belang van de consument maar ook de andere standplaatshouders de diversiteit aan standplaatsen behouden en daarmee de aantrekkelijkheid van het aanbod in de gemeente. Het huidige aanbod aan producten/diensten per vaste (mobiele) standplaats, is opgenomen in onderstaande tabel. Iedere vijf jaar wordt de branchelijst geëvalueerd.
Huidig aanbod aan producten en diensten (= branchelijst)
Standplaatsen worden niet toegelaten:
Mee te nemen bij de inhoudelijke toets:
Per geval wordt beoordeeld of de kraam of verkoopwagen past op een beoogde standplaatslocatie. Het plaatsen van een reclamebord (max. één bord per standplaats) wordt uitsluitend toegestaan ten behoeve van de eigen branche en binnen een afstand van 1 meter van de kraam of verkoopwagen.
Een klein terras bij een standplaats voor levensmiddelen is mogelijk mits er voldoende ruimte is bij de standplaats. Er mag, naast niet-alcoholhoudende dranken, uitsluitend eigen aanbod worden geserveerd. Het terras moet aangevraagd worden bij de vergunning en mag alleen worden geplaatst op de aangewezen locatie.
Bij het toekennen van het aantal standplaatsen wordt er gekeken of er voldoende ruimte is voor een verkoopwagen in relatie tot de directe omgeving. De inhoudelijke beoordeling wordt per aanvraag gedaan. Er mag ten aanzien van de omgeving geen gevaarlijke situatie ontstaan met betrekking tot de (verkeers)veiligheid.
Er zijn verschillende locaties binnen de gemeente waar standplaatsen zijn toegestaan. Om het proces van vergunningverlening te verbeteren wijst dit beleid aan waar vaste (mobiele) standplaatsen, seizoenstandplaatsen en ideële standplaatsen in de gemeente mogelijk zijn.
Binnen de gemeente zijn er een aantal vaste standplaatsen waar vergunningen voor worden gegeven. Op deze locaties zijn nutsvoorzieningen aanwezig. De gemeente regelt de stroom echter niet altijd zelf. In de Horden wordt de stroom bijvoorbeeld geregeld vanuit de Albert Heijn en in Cothen komt de stroom uit het dorpshuis.
Momenteel heeft de gemeente Wijk bij Duurstede een invulling van vaste (mobiele) standplaatsen zoals aangegeven in de tabel hieronder:
Mede aan de hand van de bestaande situatie geldt op de onderstaande locaties een maximum van vaste (mobiele) standplaatsen:
(*) = Bij Winkelcentrum De Heul kan door een verbouwing voor een periode van 2 jaar geen standplaats worden ingenomen.
Het is mogelijk een standplaatsvergunning te verlenen voor de volgende locaties:
Ten aanzien van de verkoop van oliebollen is het toegestaan dat de standplaats (wagen) zich in de periode waarvoor de vergunning is verleend niet dagelijks hoeft te verwijderen. Een seizoensgebonden standplaats wordt verleend voor maximaal 6 maanden.
Voor seizoensgebonden standplaatsen gelden de toetsingsgronden in artikel 1:8 en 5:18 van de APV op basis van de kan-bepaling.
Bijzondere seizoensstandplaatsen
De locatie Stadshaven wordt op dit moment gebruikt voor 2 standplaatsen. Het gaat hier echter om tijdelijke locaties in relatie tot Havenbeheer B.V. tot het moment er bij de Stadshaven een horecavoorziening wordt gerealiseerd. Hiervoor geldt dus een uitsterfbeleid. Voor het gebruik van deze locatie wordt een voorkeursbranche aangegeven namelijk: food. In verband met het stadsgezicht vindt de gemeente het wenselijk dat een standplaats op deze locatie niet groter is dan 2 meter lang en 2,5 meter breed.
De locatie Gravenbol heeft 1 standplaats voor de periode mei-oktober. Het innemen van een standplaats op deze locatie is onderdeel van gemaakte afspraken in het beheerbestek van de Gravenbol. Aan de beheerders wordt jaarlijks een standplaatsvergunning verleend. Voor het gebruik van deze locatie wordt een voorkeursbranche aangegeven namelijk: food.
Het is mogelijk een standplaatsvergunning te verlenen voor de volgende locaties:
Hier is een nutsvoorziening aanwezig.
Standplaatsen in de openbare ruimte kunnen ook op gronden worden ingenomen die niet in eigendom zijn van de gemeente. Deze standplaatsen vallen ook onder deze beleidsregels.
Bij de aanvraag voor een standplaatsvergunning moet de schriftelijke toestemming van de rechthebbende op het terrein dan wel een privaatrechtelijke overeenkomst tussen rechthebbende en aanvrager worden overlegd. Zonder toestemming van de rechthebbende wordt er geen vergunning verleend.
Het is mogelijk een standplaats aan te vragen voor een niet aangewezen locatie op grondgebied dat niet in eigendom is van de gemeente. Een dergelijke locatie moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
6.4 Indieningsvereiste voor een standplaatsvergunning
De aanvraag om een standplaatsvergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens en documenten:
6.5 Standplaatsen tijdens een evenement
Het uitgangspunt is dat een vaste standplaatshouder zijn of haar plek gewoon moet kunnen blijven innemen als er op die locatie een evenement plaatsvindt.
Echter, vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid, kan het in uitzonderlijke situaties voorkomen dat een vaste standplaats toch niet kan worden ingenomen. Een uitzonderlijke situatie zijn bijvoorbeeld activiteiten in het kader van Koningsdag.
Wanneer blijkt dat de standplaats echt niet inpasbaar is, zal in samenwerking tussen gemeente, organisator van het evenement en de standplaatshouder naar een alternatieve locatie gekeken worden. Als dit niet mogelijk blijkt te zijn kan de standplaats niet worden ingenomen. Voorwaarde is wel dat de standplaatshouder minimaal 1 maand voor het evenement hierover schriftelijk geïnformeerd wordt door de vergunningverlener.
Hoofdstuk 8 Afval en duurzaamheid
8.1 Landelijke en Europese regels
Vanaf 2024 zijn plastic wegwerpbekers en -maaltijdverpakkingen niet toegestaan als je op locatie eet of drinkt. Herbruikbare borden en bekers zijn dan de norm om milieuvervuiling en plastic soep te voorkomen.
Voor consumptie onderweg en afhaal geldt vanaf juli 2023 dat er door de consument een bedrag betaald moet worden voor plastic wegwerpbekers en -maaltijdverpakkingen, bovenop de prijs voor de koffie of de maaltijd.
Dit geldt ook voor de op het oog papieren bekers waaruit bijvoorbeeld veel koffie to go wordt gedronken. Hier zit namelijk ook een laagje plastic in. Dat betekent dat vanaf juli 2023 een verbod geldt op het gratis verstrekken van plastic wegwerpbekers en -voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik.
Ondernemers mogen zelf bepalen hoeveel ze per plastic wegwerpbeker of -bakje vragen. 100% papieren - en andere plasticvrije wegwerpverpakkingen blijven wel toegestaan. Tegelijkertijd wordt hergebruik gestimuleerd doordat ondernemers ook herbruikbare alternatieven moeten aanbieden voor maaltijden en dranken die ter plekke worden bereid.
De maatregelen komen voort uit de Europese Single-Use Plastics richtlijn. Denk aan het verbod op onder andere plastic rietjes, plastic bestek en plastic roerstaafjes. Daarnaast is het sinds 2017 verboden om plastic tasjes gratis te verstrekken.
Met het Beleidsplan Milieu en Duurzaamheid Wijk bij Duurstede heeft de gemeente een begin gemaakt voor een toekomstbestendige gemeente. Hiermee wordt verbinding gezocht tussen alle aspecten van economie en samenleving. De gemeente nodigt de ondernemers in de ambulante handel uit hieraan de komende jaren mede invulling te willen geven. Wij zien dat ondernemers reeds op verschillende wijze invulling aan duurzaamheid, maar er is meer nodig.
Eén van de acties vanuit het beleidsplan is dat de gemeente fairtrade stimuleert. Bijvoorbeeld:
Daarnaast streeft de gemeente een minimaal kwaliteitsniveau na. Dit houdt in dat het mogelijk is aan de standplaatsvergunning kwaliteitscriteria te verbinden ten aanzien van uitstraling van het materiaal (duurzame en lokale) producten, de directe omgeving (zoals uitstalling, afval en kabels) en aan de ondernemer (zoals maatschappelijke verantwoord ondernemen). Dit wordt toegepast in de toetsing en selectie en zal duurzamere ondernemers voorrang geven.
Maatregelen door standplaatshouder
Aan een standplaatshouder wordt gevraagd om bij de aanvraag voor een vergunning aan te geven welke maatregelen hij of zij treft op het gebied van duurzaamheid en milieu. Denk bijvoorbeeld aan elektrische alternatieven voor brandstofgeneratoren en het voldoen aan de wettelijke eisen in het kader van plastic.
Een standplaatshouder is zelf verantwoordelijk voor water en een stroomaansluiting en betaalt voor het stroomgebruik ter plaatse. Zowel de aanleg, de aansluiting, het beheer daarvan en het gebruik komt voor rekening van de standplaatshouder.
Op de volgende locaties van een vaste (mobiele) standplaats is een stroomvoorziening aanwezig:
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag dienen leges te worden betaald. De leges worden jaarlijks geïndexeerd en vastgesteld in de Legesverordening gemeente Wijk bij Duurstede.
10.2 Precario en elektriciteit
Wanneer een standplaats wordt ingenomen op gemeentegrond dan wordt daarvoor precariobelasting in rekening gebracht op grond van de ‘Verordening Precariobelasting’. De hoogte van de precariobelasting is afhankelijk van de periode dat een standplaats wordt ingenomen. In de verordening wordt bij de berekening van een periode uitgegaan van een dagtarief. De tarieven worden jaarlijks geïndexeerd.
Hoofdstuk 11 Wijzigen, beëindigen en intrekken van de vergunning
11.1 Wijzigen van de vergunning
Binnen de vergunningsduur kunnen er wijzigingen optreden die door ons gezien worden als ‘wijziging van de standplaatsvergunning’. Denk hierbij aan het plaatsen van statafels, een bord en/of een parasol. Deze stonden mogelijk nog niet op de vergunning, maar kunnen worden bijgeschreven.
Bij een expliciete wijziging, zoals de verkoop van producten uit een volledig andere branche dan waarvoor de standplaatshouder een vergunning heeft, is er een nieuwe standplaatsvergunning vereist.
Dit geldt ook voor een eventueel gewenste verlenging. Omdat een standplaatsvergunning een schaarse vergunning is, kan de gemeente deze niet verlengen.
Na het verlopen van de vergunning, publiceert de gemeente in het geval van een vaste standplaats de vrijgekomen locatie. Vervolgens kan iedere geïnteresseerde standplaatshouder een vergunningsaanvraag indienen, waarna de gemeente een nieuw besluit neemt.
Op dezelfde manier als hiervoor omschreven kan een aanvraag ingediend worden om een vergunning te wijzigen, bijvoorbeeld omdat men andere producten wil gaan verkopen. Gedurende de tijd dat de aanvraag in behandeling is, mogen de aangevraagde wijzigingen niet worden aangebracht dan wel worden uitgevoerd. Op de gewijzigde aanvraag wordt binnen 8 weken beslist.
11.2 (Voortijdig) beëindigen van de vergunning
Wanneer de vergunninghouder de vergunning voortijdig wil beëindigen, dient de vergunninghouder het college van burgemeester en wethouders hierover schriftelijk of digitaal (e-mail) te informeren. Al betaalde leges, precario en eventuele kosten voor elektra worden niet terugbetaald.
11.3 Intrekken van de vergunning
Wanneer de vergunninghouder zonder opgaaf van reden voor een periode van zes aaneengesloten weken geen gebruik maakt van de standplaats, dan kan deze worden ingetrokken. Ook kan het college de vergunning intrekken in gevallen zoals bedoeld in artikel 1:6 van de APV. Al betaalde leges, huur en kosten voor elektra worden niet terugbetaald.
Hoofdstuk 13 Overgangsregeling en hardheidsclausule
Twee standplaatshouders hebben een vergunning voor onbepaalde tijd. Als overgangsregeling vergunnen we deze vergunninghouders een termijn van eenmalig 15 jaar. De betreffende vergunningen worden op grond van het nieuwe beleid verleend. Na de overgangsperiode treedt het selectiestelsel ook voor deze vergunninghouders in werking.
In de praktijk kunnen er zich uitzonderlijke situaties voordoen waarbij de mogelijkheid moet kunnen bestaan om van het Standplaatsenbeleid af te wijken. Het college van burgemeester en wethouders kan hiertoe dan apart besluiten. Een dergelijk besluit dient dan uitdrukkelijk gemotiveerd te worden.
In voorkomende gevallen kunnen concrete vergunningvoorschriften afwijken van die in deze beleidsregel genoemd zijn. En is het mogelijk dat er aanvullende voorschriften worden opgenomen. Dit staat ter beoordeling van het college.
Bijlage 1 Selectiestelsel standplaatsen (puntencriteria)
Om het proces van vergunningverlening duidelijk te houden wijst dit beleid aan waar standplaatsen zijn toegestaan en hoeveel plaatsen daar gewenst zijn. De gemeente vindt het in verband met de Omgevingswet noodzakelijk om tot op zekere hoogte te sturen op hoeveelheid en locaties.
Het aanbieden van een standplaatslocatie, zoals hieronder bedoeld, garandeert niet dat de vergunning ook daadwerkelijk wordt verleend. Om voor een vergunning in aanmerking te komen, mogen zich geen weigeringsgronden, zoals genoemd in de APV, voordoen en moet de aanvraag in overeenstemming met de beleidsregels zijn.
Selectie vaste (mobiele) standplaatsen
De afhandeling voor vaste standplaatsen gaat op de volgende wijze en in deze volgorde:
Bij de beoordeling van de aanvragen kent het college van burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van criteria (puntensysteem). Het systeem is voor diverse onderdelen overeenkomstig de procedure voor een standplaats op de weekmarkt, op grond van de Marktverordening 2021 van de gemeente Wijk bij Duurstede. Selectie vindt plaats door toekenning van een maximum aantal punten (100) aan iedere aanvraag voor een locatie. De selectiecommissie kent de punten toe aan de hand van de volgende criteria:
Het college verleent een vergunning aan de aanvrager met het hoogst aantal punten.
Selectie seizoensgebonden standplaatsen
De afhandeling voor een seizoensgebonden standplaatsen gaat op aanvraag. Wanneer er echter meerdere aanvragen voor een zelfde locatie en periode worden ingediend dan geldt de volgende behandelwijze:
Bijlage 2 Voorschriften innemen standplaats
De vergunninghouder is persoonlijk verantwoordelijk voor de invulling van de standplaats. De vergunninghouder is verplicht de standplaats in te (laten) nemen, dat wil zeggen: de standplaats moet bezet zijn. De vergunninghouder kan er voor kiezen om zich op de standplaats te laten vervangen. De vergunninghouder blijft te allen tijde volledig verantwoordelijk voor de standplaats, ook in geval van vervanging ter plaatse. Hij is gehouden de standplaats in te (laten) nemen en is ook aanspreekbaar op alles wat er op en om de standplaats gebeurt.
De aanvrager/houder van een standplaatsvergunning moet zijn ingeschreven bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Tenzij de aanvrager dit doet uit het belang van een vereniging, stichting of instelling die zich richt op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard. De opbrengst dient in dit geval in zijn gehaal, na aftrek van de noodzakelijk te maken kosten ten goede komt aan het doel waarop de vereniging, stichting of instelling zich richt. De noodzakelijke kosten mogen niet bestaan uit een vergoeding voor arbeid van de vergunninghouder.
Voor het aanvragen van een standplaatsvergunning worden leges geheven. De hoogte van de leges wordt jaarlijks bepaald en vastgelegd in de legesverordening. Voor een ambtelijke verlenging van een standplaats vergunning worden geen extra leges in rekening gebracht. Een uitzondering hierop is het verlengen van een gewijzigde vergunning.
Hoewel op de meeste plekken nutsvoorzieningen aanwezig zijn, draagt de gemeente geen zorg voor de aanleg van nutsvoorzieningen, zoals stroom en water. Indien de standplaatshouder nutsvoorzieningen wenst, kan hij dit op eigen rekening en risico laten aanleggen door een hiertoe gespecialiseerd bedrijf. Dit mag alleen gebeuren na toestemming van de gemeente. Voorts kan de standplaatshouder indien hij de standplaats niet meer kan of wenst te gebruiken, de kosten voor de aanleg niet verhalen op de gemeente.
Bij een standplaats mag geen terras met stoelen worden geplaatst. Het plaatsen van maximaal 2 sta tafels bij de standplaats is toegestaan wanneer deze binnen 1.5 meter vanuit de standplaats staan. Hiervoor kan een uitzondering gemaakt worden wanneer de standplaats zich op particulier terrein bevind.
Propaanslangen zijn er in twee uitvoeringen: de oranje/bruine gekleurde, met op de slang het jaar van aanmaak aangegeven en de zwarte slang met vaste metalen koppelingen. Het jaar van fabricage is hier ingeponst op de metalen koppeling. Deze laatste moet om de 10 jaar worden vervangen. De oranje/bruine gasslang mag niet ouder zijn dan 2 jaar. Het fabricage jaar staat op de slang gedrukt.
Het leidingnet met toebehoren moet iedere twee jaar en zo vaak als de omstandigheden daartoe aanleiding geven (bijvoorbeeld bij wijzigingen en reparaties), worden gekeurd en beproefd. Van de beproeving moet een door of vanwege de installateur getekende en door de vergunninghouder mede ondertekende verklaring bij de gebruikers aanwezig zijn. De keuring en beproeving moeten bevatten:
Overschrijving vaste standplaatsvergunning
In geval van overlijden, blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder, in geval van bedrijfsbeëindiging of indien de vergunninghouder niet langer zelf gebruik wenst te maken van de vergunning, kan de vaste standplaatsvergunning worden overgeschreven op de echtgenoot, de geregistreerde partner of een andere achterblijvende persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.
Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven kan een medewerk(st)er van de vergunninghouder de vergunning voor een vaste standplaats krijgen indien hij/zij tenminste twee jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd.
Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden
Wanneer de standplaats door langdurige wegwerkzaamheden of verbouwing niet beschikbaar is kan de standplaats niet worden ingenomen. Vanuit de gemeente wordt in deze gevallen (wanneer dit niet langer dan 2 maanden duurt) geen alternatieve locatie aangedragen. Bij wegwerkzaamheden of verbouwingen die langer duren dan de voornoemde periode kijkt de gemeente naar een tijdelijke alternatieve locatie. Financiële compensatie wordt nooit gegeven.
Bijlage 3 Toelichting weigeringsgronden APV
De APV kent verschillende gronden om een standplaatsvergunning te weigeren. Deze zijn limitatief opgesomd en het gaat hierbij vooral om de te waarborgen openbare belangen. Hierbij wordt opgemerkt dat de weigeringsgronden alleen van toepassing zijn op standplaatsen die geen inrichting zijn als bedoeld in de Wet Milieubeheer.
Artikel 1:8 APV vermeldt de volgende weigeringsgronden:
Artikel 5:18 APV vermeldt de volgende weigeringsgronden:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-563737.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.