Artikel I
Wijziging verordening
A
Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 1.1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- bebouwde kom: het gebied binnen de grenzen die zijn vastgesteld op grond van artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994;
- bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- bouwwerk : hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Bouwverordening gemeente Raalte;
- bromfiets : hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Wegenverkeerswet 1994;
- college : het college van burgemeester en wethouders;
- gebouw : hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de Woningwet;
- handelsreclame : iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen;
- motorvoertuig : hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
- openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn;
- openbare plaats: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties;
- parkeren : hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
- rechthebbende : degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht;
- voertuig : hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, met uitzondering van kleine wagens zoals kruiwagens en kinderwagens, en rolstoelen;
- weg : hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.
|
Artikel 1:1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- bebouwde kom: het gebied binnen de grenzen die zijn vastgesteld op grond van artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994;
- beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;
- bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;
- bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;
- bromfiets: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Wegenverkeerswet 1994;
- college: het college van burgemeester en wethouders;
- gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;
- handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen;
- motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
- openbaar water: wateren die voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn;
- openbare plaats: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties;
- parkeren: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
- rechthebbende: degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht;
- voertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, met uitzondering van kleine wagens, zoals kruiwagens en kinderwagens, en rolstoelen;
- weg: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.
|
B
Artikel 1.2, derde lid wordt als volgt gewijzigd:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 1.2 Beslistermijn
(…)
3. In afwijking van het tweede lid is artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing als beslist wordt op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, tweede volzin, een vergunning als bedoeld in artikel 2.11, tweede lid, aanhef en onder a, of een vergunning als bedoeld in artikel 4:11, eerste lid.
|
Artikel 1:2 Beslistermijn
(…)
3. Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning
|
C
Artikel 1.4 komt als volgt te luiden:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen
1. Aan een verleende vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.
2. Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.
|
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen
1. Aan een vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.
2. Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.
3. Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.
|
D
Artikel 1.5 komt als volgt te luiden:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 1.5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonlijk, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
|
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
1. De vergunning of ontheffing is persoonlijk, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.
|
E
Artikel 1.6 komt als volgt te luiden:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 1:6 Intrekking, schorsing of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken, geschorst of gewijzigd als:
a. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;
b. op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;
c. de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;
d. van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen of gedurende een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; of
e. de houder dit verzoekt.
|
Artikel 1:6 Intrekking, schorsing of wijziging van vergunning of ontheffing
1. De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken, geschorst of gewijzigd als:
a. ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;
b. op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;
c. de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;
d. van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen of gedurende een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; of
e. de houder dit verzoekt.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op
een omgevingsvergunning.
|
F
Artikel 2.10 komt als volgt te luiden:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 2.10 Voorwerpen op of aan openbare plaatsen
1. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegde bestuursorgaan een openbare plaats anders te gebruiken dan in overeenstemming met de publieke functie ervan. De in de eerste volzin bedoelde vergunning wordt verleend door het bevoegd gezag als omgevingsvergunning, voor zover het een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j of k, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
2. Het verbod in het eerste lid geldt niet:
a. voor evenementen als bedoeld in artikel 2.24;
b. standplaatsen als bedoeld in artikel 5.17 en
c. in overige gevallen waarin krachtens een wettelijke regeling een vergunning voor het gebruik van de weg is verleend.
(…)
8. Op de aanvraag om een vergunning bedoeld in het eerste lid, eerste zinsnede, is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.
(…)
|
Artikel 2.10 Voorwerpen op of aan openbare plaatsen
1. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegde bestuursorgaan een openbare plaats anders te gebruiken dan in overeenstemming met de publieke functie ervan.
2. Het verbod in het eerste lid geldt niet:
a. voor evenementen als bedoeld in artikel 2.24;
b. standplaatsen als bedoeld in artikel 5.17 en
c. voor beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening.
d. in overige gevallen waarin krachtens een wettelijke regeling een vergunning voor het gebruik van de weg is verleend.
(…)
8. Op de aanvraag om een vergunning, niet zijnde een omgevingsvergunning, is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.
(…)
|
G
Artikel 2.11 wordt als volgt gewijzigd:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
1. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd bestuursorgaan een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg.
2. De vergunning wordt verleend als omgevingsvergunning door het bevoegd gezag, als de activiteiten zijn verboden bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit;
3. Het verbod is niet van toepassing voor zover in opdracht van een bestuursorgaan of openbaar lichaam werkzaamheden worden verricht.
4. Het verbod geldt verder niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wegenwet, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, het provinciaal wegenreglement, de waterschapskeur, de Telecommunicatiewet of de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur.
5. Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.
|
Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
1. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegde bestuursorgaan een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg.
2. Het verbod is niet van toepassing voor zover in opdracht van een bestuursorgaan of openbaar lichaam werkzaamheden worden verricht.
3. Het verbod is voortsniet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.
|
H
Artikel 2.12, vijfde lid, wordt als volgt gewijzigd:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 2.12 Maken en veranderen van een uitweg
(…)
5. Het verbod in het vierde lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de waterschapskeur of het provinciaal wegenreglement.
(…)
|
Artikel 2.12 Maken en veranderen van een uitweg
(…)
5. Het verbod in het vierde lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening.
(…)
|
I
Artikel 2.14, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 2.14 Winkelwagentjes
(…)
3. Het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer.
|
Artikel 2.14 Winkelwagentjes
(…)
3. Het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet.
|
J
Artikel 2.21, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 2.21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting
(…)
2. Het bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Waterstaatswet 1900, de Onteigeningswet of de Belemmeringenwet Privaatrecht.
|
Artikel 2.21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting
(…)
2. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door hoofdstuk 10 van de Omgevingswet.
|
K
Artikel 2.23, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 2.23 Veiligheid op het ijs
(…)
2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht of de provinciale vaarwegenverordening.
|
Artikel 2.23 Veiligheid op het ijs
(…)
2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.
|
L
Artikel 2.28, tweede lid, komt als volgt te luiden:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
(…)
2.De burgemeester weigert de vergunning als de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.
(…)
|
(…)
2. De burgemeester weigert de vergunning als de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met het omgevingsplan.
(…)
|
M
Artikel 2.29, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 2.29 Sluitingsuur
(…)
3. Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Wet milieubeheer is voorzien.
|
Artikel 2.29 Sluitingsuur
(…)
3. Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Omgevingswet is voorzien.
|
N
Artikel 2.39, derde lid, onder b, komt als volgt te luiden:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 2.39 Speelgelegenheden
(…)
3. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 weigert de burgemeester de vergunning als:
(…)
b. de exploitatie van de
speelgelegenheid in strijd is met een geldend bestemmingsplan.
(…)
|
Artikel 2.39 Speelgelegenheden
(…)
3. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 weigert de burgemeester de vergunning als:
(…)
b. de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met het omgevingsplan.
(…)
|
O
Artikel 2.60, eerste lid, aanhef, wordt als volgt gewijzigd:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 2.60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren
1. Het is verboden op door het college ter voorkoming of opheffing van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:
(…)
|
Artikel 2.60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren
1. Het is verboden op door het college ter voorkoming of opheffing van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:
(…)
|
P
Artikel 2.71 komt als volgt te luiden:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 2.71 Definitie
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk:
a. Consumentenvuurwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in het Vuurwerkbesluit.
|
Artikel 2.71 Definitie
In deze afdeling wordt verstaan onder:
a. consumentenvuurwerk: vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.
|
Q
Artikel 2.80 wordt als volgt gewijzigd:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 2.80 Tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat
(…)
4. Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 kan de burgemeester een vergunning als bedoeld in het derde lid weigeren:
(…)
g. indien de vestiging of de exploitatie in strijd is met een geldend bestemmingsplan, een geldend ruimtelijk exploitatieplan, een geldende beheersverordening, een geldend voorbereidingsbesluit of de Wet milieubeheer.
(…)
7.Onverminderd het bepaalde in artikel 1.6 kan de burgemeester een vergunning als bedoeld in het derde lid intrekken of wijzigen indien:
(…)
j. de vestiging of de exploitatie in strijd is met een geldend bestemmingsplan, een geldend ruimtelijk exploitatieplan, een geldende beheersverordening, een geldend voorbereidingsbesluit, de Wet milieubeheer of een gebiedsplan.
(…)
|
Artikel 2.80 Tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat
(…)
4.Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 kan de burgemeester een vergunning als bedoeld in het derde lid weigeren:
(…)
g. indien de vestiging of de exploitatie in strijd is met het omgevingsplan.
(…)
7.Onverminderd het bepaalde in artikel 1.6 kan de burgemeester een vergunning als bedoeld in het derde lid intrekken of wijzigen indien:
(…)
j.
de vestiging of de exploitatie in strijd is met het omgevingsplan.
(…)
|
R
Artikel 3.7, eerste lid, onder j, wordt als volgt gewijzigd:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 3.7 Weigeringsgronden
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 wordt een vergunning geweigerd als:
(…)
j. de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf strijd zal opleveren met een geldend bestemmingsplan, een bestemmingsplan in ontwerp dat ter inzage is gelegd of een beheersverordening.
(…)
|
Artikel 3.7 Weigeringsgronden
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 wordt een vergunning geweigerd als:
(…)
j. de voorgenomen uitoefening van het
seksbedrijf strijd zal opleveren met het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan.
(…)
|
S
Artikel 3.9 eerste lid, onder g, wordt als volgt gewijzigd:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 3.9 Intrekkingsgronden
1. De vergunning wordt ingetrokken als:
(…)
g. de uitoefening van het seksbedrijf strijd oplevert met een geldend bestemmingsplan of een beheersverordening..
(…)
|
Artikel 3.9 Intrekkingsgronden
1. De vergunning wordt ingetrokken als:
(…)
g. de uitoefening van het seksbedrijf strijd oplevert met het omgevingsplan.
|
T
Artikel 4.1 komt te luiden:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 4.1 Definities
In deze afdeling wordt verstaan onder:
- collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen is verbonden;
- gevoelige gebouwen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1. van het Activiteitenbesluit milieubeheer;
- gevoelige terreinen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1. van het Activiteitenbesluit milieubeheer;
- houder van een inrichting: degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft;
- incidentele festiviteit: festiviteit of activiteit die gebonden is aan één of een klein aantal inrichtingen;
- inrichting : hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, met dien verstande dat de artikelen 4.2 en 4.3 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;
|
Artikel 4.1 Definities
In deze afdeling wordt verstaan onder:
- Activiteitenbesluit milieubeheer: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;
- collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen is verbonden;
- gevoelige gebouwen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1. van het Activiteitenbesluit milieubeheer;
- gevoelige terreinen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1. van het Activiteitenbesluit milieubeheer;
- houder van een inrichting: degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft;
- incidentele festiviteit: festiviteit of activiteit die gebonden is aan één of een klein aantal inrichtingen;
- inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4.2 en 4.3 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;
|
U
Artikel 4.6, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 4.6 Overige geluidhinder
(…)
3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit, het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Bouwbesluit 2012 of de provinciale milieuverordening.
(…)
|
Artikel 4.6 Overige geluidhinder
(…)
3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening.
(…)
|
V
Artikel 4.10, aanhef, onder f, komt als volgt te luiden:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 4.10 Definities
In deze afdeling wordt verstaan onder:
(…)
f. bebouwde kom: het als bebouwde kom aangewezen gebied op grond van artikel 4.1, aanhef en onder a, van de Wet natuurbescherming;
(…)
|
Artikel 4.10 Definities
In deze afdeling wordt verstaan onder:
(…)
f. bebouwde kom: het als bebouwde kom aangewezen gebied op grond van artikel 4.1, aanhef en onder a, van de Wet natuurbescherming, zoals dat artikel luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;
(…)
|
W
Artikel 4.11 komt als volgt te luiden:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 4.11 Kapverbod
(…)
3. Het verbod geldt verder niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet natuurbescherming.
(…)
5. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder c, onder i, blijft buiten toepassing voor zover het vellen tevens moet worden aangemerkt als het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, waarvoor krachtens een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit een omgevingsvergunning is vereist, mits de toetsingscriteria voor het verlenen van die omgevingsvergunning overeenkomen met de van toepassing zijnde criteria bedoeld in artikel 4.12a.
(…)
|
Artikel 4.11 Kapverbod
(…)
3. Het verbod geldt verder niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet.
(…)
5. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder c, onder i, blijft buiten toepassing voor zover het vellen tevens moet worden aangemerkt als het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, waarvoor krachtens het omgevingsplan een omgevingsvergunning is vereist, mits de toetsingscriteria voor het verlenen van die omgevingsvergunning overeenkomen met de van toepassing zijnde criteria bedoeld in artikel 4.12a.
(…)
|
X
Artikel 4.12 komt te vervallen.
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 4.12 Meldingen Wet natuurbescherming
Wanneer het bevoegd gezag voor de Wet natuurbescherming aan de gemeente meldt dat er een kapmelding op grond van de Wet natuurbescherming is ingediend, dragen burgemeester en wethouders er zorg voor dat van de ontvangst van deze melding kennis wordt gegeven in een of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze.
|
Artikel 4.12 Meldingen Wet natuurbescherming
(vervallen)
|
Y
Artikel 4.13 komt als volgt te luiden:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 4.13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen en dergelijke
1. Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
(…)
4. Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door of krachtens de Wet ruimtelijke ordening of de provinciale verordening.
|
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen en dergelijke
1. Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
(…)
4. Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.
|
Z
Artikel 4.15, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 4:15 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame
(…)
2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Activiteitenbesluit milieubeheer.
|
Artikel 4:15 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame
(…)
2. Het verbod is niet van toepassing in gevallen waarin een omgevingsvergunning is verleend en het gevaar en de hinder zijn betrokken bij de afweging.
|
Aa
Artikel 4.17 komt als volgt te luiden:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 4.17 Definitie
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
|
Artikel 4:17 Definitie
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
|
Ab
Artikel 4.18, eerste lid, komt te luiden:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 4.18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen
1. Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het bestemmingsplan, de beheersverordening, exploitatieplan of een voorbereidingsbesluit is bestemd of mede bestemd, of waarvoor bij een omgevingsvergunning van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken.
(…)
|
Artikel 4.18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen
1. Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.
(…)
|
Ac
Artikel 5.5, tweede lid, komt te luiden:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 5.5 Voertuigwrakken
(…)
2.Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer.
|
Artikel 5.5 Voertuigwrakken
(…)
2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.
|
Ad
Artikel 5.6, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 5.6 Parkeren kampeermiddelen en andere voertuigen(…)3. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het provinciaal wegenreglement of de provinciale landschapsverordening.
(…)
|
Artikel 5:6 Kampeermiddelen en andere voertuigen
(…)
3. Het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening.
(…)
|
Ae
Artikel 5.20, eerste lid, komt als volgt te luiden
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 5.20 Afbakeningsbepalingen
1. Artikel 5.18, eerste lid, is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of het provinciaal wegenreglement.
(…)
|
Artikel 5.20 Afbakeningsbepalingen
1. Artikel 5:18, eerste lid, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.
(…)
|
Af
Artikel 5.23, derde lid, komt als volgt te luiden:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 5.23 Organiseren van een snuffelmarkt
(…)
3. De burgemeester kan de vergunning weigeren wegens strijd met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.
(…)
|
Artikel 5.23 Organiseren van een snuffelmarkt
(…)
3. De burgemeester weigert de vergunning wegens strijd met het omgevingsplan.
(…)
|
Ag
Artikel 5.24, vijfde lid, wordt als volgt gewijzigd:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 5.24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
(…)
5. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Waterwet, de provinciale vaarwegenverordening, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Algemene verordening ondergrondse infrastructuur.
|
Artikel 5.24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
(…)
5. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.
|
Ah
Artikel 5.25, derde lid, komt als volgt te luiden:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 5.25 Ligplaats vaartuigen
(…)
3. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Woningwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet, de Provinciale vaarwegenverordening of deProvinciale landschapsverordening.
(…)
|
Artikel 5.25 Ligplaats vaartuigen
(…)
3. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, de Wet milieubeheer of het Binnenvaartpolitiereglement.
(…)
|
Ai
Artikel 5.28, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 5.28 Beschadigen van waterstaatswerken
(…)
2.Het verbod geldt niet als in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaart politiereglement, de Waterwet en de Provinciale vaarwegenverordening.
|
Artikel 5.28 Beschadigen van waterstaatswerken
(…)
2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement of de provinciale omgevingsverordening.
|
Aj
Artikel 5.32, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 5.32 Crossterreinen
(…)
3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het Besluit omgevingsrecht, de Zondagswet of het Besluit geluidproduktie sportmotoren.
|
Artikel 5.32 Crossterreinen
(…)
3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingswet, afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, de Zondagswet of het Besluit geluidproduktie sportmotoren.
|
Ak
Artikel 5.34 komt als volgt te luiden:
Bestaande tekst
|
Nieuwe tekst
|
Artikel 5.34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken
1.Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.
(…)
5. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚, van het Wetboek van Strafrecht of de Provinciale milieuverordening.
(…)
|
Artikel 5.34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken
1. Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.
(…)
5. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚, van het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.
(…)
|