Derde wijziging Algemene plaatselijke verordening

 

 

Besluit van de raad van de gemeente Papendrecht tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening

 

De raad van de gemeente Papendrecht;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2023;

 

gelet op de artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, 2.21, eerste lid, onder a en b, en 3.148, tweede lid, onder a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

 

Besluit:

 

Vast te stellen het navolgende:

 

Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening, 3e wijziging

 

Artikel I

De Algemene plaatselijke verordening wordt als volgt gewijzigd:

  • A.

    Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De begrippen worden in de alfabetische rangschikking geplaatst.

2. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

- beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

3. De definities van ‘bevoegd gezag’, ‘bouwwerk’ en ‘gebouw’ komen te luiden:

- bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

- bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

- gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

  • B.

    Aan artikel 1:2 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

3. Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

  • C.

    Aan artikel 1:4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

3. Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

  • D.

    Voor de bestaande tekst van artikel 1:5 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

  • E.

    Voor de bestaande tekst van artikel 1:6 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

  • F.

    Artikel 2:1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het is verboden op een openbare plaats deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te dringen, te vechten of door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot ongeregeldheden.

 

  • G.

    Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vijfde lid vervalt en de leden 6 en 7 worden vernummerd tot 5 en 6.

2. Het zesde lid (nieuw) komt te luiden:

6. Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

 

  • H.

    Artikel 2:11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede en vijfde lid vervallen en de leden 3 en 4 worden vernummerd tot 2 en 3.

2. Het derde lid (nieuw) komt te luiden:

3. Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

 

  • I.

    Artikel 2:12, vierde lid, komt te luiden:

4. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

 

  • J.

    Artikel 2:14, vierde lid, komt te luiden:

4.Het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet.

 

  • K.

    Artikel 2:21, tweede lid, komt te luiden:

2. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door hoofdstuk 10 van de Omgevingswet.

 

  • L.

    Artikel 2:25, eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

1. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. De aanvraag om een vergunning moet worden ingediend volgens een door de burgemeester beschikbaar gesteld formulier.

 

  • M.

    Artikel 2:25, derde lid wordt als volgt gewijzigd:

3. Geen vergunning is vereist voor een klein evenement, als de organisator ten minste tien werkdagen voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester. Een melding moet worden ingediend volgens een door de burgemeester beschikbaar gesteld formulier.

 

  • N.

    Artikel 2:26, tweede en derde lid vervalt.

 

  • O.

    Artikel 2:27, derde lid toegevoegd:

3. In deze afdeling wordt onder beheerder, een leidinggevende als bedoeld in de Alcoholwet verstaan.

 

  • P.

    Artikel 2:28 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het is verboden een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester. De aanvraag om een vergunning moet worden ingediend volgens een door de burgemeester beschikbaar gesteld formulier.

2. Vierde lid sub f wordt clubs- of buurthuizen en sub g wordt scholen.

3. Vijfde lid is nieuw toegevoegd: Bij geconstateerde overlast kan een exploitatie vergunningplicht worden opgelegd voor de in het vierde lid genoemde categorieën.

4. Negende lid nieuw toegevoegd en komt als volgende te luiden: Voor een bijbehorende terras is ook een exploitatievergunning vereist. Hierbij gelden de regels uit het terrassenbeleid.

5. Voormalige lid acht wordt lid tien.

 

  • Q.

    Artikel 2:28, tweede lid, komt te luiden:

2. De burgemeester weigert de vergunning als de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met het omgevingsplan.

 

  • R.

    Artikel 2:29, vierde lid, komt te luiden:

4. Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Omgevingswet is voorzien.

 

  • S.

    Artikel 2:35, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

4. De vergunning wordt aangevraagd door de exploitant. De aanvraag om een vergunning moet worden ingediend volgens een door de burgemeester beschikbaar gesteld formulier. Een aanvraag om een vergunning wordt ingediend door gebruikmaking van een door de burgemeester vastgesteld formulier. Bij de aanvraag om een vergunning wordt vermeld voor welke bedrijfsmatige activiteiten de vergunning wordt gevraagd, en worden in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden overgelegd:

 

  • T.

    Artikel 2:37a wordt als volgt gewijzigd:

De definitie van beheerder komt als volgt te luiden:

- De beheerder: de natuurlijke persoon, of de rechtspersoon die door de exploitant is aangesteld voor de feitelijke leiding van een kamerverhuurbedrijf;

 

  • U.

    Artikel 2:37b, tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

2. De aanvraag om een vergunning moet worden ingediend volgens een door de burgemeester beschikbaar gesteld formulier.

 

  • V.

    Artikel 2:39, derde lid, onder b, komt te luiden:

b. de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met het omgevingsplan.

 

  • W.

    Artikel 2:47a Verbod gebruik lachgas komt te vervallen;

 

  • X.

    Artikel 2:50a Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties komt te vervallen;

 

  • Y.

    Artikel 2:57, vierde lid komt te luiden:

4. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod indien er sprake is van een aantoonbare handicap bij de eigenaar of hond waardoor het aanlijnen van de hond niet mogelijk is.

 

  • Z.

    Artikel 2:58, vierde lid komt te luiden:

4. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod indien er sprake is van een aantoonbare handicap bij de eigenaar waardoor het verwijderen van de uitwerpselen niet mogelijk is.

 

  • AA.

    Artikel 2:60, eerste lid, aanhef, komt te luiden:

1. Het is verboden op door het college ter voorkoming of beëindiging van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:

 

  • AB. Artikel 2:60a wordt toegevoegd Verbod voeren van dieren op openbare plaats:

1.Het is verboden om, op door het college aan te wijzen locatie, dieren te voeren indien:

a. er door de frequente aanwezigheid van dieren problemen ontstaan door de uitwerpselen;

b. er door de aanwezigheid van voer ook dieren aangetrokken worden die minder gewenst zijn.

 

  • AC. Artikel 2:71 komt te luiden:

Artikel 2:71 Definitie

In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

 

  • AD. Artikel 2:79, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt of tegen betaling in gebruik geeft, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

 

  • AE. Artikel 3:13, eerste lid, onder b, komt te luiden:

b. de vestiging of de exploitatie van de seksinrichting of het escortbedrijf in strijd is met

het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan.

 

  • AF. Artikel 3:13A, eerste lid, onder g, komt te luiden:

g. de uitoefening van het seksbedrijf strijd oplevert met het omgevingsplan.

 

  • AG. Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

- Activiteitenbesluit milieubeheer: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

2. De definitie van ‘inrichting’ komt te luiden:

- inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

 

  • AH. Artikel 4:5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onder c, komt te luiden:

c. de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft, gelden in geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onder d, van het Besluit geluidhinder, zoals die wet en dat besluit luidden direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

2. Het vierde lid komt te luiden:

4. Als versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is dit artikel niet van toepassing.

 

  • AI. Artikel 4:6, derde lid, komt te luiden:

3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening.

 

  • AJ. Artikel 4:13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

1. Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of beëindiging van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

2. Het derde lid komt te luiden:

3. Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

 

  • AK. Artikel 4:15, tweede lid, komt te luiden:

2. Het verbod is niet van toepassing in gevallen waarin een omgevingsvergunning is verleend en het gevaar en de hinder zijn betrokken bij de afweging.

 

  • AL. Artikel 4:17 komt te luiden:

Artikel 4:17 Definitie

In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

 

  • AM. Artikel 4:18, eerste lid, komt te luiden:

1. Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

 

  • AN. Artikel 5:5, tweede lid, komt te luiden:

2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.

 

  • AO. Artikel 5:6, derde lid, komt te luiden:

3. Het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening.

 

  • AP. Artikel 5:10 Parkeren of laten stilstaan van voertuigen anders dan op de rijbaan komt te vervallen

 

  • AQ. Artikel 5:12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of beëindiging van overlast of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.

 

  • AR. Artikel 5:13, derde lid, onder a en b, komt te luiden:

a. in besloten kring;

b. die is ingedeeld in het door het CBF vastgestelde collecte- en wervingsrooster;

 

  • AS. Artikel 5:18, tweede lid, komt te luiden:

2. Het college weigert de vergunning wegens strijd met het omgevingsplan.

 

  • AT. Artikel 5:20, eerste lid, komt te luiden:

1. Artikel 5:18, eerste lid, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

 

  • AU. Artikel 5:24 komt te luiden:

1. Het is verboden zonder vergunning van het college een voorwerp, niet zijnde een voorwerp als bedoeld in het tweede lid of een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben.

2. Het is verboden op, in of boven openbaar water voorwerpen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard te plaatsen, aan te brengen of te hebben, als deze door hun omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.

3. De verboden zijn niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

 

  • AV. Artikel 5:28, tweede lid, komt te luiden:

2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement of de provinciale omgevingsverordening.

 

  • AW. Artikel 5:30, tweede lid, komt te luiden:

2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de provinciale omgevingsverordening of het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet.

 

  • AX. Artikel 5:32, derde lid, komt te luiden:

3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingswet, afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, de Zondagswet of het Besluit geluidproduktie sportmotoren.

 

  • AY. Artikel 5:33, vierde lid, onder b, komt te luiden:

b. binnen de bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel.

 

  • AZ. Artikel 5:34 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

2. Het vijfde lid komt te luiden:

5. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚, van het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

 

Artikel II

Dit besluit wordt aangehaald als "Derde wijziging Algemene plaatselijke verordening".

 

Artikel III

1. Dit besluit treedt in werking op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt.

2. In afwijking van het eerste lid treden de onderdelen AG en AH van artikel I in werking op de dag direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 december 2023,

De griffier, de voorzitter,

G.A. van Egmond, M.J.M. van Driel

Naar boven