Paragraaf 2.1
|
Algemene bepalingen
|
Tarief 2024
|
Tarief 2023
|
Artikel 2.1
|
Definities
|
|
|
1.
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
2.
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
|
3.
|
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:
- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;
- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;
- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.
|
|
|
4.
|
In afwijking en in aanvulling op lid 3 worden de bouwkosten als volgt bepaald:
1.De bouwkosten worden bepaald aan de hand van de digitale bouwkostenberekeningsmodule Casadata. Bij de berekening wordt uitgegaan van het prijsniveau op de datum van aanvraag.
2. indien het bouwwerk/de bouwwerken niet in de module staat(n) vermeld, of deze module niet beschikbaar is, zullen de bouwkosten ambtshalve worden vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met wat de bouwkosten zouden zijn voor zo goed mogelijk vergelijkbare werken volgens hetgeen onder 1 is opgenomen.
3. Indien het bedrag niet op basis van onderdeel 1 of 2 bepaald kan worden: Het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012;Stcrt. 2012, 1567), of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen
|
|
|
Artikel 2.2
|
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
|
a.
|
omgevingsoverleg;
|
|
|
b.
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
|
c.
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
|
d.
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
|
e.
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
|
f.
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
|
g.
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
|
h.
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
|
Artikel 2.3
|
Bepalen tarief
|
|
|
1.
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
|
2.
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
|
3.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.11.
|
|
|
4.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
|
5.
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
|
6.
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
Paragraaf 2.2
|
Voorfase
|
|
|
Artikel 2.4
|
Omgevingsoverleg
|
|
|
1.
|
Als de principe-aanvraag betrekking heeft op een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
|
|
a.
|
In behandeling nemen van een principe -aanvraag
|
€ 250,00
|
€ 500,00
|
1.
|
voor het behandelen op de intaketafel voorzover van toepassing, eenvoudige strijdigheid met omgevingsplan
|
€ 500,00
|
-
|
2.
|
voor het behandelen op de omgevingstafel voorzover van toepassing, complexe strijdigheid met omgevingsplan
|
€ 2.500,00
|
-
|
|
per in te schakelen (externe) adviseur verhoogd met:
|
€ 250,00
|
-
|
Artikel 2.4.1
|
Andere in dit hoofdstuk opgenomen diensten
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een omgevingsoverleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het omgevingsoverleg vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten.
|
|
|
Paragraaf 2.3
|
Bouwactiviteiten
|
|
|
Artikel 2.5
|
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
indien de bouwkosten € 0 tot € 25.000 bedragen:
|
1,3%
|
-
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 200,00
|
-
|
b.
|
indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:
|
1,18%
|
-
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 325,00
|
-
|
c.
|
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen:
|
0,8%
|
-
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 619,00
|
-
|
d.
|
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 2.500.000 bedragen:
|
1,06%
|
-
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 1.819,00
|
-
|
e.
|
indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen:
|
0,81%
|
-
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 26.256,00
|
-
|
|
en een maximum van:
|
€ 400.000
|
-
|
Artikel 2.6
|
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
1.
|
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
a.
|
indien de bouwkosten € 0 tot € 25.000 bedragen:
|
3,90%
|
3,75%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 500,00
|
€ 500,00
|
b.
|
indien de bouwkosten € 25.000 tot € 50.000 bedragen:
|
3,53%
|
3,25%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 975,00
|
€ 937,50
|
c.
|
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 200.000 bedragen:
|
2,40%
|
1,75%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 1.856,00
|
€ 1.750,00
|
d.
|
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 2.500.000 bedragen:
|
3,19%
|
2,80%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 5.456,00
|
€ 4.375,00
|
e.
|
indien de bouwkosten € 2.500.000 of meer bedragen:
|
2,44%
|
1,80%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 78.768,00
|
€ 68.775,00
|
|
en een maximum van:
|
€ 400.000,00
|
€ 400.000,00
|
2.
|
De tarieven genoemd onder lid 1 worden in voorkomende gevallen verhoogd als volgt:
|
|
|
a.
|
als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:
|
€ 118,35
|
-
|
3.
|
Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) het tarief verhoogd met:
|
|
|
a.
|
indien de aanvraag is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4:
|
|
|
1.
|
voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage A:
|
€ 641,25
|
€ 673,30
|
2.
|
voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder 1:
|
€ 7.079,30
|
€ 7.433,25
|
b.
|
Indien de aanvraag niet is voorafgegaan door een omgevingsoverleg zoals bedoeld in artikel 2.4 worden de tarieven genoemd in het voorgaande lid vermeerderd met de tarieven zoals opgenomen in artikel 2.4:
|
€ 1.000,00
|
-
|
Artikel 2.7
|
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit
|
€ 652,75
|
€ 646,30
|
Paragraaf 2.4
|
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
|
Artikel 2.8
|
Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de gemeentelijke Erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:
|
|
|
|
1˚ voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument danwel het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht::
|
€ 230,70
|
€ 228,45
|
2.
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de gemeentelijke Erfgoedverordening is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
|
|
|
a.
|
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en
|
|
|
b.
|
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.
|
|
|
|
Indien de activiteit bestaat uit maatregelen ter verduurzaming van het monument als bedoeld in bijlage 1 van deze tarieventabel, vinden de leges onder lid 2.8.1.a van dit artikel geen toepassing. (Groene leges)
|
|
|
Artikel 2.9
|
Rijksmonumentenactiviteit
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument danwel het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 462,00
|
€ 457,45
|
b.
|
Indien de activiteit bestaat uit maatregelen ter verduurzaming van het monument als bedoeld in bijlage 1 van deze tarieventabel, vinden de leges onder lid a van dit artikel geen toepassing.
|
€ 0,00
|
|
Artikel 2.10
|
Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht (gereserveerd)
|
|
|
Artikel 2.11
|
Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed (gereserveerd)
|
|
|
Paragraaf 2.5
|
Milieubelastende activiteiten
|
|
|
Artikel 2.12
|
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 2.591,00
|
-
|
2.
|
In afwijking van 2.12 lid 1 als het gaat om een activiteit voor het installeren van een gesloten bodemenergiesysteem is een tarief verschuldigd van:
|
€ 1.036,40
|
-
|
Artikel 2.13
|
Overige milieubelastende activiteiten (afdeling 3.2 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.886,50
|
-
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 7.125,25
|
-
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 9.716,25
|
-
|
Paragraaf 2.6
|
Lozingsactiviteiten
|
|
|
Artikel 2.21
|
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit (gereserveerd)
|
|
|
Artikel 2.22
|
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 530,40
|
-
|
Paragraaf 2.7
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
Artikel 2.23
|
Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (gereserveerd)
|
|
|
Artikel 2.24
|
Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (gereserveerd)
|
|
|
Artikel 2.25
|
Omgevingsplanactiviteit: geluid weg
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 1.242,89
|
€ 1.128,60
|
Artikel 2.26
|
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 108,75
|
€ 107,70
|
Artikel 2.27
|
Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 435,20
|
€ 430,90
|
Artikel 2.28
|
Omgevingsplanactiviteit: aanlegactiviteiten
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a.
|
voor een omgevingsplanactiviteit:
|
€ 285,55
|
€ 282,75
|
|
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:
|
|
|
b.
|
voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 994,50
|
-
|
Paragraaf 2.8
|
Overige activiteiten
|
|
|
Artikel 2.29
|
Omgevingsplanactiviteit: Alarminstallatie (gereserveerd)
|
|
|
Artikel 2.30
|
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 108,75
|
€ 107,70
|
Artikel 2.31
|
Omgevingsplanactiviteit: reclame (gereserveerd)
|
|
|
Artikel 2.32
|
Omgevingsplanactiviteit: [opslag van roerende zaken OF objecten plaatsen op de weg] GERESERVEERD
|
|
|
Artikel 2.33
|
Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen (gereserveerd)
|
|
|
Artikel 2.34a
|
Omgevingsplanactiviteit: Geluidwaarde
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit betreffende het vaststellen van een hogere geluidwaarde als bedoeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving
|
€ 1.500,00
|
€ 1.185,00
|
Artikel 2.34b
|
Andere activiteiten
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:
|
|
|
a.
|
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 1.060,80
|
€ 269,30
|
b.
|
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
1.
|
voor een omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 530,40
|
€ 269,30
|
2.
|
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:
|
€ 1.060,80
|
€ 269,30
|
Paragraaf 2.9
|
Maatwerkvoorschriften
|
|
|
Artikel 2.35
|
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
|
a.
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
|
|
|
1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
|
|
|
2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
|
|
|
3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of
|
|
|
4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
|
|
|
per maatwerkvoorschrift:
|
€ 530,40
|
-
|
b.
|
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 530,40
|
-
|
Artikel 2.36
|
Maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
|
1.
|
Bij een aanvraag om maatwerkvoorschrift(-en) of een vergunningvoorschrift krachtens artikel 4.5 van de Omgevingswet bedraagt het tarief bij
|
|
|
a.
|
één maatwerkvoorschrift:
|
€ 2.591,00
|
-
|
b.
|
twee of meer maatwerkvoorschriften, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid, de som van het tarief onder a en per extra maatwerkvoorschrift:
|
€ 1.295,50
|
-
|
Artikel 2.37
|
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 530,40
|
-
|
Paragraaf 2.10
|
Gelijkwaardigheid
|
|
|
Artikel 2.38
|
Gelijkwaardige maatregel
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
|
a.
|
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:
|
€ 530,40
|
-
|
b.
|
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:
|
€ 530,40
|
-
|
c.
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:
|
€ 2.591,00
|
-
|
d.
|
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c:
|
€ 530,40
|
-
|
Paragraaf 2.11
|
Overige tarieven
|
|
|
Artikel 2.39
|
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
€ 530,40
|
-
|
Artikel 2.40
|
Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
|
|
|
Artikel 2.41
|
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning voor de milieubelastende activiteit:
|
€ 2.591,00
|
-
|
Artikel 2.42
|
Intrekken omgevingsvergunning (gereserveerd)
|
|
|
Artikel 2.43
|
Beoordeling aanvullende gegevens (gereserveerd)
|
|
|
Artikel 2.44
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of van het nemen van een ander besluit.
|
|
|
Artikel 2.45
|
Wijzigen van het omgevingsplan
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:
|
€ 12.000,00
|
€ 12.325,20
|
Artikel 2.46
|
Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€ 271,95
|
-
|
Paragraaf 2.12
|
Modaliteiten
|
|
|
Artikel 2.47
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:
|
10,00%
|
10,00%
|
|
met een minimum van € 100,00 en een maximum van € 1.000,00
|
|
|
Artikel 2.48
|
Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
|
a.
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
€ 3.238,75
|
-
|
b.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 1.060,80
|
-
|
c.
|
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:
|
€ 1.060,80
|
-
|
Artikel 2.49
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
|
a.
|
een milieukundig bodemrapport:
|
€ 473,48
|
€ 250,00
|
b.
|
een archeologisch bodemrapport:
|
€ 473,48
|
€ 250,00
|
c.
|
een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:
|
€ 473,48
|
€ 250,00
|
d.
|
een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:
|
€ 473,48
|
€ 250,00
|
e.
|
een ecologisch onderzoeksrapport:
|
€ 473,48
|
€ 250,00
|
f.
|
een milieueffectrapportage (MER):
|
€ 8.246,48
|
-
|
g.
|
Een verkeer- en parkeeronderzoek
|
€ 473,48
|
€ 250,00
|
h.
|
Onderzoek EV
|
€ 265,20
|
€ 250,00
|
i.
|
een aanmeldnotitie MER
|
€ 265,20
|
€ 250,00
|
j.
|
een goede onderbouwing van de effecten op de fysieke leefomgeving (Goflo)
|
€ 265,20
|
€ 250,00
|
k.
|
een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:
|
€ 265,20
|
€ 250,00
|
Artikel 2.50
|
Advies
|
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
|
a.
|
voor een advies van de gemeenteraad:
|
€ 296,20
|
€ 296,20
|
b.
|
voor elk advies van de gemeentelijke adviescommissie dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:
|
€ 252,50
|
€ 250,00
|
c.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie dat uitsluitend betrekking heeft op het aspect monumenten
|
€ 252,50
|
€ 250,00
|
d.
|
voor een advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen
|
€ 825,00*
|
€ 1.016,40
|
e.
|
voor een advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen en hiertoe een bedrijfsbezoek wordt afgelegd
|
€ 890,00*
|
€ 1.098,95
|
f.
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met e:
|
|
|
|
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Artikel 2.51
|
Advies met instemming
|
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
|
a.
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
|
|
2.
|
Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Paragraaf 2.13
|
Vermindering
|
|
|
Artikel 2.52
|
Vermindering na omgevingsoverleg
|
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:
|
100%
|
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.
|
|
|
2.
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
|
|
|
a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;
|
|
|
b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en
|
|
|
c. binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.
|
|
|
Artikel 2.53
|
Vermindering bij meervoudige aanvraag (gereserveerd)
|
|
|
Paragraaf 2.14
|
Teruggaaf
|
|
|
Artikel 2.54
|
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
50%
|
-
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
|
Artikel 2.55
|
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
75%
|
€ 269,30
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges, waarbij het minimale bedrag aan leges van € 256,50 blijft verschuldigd
|
|
|
Artikel 2.56
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
50%
|
-
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, waarbij een minimaal bedrag aan leges van € 384,60 blijft verschuldigd
|
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
25%
|
-
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, waarbij een minimaal bedrag aan leges van € 384,60 blijft verschuldigd
|
|
|
Artikel 2.57
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen dertien weken na de indiening van de aanvraag:
|
50%
|
-
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, waarbij een minimaal bedrag aan leges van € 384,60 blijft verschuldigd
|
|
|
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf dertien weken na de indiening van de aanvraag:
|
25%
|
-
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges, waarbij een minimaal bedrag aan leges van € 384,60 blijft verschuldigd
|
|
|
Artikel 2.58
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
5%
|
-
|
|
van de verschuldigde leges voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken, waarbij een minimaal bedrag aan leges van € 384,60 blijft verschuldigd
|
|
|
Artikel 2.59
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
5%
|
-
|
|
van de verschuldigde leges voor de activiteit waarvoor de aanvraag is geweigerd, waarbij een minimaal bedrag aan leges van € 384,60 blijft verschuldigd
|
|
|
b.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
Artikel 2.60
|
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.
|
|
|
Artikel 2.61
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
|
Een bedrag minder dan € 50,00 wordt niet teruggegeven.
|
|
|