Gemeenteblad van Waalwijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waalwijk | Gemeenteblad 2023, 561879 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waalwijk | Gemeenteblad 2023, 561879 | beleidsregel |
Beleidslijn Wet Bibob gemeente Waalwijk 2023
De Burgemeester en het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Waalwijk, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
Overwegende dat de “Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur” hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze Wet voortvloeiende bevoegdheden;
Gelet op het bepaalde in de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 3, 27, 30a en 31 van de Alcoholwet, artikelen 5.1, 5.4, 4.4 tweede lid, 5.31, 5.40 van de Omgevingswet, en de artikelen 2:28, 2:84, en 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Waalwijk.
Onder intrekking van de “Beleidslijn Wet Bibob gemeente Waalwijk 2021”, welke in werking is getreden op 16 november 2021, vast te stellen de onderhavige “Beleidslijn Wet Bibob gemeente Waalwijk 2023”
Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen
De gemeente beoogt met toepassing van de Wet te voorkomen dat zij criminele activiteiten faciliteert waardoor de veiligheid, leefbaarheid, de rechtsorde of de bestuurlijke slagkracht wordt aangetast.
Artikel 3. Risico- gebieden en branches
Het bestuursorgaan kan risico- gebieden en/of branches aanwijzen waarbinnen de Wet integraal wordt toegepast. Het gaat hierbij om gebieden of branches die extra aandacht behoeven voor wat betreft leefbaarheid en veiligheid. Daarbij gaat het zowel om aanvragen van nieuwe beschikkingen en overheidsopdrachten, als houders van bestaande beschikkingen en contractpartijen en lopende overheidsopdrachten.
Hoofdstuk 2. Toepassingsbereik
Artikel 5. Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen
Artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Waalwijk (exploitatievergunning horecabedrijf) voor zover niet al een Bibob-onderzoek verricht wordt op grond van het genoemde onder a, indien sprake is van een nieuwe onderneming, de overname van een bestaande onderneming, de overname van (de meerderheid van) de aandelen van een bestaande onderneming of wijziging van de rechtsvorm van de onderneming, dan wel een verlenging van de vergunning.
Artikel 2:39 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Waalwijk (speelgelegenheden) indien sprake is van een nieuwe onderneming, de overname van een bestaande onderneming, de overname van (de meerderheid van) de aandelen van een bestaande onderneming of wijziging van de rechtsvorm van de onderneming, dan wel de verlenging van de vergunning.
Artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Waalwijk (exploitatievergunning seksinrichting, escortbedrijf), indien sprake is van een nieuwe onderneming, de overname van een bestaande onderneming, de overname van (de meerderheid van) de aandelen van een bestaande onderneming of wijziging van de rechtsvorm van de onderneming, dan wel de verlenging van de vergunning.
Artikel 2:84 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Waalwijk (smartshops, headshops, growshops, belshops/belwinkels en internetcafés) indien sprake is van een nieuwe onderneming, de overname van een bestaande onderneming, de overname van (de meerderheid van) de aandelen van een bestaande onderneming of wijziging van de rechtsvorm van de onderneming, dan wel de verlenging van de vergunning.
Het bestuursorgaan past de Wet altijd toe bij een aanvraag om een beschikking op basis van artikel 5.1 lid 2 sub b van de Omgevingswet (omgevingsvergunning milieubelastende activiteit). De toepassing blijft in beginsel beperkt tot ondernemingen uit de volgende branches: metaal, reinigen tanks, afvalstoffen.
In de situatie dat een aanvrager in de periode van 12 maanden voorafgaand aan de aanvraag, een vergunning heeft aangevraagd bij de gemeente waarbij het Bibob-vragenformulier al is ingediend, hoeft niet het gehele vragenformulier opnieuw ingevuld te worden, maar kan volstaan worden met het invullen van een aantal specifieke vragen op het Bibob-vragenformulier.
Artikel 6. Toepassing in bijzonder situaties bij aanvragen om een beschiking
indien sprake is van ambtelijke informatie en/of informatie van een of meerdere partners van het samenwerkingsverband RIEC die een aanleiding vormen om te vermoeden dat de beschikkingen van de in artikel 5 genoemde categorieën, mede zullen, worden gebruikt om uit strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, en/of strafbare feiten te plegen;
Hoofdstuk 3. Privaatrechtelijke transacties
Artikel 8. Toepassingsbereik vastgoedtransacties
Het bestuursorgaan kan de Wet toepassen met betrekking tot vastgoedtransacties als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet waarbij het bestuursorgaan betrokken is. Bij de start van de onderhandelingen daartoe, zal het bestuursorgaan de wederpartij ervan in kennis stellen dat een Bibob-onderzoek onderdeel kan uitmaken van de procedure.
Het uitvoeren van een Bibob-onderzoek kan daarnaast ook gebaseerd zijn op eigen ambtelijke informatie en/of informatie verkregen van het Landelijk Bureau Bibob en/of informatie verkregen van een of meerdere partners van het samenwerkingsverband RIEC en/of de door het Openbaar Ministerie gedane verwijzing naar de mogelijkheid tot het vragen van een advies bij het Landelijk Bureau ingevolge artikel 26 van de Wet.
Artikel 9. Toepassingsbereik bij aanbestedingen
Het bestuursorgaan kan de Wet toepassen, ten aanzien van een inschrijver of onderaannemer in de zin van de Wet, bij overheidsopdrachten die vallen binnen de begripsbepaling zoals die is opgenomen in artikel 1.1 van de Aanbestedingswet 2021 en die, conform het gemeentelijk inkoop- en aanbestedingsbeleid, nationaal dan wel Europees worden aanbesteed.
Het uitvoeren van een Bibob-onderzoek kan daarnaast ook gebaseerd zijn op eigen ambtelijke informatie en/of informatie verkregen van het Landelijk Bureau en/of informatie verkregen van een of meerdere partners van het samenwerkingsverband RIEC en/of de door het Openbaar Ministerie gedane verwijzing naar de mogelijkheid tot het vragen van een advies bij het Landelijk Bureau ingevolge artikel 26 van de Wet.
Artikel 10. Vragenformulier & actieve informatieplicht betrokkene(n)
In alle gevallen, zoals omschreven in de hoofdstukken 2 en 3, moet betrokkene, naast de reguliere aanvraag- en/of vragenformulieren c.q. inschrijfformulieren, ook het Bibob-vragenformulier invullen en samen met de bijbehorende bijlagen inleveren. De Bibob-vragenformulieren bevatten in elk geval vragen die het bestuursorgaan zo goed mogelijk in staat stellen om het eigen onderzoek, als bedoeld in artikel 7a van de Wet, te kunnen verrichten.
De weigering om het in het eerste lid bedoelde Bibob-vragenformulier volledig in te vullen en te voorzien van de daarin gevraagde gegevens en bescheiden, levert een grondslag op om de aanvraag buiten behandeling te laten respectievelijk de beschikking in te trekken, de inschrijver uit te sluiten dan wel een vastgoedtransactie niet aan te gaan en/of de onderhandelingen af te breken of bij een reeds gesloten overeenkomst deze te ontbinden of op te schorten.
Indien wordt geconstateerd dat er feiten en omstandigheden aanwezig zijn die erop wijzen, dan wel redelijkerwijs doen vermoeden dat ter verkrijging of behoud van de aangevraagde, dan wel reeds gegeven beschikking een strafbaar feit is gepleegd kan door het Bestuursorgaan aangifte worden gedaan van dit strafbare feit.
het verzamelen, bewerken en analyseren van informatie die al dan niet door middel van de in het voorgaande artikelen bedoelde aanvraag en Bibob-vragenformulier en de daarbij te voegen gegevens en bescheiden is verstrekt door de betrokkene en de gegevens die zijn verkregen uit informatiebronnen die het Bestuursorgaan bij of krachtens de Wet kan raadplegen.
Indien het eigen onderzoek onvoldoende uitsluitsel geeft over de integriteit van de betrokkene en daarmee de mate van het gevaar op misbruik van de gevraagde, dan wel verleende vergunning, kan het bestuursorgaan een advies, als bedoeld in artikel 9 van de Wet, aanvragen bij het Landelijk Bureau Bibob. Een dergelijk advies zal worden gevraagd indien:
na afronding van het eigen onderzoek vragen dan wel onduidelijkheden blijven bestaan over omstandigheden in de persoon van de aanvrager of vergunninghouder en/of daarmee in verband te brengen betrokkene(n), de financier(s) van de betreffende activiteiten en/of onderneming of de eigenaar van het pand waarin de onderneming is gevestigd;
Het Bestuursorgaan informeert betrokkene schriftelijk over een adviesaanvraag aan het Landelijk Bureau Bibob, als bedoeld in artikel 32 van de Wet. Betrokkene wordt daarbij ook gewezen op de opschorting van de beslistermijn waarbinnen de beschikking moet worden gegeven als bedoeld in artikel 31 van de Wet.
Indien het bestuursorgaan een advies aanvraagt wordt, op grond van artikel 31 van de Wet, de wettelijke termijn waarbinnen de beschikking moet worden gegeven, opgeschort voor de duur van de periode die begint met de dag waarop het advies is aangevraagd en eindigt met de dag waarop dat advies is ontvangen, met dien verstande dat deze opschorting niet langer duurt dan de termijn, zoals genoemd in artikel 15 van de Wet.
De verlenging van de adviestermijn van het Landelijk Bureau Bibob, alsmede eventuele tijdelijke opschorting van de adviestermijn van het Landelijk Bureau Bibob in de gevallen als bedoeld in artikel 15, tweede lid, van de Wet, leiden tot een verdere opschorting van de wettelijke beslistermijn op de beschikking.
Artikel 15. Verbinden aanvullende voorschriften
Het Bestuursorgaan heeft, in de situatie dat sprake is van een mindere van mate van gevaar, als bedoeld in artikel 3, zevende lid van de Wet, of de ernst van de strafbare feiten weigering of intrekking van de vergunning niet rechtvaardigt, de bevoegdheid om voorschriften te verbinden aan de beschikking.
Artikel 16. Zienswijzemogelijkheid
Indien het bestuursorgaan, op basis van eigen onderzoek of het advies van het Landelijk Bureau Bibob, voornemens is om een beschikking te weigeren, in te trekken of hieraan voorschriften te verbinden, stelt hij alvorens tot zodanige besluitvorming over te gaan, de betrokkene overeenkomstig artikel 33, eerste lid van de Wet in de gelegenheid zijn zienswijzen naar voren te brengen.
Het bestuursorgaan heeft bij de voorbereiding van de besluitvorming, op grond van artikel 28, tweede lid aanhef en onder sub a van de Wet, de bevoegdheid een afschrift van het advies van het Landelijk Bureau Bibob aan de betrokkene te verstrekken. Het bestuursorgaan wijst de betrokkene daarbij schriftelijk op de geheimhoudingsplicht op grond van artikel 28, eerste lid van de Wet.
Ook een derde die in de voorgenomen beschikking wordt genoemd en niet de betrokkene is, wordt overeenkomstig artikel 33, eerste lid van de Wet in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijzen naar voren te brengen. Het bestuursorgaan heeft ook ten aanzien van deze derde, de bevoegdheid een afschrift van het advies van het Landelijk Bureau Bibob aan de betrokkene(n) te verstrekken. Het afschrift van het advies dat aan deze derde wordt verstrekt bevat echter uitsluitend de hem betreffende gegevens.
Na ontvangst van de zienswijzen worden deze door het bestuursorgaan beoordeelt en zal besluitvorming plaatsvinden. Indien het bestuursorgaan in de gegeven zienswijzen geen aanleiding ziet van zijn voorgenomen besluit af te wijken zal het bestuursorgaan besluiten de gevraagde beschikking te weigeren, de reeds gegeven beschikking in te trekken of voorschriften te verbinden aan de beschikking.
Deze beleidslijn is van toepassing op alle aanvragen als bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van deze beleidslijn, ontvangen vanaf de dag van inwerkingtreding.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-561879.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.