Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

De raad van de gemeente Rijssen-Holten

 

overwegingen:

 

  • -

    gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders ‘belastingvoorstellen 2024’ en de ‘nota Kostprijzen en Tarieven 2024’ van 10 november 2023;

  • -

    gelet op de artikelen 156, lid 1 en 2, aanhef en onderdeel h, en 229, lid 1, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, lid 2, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

  • -

    gezien de behandeling in de commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken en Middelen van 4 december 2023;

besluit:

 

de verordening op de heffing en de invordering van leges 2024 (Legesverordening Rijssen-Holten 2024) vast te stellen.

Artikel 1. Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van 7 dagen.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4. Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen 3 maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart;

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.19 (papieren verstrekkingen uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.27, onder a (verklaringen omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.33 (Wet op de kansspelen).

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

 

Daarnaast is het college van burgemeester en wethouders bevoegd tot het vaststellen en het wijzigen van de bouwkostennormen zoals bedoeld in artikel 2.1.5 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Legesverordening Rijssen-Holten 2023’ van 15 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, lid 2, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, lid 2, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Legesverordening Rijssen-Holten 2024’.

besluit genomen in de openbare vergadering van de raad van Rijssen-Holten op 21 december 2023

G.H. Veerman

griffier

J.C.R. van Houdt

voorzitter

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Rijssen-Holten 2024, besluitnummer 2023-0101

 

 

HOOFDSTUK 1

ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1

Burgerlijke stand

Artikel 1.1

Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in het gemeentehuis van Rijssen:

1.1.a

op maandag en woensdag tussen 9.30 en 17.00 uur en op dinsdag, donderdag en vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur:

501,00

1.1.b

op een andere dag, of een ander tijdstip, behoudens op maandag en woensdag tussen 9.00 en 9.30 uur:

747,00

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap in 1 van de overige door de gemeente aangewezen locaties

1.1.c

op maandag tot en met vrijdag tussen 10.00 en 17.00 uur:

419,00

1.1.d

op een andere dag of een ander tijdstip:

665,00

N.B. de huur voor de overige locaties moet op de locatie zelf worden voldaan.

Artikel 1.2

Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

De tarieven bedragen voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in het gemeentehuis van Rijssen:

1.2.a

op maandag en woensdag tussen 9.30 en 17.00 uur en op dinsdag, donderdag en vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur:

501,00

1.2.b

op een andere dag, of een ander tijdstip, behoudens op maandag en woensdag tussen 9.00 en 9.30 uur:

747,00

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een gerigistreerd partnerschap in een huwelijk in 1 van de overige door de gemeente aangewezen locaties

1.2.c

op maandag tot en met vrijdag tussen 10.00 en 17.00 uur:

419,00

1.2.d

op een andere dag of een ander tijdstip:

665,00

N.B. de huur voor de overige locaties moet op de locatie zelf worden voldaan.

Artikel 1.8

Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.8.a

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering:

42,20

1.8.b

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering:

50,00

Paragraaf 1.2

Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9

Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

1.9.a

een nationaal paspoort:

1.9.a.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

83,85

1.9.a.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

63,40

1.9.b

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

1.9.b.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

83,85

1.9.c.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

63,40

1.9.c

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.9.c.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

83,85

1.9.c.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

63,40

1.9.d

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

63,40

Artikel 1.10

Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

1.10.a

een Nederlandse identiteitskaart:

1.10.a.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

75,80

1.10.a.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

40,90

1.10.b

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

36,90

Artikel 1.11

Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.11.a

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

57,05

Paragraaf 1.3

Rijbewijzen

Artikel 1.12

Rijbewijzen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

51,10

Artikel 1.13

Modaliteiten

1.13.1

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt:

1.13.1.a

bij een spoedlevering vermeerderd met:

39,65

1.13.1.b

bij een aanvraag in verband met beschadiging of vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met:

25,55

1.13.2

De verhogingen genoemd in het eerste lid zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd.

Paragraaf 1.4

Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14

Definities

1.14.1

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.14.2

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

Artikel 1.15

Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.15.a

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking of (gezins-)uittreksel:

8,55

Artikel 1.16

Verstrekking van aangehaakte gegevens

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.16.a

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking of (gezins-)uittreksel:

8,55

Artikel 1.17

Schriftelijke verstrekking

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

7,50

Artikel 1.18

Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

1.18.1

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

25,60

1.18.2

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 1.5

Bestuursstukken

N.V.T.

Paragraaf 1.6

Vastgoedinformatie

N.V.T.

Paragraaf 1.7

Overige publiekszaken

Artikel 1.25

Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.25.a

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

41,35

1.25.b

tot het legaliseren van een handtekening:

8,55

Paragraaf 1.8

Gemeentearchief

Artikel 1.26

Naspeuringen in gemeentearchief

1.26.1

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

25,60

1.26.2

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 1.9

Bijzondere wetten

Artikel 1.30

Leegstandwet

1.30.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

1.30.1.a

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

205,00

1.30.1.b

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

102,50

1.30.2

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. (Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.)

Artikel 1.31

Wet op de kansspelen

1.31.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.31.1.a

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

56,50

1.31.1.b

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

56,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

34,00

1.31.1.c

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

226,50

1.31.1.d

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

226,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

136,00

1.31.2

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

Artikel 1.32

Telecommunicatiewet

1.32.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van instemmingsbesluit of vergunning voor de uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Rijssen-Holten 2016:

308,00

1.32.1.a

In verband met het herstel van tegel-, klinker- en sierbestratingen alsmede gesloten verhardingen en bermen en gazons, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, wordt een vergoeding berekend en in rekening gebracht: overeenkomstig de actuele tarieventabel behorend bij de Richtlijn Tarieven (graaf-)werkzaamheden Telecom van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

1.32.1.b

Bij werkzaamheden in groenvoorzieningen zal de groenvoorziening in overleg met de gemeente door een erkend groenbedrijf, op kosten van de aanvrager, hersteld worden.

1.32.1.c

als met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.32.2

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 1.33

Wegenverkeerswetgeving

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

1.33.a

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

51,50

1.33.b

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

51,50

1.33.c

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

1.33.c.1

als geen medische keuring noodzakelijk is:

61,00

1.33.c.2

als wel een medische keuring noodzakelijk is:

170,00

1.33.d

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 10 van de Wegenverkeerswet 1994:

25,60

1.33.e

tot het wijzigen van een verleende ontheffing als bedoeld in artikel 149, lid 1, sub d van de Wegenverkeerswet 1994:

17,10

1.33.f

tot het onttrekken van een weg of weggedeelte aan het openbaar verkeer als bedoeld in artikel 11 van de Wegenwet:

1.228,00

1.33.g

tot wijziging/herziening van de Wegenlegger:

2.150,00

Paragraaf 1.10

Diversen

Artikel 1.34

Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.34.1

Gedrukte stukken voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.34.1.1

Zwart-wit, per pagina (eerste kopie):

2,50

1.34.1.2

Zwart-wit, per pagina (tweede en daaropvolgende kopie):

0,05

1.34.1.3

Kleur, per pagina (eerste kopie):

3,50

1.34.1.4

Kleur, per pagina (tweede en daaropvolgende kopie):

0,05

1.34.1.5

Als de informatieverstrekking als genoemd in artikel 1.34 plaatsvindt in digitale vorm zijn dezelfde tarieven van toepassing voor zover handelingen moeten worden verricht zoals het scannen of bewerken van documenten.

Artikel 1.35

Diverse vergunningen of beschikkingen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.35.a

om registratie in het Landelijk Register (LRK)

1.35.a.1

Indien de aanvraag betrekking heeft op een gastouderopvang:

302,00

1.35.a.2

Indien de aanvraag betrekking heeft op een tweede of volgende locatie:

302,00

1.35.a.3

Indien de aanvraag betrekking heeft op een eerste gastouderbureau, kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang:

603,00

1.35.a.4

Indien het een tweede of volgende locatie betreft:

935,00

Als een wijziging leidt tot een onderzoek na registratie van de GGD indien het een kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang betreft, geldt eenzelfde tarief als genoemd in artikel 1.35 onder 1.35.a.4

HOOFDSTUK 2

DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

Artikel 2.1

Definities

2.1.1

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.1.2

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.1.3

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

- binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

- binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

2.1.4

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip 'bouwkosten' betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

2.1.5

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de normbouwkosten voor de bouwactiviteit, als daarin is voorzien in de door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen ' Bouwkostennormen Rijssen-Holten 2024' .

Artikel 2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

2.2.a

omgevingsoverleg;

2.2.b

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

2.2.c

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

2.2.d

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

2.2.e

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

2.2.f

intrekking van een omgevingsvergunning;

2.2.g

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

2.2.h

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3

Bepalen tarief

2.3.1

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.3.2

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

2.3.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

2.3.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

2.3.5

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

2.3.6

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

Paragraaf 2.2

Voorfase

Artikel 2.4

Omgevingsoverleg

2.4.1

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

270,00

Paragraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

2.5.a

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 50.000:

0,85%

van de bouwkosten, met een minimum van:

77,00

2.5.b

over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot €100.000:

0,78%

van de bouwkosten;

2.5.c

over het deel van de bouwkosten vanaf € 100.000 tot € 400.000:

0,78%

van de bouwkosten;

2.5.d

over het deel van de bouwkosten vanaf € 400.000 tot € 1.000.000:

0,71%

van de bouwkosten;

2.5.e

over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 2.000.000:

0,64%

van de bouwkosten;

2.5.f

over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.000.000 tot € 5.000.000:

0,50%

van de bouwkosten;

2.5.g

over het deel van de bouwkosten vanaf € 5.000.000:

0,43%

van de bouwkosten

Artikel 2.6

Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

2.6.a

voor een omgevingsplanactiviteit:

2.6.a.1

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 50.000:

1,74%

van de bouwkosten, met een minimum van:

157,00

2.6.a.2

over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot €100.000:

1,60%

van de bouwkosten;

2.6.a.3

over het deel van de bouwkosten vanaf € 100.000 tot € 400.000:

1,60%

van de bouwkosten;

2.6.a.4

over het deel van de bouwkosten vanaf € 400.000 tot € 1.000.000:

1,45%

van de bouwkosten;

2.6.a.5

over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 2.000.000:

1,31%

van de bouwkosten;

2.6.a.6

over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.000.000 tot € 5.000.000:

1,02%

van de bouwkosten;

2.6.a.7

over het deel van de bouwkosten vanaf € 5.000.000:

0,87%

van de bouwkosten

2.6.a.8

als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:

2.6.b

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij:

2.6.b.1

binnenplanse afwijking:

210,00

2.6.b.2

bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

4.514,00

2.6.c

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

2.6.c.1

voor een kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit (voormalige kruimellijst):

314,00

2.6.c.2

voor een grote buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

4.853,00

2.6.d

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan als bedoeld in artikel 16.30, lid 1, van de Omgevingswet:

6.209,00

2.6.e

Advies omgevingskwaliteit

De verschuldigde leges op grond van artikel 2.5 en 2.6 worden, indien advisering bij toepassing van de 'Verordening adviescommissie omgevingskwaliteit en erfgoedadvieskamer gemeente Rijssen-Holten 2022' met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit nodig geacht wordt, verhoogd met de kosten van het voor de omgevingsvergunning uitgebrachte advies omtrent omgevingskwaliteit.

Deze kosten bedragen voor het deel van de bouwkosten dat ligt

tussen € 0,00 tot en met € 230.000,00

3‰

tussen € 230.000,00 tot en met € 455.000,00

0,5‰

tussen € 455.000,00 tot € 680.000,00

0,25‰

boven € 680.000,00

0,125‰

De kosten, berekend overeenkomstig dit onderdeel, worden op gehele euro's naar boven afgerond.

Het minimumtarief bedraagt:

81,00

Voor ieder volgend advies voor dezelfde omgevingsvergunning geldt:

81,00

Artikel 2.7

Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

2.7.a

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

651,00

2.7.b

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

651,00

2.7.c

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

651,00

Paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

2.8.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

2.8.1.a

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel [14] van de [citeertitel gemeentelijke erfgoedverordening] in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

2.8.1.a.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

-

2.8.1.a.2

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

-

2.8.1.b

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

2.8.1.b.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

-

2.8.1.b.2

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

-

2.8.1.c

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

2.8.1.c.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

-

2.8.1.c.2

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

-

2.8.2

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

2.8.3

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de [citeertitel gemeentelijke Erfgoedverordening] is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

Artikel 2.9

Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

2.9.a

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

-

2.9.b

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

-

Artikel 2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.10.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

2.10.1.a

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de Verordening adviescommissie omgevingskwaliteit en erfgoedadvieskamer gemeente Rijssen-Holten 2022 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

651,00

2.10.1.b

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

651,00

2.10.1.c

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

651,00

2.10.2

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

Artikel 2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

-

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

3.760,00

Artikel 2.13

Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

3.760,00

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23

Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

2.23.3

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit het graven in het gebied met archeologische verwachtingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

593,00

2.23.6

De in het eerste tot en met vijfde lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft. Deze zijn van overeenkomstige toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft en worden in dat geval verhoogd met:

593,00

Artikel 2.24

Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

2.24.a

aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

2.24.b

indrijven van voorwerpen,

2.24.c

ophogen van de grond, of

2.24.d

verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

2.24.a

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

131,00

2.24.b

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

131,00

Artikel 2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

2.25.a

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

2.424,00

2.25.b

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

2.424,00

Artikel 2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

256,00

Artikel 2.28

Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

2.28.a

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

593,00

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

2.28.b

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

593,00

2.28.c

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

593,00

Paragraaf 2.8

Overige activiteiten

Artikel 2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de Kapverordening gemeente Rijssen-Holten 2017 in samenhang met het tijdelijk deel van het omgevingsplan en artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

131,00

Artikel 2.33

Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

103,00

Paragraaf 2.9

Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

2.35.a

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

2.35.a.1

het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

2.35.a.2

bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

2.35.a.3

het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

2.35.a.4

het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

-

2.35.b

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

-

Artikel 2.36

Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

2.36.1

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

2.36.1.a

één of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

1.010,00

2.36.2

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

1.010,00

Artikel 2.37

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

-

Paragraaf 2.10

Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38

Gelijkwaardige maatregel

2.38.1

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

2.38.1.a

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:

103,00

2.38.1.b

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:

103,00

2.38.1.c

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:

103,00

2.38.1.d

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:

103,00

2.38.2

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.11

Overige tarieven

Artikel 2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

-

Artikel 2.42

Intrekken omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

2.42.a

miliieubelastende activiteit:

1.010,00

Artikel 2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

Artikel 2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

5.749,00

Paragraaf 2.12

Modaliteiten

Artikel 2.47

Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10%

Artikel 2.48

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

2.48.a

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

2.020,00

2.48.b

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

4.854,00

Artikel 2.49

Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

2.49.a

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

103,00

2.49.b

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

103,00

2.49.c

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

-

2.49.d

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

-

2.49.e

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

-

2.49.f

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

-

2.49.g

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

-

Paragraaf 2.13

Vermindering

Artikel 2.52

Vermindering na omgevingsoverleg

2.52.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

25%

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges. Deze vermindering geldt niet voor artikel 2.6.1e (advies omgevingskwaliteit)

2.52.2

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

2.52.2.a

voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

2.52.2.b

in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

2.52.2.c

binnen 3 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

2.52.3

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

234,00

Artikel 2.53

Vermindering bij meervoudige aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:

2.53.a

bij 5 tot 10 activiteiten:

2%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.53.b

bij 10 tot 15 activiteiten:

3%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.53.c

bij 15 of meer activiteiten:

5%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

Paragraaf 2.14

Teruggaaf

Artikel 2.54

Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges met dien verstande dat een bedag van minder dan € 270,00 niet wordt teruggegeven.

Artikel 2.55

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges met dien verstande dat een bedag van minder dan € 270,00 niet wordt teruggegeven.

Artikel 2.56

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

2.56.a

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

2.56.b

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

2.56.c

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.57

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

2.57.a

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

2.57.b

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

2.57.c

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.58

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.59

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

2.59.a

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

2.59.b

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

Artikel 2.60

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

Artikel 2.61

Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 234,00 wordt niet teruggegeven.

234,00

Artikel 2.62

Teruggaaf leges zonnepanelen in veldopstelling

Indien de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.6.c.2 en ziet op het realiseren van zonnepanelen in veldopstelling voor de eigen energiebehoefte bedraagt de teruggave:

85%

van de op grond van dat onderdeel voor betreffende activiteit verschuldigde leges met dien verstande dat een bedag van minder dan € 234,00 niet wordt teruggegeven.

234,00

HOOFDSTUK 3

DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1

Horeca

Artikel 3.1

Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.1.a

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Rijssen-Holten 2010:

51,50

Artikel 3.2

Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.2.a

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

154,00

3.2.a.1

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet met aanvullende controle:

256,00

3.2.a.2

In afwijking van het bepaalde in artikel 3.2.a bedraagt het tarief, wanneer de aanvraag betrekking heeft op een paracommerciële instelling:

205,00

3.2.a.3

In afwijking van het bepaalde in artikel 3.2.a bedraagt het tarief, wanneer de aanvraag betrekking heeft op een paracommerciële instelling met aanvullende controle:

308,00

3.2.b

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

51,50

3.2.c

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

51,50

3.2.d

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

51,50

3.2.e

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

51,50

Evenementen als bedoeld in artikel 2:24 van de APV zijn hiervan uitgezonderd.

Paragraaf 3.2

Seksbedrijven

N.V.T.

Paragraaf 3.3

Winkeltijdenwet

N.V.T.

Paragraaf 3.4

Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6

Organiseren evenement

3.6.a

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgenvan een vergunning voor de verkoop van vuurwerk als bedoeld in artikel 2.72 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Rijssen-Holten 2010:

34,20

Evenementen als bedoeld in artikel 2:24 van de APV zijn hiervan uitgezonderd.

Paragraaf 3.6

Huisvestingswet 2014 en Wet goed verhuurderschap

N.V.T.

Paragraaf 3.7

In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.19

Niet benoemd besluit op aanvraag

3.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van een vergunning op grond van de 'Kapverordening gemeente Rijssen-Holten 2017':

131,00

3.19.2

Het tarief bedraag voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking, voor ieder daaraan besteed half uur:

51,50

3.19.2.a

Het op grond van het tweede lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

3.19.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning, ontheffing of andere beschikking, welke loopt via de snelservice en niet elders in deze tarieventabel genoemd:

10,00

Behorende bij raadsbesluit van 21 december 2023

De griffier van de gemeente Rijssen-Holten,

G.H. Veerman

griffier

 

Behorende bij raadsbesluit van 21 december 2023

 

De griffier van de gemeente Rijssen-Holten,

G.H. Veerman

griffier

Naar boven