Verordening op de heffing en invordering watertoeristenbelasting Etten-Leur 2024

De raad van de gemeente;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

 

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet,

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN WATERTOERISTENBELASTING ETTEN-LEUR 2024

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie of andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    ligplaats: een ligplaats die naar plaatselijk gebruik is bestemd voor het afmeren of ter anker leggen van een zelfde vaartuig gedurende een periode van ten minste een etmaal;

  • c.

    etmaal: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangend om 00.00 uur;

  • d.

    schipper: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'watertoeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf op vaartuigen binnen de gemeente binnen het watergebied van de gemeente op of met vaartuigen tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die tegen vergoeding gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 aan hem ter beschikking staande ligplaatsen dan wel op hem ter beschikking staande vaartuigen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is belastingplichtig:

    • -

      de schipper,

    • -

      de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig of

    • -

      degene die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    Een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt voor verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of bejaarden;

  • 2.

    Kano’s, roei- en volgboten;

  • 3.

    Een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijke watergebied bevindt;

  • 4.

    Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centrale Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar het aantal etmalen dat verblijf is gehouden. Het aantal verblijven wordt gesteld op het aantal verblijfhoudende personen vermenigvuldigd met het aantal etmalen dat zij verblijf hebben gehouden.

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaal gerekend.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze maatstaf van heffing

  • 1.

    Voor vaste ligplaatsen wordt in afwijking van artikel 5 de maatstaf van heffing forfaitair vastgesteld.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing voor vaste ligplaatsen worden vastgesteld op het werkelijke aantal etmalen.

Artikel 7 Belastingtarief

  • 1.

    Het tarief bedraagt per persoon per etmaal € 1,05.

  • 2.

    Het forfaitaire tarief als bedoeld in artikel 6 bedraagt per belastingjaar, per vaste ligplaats € 26,00.

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Voorlopige aanslag

Na aanvang van het belastingjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 11 Aanslaggrens

Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 12 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van alle op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 10.000,00 dat dit bedrag en een bestuurlijke boete op dit aanslagbiljet moeten worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 3.

    Betaling via automatische incasso is voor alle aanslagen mogelijk. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen € 100,00 of meer, doch niet meer dan € 10.000,00 bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in maximaal tien gelijke termijnbedragen, waarvan de eerste vervalt op de 28e dag van elke maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4.

    De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnbedragen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen 56 dagen na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan geldt de betaaltermijn als bedoeld in het eerste lid.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering van de watertoeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Aangifte

  • 1.

    Het uitnodigen tot het doen van aangifte wordt gedaan door:

    • a.

      het uitreiken of toezenden van een aangiftebiljet;

    • b.

      het op elektronische wijze uitreiken of toezenden van een aangiftebrief waarin wordt verzocht om aangifte te doen op de wijze als bedoeld in het tweede lid, letter b.

  • 2.

    Het doen van aangifte geschiedt door:

    • a.

      het inleveren of toezenden van het aangiftebiljet met de daarbij gevraagde bescheiden;

    • b.

      het op elektronische wijze toezenden van de door de betreffende programmatuur gevraagde gegevens.

Artikel 15 Registratieplicht.

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden een registratie te houden waaruit het aantal etmalen dat verblijf is gehouden als bedoeld in artikel 5 blijkt.

Artikel 16 Overgangsrecht

De Verordening watertoeristenbelasting 2023 Etten-Leur van 6 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 17 tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt inwerking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening watertoeristenbelasting Etten-Leur 2024'.

Aldus vastgesteld in openbare raadsvergadering van 4 december 2023

De raad voornoemd,

Dhr. drs. W.C.M. Voeten MBA

griffier

Mw. drs. M.C. Starmans-Gelijns

voorzitter

Naar boven