Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2024

De raad van de gemeente Alkmaar;

 

Gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, d.d. 24-10-2023;

 

Gelet op het advies van de commissie : Bestuur en middelen;

 

Gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

B e s l u i t

 

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2024

(Verordening havengelden 2024)

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vaartuigen: elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen;

  • b.

    beroepsvaartuig: vaartuig dat wordt gebruikt voor het vervoer van personen of goederen tegen betaling, waaronder coasters, binnenvaartschepen, tankschepen en (beroeps)vissersschepen;

  • c.

    haven: het voor de openbare dienst bestemde, uit land en water bestaande gemeentelijk gebied (zoals aangegeven in de tarieventabel behorende bij deze verordening opgenomen kaart), ingericht of gebruikt voor het vervoer over water, het meren van vaartuigen of het laden, lossen of opslaan van goederen, vaartuigen of het laden, lossen of opslaan van goederen;

  • d.

    goederen: alle zaken die in het economisch verkeer een waarde bezitten;

  • e.

    laadvermogen: de maximale belasting van het schip, uitgedrukt in tonnen, zoals blijkt uit de bij het schip behorende meetbrief of ambtshalve wordt vastgesteld als geen meetbrief wordt overgelegd of als deze niet de vereiste gegevens vermeldt;

  • f.

    lengte: de grootste van de drie afmetingen van het vaartuig inclusief vaste uitstekende delen (de lengte over alles), uitgedrukt in strekkende meters (m1), zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief of ambtshalve wordt vastgesteld als geen meetbrief wordt overgelegd of als deze niet de vereiste gegevens vermeldt;

  • g.

    meetbrief: de meetbrief die voldoet aan de eisen, neergelegd in het Internationaal Verdrag betreffende de meting van schepen;

  • h.

    oppervlakte: het product van de lengte over alles en de grootste breedte inclusief vaste uitstekende delen, uitgedrukt in vierkante meters (m2), zoals blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief of ambtshalve wordt vastgesteld als geen meetbrief wordt overgelegd of als deze niet de vereiste gegevens vermeldt;

  • i.

    overige vaartuigen: kraanschepen, baggermateriaal, heistellingen en soortgelijke objecten;

  • j.

    passagiersschip: een vaartuig dat is ingericht en hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van ten minste twaalf personen, de bemanning daaronder niet begrepen;

  • k.

    pleziervaartuig: een vaartuig dat wordt gebruikt voor vermaak, ontspanning of amateurvisserij, zoals kano's, roeiboten, pleziermotor- en zeiljachten en soortgelijke vaartuigen voor vermaak of ontspanning;

  • l.

    schipper: degene die over een vaartuig het gezag voert of die feitelijk met het gezag is belast of, bij afwezigheid van deze gezagvoerder, de eigenaar van het vaartuig of degene aan wie het vaartuig in gebruik is gegeven, dan wel degene die als vertegenwoordiger voor één van dezen optreedt;

  • m.

    ton: een massa van 1.000 kilogram;

  • n.

    dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

  • o.

    week: een periode van 7 achtereenvolgende dagen of een gedeelte daarvan;

  • p.

    maand: een kalendermaand;

  • q.

    jaar: een kalenderjaar;

  • r.

    woonboot: een vaartuig dat zodanig is ingericht dat men erop kan wonen en waarvan de primaire functie ook wonen is;

  • s.

    zeeschip: een vaartuig dat blijkens zijn constructie uitsluitend of in hoofdzaak voor drijven in zee is bestemd;

  • t.

    historisch vaartuig: een vaartuig dat staat ingeschreven in het Register Varend Erfgoed Nederland en vaart onder Nederlandse vlag,

  • u.

    vaste ligplaats: een gedeelte van de haven bestemd om gedurende langere tijd eenzelfde pleziervaartuig te kunnen laten afmeren of ter anker leggen.

  • v.

    gebieden, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart:

    • -

      gebied I: passantengebied.

    • -

      gebied II: niet-passantengebied, zijnde alle gemeentelijke oevers/ kaden en wateren in de gemeente, uitgezonderd die, welke zijn aangeduid als behorende tot gebied I en III.

    • -

      gebied III: bestemd voor vaartuigen, welke in dit gebied afgemeerd liggen en daarvoor toestemming hebben krachtens artikel 3:3 van de Verordening Fysieke Leefomgeving;

  • w.

    zomerseizoen: de periode van 15 april tot en met 15 oktober;

  • x.

    winterseizoen: de periode van 15 oktober tot en met 15 april;

  • y.

    rechten: het havengeld.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam havengeld wordt een recht geheven voor het gebruik van de haven met een vaartuig of voor het genot van, door, of vanwege de gemeente in verband hiermee verleende diensten.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig voor het havengeld is de schipper van het vaartuig.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1.

    Het havengeld wordt niet geheven voor:

    • a.

      vaartuigen welke dienstdoen als roeiboten en behoren bij binnenvaartuigen waarvoor reeds havengeld ingevolge deze verordening is verschuldigd;

    • b.

      vaartuigen van de gemeente, de politie, het leger, de marine, de provincie en Rijkswaterstaat, het loodswezen, of vaartuigen voor de betonning, bebakening en verlichting van vaarwater;

    • c.

      beroepsvaartuigen welke door ijsgang, storm, ondiepte of dergelijke redenen van overmacht gedwongen zijn in de haven te blijven;

    • d.

      baggermachines met bijbehorende sleepboot en vaartuigen, die gebezigd worden voor vervoer van specie, gedurende de tijd dat zij in de haven gebruikt worden;

    • e.

      vaartuigen die gebruik maken van de haven en de kaden op een erkende christelijke of nationale feestdag;

    • f.

      vaartuigen, waarvoor precariorecht is verschuldigd;

    • g.

      een jol of een sloep, behorende tot de inventaris van een vaartuig, die alleen tot onmiddellijke scheepsdienst of tot het overbrengen van de bemanning wordt gebruikt;

    • h.

      vaartuigen, die het watergebied van Alkmaar binnenkomen om aan een van de scheepswerven, die binnen het watergebied van Alkmaar liggen, te worden gerepareerd, zonder in dit gebied te laden of te lossen of werkzaamheden te verrichten, die geen rechtstreeks verband houden met de reparatie van deze vaartuigen;

    • i.

      een nieuw gebouwd vaartuig, binnen het watergebied van Alkmaar van een scheepshelling of een werf te water gelaten;

    • j.

      vaartuigen ten dienste van of in het kader van de 8 oktoberviering en de intocht van Sint Nicolaas;

    • k.

      vaartuigen die in gebruik zijn als terras

  • 2.

    Voor historische schepen geldt een reductie op de onder C. van de tarieventabel genoemde tarieven van 50%.

Artikel 5 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 6 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    Het havengeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Wanneer een vaartuig kennelijk niet meer overeenkomstig de oorspronkelijke bestemming wordt gebruikt, wordt bij de toepassing van de tarieven uitgegaan van de feitelijke omstandigheden.

  • 3.

    Bij de berekening van het havengeld wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde tijdseenheid of tonnen-, lengte- of oppervlaktemaat als een volle eenheid aangemerkt.

  • 4.

    De in de tarieventabel opgenomen tarieven gelden per dag, per week of per kalendermaand van het belastingtijdvak.

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1.

    Het belastingtijdvak is de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet, overeenkomstig de door belastingplichtige vooraf of bij de aanvang van die periode verstrekte opgave.

  • 2.

    Indien na afloop van de door belastingplichtige opgegeven periode het gebruik en genot van de haven wordt voortgezet, vangt met ingang van de dag waarop die voortzetting plaatsvindt een nieuw belastingtijdvak aan.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en ontheffing

Het havengeld is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak, dan wel bij de aanvang van het gebruik van de haven of het genot van de dienstverlening.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen acht weken na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Overgangsrecht

De Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Verordening havengelden 2024’.

Alkmaar, 18-12-2023

De raad voornoemd,

mw. A.M.C.G. Schouten, voorzitter

mw. mr. V.H. Hornstra, griffier

Bijlage Tarieventabel behorende bij de Verordening havengelden 2024

 

A.

Vrachtschepen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

per m³ met dien verstande dat tenminste 150 m³ in rekening wordt gebracht:

 

 

 

 

 

(tarief geldt voor gebied I en gebied II)

 

 

 

 

 

1. per dag

€ 0,07

 

 

 

 

2. per 2 dagen (laden en lossen)

€ 0,11

 

 

 

 

3. per week

€ 0,16

 

 

 

 

 

 

 

 

 

B.

Passagiers- en charterschepen per m1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gebied I

 

gebied II

 

 

zomer-

winter-

 

 

 

 

seizoen

seizoen

 

 

 

per m1 met dien verstande dat tenminste 10 m1 in rekening wordt gebracht:

 

 

1. per dag

1,05

1,05

n.v.t.

 

 

2. per week

n.v.t.

1,65

n.v.t.

 

 

3. per maand

n.v.t.

5,65

n.v.t.

 

 

4. per seizoen

n.v.t.

19,15

19,15

 

 

5. bij abonnement per jaar

n.v.t.

n.v.t.

22,65

 

 

 

 

 

 

 

C.    

Andere vaartuigen per m1

 

 

 

 

 

 

gebied I

 

gebied II

gebied III

 

 

zomer-

winter-

 

 

 

 

seizoen

seizoen

 

 

 

per m1 met dien verstande dat tenminste 7 m1 in rekening wordt gebracht:

 

1. per dag

1,50

1,50

n.v.t.

n.v.t.

 

2. per week

n.v.t.

3,00

1,60

n.v.t.

 

3. per maand

n.v.t.

8,20

4,65

n.v.t.

 

4. per seizoen

n.v.t.

28,85

n.v.t.

n.v.t.

 

5. bij abonnement per jaar

 

 

 

 

 

  • a.

    boxen ligplaatsen Voormeer

73,35

73,35

n.v.t.

n.v.t.

 

  • b.

    opleidingsschepen Voormeer

5,50

5,50

n.v.t.

 

 

 

 

 

 

 

D.

Het in behandeling nemen van een aanvraag voor het reserveren van een ligplaats in de gemeentelijke wateren of aan bij de gemeente in beheer en onderhoud zijnde oevers en/of kaden is alleen mogelijk voor passagiers- en charterschepen. Hiervoor wordt € 0,35 per strekkende meter te reserveren ruimte in rekening gebracht.

 

 

Alkmaar, 18-12-2023;

 

De raad voornoemd,

 

mw. A.M.C.G. Schouten, voorzitter

 

 

mw. mr. V.H. Hornstra, griffier

Naar boven