Gemeenteblad van Nijmegen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nijmegen | Gemeenteblad 2023, 561149 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nijmegen | Gemeenteblad 2023, 561149 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening op de heffing en de invordering van Reclamebelasting Nijmegen Centrum 2024
De Raad van de Gemeente Nijmegen, bijeen in zijn openbare vergadering van 20 december 2023.
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Nijmegen, van 14 november 2023,
artikel 227 van de Gemeentewet;
vast te stellen de navolgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van Reclamebelasting Nijmegen Centrum 2024
Deze verordening is van toepassing binnen het stadscentrum van de gemeente Nijmegen, dat wordt begrensd door Waalkade, de Voerweg, het voetpad ten noorden van museum Het Valkhof, het voetpad ten oosten van museum het Valkhof, de St. Jorisstraat tot aan het Keizer Traianusplein, Gerard Noodtstraat, Van der Brugghenstraat, Hertogplein, Hertogstraat, Van Broeckhuijsenstraat, Staringstraat, Van Schevichavenstraat, Van Welderenstraat, Arksteestraat, Bisschop Hamerstraat, Keizer Karelplein, In de Betouwstraat, Smetiusstraat, Eerste Walstraat tot aan Regulierstraat, Bloemerstraat, Doddendaal tot aan Regulierstraat/Titus Brandsmastraat, Plein 1944, Houtstraat, Lange Hezelstraat, Veemarkt tot aan Gravendal, Gravendal tot aan Nieuwe Markt, Nieuwe Markt tussen Gravendal en Lange Hezelstraat, Ganzenheuvel, Priemstraat, Lage Markt tot aan Korte Brouwerstraat, met inbegrip van de genoemde wegen of weggedeelten, en een rechte lijn in het verlengde van de Korte Brouwerstraat tot aan de Waalkade, en de Waalkade, zoals schematisch aangegeven in de bijlage bij deze verordening.
In de bijlage is een plattegrond opgenomen die onlosmakelijk deel uitmaakt van deze verordening.
Onder de naam "reclamebelasting" wordt, onder de bij deze verordening gestelde voorwaarden, voor binnen het gebied als bedoeld in artikel 2 gelegen onroerende zaken een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt:
gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven.
het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie onroerende zaak ter beschikking is gesteld.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
Het belastingbedrag bedraagt per onroerende zaak binnen het gebied, zoals beschreven in artikel 2 met een WOZ-waarde van:
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:
Artikel 12 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt in afwijking van het aldaar bepaalde, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de 26e dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens op de 26e dag van de volgende maand.
De ’Verordening Reclamebelasting Nijmegen Centrum 2023’ zoals deze is vastgesteld bij raadsbesluit van 21 december 2022 en gepubliceerd onder nr. Gmb-2022-574416, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2023
De raadsgriffier,
S.J. Ruta
De voorzitter,
H.M.F. Bruls
Toelichting Verordening reclamebelasting Nijmegen Centrum
De verordening reclamebelasting is gebaseerd op artikel 227 van de Gemeentewet.
Omdat sprake is van een belasting, hoeft er tegenover het heffen van de reclamebelasting geen individuele tegenprestatie of kostenpost te staan van de gemeente.
De opbrengst vloeit in de algemene middelen en de gemeente kan die aanwenden naar eigen inzicht. Gebruik van de opbrengst ten behoeve van een fonds om centrumactiviteiten te stimuleren is toegestaan.
B. Artikelsgewijze toelichting
Voor de formulering van het belastbare feit is aangesloten bij de wettekst van artikel 227 Gemeentewet. De wet gaat uit van een belasting ‘ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.’
Artikel 227 van de Gemeentewet, noch enige andere (fiscale) wet geeft een definitie van het begrip openbare aankondiging. Daardoor moet aansluiting worden gezocht bij het spraakgebruik. In beginsel vallen alle openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg onder de reclamebelasting. Het gaat overigens om de openbare aankondiging zelf en niet om het voorwerp waarop die aankondiging zich bevindt. Bij een reclametekst op een gevelbord bijvoorbeeld is belast de aankondiging op het bord en niet het bord zelf.
Een aankondiging is openbaar indien het publiek vanaf de openbare weg de aankondigingen visueel kan waarnemen. Aankondigingen in gebouwen zijn meestal niet zichtbaar vanaf de openbare weg en in dat geval daardoor niet belastbaar. Aankondigingen in etalages van winkels zijn in beginsel weer wel belastbaar
De Gemeentewet geeft geen definitie van het begrip openbare weg. De belastingrechter knoopt voor het begrip ‘openbare weg’ aan bij de definitie uit de Wegenwet.
Heffing beperkt tot een bepaald gebied
De verordening beperkt het heffen van reclamebelasting tot een bepaald gebied, gelegen in het centrum van de gemeente. Dit is mogelijk omdat voor deze beperking een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat.
De opbrengsten van de belasting worden door de gemeente aangewend voor de subsidiëring van de Stichting Huis voor de Binnenstad voor activiteiten ter promotie van de binnenstad van de gemeente.
De beperking tot het in artikel 2 en de bijlage bij de Verordening aangegeven gebied is ingegeven door de omstandigheid dat de in te zetten middelen worden aangewend in het in artikel 2 en de bijlage aangegeven gebied.
De Hoge Raad is van mening dat het karakter van een algemene belasting als de reclamebelasting er niet aan in de weg staat dat de heffing wordt beperkt tot een gedeelte van haar grondgebied. Maar daarvoor moet dan wel een objectieve en redelijke rechtvaardiging zijn. Die is in het betreffende geval aanwezig omdat de gemeente met de opbrengst van de reclamebelasting activiteiten en voorzieningen wil subsidiëren die het centrum sterker maken. Daarbij worden degenen die profijt kunnen hebben van de opbrengst van de reclamebelasting in de heffing betrokken (Hoge Raad 11 november 2011, 10/04446, Doetinchem, LJN: BR4564, VNG-4849).
Artikel 5 en 6. Maatstaf van heffing en belastingtarief
De Gemeentewet schrijft geen tarief voor en gemeenten zijn in beginsel vrij om een heffingsmaatstaf voor de reclamebelasting te bepalen, zolang deze maar niet direct of indirect afhankelijk is gesteld van inkomen, winst of vermogen van de belastingplichtige.
Er is gekozen voor het kalenderjaar als belastingtijdvak omdat dit ons het meest doelmatig voorkomt.
Ingevolge artikel 233 van de Gemeentewet kunnen gemeentelijke belastingen worden geheven bij wege van aanslag, bij wege van voldoening op aangifte of op andere wijze. In deze verordening hebben wij gekozen voor de heffing bij wege van aanslag.
De Gemeentewet kent voor de reclamebelasting geen verplichte vrijstellingen. Wel kan de gemeenteraad in de verordening reclamebelasting zogenoemde facultatieve vrijstellingen opnemen. Zij heeft daarvoor een ruime bevoegdheid.
Artikel 12. Termijn van betaling
In dit artikel is een afwijking van de wettelijke betaaltermijn opgenomen.
Er is gekozen om geen kwijtschelding van reclamebelasting te verlenen.
Artikel 14. Overgangsbepaling,
Artikel 15 regelt dat de oude verordening wordt ingetrokken met ingang van de datum van ingang van de heffing. De oude verordening blijft van toepassing op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Voor die belastbare feiten blijft heffing dus mogelijk op basis van de oude verordening, ook al is die verordening ingetrokken.
Op grond van artikel 139 van de Gemeentewet moeten gemeenten de besluiten tot het vaststellen, wijzigen of intrekken van belastingverordeningen bekend maken. Het niet voldoen aan de bekendmakingsplicht leidt tot onverbindendheid van de belastingverordening (afgezien van terugwerkende kracht in bijzondere gevallen). De datum van inwerkingtreding van de heffing is vastgelegd in het tweede lid van artikel 15.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-561149.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.