Wijzigingsverordening Erfgoedverordening gemeente Winterswijk 2019

[Dit wijzigingsbesluit zal vanwege de verschillende data van inwerkingtreding in twee verschillende publicaties verwerkt worden. In dit Gemeenteblad zullen de wijzigingen van onderdeel XIII verwerkt worden.]

 

De raad van de gemeente Winterswijk;

 

overwegende dat:

 

met de komende inwerkingtreding van de Omgevingswet op 1 januari 2024 het nodig is om een aantal bestaande verordeningen op enkele punten te wijzigen;

 

de wijzigingsverordeningen geen inhoudelijke beleidsmatige wijzigingen zijn en het huidige beleid zoals gevoerd met onze bestaande verordeningen dan ook wordt voortgezet;

 

het enkel om een juridisch-technische omzetting gaat;

 

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 28 november 2023, nr. 2231891;

 

besluit:

 

de volgende wijzigingsverordeningen vast te stellen:

  • a.

    Wijzigingsverordening Algemene Plaatselijke Verordening 2019;

  • b.

    Wijzigingsverordening Erfgoedverordening gemeente Winterswijk 2019;

  • c.

    Wijzigingsverordening Bomenverordening 2017;

  • d.

    Wijzigingsverordening Afvalstoffenverordening Winterswijk 2015.

De Erfgoedverordening gemeente Winterswijk 2019, zoals vastgesteld op 19 december 2019, wordt als volgt gewijzigd:

 

I

 

Het opschrift van artikel 1 komt te luiden:

 

‘Artikel 1 Definities’

 

Artikel 1 sub g komt te luiden:

 

  • ‘g.

    Commissie Omgevingskwaliteit Winterswijk: de commissie als bedoeld in de Verordening Commissie Omgevingskwaliteit Winterswijk 2022. De commissie heeft als taak de gemeenteraad en het college te adviseren bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van de Omgevingswet met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit en al hetgeen daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn.’.

Artikel 1 sub h komt te vervallen:

 

‘h. (Vervallen)’.

 

Artikel 1 sub i komt te luiden:

 

  • ‘i.

    gemeentelijk monument: monument of archeologisch monument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet dat is ingeschreven in het gemeentelijk erfgoedregister;’.

In artikel 1 sub k wordt het woord:

‘Minister’ vervangen door: ‘minister’.

 

Artikel 1 sub m komt te luiden:

 

  • m‘.

    omgevingsvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid aanhef en onder a. van de Omgevingswet voor een activiteit met betrekking tot een gemeentelijk monument of een gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht;’.

In artikel 1 sub n wordt de zinsnede:

‘artikel 5.1, aanhef en onder b. van de Regeling omgevingsrecht’ vervangen door: ‘artikel 7.201, lid 2, aanhef en onder a. van de Omgevingsregeling’.

 

Artikel 1 sub q komt te luiden:

 

  • ‘q.

    rijksmonument: monument of archeologisch monument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet dat is ingeschreven in het rijksmonumentenregister;’.

In artikel 1 sub r wordt de punt (.) aan het einde gewijzigd in een puntkomma (;).

 

Aan artikel 1 wordt een sub s toegevoegd:

 

  • ‘s.

    gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht: stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet dat als zodanig is aangewezen op grond van artikel 16.’.

II

 

Artikel 2 lid 1 komt te luiden:

  • ‘1.

    Het college houdt een door eenieder te raadplegen gemeentelijk erfgoedregister bij van krachtens deze verordening onherroepelijk aangewezen gemeentelijk cultureel erfgoed (gemeentelijk erfgoedregister) inclusief de locaties waaraan krachtens artikel 4.2, eerste lid van de Omgevingswet in het omgevingsplan de functie cultureel erfgoed is toebedeeld.’.

 

Artikel 2 lid 2 sub b komt te luiden:

 

  • ‘b.

    gegevens over door het college van de minister ontvangen afschriften van de inschrijving van een rijksmonument in het rijksmonumentenregister als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid van de Erfgoedwet en instructies als bedoeld in artikel 2.34, vierde lid van de Omgevingswet betreffende een locatie met de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- en dorpsgezicht;’.

Aan artikel 2 lid 2 wordt een sub c toegevoegd:

 

  • ‘c.

    gegevens over door het college van het college van gedeputeerde staten ontvangen instructies als bedoeld in artikel 2.33, eerste lid van de Omgevingswet betreffende een locatie met de functie-aanduiding provinciaal monument, provinciaal archeologisch monument of provinciaal beschermd stads- en dorpsgezicht.’.

 

III

 

Artikel 3 lid 2 komt te luiden:

 

  • ‘2.

    Dit artikel is niet van toepassing op:

    • a.

      rijksmonumenten, en

    • b.

      monumenten en archeologische monumenten die zijn aangewezen op grond van een provinciale erfgoedverordening als bedoeld in 3.17, eerste lid van de Erfgoedwet of een omgevingsverordening als bedoeld in artikel 2.6 van de Omgevingswet.’.

Artikel 4 komt te luiden:

 

‘Artikel 4 Voornemen tot aanwijzing

  • 1.

    Een voornemen om toepassing te geven aan artikel 3, eerste lid maakt het college schriftelijk bekend aan alle zakelijk gerechtigden op de onroerende zaak die vermeld staan in de openbare registers, bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Kadasterwet. De zakelijk gerechtigden kunnen binnen zes weken hun zienswijzen naar voren brengen.

  • 2.

    Voordat een kerkelijk monument, als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet, wordt aangewezen, voert het college overleg over het voornemen met de eigenaar.’

Artikel 6 lid 1 komt te luiden:

 

  • ‘1.

    Het college vraagt over het voornemen om toepassing te geven aan artikel 3, eerste lid advies aan de Commissie Omgevingskwaliteit Winterswijk.’.

In artikel 6 lid 2 en lid 3 worden de woorden:

‘Adviescommissie Cultuurhistorie Winterswijk‘ vervangen door: ‘Commissie Omgevingskwaliteit Winterswijk’.

 

In artikel 9 lid 1 worden de woorden:

‘Adviescommissie Cultuurhistorie Winterswijk‘ vervangen door: ‘Commissie Omgevingskwaliteit Winterswijk’.

 

IV

 

Artikel 10 lid 3 komt te luiden:

 

  • ‘3.

    Een aanwijzing vervalt met ingang van de dag waarop het monument of het archeologisch monument waarop de aanwijzing betrekking heeft is ingeschreven in het rijksmonumentenregister of in een provinciaal erfgoedregister als bedoeld in artikel 3.17, derde lid van de Erfgoedwet of een omgevingsverordening als bedoeld in artikel 2.6 van de Omgevingswet. Het vervallen van de aanwijzing wordt onverwijld aangebracht in het gemeentelijk erfgoedregister.’.

V

 

Artikel 12 lid 1 aanhef komt te luiden:

  • ‘1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning van het college als bedoeld in artikel 5.1 lid 1 aanhef en onder a. van de Omgevingswet in samenhang met artikel 5.130 van het Besluit Kwaliteiten Leefomgeving een gemeentelijk monument:’.

Artikel 12 lid 2 komt, gelet op artikel 13.11 van het Besluit activiteiten leefomgeving, te luiden:

  • ‘2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a.

      de uitvoering van normaal onderhoud, voor zover detaillering, profilering, vormgeving, materiaalsoort en kleur van het monument niet wijzigen, en voor zover de aanleg van een tuin, park of andere aanleg, niet wijzigt;

    • b.

      alleen inpandige veranderingen van een onderdeel van het monument dat uit het oogpunt van monumentenzorg geen waarde heeft;

    • c.

      het binnen een monument dat als begraafplaats in gebruik is met inachtneming van de monumentale waarden:

      • 1°.

        plaatsen van grafmonumenten, met inbegrip van het tijdelijk verwijderen daarvan en het bijwerken van het opschrift;

      • 2°.

        doen van begravingen of asbijzettingen, of

      • 3°.

        ruimen van graven waarvan het grafmonument niet is beschermd als gemeentelijk monument.’.

In artikel 12 lid 7 wordt het woord:

‘CRK’ vervangen door: ‘Commissie Omgevingskwaliteit Winterswijk’.

 

In artikel 12 lid 8 wordt het woord:

‘CRK’ vervangen door: ‘Commissie Omgevingskwaliteit Winterswijk’.

 

VI

 

Artikel 13 vervalt aangezien de Omgevingswet de intrekkingsgronden uitputtend gaat regelen in onder andere de artikelen 5.39, 5.40 en 18.10 van de Omgevingswet en artikel 8.97 en verder van het Besluit kwaliteit leefomgeving:

 

‘(Vervallen)’.

 

VII

 

In artikel 14 lid 1 wordt het woord:

‘vergunning’ vervangen door: ‘omgevingsvergunning’.

 

Artikel 14 lid 2 komt te luiden:

 

  • ‘2.

    Een omgevingsvergunning voor een kerkelijk monument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet wordt niet verleend zonder overeenstemming met de eigenaar.’.

VIII

Artikel 15 vervalt aangezien dit onder de Omgevingswet, zie onder andere artikel 5.11, anders wordt geregeld:

 

‘(Vervallen)’.

 

IX

 

Het opschrift van hoofdstuk 5 komt te luiden:

 

‘Hoofdstuk 5 Aanwijzing gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht’.

 

Artikel 16 komt te luiden:

 

‘Artikel 16 Aanwijzing als gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht

 

  • 1.

    Het college kan stads- en dorpsgezichten aanwijzen als gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht.

  • 2.

    Het college zendt het voorstel voor advies aan de Commissie Omgevingskwaliteit Winterswijk. Artikel 6, tweede lid en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Het college beslist binnen 26 weken na verzending van het voorstel, bedoeld in het tweede lid.

  • 4.

    Een aangewezen gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht wordt direct opgenomen in het gemeentelijk erfgoedregister.

  • 5.

    Het gemeentelijk erfgoedregister bevat:

    • a.

      de plaatselijke aanduiding,

    • b.

      de datum van aanwijzing,

    • c.

      de gebiedsaanwijzing van het gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, en

    • d.

      een beschrijving van de daarin vervatte cultuurhistorische waarden.

  • 6.

    De gemeenteraad stelt ter bescherming van een op grond van het eerste lid aangewezen gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht een omgevingsplan vast als bedoeld in artikel 2.4 van de Omgevingswet. Bij het besluit tot aanwijzing van een beschermd stads- of dorpsgezicht kan hiertoe een termijn worden gesteld.

  • 7.

    Bij het besluit tot aanwijzing van een gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht wordt bepaald of en in hoeverre het tijdelijk omgevingsplan als beschermend in de zin van het vorige lid kan worden aangemerkt.

  • 8.

    Het college zendt een voorstel tot besluitvorming voor als bedoeld in het zesde lid voor advies aan de Commissie Omgevingskwaliteit Winterswijk. De Commissie Omgevingskwaliteit Winterswijk brengt binnen acht weken na ontvangst van de adviesaanvraag een schriftelijk en deugdelijk gemotiveerd advies uit.

  • 9.

    Dit artikel is niet van toepassing op een beschermd stads- of dorpsgezicht dat via instructies de functie-aanduiding rijksbeschermd of provinciaal beschermd stads- of dorpsgezicht heeft, of dat is aangewezen op grond van artikel 35, eerste lid van de Monumentenwet 1988 of een provinciale verordening als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid aanhef en onder c. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.’.

X

 

Artikel 17 komt te luiden:

 

‘Artikel 17 Wijziging, intrekking en vervallen van de aanwijzing als gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht

  • 1.

    De gemeenteraad kan, op voorstel van het college, een besluit tot aanwijzing als bedoeld in artikel 16, eerste lid wijzigen of intrekken. Artikel 16, tweede en derde lid is hierop van overeenkomstige toepassing, tenzij het een aanpassing van ondergeschikte betekenis betreft of het stads- of dorpsgezicht waarop aanwijzing betrekking heeft als zodanig is tenietgegaan.

  • 2.

    Een aanwijzing vervalt met ingang van de dag waarop het stads- of dorpsgezicht waarop de aanwijzing betrekking heeft wordt aangewezen als beschermd stads- of dorpsgezicht op grond van een instructie als bedoeld in artikel 2.33, eerste lid of artikel 2.34, vierde lid van de Omgevingswet.

  • 3.

    Zodra de wijziging, intrekking of het vervallen van een aanwijzing onherroepelijk is geworden wordt dat direct bijgehouden in het gemeentelijk erfgoedregister.’.

XI

 

Artikel 18 komt te luiden:

 

‘Artikel 18 Verbodsbepaling en aanvraag omgevingsvergunning

 

  • 1.

    Het is in een gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht verboden om zonder omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 lid 1 aanhef en onder a. van de Omgevingswet in samenhang met artikel 5.130 tweede lid, aanhef en onder a., aanhef en onder d. van het Besluit Kwaliteiten Leefomgeving een bouwwerk te slopen.

  • 2.

    De omgevingsvergunning kan in ieder geval worden geweigerd als naar het oordeel van het college niet aannemelijk is dat op de plaats van het te slopen bouwwerk een ander bouwwerk kan of zal worden gebouwd.

  • 3.

    De artikelen 12, zevende en achtste lid, en 14 zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    Het eerste lid is niet van toepassing op het slopen ingevolge een verplichting als bedoeld in de artikelen 13, 13a of 13b van de Woningwet of ingevolge een verplichting zoals gesteld in een maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.5 van het Besluit bouwwerken leefomgeving.’.

XII

 

Artikel 19 komt te luiden:

 

‘Artikel 19 Strafbepaling

Degene die handelt in strijd met artikel 11 of met het bepaalde krachtens artikel 12, derde lid, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.’.

 

XIII

 

In artikel 21 aanhef wordt het woord:

‘bestemmingsplan’ vervangen door: ‘omgevingsplan’.

 

In artikel 21 aanhef worden de woorden:

‘3.1.6, vijfde lid van het Besluit ruimtelijke ordening’ vervangen door: ‘5.130 van het Besluit kwaliteit leefomgeving’.

 

Artikel 21 onder b komt te luiden:

  • ‘b.

    voor de activiteit een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste of tweede lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of artikel 5.1, eerste lid, onder a. van de Omgevingswet is verleend;

Artikel 23 komt te luiden:

 

‘Artikel 23 Procedure

 

Artikel 12, zesde, zevende en achtste lid en artikel 14, eerste lid zijn van overeenkomstige toepassing op artikel 21, aanhef en onder d. en e. en artikel 22, eerste lid, aanhef en onder b..’.

 

XIV

 

Het opschrift van artikel 24 komt te luiden:

 

‘Artikel 24 Omgevingsplannen’.

 

In artikel 24 lid 1 wordt het woord:

‘bestemmingsplan’ vervangen door: ‘omgevingsplan’.

 

In artikel 24 lid 2 en lid 3 worden de woorden:

‘Adviescommissie Cultuurhistorie Winterswijk‘ vervangen door: ‘Commissie Omgevingskwaliteit Winterswijk’.

 

De wijzigingen onder I tot en met XII en XIV treden in werking op 1 januari 2024.

In afwijking daarvan treden de wijzigingen onder XIII in werking op 31 december 2023.

Aldus besloten door de gemeenteraad van de gemeente Winterswijk in zijn openbare vergadering gehouden op 21 december 2023,

de griffier,

R.J.F. Jansen

de voorzitter,

B.J.J. Bengevoord

Naar boven