Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2024

De raad van de gemeente Lopik;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2023;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2024

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats, gelegen aan de Zuiderparklaan te Lopik;

  • b.

    particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk- of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • c.

    dubbel graf: twee naast elkaar gelegen alsmede twee onder elkaar gelegen graven, grafkelder daaronder begrepen;

  • d.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • e.

    particulier urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • g.

    urnennis: een nis waarvoor voor bepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • i.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • j.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 5.1 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2.

    Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 5.1 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5.1 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 5.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 5.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt géén kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De "Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2023" van 20 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2024".

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lopik, gehouden op 19 december 2023.

de griffier,

MW. MR. G.M.G. DOLDERS

de voorzitter,

DR. L.J. DE GRAAF

Bijlage 1 TARIEVENTABEL 2024 behorende bij de "Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2024”

 

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten, inclusief onderhoud en vergunning voor het plaatsen van grafbedekking

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt geheven:

 

1.1.1

voor een periode van 20 jaar (op het “oude” gedeelte)

€ 2.409,00

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een dubbel graf wordt geheven:

 

1.2.1

voor een periode van 20 jaar (op het “nieuwe” gedeelte)

€ 3.380,00

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt geheven:

 

1.3.1

voor een periode van 20 jaar

€ 1.672,20

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een dubbel urnengraf wordt geheven:

 

1.4.1

voor een periode van 20 jaar

€ 3.009,90

1.5

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnennis wordt geheven:

 

1.5.1

voor een periode van 10 jaar

€ 290,05

1.6

Voor het verlengen, voor een periode van 10 jaar, van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1, 1.2, 1.3 en 1.4 wordt een recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor 20 jaar.

Voor het verlengen, voor een periode van 5 jaar, van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.5 wordt het recht geheven gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht voor 10 jaar.

 

 

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van twaalf jaar of ouder wordt geheven

€ 874,70

2.2

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden de leeftijd van één jaar wordt geheven

€ 238,10

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind tussen één en twaalf jaar wordt geheven

€ 451,95

2.4

Voor het na ruimen van een graf begraven van de overblijfselen van een lijk in een particulier graf wordt geheven

€ 832,80

2.5

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd met

€ 412,10

Onder buitengewone uren wordt verstaan de uren in afwijking van de uren genoemd in artikel 3, lid 1, van de Beheersverordening begraafplaats gemeente Lopik.

 

 

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

 

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

 

3.1.1

in een urnennis

€ 131,10

3.1.2

op een urnengraf

€ 131,10

3.1.3

in een urnengraf

€ 413,70

3.1.4

op een particulier graf

€ 131,05

3.1.5

in een particulier graf

€ 413,70

3.1.6

op een algemeen graf

€ 131,10

3.1.7

in een algemeen graf

€ 413,70

 

Hoofdstuk 4 Verstrooien van as

Vervallen

 

Hoofdstuk 5 Onderhoud

5.1

Voor het door de gemeente onderhouden van de begraafplaats wordt geheven per graf/grafruimte, uitgegeven voor 1 januari 2016, per jaar

€ 179,25

 

Hoofdstuk 6 Opgraven of ruimen

6.1

Voor het afgeven van een vergunning tot het opgraven van een lijk wordt geheven

€ 699,95

6.2

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf worden geheven de in hoofdstuk 2 van deze tarieventabel genoemde bedragen.

 

6.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf worden geheven de in hoofdstuk 2 van deze tarieventabel genoemde bedragen.

 

6.4

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven.

€ 349,90

6.5

Bij het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven.

€ 413,70

Bedragen genoemd in 6.4 en 6.5 worden niet in rekening gebracht bij de urnenmuur.

 

Hoofdstuk 7 Overige heffingen

7.1

Voor het opbaren van een lijk in de aula van de begraafplaats wordt geheven per etmaal of gedeelte daarvan.

€ 72,25

 

Behorende bij het raadsbesluit van 19 december 2023.

 

De griffier van de gemeente Lopik,

 

mw. mr. G.M.G. Dolders

Naar boven