Gemeenteblad van Nieuwkoop
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nieuwkoop | Gemeenteblad 2023, 560185 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nieuwkoop | Gemeenteblad 2023, 560185 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening nadeelcompensatie gemeente Nieuwkoop 2023
Het bestuursorgaan wijst de aanvrager op de verschuldigdheid van het recht en deelt hem mee dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling dient te zijn bijgeschreven op de opgegeven rekening van de gemeente. Als het bedrag niet tijdig is bijgeschreven, wordt de aanvrager eenmaal een mogelijkheid geboden om het verzuim binnen twee weken te herstellen. Als het verzuim niet tijdig is hersteld, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de aanvrager in verzuim is geweest.
Bij geheel of gedeeltelijke toewijzing van een aanvraag om schadevergoeding, wordt de toegewezen vergoeding uiterlijk betaald bij het onherroepelijk worden van het besluit op de aanvraag.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels vaststellen ter uitvoering van deze verordening.
Artikel 10. Intrekking oude regeling
De ‘Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Nieuwkoop 2009’ wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12 genoemde datum (ingangsdatum van deze verordening).
De verordening genoemd in artikel 10 blijft van toepassing op aanvragen die vallen onder de overgangsbepalingen nadeelcompensatie (paragraaf 4.2.7 van de Invoeringswet Omgevingswet).
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Nieuwkoop in de openbare
vergadering van 13 oktober 2022 (2022-096).
Edzard van Holthe
Griffier
Toelichting bij de Verordening nadeelcompensatie gemeente Nieuwkoop 2023
Titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) voorziet in een algemene regeling in de Awb van de vergoeding (of tegemoetkoming) van schade door rechtmatig overheidshandelen. Daarbij kan worden gedacht aan verzoeken wegens winst- of inkomstenderving, gederfde huurinkomsten, of de lagere opbrengst bij de verkoop van een bedrijf of een onroerende zaak.
In afdeling 15.1 van de Omgevingswet is een nadeelcompensatieregeling opgenomen die aansluit op de generieke regeling uit de Awb. De nadeelcompensatieregeling omvat onder meer de vergoeding van schade als gevolg van een planologisch besluit, de zogenoemde planschadevergoeding. In de Omgevingswet vervangt de term nadeelcompensatie de term planschade.
Enkel die bepalingen die toelichting behoeven, worden hieronder nader behandeld.
Dit artikel regelt het heffen van een recht voor het in behandeling nemen van de aanvraag om schadevergoeding. Artikel 4:128 van de Awb geeft de mogelijkheid een recht te heffen tot maximaal € 500,-. De bevoegdheid tot het heffen van dit recht kan alleen bij wettelijk voorschrift worden bepaald. Het recht dat wordt geheven bedraagt €500,-. Voor dit bedrag is gekozen om te voorkomen dat het bestuursorgaan wordt overspoeld met lichtvaardig ingediende minimaal onderbouwde aanvragen om schadevergoeding die een onnodig beslag leggen op de publieke middelen en het ambtelijk apparaat. De verwachting is dat inwoners of ondernemers met een serieuze aanspraak op een vergoeding zich niet door het recht laten weerhouden van het indienen van een aanvraag. Zeker omdat bij gehele of gedeeltelijke toewijzing van de aangevraagde schadevergoeding het geheven recht wordt terugbetaald aan de aanvrager. De heffing van het recht kan zo een filterfunctie vervullen. De wetgever heeft hierover in de memorie van toelichting bij artikel 4:128 van de Awb onder andere opgemerkt: “Heffing van een recht kan een doeltreffend middel zijn om te voorkomen dat een bestuursorgaan wordt overspoeld met een overvloed aan lichtvaardig ingediende, onvoldoende onderbouwde, aanvragen. De praktijk heeft geleerd dat dit bij grote projecten geen denkbeeldig verschijnsel is. De afhandeling van een dergelijke overvloed aan aanvragen kost het bestuursorgaan (en daarmee de samenleving) onnodig veel tijd en geld. Heffing van een recht kan dan een nuttige functie vervullen. Burgers of ondernemers met een serieuze aanspraak op een vergoeding zullen zich door het recht niet laten weerhouden van indiening van een aanvraag.”
De artikelen 4:2 en 4:127 van de Awb bevatten een grondslag voor de aanvraagvereisten voor het in behandeling nemen van een aanvraag. Als niet aan de aanvraagvereisten wordt voldaan, kan de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Awb buiten behandeling worden gesteld. In aanvulling hierop is in het eerste lid geregeld dat de aanvrager van schadevergoeding gebruik maakt van een door het bestuursorgaan vastgesteld [elektronisch] formulier en zijn in het tweede lid aanvullende eisen ten aanzien van schadeclaims wegens winst- of inkomstenderving of gederfde huurinkomsten opgenomen.
In dit artikel is voorzien in de mogelijkheid om de gemeentelijke deskundigheid naar aanleiding van een ingekomen aanvraag om schadevergoeding aan te vullen. Uitgangspunt is dat in de gemeente voldoende deskundigheid aanwezig is om aanvragen om schadevergoeding te kunnen beoordelen. Alleen als het nodig is, wordt advies ingewonnen bij een adviescommissie waarvan de voorzitter, dan wel het enig lid als het om een éénhoofdige commissie gaat, geen deel uitmaakt van en niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan (zie 4:130 van de Awb). Dit uitgangspunt komt ook tot uitdrukking in het tweede lid. Daarin is vastgelegd in welke situaties in ieder geval geen advies bij een adviescommissie wordt ingewonnen. Als een adviescommissie wordt ingeschakeld, betekent dit niet automatisch dat deze wordt gevraagd over de hele aanvraag te adviseren.
Bij het afhandelen van aanvragen waarbij een adviescommissie is aangewezen, bedraagt de beslistermijn maximaal zes maanden in plaats van de reguliere termijn van acht weken. Die termijn kan eenmaal met ten hoogste zes maanden worden verdaagd (artikel 4:130 van de Awb).
Er zijn twee varianten mogelijk:
Bij het te nemen besluit wordt de adviescommissie die het advies heeft opgesteld vermeld en wordt het advies ter motivering bijgevoegd (art. 3:8 van de Awb). Er kan in afwijking van het advies worden besloten. Dat moet dan wel goed worden gemotiveerd. Verder is het van belang dat het bestuursorgaan zich ervan vergewist, dat het onderzoek van de adviseur(s) op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden (art. 3:9 van de Awb).
De procedure en bijbehorende beslistermijnen voor het tot stand komen van het besluit op de aanvraag om schadevergoeding zijn uitputtend geregeld in de Awb. Aanvullend hierop is vastgelegd dat het bestuursorgaan de aanvrager en belanghebbenden informeert als advies wordt ingewonnen bij een adviescommissie. De opdracht aan de adviseur(s) kan ook worden ingetrokken. In dat geval worden de aanvrager en belanghebbenden daar ook over geïnformeerd.
Op de voorbereiding van het besluit op een aanvraag om schadevergoeding is de Awb van toepassing, waaronder de bepalingen over de voorbereiding van besluiten (hoofdstuk 4 van de Awb). Dat betekent onder andere dat de artikelen 4:7 en 4:8 van de Awb van toepassing zijn op grond waarvan de aanvrager en eventuele belanghebbenden, binnen de daar opgenomen kaders, in de gelegenheid worden gesteld om voorafgaand aan de beslissing op de aanvraag een zienswijze naar voren te brengen. In het tweede lid is verduidelijkt welke partijen naast de aanvrager een zienswijze naar voren kunnen brengen. Dat zijn voor zover van toepassing degenen met wie een schadeovereenkomst is gesloten en, als sprake is van een schadeveroorzakend besluit naar aanleiding van een aanvraag: de aanvrager van dat besluit of degene die de toegestane activiteit verricht.
In deze bepaling is de uiterste betaaltermijn vastgelegd. Als een aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt toegekend, wordt het betreffende bedrag uiterlijk bij het onherroepelijk worden van het toekenningsbesluit uitbetaald. Dus na afronding van eventuele bezwaar- en beroepsprocedures.
Het college kan nadere regels vaststellen ter uitvoering van deze verordening. Hierbij kan gedacht worden aan de financiering en het functioneren van de Adviescommissie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-560185.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.