Gemeenteblad van Deventer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Deventer | Gemeenteblad 2023, 560026 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Deventer | Gemeenteblad 2023, 560026 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Deventer 2024
De raad van de gemeente Deventer,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Deventer
gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4 eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5 eerste lid, 2.1.6, 2.3.6 vierde lid en 2.6.6 eerste lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
overwegende, dat het noodzakelijk is om cliënten te ondersteunen als zij dusdanige beperkingen ondervinden bij hun maatschappelijke participatie en/of zelfredzaamheid dat zij niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg, met hulp van het sociale netwerk of met gebruikmaking van algemene voorzieningen hierin geheel of gedeeltelijk kunnen voorzien;
overwegende, dat het noodzakelijk is om cliënten met psychische of psychosociale problemen en belanghebbenden die de thuissituatie hebben verlaten, al dan niet in verband met risico's voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, te ondersteunen bij het zich handhaven in de samenleving als zij niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg , of met hulp van het sociale netwerk of met gebruikmaking van algemene voorzieningen hierin geheel of gedeeltelijk kunnen voorzien;
overwegende, dat het noodzakelijk is om bij verordening regels te stellen met betrekking tot de invulling van de plicht tot ondersteuning;
vast te stellen de “Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Deventer 2024”.
In deze verordening wordt verstaan onder:
Algemeen gebruikelijk: een dienst, hulpmiddel, woningaanpassing of andere maatregel is algemeen gebruikelijk als deze niet specifiek bedoeld is voor personen met een beperking, daadwerkelijk beschikbaar is, een passende bijdrage levert aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt tot zelfredzaamheid of participatie in staat is en financieel gedragen kan worden met een inkomen op minimumniveau;
Beschermd wonen: wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische- of psychosociale problemen en/of licht verstandelijke beperkingen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving;
Normaal gebruik van de woning: de mogelijkheid om normale (elementaire) woonfuncties te kunnen verrichten. Hieronder valt slapen, eten, lichaamsreiniging, het doen van essentiële huishoudelijke werkzaamheden, koken en keukengebruik, horizontale en verticale verplaatsingen binnen de woning en toegang tot de woning;
Ondersteuningsplan: de weergave van het onderzoek, verslag, adviezen, verwijzingen en afspraken die met de cliënt zijn gemaakt. Het plan bevat het arrangement aan maatschappelijke ondersteuning voor de cliënt bestaande uit de inzet van oplossingen en de te behalen resultaten. Het ondersteuningsplan wordt in overleg met de cliënt opgesteld;
HOOFDSTUK 2: Melding, onderzoek en aanvraag
De cliënt ondertekent het verslag voor gezien of akkoord en stuurt onverwijld een ondertekend exemplaar naar het college. De cliënt dan wel zijn vertegenwoordiger kan feitelijke gegevens corrigeren en kan zijn/haar opmerkingen bij het onderzoeksverslag kenbaar maken. Correcties en opmerkingen worden aan het onderzoeksverslag toegevoegd.
Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen indien:
Het een aanvraag behandeld van een persoon die wel eerder een voorziening heeft gehad of een gesprek zoals bedoeld in artikel 6 heeft gevoerd, maar waarvan de medische omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen beïnvloeden.
HOOFDSTUK 3: Maatwerkvoorziening
Artikel 9. Algemene criteria voor maatwerkvoorziening
Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening:
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in het voorgaande hoofdstuk bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven, en/of
Ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico's voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet kan verminderen of wegnemen
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in het voorgaande hoofdstuk bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Artikel 10. Aanvullende criteria maatwerk woonvoorzieningen
In aanvulling op artikel 9 kan een cliënt voor een woonvoorziening in aanmerking komen indien deze woonvoorziening bestaat uit het kunnen gebruiken van de noodzakelijke gebruiksruimten in verband met het normale gebruik van de woning waar de cliënt zijn hoofdverblijf heeft. De woonvoorziening heeft betrekking op de bereikbaarheid, toegankelijkheid en normaal gebruik van de woning.
Artikel 11. Aanvullende criteria maatwerk vervoersvoorzieningen
In aanvulling op artikel 9 kan een maatwerkvoorziening worden getroffen ten aanzien van het lokaal verplaatsen. De te verstrekken voorziening wordt afgestemd op de individuele vervoersbehoefte die lokale maatschappelijke participatie per vervoermiddel mogelijk maakt, met een omvang van maximaal 1500 kilometer per jaar. Het college kan in individuele gevallen hiervan afwijken.
Artikel 12. Aanvullende criteria maatwerk kortdurend verblijf in een instelling
In aanvulling op artikel 9 kan een cliënt in aanmerking komen voor kortdurend verblijf in een instelling, niet zijnde een ziekenhuis, indien het kortdurend verblijf noodzakelijk is ter ontlasting van de mantelzorger én de cliënt in dat geval aangewezen is op ondersteuning dat gepaard gaat met permanent toezicht.
Artikel 13. Aanvullende criteria opvang en beschermd wonen
In aanvulling op artikel 9 kan een cliënt alsmede zijn eventuele kinderen in aanmerking komen voor maatschappelijke opvang als:
Hij de situatie van feitelijk of residentieel dakloosheid niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen of andere maatwerkvoorzieningen gericht op het bevorderen van de participatie en zelfredzaamheid in voldoende mate kan verminderen of wegnemen; en
Opvang een passende, noodzakelijke en tijdelijke bijdrage levert aan het voorkomen van dakloosheid, het psychosociaal functioneren, voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast en/of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen en de behoefte van de cliënt met als doel het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Een cliënt kan in aanmerking komen voor beschermd wonen op grond van de wet als:
Hij de situatie als gevolg van deze psychische- of psychosociale problemen en/of licht verstandelijke beperkingen, niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen of maatwerkvoorzieningen gericht op het bevorderen van de participatie en zelfredzaamheid in de thuissituatie in voldoende mate kan verminderen of wegnemen; en
Beschermd wonen een passende en noodzakelijke bijdrage levert aan het bevorderen van de zelfredzaamheid en participatie, het psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, voorkomen van maatschappelijke overlast en/of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen en daarbij voorziet in het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Artikel 13a. Aanvullende criteria voor huishoudelijke hulp
In aanvulling op artikel 9 wordt voor de individuele maatwerkvoorziening huishoudelijk hulp voor het vaststellen van uren gebruik gemaakt van de normering uit het door bureau HHM opgestelde ‘Normenkader Huishoudelijke Ondersteuning 2019’.
Artikel 14. Voorwaarden en weigeringsgronden
Geen maatwerkvoorziening wordt verstrekt:
Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een voorziening die aan cliënt al eerder is verstrekt in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen, of tenzij cliënt geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten;
Geen woonvoorziening wordt verstrekt:
Voor zover het voorzieningen in gemeenschappelijke en/of openbare ruimten betreft, anders dan automatische deuropeners, hellingbanen, het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren, het aanbrengen van drempelhulpen of vlonders of het aanbrengen van een opstelplaats bij de toegangsdeur van de gemeenschappelijke ruimte, met uitzondering van een voorziening voor verhuizing en inrichting;
Artikel 16. Hoogte tarief persoonsgebonden budget
De hoogte van het tarief van het persoonsgebonden bedraagt voor:
Persoonlijke ondersteuning (individuele begeleiding):
Formele hulp: 100% van het tarief van de door de gemeente gecontracteerde persoonlijke ondersteuning bij activiteiten in natura tenzij op basis van het door de cliënt ingediende budgetplan passende en toereikende ondersteuning voor een lager tarief kan worden ingekocht. De persoonlijke ondersteuning bij activiteiten is onderverdeeld in licht, basis en basis plus, zoals nader is omschreven in de door de gemeente gecontracteerde persoonlijke ondersteuning bij activiteiten in natura.
Informele hulp bij persoonlijke ondersteuning: Het tarief per uur bedraagt maximaal de hoogte van het uurloon van de hoogste periodiek behorende bij de Functie Waardering Gezondheidszorg (FWG 30) van de voor de betreffende periode geldende cao VVT, vermeerderd met vakantietoeslag en de tegenwaarde van de verlofuren.
Ondersteuning bij activiteiten daginvulling (dag/groepsbegeleiding): formele hulp: 100% van het tarief van de door de gemeente gecontracteerde ondersteuning bij activiteiten daginvulling in natura tenzij op basis van het door de cliënt ingediende budgetplan passende en toereikende ondersteuning voor een lager tarief kan worden ingekocht. De ondersteuning bij activiteiten daginvulling is onderverdeeld in licht, basis en basis plus, zoals nader is omschreven in de door de gemeente gecontracteerde ondersteuning bij activiteiten daginvulling in natura.
Woonvoorziening: maximaal 100% van het tarief van de door de gemeente gecontracteerde woonvoorzieningen in natura of, bij ontbreken van een contract voor zorg in natura, 100% van het tarief van de goedkoopst compenserende woonvoorziening na consultatie in de markt door middel van 3 offertes. Voor woonvoorzieningen met kosten lager dan €2500 volstaan 2 offertes.
Formele hulp: 100% van het tarief van de door de gemeente gecontracteerde respijtopvang in natura tenzij op basis van het door de cliënt ingediende budgetplan passende en toereikende ondersteuning voor een lager tarief kan worden ingekocht voor de duur van maximaal zes weken per jaar, zoals nader is omschreven in de door gemeente gecontracteerde ondersteuning.
Informele hulp: het tarief per uur bedraagt 50% van het tarief van de goedkoopst compenseren maatwerkvoorziening in natura, met als ondergrens het wettelijk minimumloon inclusief vakantiegeld en – uren voor een persoon van 21 jaar of ouder met een 36-urige werkweek en als bovengrens het in artikel 5.22 lid 1 van de Regeling langdurige zorg opgenomen tarief.
De hoogte van het persoonsgebonden budget beschermd wonen wordt bepaald op basis van het voor de cliënt van toepassing zijnde arrangement van ondersteuning (aard en omvang) en bedraagt maximaal de kosten van begeleiding en toezicht ten aanzien van beschermd wonen in natura alsmede eventuele toeslagen.
Vervoer van en naar de activiteiten daginvulling (dagbesteding):
Formele hulp: 100% van het tarief van de door de gemeente gecontracteerde aanbieder van vervoer van en naar de activiteiten daginvulling in natura tenzij op basis van het door de cliënt ingediende budgetplan passende en toereikende ondersteuning voor een lager tarief kan worden ingekocht uitgaande van de dichtst bij de woning van de cliënt gelegen geschikte locatie activiteiten daginvulling;
Onderhoud en verzekering van hulpmiddelen: 100% van het tarief van de door de gemeente gecontracteerde onderhoud- en verzekeringskosten van hulpmiddelen in natura tenzij op basis van het door de cliënt ingediende budgetplan passende en toereikende ondersteuning voor een lager tarief kan worden ingekocht.
Artikel 16a. Aanvullende criteria persoonsgebonden budget
Het college weigert de verlening van een persoonsgebonden budget indien:
Naar het oordeel van het college onvoldoende aannemelijk is dat met het persoonsgebonden budget zal worden voorzien in toereikende ondersteuning van goede kwaliteit. Bij het beoordelen van de kwaliteit weegt het college mee of de diensten en andere maatregelen in redelijkheid geschikt zijn voor het doel waarvoor het persoonsgebonden budget wordt verstrekt;
Als de cliënt de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken uitvoert met hulp van de betrokken formele ondersteuner, diens personeel of op een andere wijze aan de ondersteuner verbonden persoon, kan het college een persoonsgebonden budget in beginsel weigeren op grond van belangenverstrengeling.
HOOFDSTUK 4: Bijdrage in de kosten
Artikel 17. Bijdrage voor maatwerkvoorzieningen en hoogte bijdrage in de kosten
Een (zorg)aanbieder van een algemene voorziening kan kosten in rekening brengen bij de cliënt voor het nuttigen van consumptieve goederen en het gebruik van materiaal. Deze kosten mogen niet hoger zijn dan de redelijkerwijs vastgestelde kostprijs van het desbetreffende product. Daarnaast mag afname van deze producten niet verplicht worden gesteld aan de cliënt die van een desbetreffende algemene voorziening gebruik maakt. De cliënt is deze kosten verschuldigd aan de (zorg)aanbieder.
In afwijking van het bepaalde in lid 1 is geen bijdrage in de kosten verschuldigd bij of voor:
inwoners, indien het inkomen van de inwoner niet hoger is dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, als bedoeld in artikel 5, onder c, van de Participatiewet, van 2 jaar voorafgaand aan het jaar waarin de eigen bijdrage moet worden betaald en het vermogen niet hoger is dan het toetsvermogen dat is vastgesteld door het CAK (deze uitzondering is niet van toepassing op wonen en verblijf, zoals bijvoorbeeld beschermd wonen).
HOOFDSTUK 5: Kwaliteit en veiligheid
Artikel 19. Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden
Het college kan het eerste lid, onderdeel b, buiten beschouwing laten indien bij de inschrijving aan de derde de eis wordt gesteld een reële prijs voor de dienst te hanteren die gebaseerd is op hetgeen gesteld is in het tweede en derde lid. Daarover legt het college verantwoording af aan de gemeenteraad.
HOOFDSTUK 7: Klachten, medezeggenschap en inspraak
Artikel 24. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
HOOFDSTUK 8: Ten onrechte ontvangen van een maatwerkvoorziening
Artikel 25. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college op verzoek of zo onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de cliënt opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten persoonsgebonden budget.
Artikel 25a Opschorting betaling uit het persoonsgebonden budget
Het college kan de Sociale Verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een geheel of gedeeltelijke opschorting voor ten hoogste dertien weken van betalingen uit het persoonsgebonden budget als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat er sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d, of e. van de wet.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-560026.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.