Gemeenteblad van Weert
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Weert | Gemeenteblad 2023, 559873 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Weert | Gemeenteblad 2023, 559873 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Participatieverordening gemeente Weert 2023
Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen
Artikel 1. Onderwerp van de Verordening
Deze Verordening regelt de betrokkenheid van inwoners, Maatschappelijke organisaties, bedrijven en andere belanghebbenden bij de ontwikkeling van gemeentelijke initiatieven en beleid. De Verordening geeft helderheid over de rol van de burgemeester, het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad in deze processen.
Deze Verordening is daarnaast van toepassing op de manier waarop de gemeente reageert en ondersteuning biedt aan initiatieven van inwoners, Maatschappelijke organisaties, bedrijven en andere belanghebbenden.
Artikel 2. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze Verordening wordt verstaan onder:
Hoofdstuk 2. Inwonerparticipatie
Hoofdstuk 4. Overheidsparticipatie
Artikel 6. Toepassen Overheidsparticipatie
Het Bestuursorgaan kan afzien van Overheidsparticipatie aan Inwonerinitiatieven als er redenen zijn om aan te nemen dat:
het initiatief naar het oordeel van het Bestuursorgaan op financiële, juridische of praktische gronden niet haalbaar of uitvoerbaar is. Het een onderwerp betreft waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht loopt of onderwerpen waarover de burgerlijke rechter is gevraagd een oordeel uit te spreken.
Artikel 7. Toepassen Uitdaagrecht
Indien het College de aanvraag toewijst, worden afspraken (over o.a. de taken van de indiener en de Gemeente, het kwaliteitsniveau, het te behalen resultaat, het ter beschikking te stellen budget, de initiële looptijd, de mogelijkheid tot verlenging van de looptijd en de periodieke evaluatie) vastgelegd in een overeenkomst tussen de indiener en het College.
Artikel 8. Omgevingsplan en omgevingsvergunning
Het Bestuursorgaan stelt voor inwoners, Maatschappelijke organisaties bedrijven en andere belanghebbenden een ‘Handreiking participatie externe initiatiefnemers’ vast voor Participatie bij initiatieven die effect hebben op de fysieke leefomgeving. De ‘Handreiking participatie externe initiatiefnemers’ is breder dan deze Verordening. Het gaat hier om participatie tussen inwoners onderling.
Hoofdstuk 7. Evaluatie en monitoring
Artikel 9. Evaluatie en monitoring
De raadsinformatiebrief bevat een beknopt verslag de wijze waarop participatieprocessen zijn georganiseerd, de rolinvulling door gemeenteraad en College, de kosten, het resultaat van de Participatie en de belangrijkste ervaringen. Het verslag bevat tevens informatie over Inwonerinitiatieven, toegekende budgetten en over de werking van het Uitdaagrecht.
Hoofdstuk 8. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 10. Intrekken oude verordening
De Inspraakverordening gemeente Weert 2004 wordt ingetrokken.
Op inspraakprocedures die voortvloeien uit besluiten genomen voor de inwerkingtreding van deze Verordening, blijven de bepalingen van de in het vorige artikel genoemde Verordening van toepassing.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Weert op 20 december 2023.
De griffier,
mr. M.H.R.M. Wolfs-Corten
De voorzitter,
mr. R.J.H. Vlecken
De Gemeente wil de kennis en ervaring van inwoners, Maatschappelijke organisaties, bedrijven en andere belanghebbenden inzetten bij beleid, vanaf een Beleidsvoornemen tot beleidsontwikkeling, besluitvorming, uitvoering en evaluatie van het beleid. Daarnaast stimuleert de Gemeente dat inwoners samen het initiatief nemen om hun straat, wijk of stad mooier, veiliger en socialer te maken. Zij biedt de Weerter inwoner door middel van deze Verordening (juridisch) ruimte voor Inwonerinitiatieven.
Deze Verordening regelt het betrekken van inwoners bij de ontwikkeling – mede omvattend de voorbereiding, uitvoering en evaluatie - van gemeentelijk beleid en de rol van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad in deze processen. Deze Verordening is daarnaast van toepassing op de manier waarop de Gemeente ondersteuning biedt aan initiatieven van inwoners, Maatschappelijke organisaties, bedrijven of andere belanghebbenden.
Met de voorgenomen wijziging van artikel 150 Gemeentewet ontstaat voor gemeenten de plicht om de inspraakverordening om te bouwen naar een participatieverordening. Het wetsvoorstel ‘Wet versterking participatie op decentraal niveau’ regelt dat het decentraal bestuur inwoners in staat stelt te participeren bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid.
Ook is het Uitdaagrecht, als specifieke vorm van Participatie, wettelijk verankerd. Met het Uitdaagrecht kunnen inwoners hun overheid uitdagen om de uitvoering van een taak over te nemen zoals het beheer of onderhoud van een park of buurthuis. Bij gebruik van het Uitdaagrecht laat de overheid zien dat zij de uitvoering van een overheidstaak aan een inwoner of Maatschappelijke organisatie toevertrouwt.
Deze Verordening is gebaseerd op het Beleidskader Participatie 2023-2026. Deze Participatieverordening gemeente Weert 2023 vervangt:
In de Verordening wordt regelmatig gesproken over ‘het Bestuursorgaan’. De Gemeente heeft drie bestuursorganen: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester. Indien expliciet één van deze Bestuursorganen wordt bedoeld, dan wordt dit ook als zodanig benoemd. Indien de tekst rept over ‘het Bestuursorgaan’, dan is het afhankelijk van de bevoegdheidsverdeling rond dit thema welk Bestuursorgaan bedoeld wordt.
In artikel 2:1.c wordt een Inwonerinitiatief gedefinieerd als initiatieven van individuele inwoners of groepjes inwoners die zich inzetten om een bijdrage te leveren aan de Weerter samenleving. Kenmerk van het Inwonerinitiatief is dat er geen organisatie met een commercieel belang achter zit. Het gaat om de eigen ideeën en inzet van inwoners. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om initiatieven van inwoners om een speeltuintje in de buurt te realiseren, of een gezamenlijke buurttuin. Niet gedoeld wordt op initiatieven van particulieren of projectontwikkelaars, die bijvoorbeeld een bepaalde bouwlocatie willen ontwikkelen. Deze initiatieven zijn vooral gericht op het privébelang van de indiener. In het hoofdstuk over de Omgevingswet staan enkele relevante bepalingen voor de laatstgenoemde groep initiatiefnemers.
Artikel 3:4 bepaalt: Participatie, Inspraak en Uitdaagrecht wordt verleend aan inwoners, Maatschappelijke organisaties, bedrijven en andere belanghebbenden die binnen de grenzen van de Gemeente actief zijn of een belang hebben dat gerelateerd is aan de Gemeente. Deze bepaling is met name opgenomen om de scope van de participanten te beperken tot organisaties die lokaal actief zijn. Dat betekent bijvoorbeeld dat landelijke belangengroepen niet kunnen deelnemen aan participatieprocessen in Weert, tenzij er sprake is van een lokale afdeling. Het betekent ook dat er sprake moet zijn van een lokaal belang voor partijen die een beroep doen op het Uitdaagrecht. Indien bijvoorbeeld een commercieel bureau zou aangeven dat zij het proces van vergunningverlening van de Gemeente zouden willen overnemen, dan is er onvoldoende sprake van lokale activiteit of een lokaal belang.
Verder is de schaal van het project bepalend voor het aantal te betrekken inwoners. Het Beleidskader Participatie bepaalt dat bij bijvoorbeeld zaken die een straat of buurt betreffen alleen die inwoners, worden uitgenodigd, maar bij zaken die de stad als geheel raken is de kring van betrokkenen ook groter.
Artikel 3:7 bepaalt: Deze Verordening is van toepassing op alle vormen van Participatie, Inspraak of andere inbreng en initiatieven van inwoners, ondernemers of Maatschappelijke organisaties, indien en voor zover hiervan niet in specifieke wet- en of regelgeving wordt afgeweken. Hiermee wordt bedoeld dat specifieke wet- en regelgeving voorrang heeft op het bepaalde in deze Verordening. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de verdeling van subsidie op basis van de Algemene Subsidieverordening Weert 2017.
Deze Verordening is afgezien van artikel 8 in Hoofdstuk 6 (ook) niet van toepassing op de voorbereiding van instrumenten in de Omgevingswet. Voor de Omgevingsvisie, programma, Omgevingsplan en Omgevingsvergunning zijn in de Omgevingswet en in het Omgevingsbesluit regels opgenomen over participatie .
Inzicht bieden in gemeentelijke plannen
Artikel 3:5 bevat een inspanningsverplichting op het gebied van actieve openbaarheid, zodat inwoners goed in staat zijn om een rol te vervullen in processen van Inwonerparticipatie. Voor inwoners is het van belang om zicht te hebben op de analyses en beleidsopties die ontwikkeld worden voor hun directe leefomgeving, zodat bewoners met kennis van zaken invloed kunnen uitoefenen.
De precieze uitwerking van deze bepaling is maatwerk. Het artikel kan ook gelezen te worden in het licht van de inspanningsverplichting zoals is opgenomen in artikel 3.1 van de Wet open overheid (Woo), waarin bepaald wordt dat overheden gehouden zijn om informatie over het beleid, inclusief de voorbereiding, uitvoering, handhaving en evaluatie actief openbaar te maken, indien dit zonder onevenredige inspanning of kosten redelijkerwijs mogelijk is.
Artikel 4 bevat bepalingen over de start van een participatieproces. Artikel 4:2 bepaalt dat het Bestuursorgaan bij de start van elk participatieproces vaststelt op welke manier Inwonerparticipatie wordt toegepast.
Bij de start wordt het niveau van Participatie bepaald: informeren, raadplegen, advies vragen, co-creëren of meebeslissen. Bij deze verschillende niveaus kunnen vervolgens weer verschillende methoden en instrumenten worden toegepast. Zo kan raadplegen plaatsvinden via een huis-aan-huis enquête, een bijeenkomst of bijvoorbeeld een digitale raadpleging. ‘Meebeslissen’ kan door een buurt een eigen budget te geven, maar kan ook vorm krijgen via bijvoorbeeld een referendum.
Artikel 4:2.c bepaalt: het bevoegde Bestuursorgaan stelt de kernvragen, de beïnvloedingsruimte en/of de inhoudelijke, financiële en overige kaders van de Participatie vast. Nieuwe inzichten kunnen ertoe leiden dat er aanvullende kaders worden gesteld of bestaande kaders worden bijgesteld. Het tussentijds bijsturen gebeurt op beargumenteerde wijze en de deelnemers worden hierover zo snel mogelijk geïnformeerd.
Het is belangrijk dat er vooraf ook helderheid is over de kosten voor het organiseren van participatie. Bij Participatie over projecten zullen deze kosten onderdeel uitmaken van het projectbudget. Bij alle andere initiatieven vergt dit afzonderlijke besluitvorming door burgemeester en wethouders en/of de gemeenteraad.
Na het doorlopen van het participatiestappenplan wordt duidelijk welk participatieproces aan de orde zal zijn. Artikel 5 bepaalt dat het Bestuursorgaan vervolgens vooraf aangeeft op welke wijze de inbreng van bewoners zal doorwerken in de besluitvorming. De filosofie die we hierbij hanteren is dat er geen onnodige dubbele Inspraak moet plaatsvinden. Ook bieden we zo een antwoord op een regelmatig gehoorde kritiek dat het niet duidelijk is wat er met de inbreng van inwoners gebeurt. Het is wenselijk om inwoners helderheid te geven wat er met hun inbreng gaat gebeuren (verwachtingsmanagement).
Deze bepalingen zijn hetzelfde als de bepalingen uit de Inspraakverordening gemeente Weert 2004.
Artikel 5:1 bepaalt: Elk Bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of Inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid. Tenzij er een wettelijke regeling is die een bepaalde inspraakprocedure voorschrijft. Denk aan Inspraak op grond van de Omgevingswet.
Het begrip ‘gemeentelijk beleid’ dient hierbij breed geïnterpreteerd te worden. Het kan ook gaan om Inspraak over de uitvoering van gemeentelijk beleid. Denk aan het ontwerp van een fietsverbinding of de herinrichting van de openbare ruimte. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht. In artikel 5:3 wordt bepaald dat Inspraak wordt verleend aan inwoners, Maatschappelijke organisaties, bedrijven en andere belanghebbenden. Artikel 1, lid 2 van de Awb geeft een nadere definitie van wat wordt verstaan onder een belanghebbende: ‘degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken’. Het verslag van de Inspraak voldoet aan de bepalingen van de AVG.
Artikel 6 bevat bepalingen over ‘Overheidsparticipatie’. Van Overheidsparticipatie is sprake indien er een initiatief komt uit de samenleving (voor bijvoorbeeld een skatebaan of een speeltuin) en de overheid daarin participeert. Het college van burgemeester en wethouders is het Bestuursorgaan dat bevoegd is om te reageren op initiatieven uit de samenleving.
De bepalingen uit dit artikel bieden houvast in het geval een Bestuursorgaan wordt uitgedaagd. De afweging om in te gaan op de uitdaging zal altijd maatwerk met zich brengen.
Inwoners, Maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden mogen gemeentelijke taken overnemen als zij denken dit slimmer, beter, goedkoper te kunnen. Dit zijn taken waar de Gemeente geld voor heeft opgenomen in de begroting. Denk bijvoorbeeld aan het onderhouden van het groen, de inrichting van een straat en het schoonmaken ervan.
Taken die wettelijk alleen door de overheid uitgevoerd mogen worden (zoals het verstrekken paspoorten of het werk van de politie en brandweer) vallen hier niet onder.
Ook in de Omgevingswet wordt het belang van vroegtijdige participatie erkend en vastgelegd, zijnde: voorafgaand aan de formele procedure.
In de Omgevingswet wordt onder participatie het volgende verstaan: Het in een vroegtijdig stadium betrekken van belanghebbenden (inwoners, bedrijven, Maatschappelijke organisaties en andere overheden) bij het proces van de besluitvorming over een project of activiteit in het ruimtelijk domein.
De Omgevingswet stimuleert gemeenten om participatiebeleid te maken. We doen dat door het kader voor Participatie in deze Verordening in artikel 8 vast te leggen, via (1) het opstellen van een ‘Handreiking participatie voor externe initiatiefnemers’, en (2) voor alle meer beleidsmatige ontwikkelingen aan te sluiten bij het ‘Participatiekader binnen Omgevingswet gemeente Weert’. Denk daarbij aan de omgevingsvisie, programma’s en het omgevingsplan als het om een meer beleidsmatige wijziging daarvan gaat. De beide handvatten helpen ook om goed te kunnen motiveren hoe de Gemeente in de verschillende ontwikkelingen is omgegaan met Participatie. Deze “motiveringsplicht” is ook in de wet vastgelegd.
Artikel 9 bepaalt dat de gemeenteraad eenmaal per jaar wordt geïnformeerd over de wijze waarop de Gemeente participatieprocessen heeft georganiseerd, inclusief processen van Overheidsparticipatie en Uitdaagrecht. De precieze vorm is nader te bepalen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-559873.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.