Vijfde wijziging van het Aanwijzingsbesluit toezichthouders Rotterdam 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de concerndirecteur van het cluster Stadsontwikkeling van

22 november 2022, registratienummer: M2210-4548, alsmede gelezen het voorstel van de concerndirecteur Stadsontwikkeling van 5 december 2023; kenmerk: M2311-3349; 23bo009053;

 

gelet op artikel 18.6, eerste lid, van de Omgevingswet, artikel 33, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014, artikel 41, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Alcoholwet en artikel 5 van de Hemelwaterverordening Rotterdam, alsmede gelet op artikel 18, eerste lid, van de Wet goed verhuurderschap;

 

overwegende, dat

  • -

    het noodzakelijk is enkele wijzigingen aan te brengen in het Aanwijzingsbesluit toezichthouders Rotterdam 2019 met name in verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

  • -

    het gewenst is medewerkers van de afdeling Bouw- en Woningtoezicht van het cluster Stadsontwikkeling en medewerkers van het cluster Stadsbeheer van de gemeente Rotterdam te belasten met het toezicht op het naleven van het bij of krachtens de Wet goed verhuurderschap bepaalde;

besluit:

Artikel I  

Het Aanwijzingsbesluit toezichthouders Rotterdam 2019 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het derde lid vervallen ‘de Ontgrondingenwet,’ en ‘de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet bodembescherming, de Wet geluidshinder, de Wet inzake de luchtverontreiniging’ en wordt ‘de Wet ruimtelijke ordening’ vervangen door ‘de Omgevingswet’.

  • 2.

    In het zevende lid wordt na ‘Hemelwaterverordening’ ingevoegd ‘Rotterdam’.

  • 3.

    In het achtste lid wordt ‘Wet algemene bepalingen omgevingsrecht’ vervangen door ‘Omgevingswet’.

  • 4.

    In het achtste lid wordt na ‘Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek,’ ingevoegd ‘Wet goed verhuurderschap,’.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Na ‘Huisvestingswet’ wordt ‘2014’ ingevoegd.

  • 2.

    De zinsnede ‘de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet ruimtelijke ordening’ wordt vervangen door ‘de Omgevingswet’.

  • 3.

    De zinsnede ‘hoofdstuk 2, afdeling 18, van de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012’ wordt vervangen door ‘de Wet goed verhuurderschap’.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt ‘Wet algemene bepalingen omgevingsrecht’ vervangen door ‘Omgevingswet’ en vervalt ‘het Bouwbesluit, de Bouwverordening’.

  • 2.

    In het tweede lid wordt ‘Wet algemene bepalingen omgevingsrecht’ vervangen door ‘Omgevingswet’.

  • 3.

    In het derde lid wordt ‘artikel 5.10, derde lid, juncto artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht’ vervangen door ‘artikel 18.1a, eerste lid, van de Wet milieubeheer, juncto artikel 18.6, eerste lid, van de Omgevingswet’.

  • 4.

    In het zesde lid wordt ‘de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht’ vervangen door ‘de Omgevingswet’.

  • 5.

    In het zevende lid wordt ‘artikel 5.10, derde lid, juncto artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht’ vervangen door ‘artikel 18.1a, eerste lid, van de Wet milieubeheer, juncto artikel 18.6, eerste lid, van de Omgevingswet’

D

Er wordt een artikel ingevoegd, luidende:

  • Artikel 6a Overgangsrecht Omgevingswet

    De personen die op grond van dit besluit met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet zijn belast, zijn in geval van toepassing van het overgangsrecht, bedoeld in de artikelen 4.3 en 4.23 van de Invoeringswet Omgevingswet, tevens belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de in de artikelen 4.1 respectievelijk 4.22 van die wet genoemde wetten, voor zover zij voor het toezicht op de naleving van deze wetten waren aangewezen in dit besluit zoals dat luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel II  

De toelichting op het Aanwijzingsbesluit toezichthouders Rotterdam 2019 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    De paragraaf met het opschrift' 1. Aanwijzing voor de Afvalstoffenverordening via de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht' komt als volgt te luiden:

    • 1.

      Aanwijzing voor de Afvalstoffenverordening via de Wet milieubeheer en de Omgevingswet

      In artikel 25 van de Afvalstoffenverordening Rotterdam 2009 staat dat met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 18.la, eerste lid, van de Wet milieubeheer, juncto artikel 18.6, eerste lid, van de Omgevingswet aangewezen ambtenaren.

  • 2.

    Aan de toelichting wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:

    • 6a.

      Overgangsrecht Omgevingswet

      Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt een aantal wetten ingetrokken en opgenomen in de Omgevingswet. In de Invoeringswet Omgevingswet is bepaald dat de Ontgrondingenwet, de Wabo, de Wet inzake de luchtverontreiniging en de Wet ruimtelijke ordening worden ingetrokken met de inwerkingtreding van de Omgevingswet. De Wet bodembescherming en de Wet geluidhinder worden ook ingetrokken. Delen van de Waterwet, de Wet milieubeheer en de Woningwet worden opgenomen in de Omgevingswet en delen van deze wetten blijven bestaan. In de aanhef en de artikelen 1, 2 en 4 van dit besluit zijn de onder de Omgevingswet geldende wettelijke grondslagen voor toezicht en handhaving genoemd. In artikel 4.23 van de Invoeringswet Omgevingswet is overgangsrecht opgenomen ten aanzien van toezicht en handhaving van procedures en besluiten die onder de vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet geldende wetgeving vallen. Daarom zijn alle toezichthouders tevens bevoegd voor het toezicht en de handhaving op basis van de oude wetgeving, die opgaan in de Omgevingswet.

Artikel III  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin het wordt geplaatst:

  • a.

    met uitzondering van:

    Artikel I,

    onderdeel A, eerste en derde lid,

    onderdeel B, tweede lid,

    onderdeel C,

    onderdeel D,

    en artikel II

    die in werking treden met ingang van 1 januari 2024;

  • b.

    met dien verstande dat artikel I, onderdeel A, vierde lid, en artikel I, onderdeel B, derde lid, terug werken tot en met 1 juli 2023.

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van 5 december 2023.

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

R.A.C.J. Simons, l.b.

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl

Naar boven