Wijziging Algemene plaatselijke verordening

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 14 december 2023:

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2023.

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, 2.21, eerste lid, onder a en b, en 3.148, tweede lid, onder a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994,

 

BESLUIT

 

vast te stellen de :

 

WIJZIGING ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING

Artikel 1  

De Algemene Plaatselijke Verordening, vastgesteld op 16 december 2021, wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

     

    • -

      beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

  • 2.

    De definities van ‘bevoegd gezag’, ‘bouwwerk’ en ‘gebouw’ komen te luiden:

     

    • -

      bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

    • -

      bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

    • -

      gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

B

 

Artikel 1:2, vierde lid, komt te luiden:

 

  • 4.

    Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

C

 

Aan artikel 1:4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

 

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

D

 

Voor de bestaande tekst van artikel 1:5 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

E

 

Voor de bestaande tekst van artikel 1:6 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

F

 

Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het vijfde lid vervalt en de leden 6, 7 en 8 worden vernummerd tot 5,6 en 7.

 

  • 2.

    Het zesde lid (nieuw) komt te luiden:

     

    • 6.

      Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

G

 

Artikel 2:11 wordt als volgt gewijzigd:

 

Het vijfde lid komt te luiden:

 

  • 5.

    Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

H

 

Artikel 2:12, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de Provinciale omgevingsverordening, de waterschapsverordening of op de gronden van het haven- en industrieterrein Moerdijk voor zover de gronden in beheer zijn van het Havenbedrijf Moerdijk N.V.

I

 

Artikel 2:21, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het in het eerste lid bepaalde is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door hoofdstuk 10 van de Omgevingswet.

J

 

Artikel 2:23, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

K

 

Artikel 2:28, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 weigert de burgemeester de vergunning als de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met het omgevingsplan en geen medewerking is of zal worden verleend aan het afwijken middels een omgevingsvergunning

L

 

Artikel 2:29, vijfde lid, komt te luiden:

 

  • 5.

    Het in het lid 1 tot en met lid 4 bepaalde is niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Omgevingswet is voorzien.

M

 

Artikel 2:39, derde lid, onder b, komt te luiden:

 

  • b.

    de exploitatie van een speelgelegenheid in strijd is met het omgevingsplan.

N

 

Artikel 2:42 lid 6 komt te vervallen.

 

O

 

Artikel 2:60, eerste lid, aanhef, komt te luiden:

 

  • 1.

    Het is verboden op door het college ter voorkoming of opheffing van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:

P

 

Artikel 2:64, vierde lid komt te luiden:

 

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

Q

 

Artikel 2:64b, tweede lid: Wet milieubeheer wordt vervangen door Omgevingswet.

 

R

 

Artikel 2:71 komt te luiden:

 

Artikel 2:71 Definitie

In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

 

S

 

In artikel 2:73a lid 3 en artikel 2:73b lid 3 wordt Wet milieubeheer vervangen door Omgevingswet.

 

T

 

In artikel 2:73b lid 3 wordt Wet milieubeheer vervangen door Omgevingswet.

 

U

 

Artikel 3:7,

Eerste lid onder h: verbetering van opmaak: i t/m n wordt 1° t/m 6°.

Eerste lid o en p worden i en j.

eerste lid, onder j (nieuw), komt te luiden:

  • j.

    de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf strijd zal opleveren met het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan.

V

 

Artikel 3:9, eerste lid, onder g, komt te luiden:

 

  • g.

    de uitoefening van het seksbedrijf strijd oplevert met het omgevingsplan.

W

 

Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

     

    • -

      Activiteitenbesluit: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

  • 2.

    De definitie van ‘inrichting’ komt te luiden:

     

    • -

      inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

X

 

Artikel 4:2 wordt als volgt gewijzigd:

In het eerste lid wordt “Besluit” vervangen door “Activiteitenbesluit” (3x).

In het tweede lid wordt “Besluit” vervangen door “Activiteitenbesluit”.

In het zesde lid wordt “Besluit” vervangen door “Activiteitenbesluit”.

 

Y

 

Artikel 4:3 wordt als volgt gewijzigd:

In het eerste lid wordt “Besluit” vervangen door “Activiteitenbesluit” (3x);

In het tweede lid wordt “Besluit” vervangen door “Activiteitenbesluit”;

In het zesde lid wordt “Besluit vervangen door “Activiteitenbesluit”.

 

Z

 

Artikel 4:5 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In de aanhef van het eerste lid wordt “Besluit” vervangen door “Activiteitenbesluit”.

  • 2.

    Het eerste lid, onder c, komt te luiden:

     

    • c.

      de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft, gelden in geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Voor zover het andere geluidgevoelige gebouwen betreft gelden de waarden in geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1.1 onder d, van het Besluit geluidhinder, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

  • 3.

    Het vierde lid komt te luiden:

  • 4.

    Als versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is dit artikel niet van toepassing.

AA

Artikel 4:6 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In Artikel 4:6, eerste lid, aanhef komen de woorden “in de zin van de Wet milieubeheer of het Besluit” te vervallen.

  • 2.

    In het vijfde lid word “Bouwbesluit 2012” de eerste keer vervangen door “Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)” en de tweede keer door “Bbl”.

  • 3.

    Het zevende lid komt te luiden:

    • 7.

      Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening.

AB

 

Artikel 4:13 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

     

    • 1.

      Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

  • 2.

    Het vierde lid komt te luiden:

     

    • 4.

      Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

AC

 

Artikel 4:14a komt te vervallen.

 

AD

 

Artikel 4:15, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing in gevallen waarin een omgevingsvergunning is verleend en het gevaar en de hinder zijn betrokken bij de afweging.

AE

 

Artikel 4:17 komt te luiden:

 

Artikel 4:17 Definitie

In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

 

AF

 

Artikel 4:18, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

AG

 

Artikel 5:5, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.

AH

 

Artikel 5:6, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening.

AI

 

In artikel 5:10 lid 2 wordt Wet milieubeheer vervangen door Omgevingswet.

 

AJ

 

In artikel 5:14 lid 2 wordt Wet milieubeheer vervangen door Omgevingswet.

 

AK

 

Artikel 5:18, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het college weigert de vergunning wegens strijd met het omgevingsplan.

AL

 

Artikel 5:20, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    Artikel 5:18, eerste lid, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

AM

 

Artikel 5:24, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    De verboden zijn niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

AN

 

Artikel 5:25, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, de Wet milieubeheer of het Binnenvaartpolitiereglement, de Havengebruiksverordening of de Havenverordening haven- en industrieterrein Moerdijk.

AO

 

Artikel 5:28, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement of de provinciale omgevingsverordening.

AP

 

Artikel 5:30, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Binnenvaartpolitiereglement, de provinciale omgevingsverordening of het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet.

AQ

 

Artikel 5:32, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingswet, afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, de Zondagswet of het Besluit geluidproductie sportmotoren.

AR

 

Artikel 5:33, vierde lid, onder b, komt te luiden:

 

  • b.

    binnen de bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel.

AS

 

Artikel 5:34 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

     

    • 1.

      Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

  • 2.

    Het vijfde lid komt te luiden:

     

    • 5.

      Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚, van het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

Artikel 2  

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid treden de onderdelen W t/m Z van artikel I in werking op de dag direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 14 december 2023

De griffier,

H.M. Vonk-Schenkel,

De voorzitter,

A.J. Moerkerke

Naar boven