Vaststelling van de Verordening leges Omgevingswet Den Haag 2024

 

de raad van de gemeente Den Haag,

 

gezien het voorstel van het college van 26 oktober 2023,

 

gelet op:

- de artikelen 216 en 229, eerste lid, onder a en b, van de Gemeentewet, en

- artikel 13.1a van de Omgevingswet,

 

besluit vast te stellen de Verordening leges Omgevingswet Den Haag 2024:

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

 

-

college:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

-

dag:

de periode van 00.00 uur tot 24:00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

-

jaar:

het tijdvak dat loopt van n-de dag in een kalenderjaar tot en met (n-1)-de dag in het volgende kalenderjaar;

-

kalenderjaar:

de periode van 1 januari tot en met 31 december;

-

maand:

het tijdvak dat loopt van n-de dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)-de dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de n-de dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)-de dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

-

vaststelling van een omgevingsplan:

vaststelling van een nieuw omgevingsplan, herziening of gedeeltelijke herziening van het geldende omgevingsplan;

-

wet:

Omgevingswet.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam leges worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

 

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

De in de tarieventabel genoemde leges worden niet geheven voor diensten waarvan de kosten zijn of worden verhaald bij beschikking of overeenkomst krachtens afdeling 13.6 van de wet.

 

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 6 Wijze van heffing en bekendmaking

  • 1.

    De leges worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    Het verschuldigde bedrag wordt aan de belastingschuldige bekendgemaakt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg.

 

Artikel 7 Tijdstip van ontstaan van de belastingschuld en termijnen van betaling

  • 1.

    De leges zijn verschuldigd bij het aanvragen van een in deze verordening omschreven dienst.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald op het moment van uitreiking van de kennisgeving, als bedoeld in artikel 6, of in geval van toezending daarvan, binnen vier weken na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede lid gestelde termijnen.

 

Artikel 8 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een schriftelijke aanvraag, als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet, en overeenkomstig een voor die dienst in de tarieventabel opgenomen bepaling.

 

Artikel 9 Nadere regels

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

 

Artikel 10 Intrekking

De Verordening leges omgevingsvergunning Den Haag 2021 wordt ingetrokken met dien verstande dat zij van toepassing blijft voor de tijdvakken waarvoor deze gegolden heeft.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

 

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening leges Omgevingswet Den Haag 2024.

 

Tarieventabel behorende bij de Verordening leges Omgevingswet Den Haag 2024

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

1.

Begripsomschrijvingen zoals opgenomen in de bijlage bij de wet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit, bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op deze tarieventabel, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In deze tarieventabel voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat betreffende wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In deze tarieventabel wordt verstaan onder:

-

APV:

Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag;

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de wet;

-

bouwkosten:

de bouwkosten als bedoeld in bijlage I bij artikel 1.1. van de Omgevingsregeling met daarop als aanvulling:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

Bovenstaande is tevens van overeenkomstige toepassing op de sloopkosten;

-

regeling:

Regeling vermindering leges Den Haag 2024;

-

vooroverleg:

omgevingsoverleg, ook wel overleg over beginselplan of schetsplan genoemd;

-

wet:

Omgevingswet.

 

Artikel 1.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag of verzoek om:

a.

vooroverleg;

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de wet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

wijziging van een besluit als bedoeld in onderdeel b;

d.

een besluit in het kader van de wet, anders dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c.

 

Artikel 1.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 1.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van deze tarieventabel.

2.

Als een aanvraag of verzoek betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

Hoofdstuk 2 Voorfase

 

Artikel 2.1 Vooroverleg

1.

Als het verzoek betrekking heeft op het houden van vooroverleg over een of meer activiteiten als bedoeld in de artikelen 3.1 en 3.2, onder a, die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

  • a.

    voor verzoeken om vooroverleg over plannen met bouwkosten tot € 1.000.000,00:

€ 130,00

 

  • b.

    voor verzoeken om vooroverleg over plannen met bouwkosten van € 1.000.000,00 of meer wordt 20% van de leges geheven zoals die verschuldigd is in geval van een vergunningaanvraag op grond van de artikelen 3.1 en 3.2, onder a van deze tarieventabel.

 

2.

De op grond van het eerste lid, onder b, verschuldigde leges worden verrekend met de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor die activiteit of activiteiten worden vastgesteld, mits deze opvolgende vergunningaanvraag wordt ingediend binnen twee jaren na de verzending van de beoordeling uit het vooroverleg.

3.

Een bedrag van € 130,00 of minder komt niet in aanmerking voor verrekening.

 

Hoofdstuk 3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

Artikel 3.1. Bouwactiviteit (bouwtechnische deel )

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder a, van de wet en paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze tarieventabel, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

1,30% van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 130,00

en met een maximum van:

€ 1.275.000,00

 

Artikel 3.2 Omgevingsplanactiviteit: het bouwen, in stand houden of gebruiken van een bouwwerk of een terrein (zelfstandig of als ruimtelijk deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de wet, bestaande uit het bouwen, het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk of terrein, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze tarieventabel, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

 

 

1,96% van de bouwkosten met een minimum van:

€130,00

 

en een maximum van:

€ 1.275.000,00

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit en bij een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht waarbij er sprake is van bouwen en er sprake is van bouwkosten:

1,96% van de bouwkosten met een maximum van:

€ 9.600,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit volgens de reguliere procedure, waarbij geen sprake is van bouwen en geen sprake is van bouwkosten:

€ 360,00

d.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit volgens de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, waarbij geen sprake is van bouwen en geen sprake is van bouwkosten:

€ 9.600,00

 

Artikel 3.3 Tariefplafond leges op grond van de artikelen 3.1 en 3.2

Indien artikel 3.1 en artikel 3.2, onder a, beiden van toepassing zijn, wordt het maximumbedrag van € 1.275.000,00 toegepast op het totaalbedrag verschuldigd op grond van de artikelen 3.1 en 3.2. Dit geldt bij een tijdsverschil van ten hoogste 2 jaar tussen de beide data van aanvragen conform artikelen 3.1 en 3.2.

 

Artikel 3.4 Rijksmonumentenactiviteit en omgevingsplanactiviteit voor een gemeentelijk monument

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit of rijksmonumentactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef, en onder a of b, van de wet, met betrekking tot een (voorbeschermd) gemeentelijk of rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze tarieventabel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

1° in geval van bouw- en sloopkosten van in totaal minder dan € 100.000,00:

€ 180,00

 

2° in geval van bouw- en sloopkosten van in totaal € 100.000,00 of meer:

€ 300,00

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

1° in geval van bouw- en sloopkosten van in totaal minder dan € 100.000,00:

€ 180,00

 

2° in geval van bouw- en sloopkosten van in totaal € 100.000,00 of meer:

€ 300,00

 

Hoofdstuk 4 Milieubelastende activiteiten

 

Artikel 4.1. Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de wet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze tarieventabel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.688,00

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten:

per milieubelastende activiteit:

€ 2.240,00

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten:

per milieubelastende activiteit:

€ 1.792,00

 

Artikel 4.2. Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1°, van de wet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze tarieventabel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 400,00

 

Artikel 4.3. Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1°, van de wet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelstoffen of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze tarieventabel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 800,00

 

Artikel 4.4. Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften, als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, betrekking heeft op:

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 2.688,00

b.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

per milieubelastende activiteit:

€ 2.240,00

c.

vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

per milieubelastende activiteit:

€ 1.792,00

 

Artikel 4.5. Gelijkwaardige maatregel

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel, als bedoeld in artikel 4.7 van de wet, betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 1.792,00

 

Artikel 4.6. Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze tarieventabel, bedraagt het tarief, indien de vergunningaanvraag enkel betrekking heeft op de activiteit milieu, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld, voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 2.688,00

 

Hoofdstuk 5 Aanlegactiviteiten

 

Artikel 5.1. Omgevingsplanactiviteit: uitweg of uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de wet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2:12 van de APV in samenhang met artikel 22.8 van de wet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze tarieventabel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 312,80

 

Artikel 5.2 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de wet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze tarieventabel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 250,00

 

Hoofdstuk 6 Overige activiteiten

 

Artikel 6.1. Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de wet, bestaande uit het kappen van bomen of het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2:87 van de APV in samenhang met artikel 22.8 van de wet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze tarieventabel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

1-5 bomen

€ 83,35

b.

6-10 bomen

€ 166,70

c.

11-25 bomen

€ 277,80

d.

26-50 bomen

€ 555,65

e.

51-100 bomen

€ 1.389,00

f.

101 of meer bomen

€ 2.223,00

 

Artikel 6.2 Omgevingsplanactiviteit: handelsreclame

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 2:97 van de APV in samenhang met artikel 22.8 van de wet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van deze tarieventabel, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van deze tarieventabel als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 386,20

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 386,20

 

Hoofdstuk 7 Overige tarieven

 

Artikel 7.1. Verlengen van de termijn van een tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om het verlengen van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit, zonder andere wijzigingen van de vergunning en voor zover de aanvraag in overeenstemming is met het omgevingsplan:

€ 360,00

 

Artikel 7.2 Wijzigen van een omgevingsvergunning

1.

Het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een verleende omgevingsvergunning wordt voor de heffing van leges behandeld als een aanvraag voor een nieuwe omgevingsvergunning.

2.

De leges voor de aanvraag tot wijziging worden alleen geheven over de bouwkosten van de te wijzigen aspecten en onderdelen van het bouwwerk en berekend overeenkomstig de artikelen 3.1 en 3.2 van deze tarieventabel, ongeacht of de bouwkosten hoger of lager worden.

3.

De leges voor de oorspronkelijke vergunning blijven onverminderd verschuldigd.

 

Artikel 7.3 Wijzigen van het omgevingsplan

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan bedraagt het tarief:

€ 9.600,00

 

Artikel 7.4 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden op grond van de hoofdstukken 3 tot en met 6 verschuldigde leges verhoogd met:

10%

 

Hoofdstuk 8 Vermindering en teruggaaf

 

Artikel 8.1 Vermindering op grond van de regeling

Indien na gereedmelding door het college is vastgesteld dat gebouwd is conform de hoofdstukken 2 en 3 van de regeling, wordt het op grond van de artikelen 3.1, 3.2 onder a, en 3.3 van deze tarieventabel verschuldigde legesbedrag volgens het bepaalde in de regeling verminderd.

 

Artikel 8.2 Teruggaaf

Teruggaaf van leges vindt uitsluitend plaats voor een (aanvraag) omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit als bedoeld in artikel 3.1 en een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 3.2, onder a, in de hierna genoemde gevallen:

a.

na het intrekken van een aanvraag omgevingsvergunning door een aanvrager, terwijl deze reeds in behandeling is genomen, bestaat op aanvraag aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf betreft alleen de activiteit(en) waarvoor de aanvraag is ingetrokken en bedraagt:

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van zes weken na ontvangst van de aanvraag:

100%

indien de aanvraag wordt ingetrokken na de termijn van zes weken na ontvangst van de aanvraag:

50%

van de verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag van € 130,00 verschuldigd blijft;

Geen teruggaaf wordt verleend indien de aanvraag om teruggaaf wordt ingediend later dan één jaar nadat de intrekking van de aanvraag heeft plaatsgevonden.

b.

Na het buiten behandeling laten van een aanvraag omgevingsvergunning bestaat op aanvraag aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf betreft alleen dat deel van de leges voor de activiteit(en) waarvoor de aanvraag buiten behandeling is gelaten en bedraagt:

indien de aanvraag binnen 6 maanden na ontvangst van de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten:

100%

indien de aanvraag na meer dan 6 maanden na ontvangst van de aanvraag buiten behandeling wordt gelaten met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag van € 130,00 verschuldigd blijft:

80%

Geen teruggaaf wordt verleend indien de aanvraag om teruggaaf wordt ingediend als meer dan één jaar is verstreken na het onherroepelijk worden van het besluit tot buiten behandeling laten.

c.

Na weigering van een omgevingsvergunning bestaat op aanvraag aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf betreft alleen dat deel van de leges voor de activiteit(en) waarvoor de vergunning is geweigerd en bedraagt:

50%

van de verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag van € 130,00 verschuldigd blijft.

Geen teruggaaf wordt verleend indien de aanvraag om teruggaaf wordt ingediend als meer dan één jaar is verstreken na het onherroepelijk worden van het besluit tot weigering.

d.

Na intrekking van een omgevingsvergunning bestaat op aanvraag aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf betreft alleen dat deel van de leges voor de activiteit(en) waarvoor de vergunning ingetrokken is en bedraagt van de verschuldigde leges:

50%

met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag van € 130,00 verschuldigd blijft.

Geen teruggaaf wordt verleend indien de aanvraag om teruggaaf wordt ingediend later dan drie jaren na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning.

 

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 20 december 2023.

De griffier, Lilianne Blankwaard-Rombouts en de voorzitter, Jan van Zanen.

Naar boven