Artikel 1 Inleiding
Bij de gemeente Oldambt zijn meerdere ambtenaren belast met het toezicht op en de naleving van het bij of krachtens diverse wetgeving en gemeentelijke verordeningen gestelde. Het is dan ook van belang de aanwijzing van ambtenaren met toezichthoudende bevoegdheden te actualiseren en te concretiseren of in te trekken.
Op grond van de volgende wet- en regelgeving worden toezichthoudende bevoegdheden toegekend aan het college van burgemeester en wethouders en aan de burgemeester:
- 1.
Buitengewoon opsporingsambtenaar op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Oldambt (APV);
- 2.
Toezichthouder als bedoeld in artikel 18.4 lid 3 van de Wet milieubeheer;
- 3.
Toezichthouder op de naleving van het bij of krachtens de Wet milieubeheer;
- 4.
Toezichthouder op de naleving van het bij of krachtens de Wet bodembescherming bepaalde;
- 5.
Toezichthouder op de naleving van het bij of krachtens de Wet geluidhinder bepaalde;
- 6.
Toezichthouders op de naleving van het gesteld bij of krachtens de Algemene plaatselijke verordening gemeente Oldambt (APV);
- 7.
Toezichthouder op de naleving van het gestelde bij of krachtens de Bouwverordening gemeente Oldambt;
- 8.
Toezichthouder op het gestelde bij of krachtens de Afvalstoffenverordening gemeente Oldambt;
- 9.
Toezichthouder op de naleving van het bij of krachtens de Wet in zake de luchtverontreiniging bepaalde;
- 10.
Toezichthouder op de naleving van het bij of krachtens de Woningwet bepaalde;
- 11.
Toezichthouder op de naleving van het bij of krachtens de Monumentenwet bepaalde;
- 12.
Toezichthouder op de naleving van het bij of krachtens de Wet ruimtelijke ordening bepaalde;
- 13.
Toezichthouder op de naleving van het bij of krachtens de Wet veiligheidsregio’s bepaalde;
- 14.
Toezichthouder op de naleving van het bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht bepaalde;
- 15.
Toezichthouder op de naleving van het bij of krachtens de Omgevingswet bepaalde;
- 16.
Toezichthouder op de naleving van het bij of krachtens de Bijzondere Wetten bepaalde (Wet BRP, Alcoholwet, Wet op de kansspelen).
Elk bestuursorgaan, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, kan voor de uitoefening van deze toezichthoudende bevoegdheden, personen met toezichthoudende bevoegdheid aanwijzen. In dat kader is er een overzicht gemaakt van ambtenaren die op dit moment toezichthoudende taken uitoefenen en de daarvoor noodzakelijke bevoegdheden.
Artikel 4 Overzicht reeds aangewezen toezichthouders en BOA’s
Bij eerdere besluiten zijn de volgende personen al aangewezen als toezichthoudende ambtenaren, voor zover dat niet, niet-juist of niet-volledig is geschied, worden deze personen met dit besluit alsnog aangewezen als toezichthoudende ambtenaren:
De heer E. Kazemier, Medewerker Handhaving I
De heer I. Mulder, Medewerker Handhaving I
De heer H.F. Brouwer, Medewerker Handhaving I
De heer T. Tilstra, Medewerker Handhaving II
De heer J. Smit, Medewerker Handhaving II
De heer P. Lammers, Medewerker Handhaving III
De heer S. Kücüksahin, Medewerker Handhaving III
Mevrouw M.R.J. Arnoldus, Medewerker Handhaving III
Bij eerdere besluiten zijn de volgende personen aangewezen als Buitengewoon Opsporingsambtenaren op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening:
De heer S. Kücüksahin, Medewerker Handhaving III, domein I Openbare Ruimte
Mevrouw M.R.J. Arnoldus, Medewerker Handhaving III, domein I Openbare Ruimte
Bij eerder besluiten zijn de volgende personen aangewezen als ambtenaren met toezichthoudende bevoegdheden als bedoeld in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht
:
De heer R. Kant, Medewerker Handhaving III, 1 tot en met 15