Eerste wijziging van de Algemene plaatselijke verordening (APV) gemeente Berg en Dal

[Dit wijzigingsbesluit zal vanwege de verschillende data van inwerkingtreding in drie verschillende publicaties verwerkt worden. In dit Gemeenteblad zullen de wijzigingen van artikel II verwerkt worden.]

 

De raad van de gemeente Berg en Dal;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2023

 

  • -

    gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, 2.21, eer-ste lid, onder a en b, en 3.148, tweede lid, onder a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994; en

  • -

    gelet op (artikel I, onderdelen H, J en EE van) de Wet van 16 december 2020 tot wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met het Nationaal Preventieakkoord en evaluatie van de wet (Stb. 2021, 26);

besluit:

 

Vast te stellen de eerste wijziging van de Algemene plaatselijke verordening (APV) gemeente Berg en Dal.

 

Het betreft de volgende wijzigingen:

Artikel I  

De Algemene plaatselijke verordening (APV) van de gemeente Berg en Dal wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

    • -

      beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

  • 2.

    De definities van ‘bevoegd gezag’, ‘bouwwerk’ en ‘gebouw’ komen te luiden:

    • -

      bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

    • -

      bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevings-wet;

    • -

      gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leef-omgeving;

B

 

Artikel 1:2, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

C

 

Aan artikel 1:4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

 

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

D

 

Voor de bestaande tekst van artikel 1:5 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

E

 

Voor de bestaande tekst van artikel 1:6 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

F

 

Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het derde lid vervalt en de leden 4 tot en met 7 worden vernummerd tot 3 tot en met 6.

  • 2.

    Het derde lid, onder e, komt te luiden:

    • e.

      Door het college aan te wijzen categorieën van voorwerpen, mits wordt voldaan aan de door hen te bepalen voorschriften.

  • 3.

    Het derde lid, onder f, komt te luiden:

    • f.

      beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening.

  • 4.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      De weigeringsgrond, bedoeld in het tweede lid, onder a, is niet van toepassing als in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

  • 5.

    Het vijfde lid komt te luiden:

    • 5.

      De weigeringsgrond, bedoeld in het tweede lid, onder b, is niet van toepassing op bouwwerken.

  • 6.

    Het zesde lid komt te luiden:

    • 6.

      De weigeringsgrond, bedoeld in het tweede lid, onder c, is niet van toepassing als in de voorkoming van overlast wordt voorzien door de Wet milieubeheer

G

 

Artikel 2:11 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het tweede lid vervalt en de leden 3 en 4 worden vernummerd tot 2 en 3.

  • 2.

    Het derde lid (nieuw) komt te luiden:

    • 3.

      Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrek-king tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Om-gevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

H

 

Artikel 2:12 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Artikel 2:12, tweede lid, onder b, komt te luiden:

    • b.

      vanwege de strijd met een geldend omgevingsplan;

  • 2.

    Artikel 2:12, derde lid, komt te luiden:

    • 3.

      Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevings-wet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening.

I

 

Artikel 2:14, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet.

J

 

Artikel 2:21, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door hoofdstuk 10 van de Omgevingswet.

K

 

Artikel 2:23, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

L

 

Artikel 2:28, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    De burgemeester weigert de vergunning als de vestiging of exploitatie van de openba-re inrichting in strijd is met het omgevingsplan.

M

 

Artikel 2:39, vierde lid, onder b, komt te luiden:

 

  • b.

    de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met het omgevingsplan.

N

 

Artikel 2:60, eerste lid, aanhef, komt te luiden:

 

  • 1.

    Het is verboden op door het college ter voorkoming of opheffing van overlast of scha-de aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:

O

 

Artikel 2:71 komt te luiden:

 

In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

 

P

 

Artikel 3:14, eerste lid, onder b, komt te luiden:

 

  • b.

    de vestiging of de exploitatie van de seksinrichting of het escortbedrijf in strijd is met het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan (of een aanwijzing als bedoeld in artikel 3:4);

Q

 

Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    De definitie van ‘besluit’ komt te luiden:

    • -

      Besluit: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de in-werkingtreding van de Omgevingswet;

  • 2.

    De definitie van ‘inrichting’ komt te luiden:

    • -

      inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstan-de dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

R

 

Artikel 4:5 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid, onder c, komt te luiden:

    • c.

      de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft, gelden in geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en ver-blijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onder d, van het Besluit geluidhinder, zoals die wet en dat besluit luidden direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

  • 2.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 4.

      Als versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is dit artikel niet van toepassing.

S

 

Artikel 4:6, vierde lid, komt te luiden:

 

  • 4.

    Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbe-sluit, of de provinciale omgevingsverordening.

T

 

Artikel 4:13 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

    • 1.

      Het is verboden op een door het college aangewezen plaats, die buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerking-treding van de Omgevingswet, maar in de openlucht of buiten de weg is gelegen, in het be-lang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

  • 2.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      Het in dit artikel bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

U

 

Artikel 4:17 komt te luiden:

 

In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

 

V

 

Artikel 4:18, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

W

 

Artikel 5:5, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.

 

X

 

Artikel 5:6, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening.

Y

 

Artikel 5:18, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het college weigert de vergunning wegens strijd met het omgevingsplan.

Z

 

Artikel 5:20, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    Het verbod van artikel 5:18, eerste lid, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

AA

 

Artikel 5:23, eerste lid, onder a, komt te luiden:

 

  • a.

    wegens strijd met het omgevingsplan;

AB

Artikel 5:24, vierde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

AC

 

Artikel 5:25, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met be-trekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, de Wet milieubeheer of het Binnenvaartpolitiereglement.

AD

 

Artikel 5:28, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement of de provinciale omgevingsverordening.

AE

 

Artikel 5:30, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Binnenvaartpoli-tiereglement, de provinciale omgevingsverordening of het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet.

AF

 

Artikel 5:32, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Omgevingswet, afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, de Zon-dagswet of het Besluit geluidproductie sportmotoren.

AG

 

Artikel 5:33, vierde lid, onder b, komt te luiden:

 

  • b.

    binnen de bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel.

AH

 

Artikel 5:34 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

  • 2.

    Het vijfde lid komt te luiden:

    • 5.

      Het verbod geldt niet voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1 of 3, van het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevings-verordening.

Artikel II  

De Algemene plaatselijke verordening (APV) van de gemeente Berg en Dal wordt als volgt gewijzigd:

 

A

In de artikelen 2:24, eerste lid, onder d, 2:28, zevende lid, 2:34a onder a, 2:34c aanhef, 2:48, tweede lid, onder a, 2:48, tweede lid, onder b, en 3:5, tweede lid, onder c, onderdeel 1, wordt ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door ‘Alcoholwet’.

 

B

In het opschrift van Hoofdstuk 2, Afdeling 8a, wordt ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door ‘Al-coholwet’.

Artikel III  

  • 1.

    Artikel I treedt in werking op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid treden de onderdelen Q en R van artikel I in werking op de dag direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

  • 3.

    Artikel II treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking ervan en werkt terug tot 1 juli 2021.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2023,

De raadsgriffier,

J.A.M. van Workum

De voorzitter,

Mr. M. Slinkman

Naar boven