Gemeenteblad van Loon op Zand
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Loon op Zand | Gemeenteblad 2023, 557251 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Loon op Zand | Gemeenteblad 2023, 557251 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Parkeerverordening gemeente Loon op Zand 2023
De raad van de gemeente Loon op Zand;
gelezen het voorstel van college van burgemeester en wethouders van 18 oktober 2022 met nummer: 2022.25879
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;
besluit vast te stellen de Parkeerverordening gemeente Loon op Zand 2023
Vastgesteld door de raad op 15 december 2022
Treedt in werking op de datum dat de Omgevingswet inwerking treedt
In deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het on-middellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
Aan een vergunning kan het college tevens voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Omgevingswet, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik.
Het college kan, met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden van dit artikel, bij openbaar besluit regels geven omtrent:
Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig te plaatsen of te laten staan op een belanghebbendenplaats.
Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.
Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden.
Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Parkeerverordening gemeente Loon op Zand 2023’.
In dit artikel wordt een aantal begrippen dat in de verordening wordt gehanteerd, gedefinieerd. Ten aanzien van de in artikel A opgenomen definities kan het volgende worden opgemerkt.
Een duidelijke definitie van het begrip houder is van belang in verband met de bepaling van het feit of een persoon in aanmerking komt voor een vergunning. De gegeven omschrijving van het begrip sluit aan bij artikel 3:108 BW. Houderschap moet dus mede worden beoordeeld aan de hand van de verkeersopvatting en mede op grond van de uiterlijke feiten. Op deze wijze komt ook een persoon met bijvoorbeeld een leaseauto die binnen een daartoe aangewezen gebied woont in aanmerking voor een vergunning.
Een vergunning geeft aan de vergunninghouder het recht om te parkeren in een van de gebieden die is aangewezen voor het parkeren door vergunninghouders. Het betreft hier rechten die gegeven worden aan de belanghebbenden waarvoor het systeem is ingesteld. Men denke aan bewoners, werknemers en bedrijven, die allen woonachtig of gevestigd zijn in een van de gebieden bestemd voor het parkeren door vergunninghouders. Deze belanghebbenden voldoen aan de eisen die in artikel C en D worden gegeven of op basis daarvan door het college worden opgesteld.
Een ontheffing geeft aan een persoon toestemming om te parkeren in een van de gebieden die is aangewezen voor het parkeren door vergunninghouders, zonder dat hij voldoet aan de gestelde eisen. De ontheffing is bedoeld voor personen die bijvoorbeeld ter plaatste werkzaamheden moeten verrichten, zoals nutsbedrijven, bepaalde controleurs die aan huis bezoeken, schilder etc. Het betreft steeds een persoon die gedurende een korte tijd per dag of een korte aaneengesloten periode van dagen in een van de gebieden gebruik van een parkeerplaats moet maken.
Vergunningen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen worden uitgegeven op basis van de Parkeerverordening. Het aanwijzen van de plaatsen waar met een dergelijke vergunning geparkeerd kan worden dient daarom bij of krachtens deze verordening te gebeuren. Uit praktische overwegingen is de aanwijzingsbevoegdheid bij burgemeester en wethouders neergelegd.
Het aangeven van een maximum aantal uit te geven vergunningen en ontheffingen per straatgedeelte, kan van belang zijn met het oog op een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Er mag namelijk geen grote discrepantie zitten tussen het aantal beschikbare parkeerplaatsen in een straatgedeelte en de hier uitgegeven vergunningen. Per aan te wijzen gebied moeten er naast de belanghebbendenplaatsen voldoende algemeen toegankelijke openbare parkeerplaatsen aanwezig zijn. Hoe groot dit aantal moet zijn, zal per gebied variëren en kan bijvoorbeeld afhankelijk zijn van voorzieningen die in het gebied zijn gevestigd.
In het eerste lid wordt duidelijk gemaakt dat vergunningen kunnen worden afgegeven voor het parkeren op parkeerplaatsen voor belanghebbenden. In het tweede lid worden de verschillende categorieën omschreven. Door de woorden ‘in ieder geval’ wordt aangegeven dat de opsomming van categorieën (rechts)personen die in aanmerking komen voor een vergunning niet limitatief bedoeld is.
In artikel C is geen bepaling opgenomen over de behandeling van een vergunningaanvraag door een aanvrager die zowel in aanmerking komt voor een vergunning van categorie I, II en/of III. Bewoners en bedrijven kunnen op de hoogte komen van de verschillen in voorwaarden en het aantal beschikbare vergunningen door goede voorlichting aan vergunningaanvragers. Het is vervolgens aan hen te besluiten wat voor vergunning zij willen aanvragen.
Aanwijzing van weggedeelten voor vergunning parkeren voor de categorieën I, II en III is alleen mogelijk in gebieden waar parkeerdruk is. Het motief van de parkeerverordening is parkeerregulering. Op grond van het derde lid kunnen met het oog hierop beperkingen worden gesteld aan de vergunning ten behoeve van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte, alsook met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen en de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is.
Vergunningen kunnen ook worden verleend voor bepaalde zones, om te voorkomen dat vergunninghouders overal elders in de gemeente waar ook zones zijn ingesteld vrijblijvend kunnen parkeren. In dat geval komt de beschikbare parkeerruimte niet meer ten goede aan de bewoners en werknemers uit zo’n zone. Het motief van de goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte laat niet toe dat er zones van 1 parkeerplaats worden aangewezen. Immers, van een verdeling van parkeerplaatsen is dan nauwelijks sprake.
De beginselen van behoorlijk bestuur eisen dat binnen een redelijke termijn een beslissing wordt genomen op een aanvraag voor een vergunning. Om op dit punt voor de aanvrager duidelijkheid te verschaffen, zijn de termijnen in de verordening zelf opgenomen.
Een termijn van 8 weken is redelijk.
Het kan nodig zijn dat de in het eerste lid genoemde termijn moet worden verlengd. Een verlenging met 8 weken is redelijk.
Een eenmaal verleende vergunning kan slechts worden ingetrokken op grond van de in de verordening aangegeven redenen. Deze zijn limitatief opgesomd in artikel G. Aangezien het hierdoor moeilijker wordt in te spelen op zich wijzigende omstandigheden, is ervoor gekozen de vergunning slechts voor bepaalde tijd te verstrekken. Na afloop van deze periode kan dan aan de hand van de omstandigheden op dat moment worden beoordeeld of een persoon voor een nieuwe vergunning in aanmerking komt.
De onder a, b en c opgenomen gegevens zijn in ieder geval noodzakelijk om te kunnen controleren.
In de aanhef van dit artikel wordt gesproken over ‘kan intrekken’. Bedoeld is hiermee aan te geven dat het ter beoordeling van burgemeester en wethouders staat of een vergunning daadwerkelijk wordt ingetrokken wanneer één van de opgesomde omstandigheden zich voordoet. De opsomming is limitatief bedoeld. Om andere redenen kan de vergunning dan ook niet worden ingetrokken.
Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden.
Toezichthouders zijn personen die bij of krachtens wettelijk voorschrift belast zijn met het houden van toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften, zo volgt uit artikel 5:11 Awb. Deze personen kunnen (deels) categoraal en (deels) individueel worden aangewezen. Voor een uitgebreide toelichting op deze bepalingen verwijzen wij naar de toelichting op artikel 6.1a in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-557251.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.