Besluit van de raad van de gemeente Boekel tot tweede wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Boekel 2021 (APV gemeente Boekel)

De raad van de gemeente Boekel;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2023;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, 2.21, eerste lid, onder a en b, en 3.148, tweede lid, onder a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet, de Alcoholwet, de Opiumwet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

 

BESLUIT:

Artikel I  

 

De APV gemeente Boekel wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

 

  • -

    beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

2. De definities van ‘bevoegd gezag’, ‘bouwwerk’ en ‘gebouw’ komen te luiden:

 

  • -

    bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

  • -

    bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

  • -

    gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

B

 

Artikel 1:2, derde lid, komt te luiden:

 

3. Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

C

 

Aan artikel 1:4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

 

3. Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

D

 

Voor de bestaande tekst van artikel 1:5 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

E

 

Voor de bestaande tekst van artikel 1:6 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

F

 

Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het vijfde lid vervalt en de leden 6 en 7 worden vernummerd tot 5 en 6.

 

2. Het zesde lid (nieuw) komt te luiden:

 

6. Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

 

G

 

Artikel 2:21, tweede lid, komt te luiden:

 

2. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door hoofdstuk 10 van de Omgevingswet.

 

H.

 

Artikel 2:26 komt te luiden:

 

Artikel 2:26 Ordeverstoring

Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren.

 

I

 

Artikel 2:28, achtste lid, onder f, komt te luiden:

 

f. indien de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met het omgevingsplan.

 

J

 

Artikel 2:29, vijfde lid, komt te luiden:

 

5. Het eerste en het derde lid zijn niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Omgevingswet is voorzien.

 

K

 

Artikel 2:34f, vijfde lid, onder a, en artikel 2:34h, vierde lid, onder a komen te luiden

a. de paracommerciële rechtspersoon niet (meer) beschikt over een geldige vergunning op grond van de Alcoholwet;

 

L

 

Artikel 2:39, derde lid, onder b, komt te luiden:

 

b. de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met het omgevingsplan.

 

M

 

Artikel 2:46, tweede lid, komt te luiden:

 

2. Dit verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

 

N.

 

Artikel 2:48a vervalt.

 

O

 

Artikel 2:50a vervalt.

 

P

 

Artikel 2:60, eerste lid, aanhef, komt te luiden:

 

1. Het is verboden op door het college ter voorkoming of opheffing van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren:

 

Q

 

Artikel 2:64, derde lid komt te luiden:

 

3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

 

R

 

Artikel 2:71 komt te luiden:

 

Artikel 2:71 Definitie

In deze afdeling wordt onder consumentenvuurwerk verstaan vuurwerk van categorie F1, F2 of F3 dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik.

 

S

 

Artikel 2:80, vierde lid, onder g en zevende lid, onder f komt te luiden:

 

g. indien de vestiging of de exploitatie in strijd is met het omgevingsplan of een omgevingsvergunning;

 

T

 

Artikel 3:7 wordt als volgt gewijzigd:

 

1 Het eerste lid, onder h en sub 1 komt te luiden:

 

1° bepalingen, gesteld bij of krachtens de Alcoholwet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet 2000, de Wet arbeid vreemdelingen en hoofdstuk 3 van deze verordening;

 

2. Het eerste lid, onder j, komt te luiden:

 

j. de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf strijd zal opleveren met het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan.

 

U

 

Artikel 3:9, eerste lid, onder g, komt te luiden:

 

g. de uitoefening van het seksbedrijf strijd oplevert met het omgevingsplan.

 

V

 

Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

 

  • -

    Activiteitenbesluit milieubeheer: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

2. De definitie van ‘inrichting’ komt te luiden:

 

  • -

    inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

W

 

Artikel 4:6, derde lid, komt te luiden:

 

3. Het verbod is niet van toepassing als de activiteit bij of krachtens de Omgevingswet is toegelaten, of sprake is van een situatie waarin wordt voorzien bij of krachtens de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening.

 

X

 

Artikel 4:11 wordt als volgt gewijzigd:

 

Artikel 4:11 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden

  • 1.

    Het college stelt een kaart beschermde bomen Boekel vast. Op de kaart beschermde bomen Boekel wordt onderscheid gemaakt tussen monumentale bomen, waardevolle bomen, gemeentelijke of provinciale bomen en beschermde bosgebieden.

  • 2.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning van het college een houtopstand te vellen of te doen vellen die staat vermeld op de in het eerste lid genoemde kaart beschermde bomen Boekel.

  • 3.

    Naast de houtopstanden die vermeld staan op de kaart beschermde bomen Boekel geldt het verbod in het tweede lid ook voor bomen die zijn aangeplant op basis van een herplantverplichting en/of instandhoudingsverplichting.

  • 4.

    In afwijking van artikel 1:8 kan de omgevingsvergunning worden geweigerd op grond van:

    • a.

      de natuurwaarde van de houtopstand;

    • b.

      de landschappelijke waarde van de houtopstand;

    • c.

      de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon;

    • d.

      de beeldbepalende waarde van de houtopstand;

    • e.

      de cultuurhistorische waarde van de houtopstand;

    • f.

      de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand;

    • g.

      het ontbreken van toestemming van de eigenaar van de boom;

    • h.

      het onvoldoende vaststaan van de noodzaak om te vellen.

  • 5.

    Het verbod is niet van toepassing indien:

    • a.

      de burgemeester toestemming verleent voor het vellen van een houtopstand wegens een spoedeisend belang voor de openbare orde of een direct gevaar voor personen of goederen;

    • b.

      sprake is van een gemeentelijke boom met een omtrek van de stam die kleiner is dan 95 centimeter en een hoogte van maximaal 1,30 meter boven het maaiveld;

    • c.

      het periodiek knotten of kandelaberen als cultuurmaatregel betreft bij daarvoor geschikte boomsoorten, mits de betreffende boom of bomen deze cultuurvorm al hebben;

    • d.

      het vellen van houtopstanden noodzakelijk is voor natuurontwikkeling om de beoogde natuurdoelen te realiseren.

  • 6.

    Het bevoegd gezag legt een herplantplicht of een herplantvergoeding op onder nader te stellen voorschriften.

 

Y

 

Artikel 4:13 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

 

1. Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

 

2. Het derde lid komt te luiden:

 

3. Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

 

Z

 

Artikel 4:15, tweede lid, komt te luiden:

 

2. Het verbod is niet van toepassing in gevallen waarin een omgevingsvergunning is verleend en het gevaar en de hinder zijn betrokken bij de afweging.

 

AA

 

Artikel 4:17 komt te luiden:

 

Artikel 4:17 Definitie

In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

 

AB

 

Artikel 4:18, eerste lid, komt te luiden:

1. Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

 

AC

 

Artikel 5:5, tweede lid, komt te luiden:

 

2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.

 

AD

 

Artikel 5:6, derde lid, komt te luiden:

 

3. Het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening.

 

AE

 

Artikel 5:8, derde lid, komt te luiden:

 

3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op campers, kampeerauto’s, caravans en kampeerwagens, voor zover deze voertuigen niet langer dan drie achtereenvolgende dagen op of aan de weg worden geplaatst of gehouden.

 

AF

 

Artikel 5:18 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het tweede lid komt te luiden:

 

2. Het college weigert de vergunning wegens strijd met het omgevingsplan.

 

2. Het derde lid, onder b komt te luiden:

 

b. indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs is te verwachten dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.

 

AG

 

Artikel 5:20, eerste lid, komt te luiden:

 

1. Artikel 5:18, eerste lid, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

 

AH

 

Artikel 5:24, vijfde lid, komt te luiden:

 

5. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

 

AI

 

Artikel 5:28, tweede lid, komt te luiden:

 

2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement of de provinciale omgevingsverordening.

 

AJ

 

Artikel 5:34 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het eerste lid komt te luiden:

 

1. Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

 

2. Het vijfde lid komt te luiden:

 

5. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚, van het Wetboek van Strafrecht of bij of krachtens de Omgevingswet.

 

AK

 

Artikel 6:1, derde lid, komt te luiden:

 

3. In afwijking van het eerste lid is artikel 1a van de Wet op de economische delicten van toepassing op overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2:10, als er sprake is van een omgevingsvergunningplichtige activiteit, en artikel 4:11, eerste lid.

Artikel II  

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid treden de onderdelen X en AF, tweede lid, van artikel I in werking op 31 december 2023.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Boekel, gehouden op 14 december 2023.

de griffier

Mr. J.I.M. le Comte

de voorzitter

C.J.M. van den Elsen

Naar boven