Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

DE RAAD VAN DE GEMEENTE ALPHEN-CHAAM;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2023;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2024

(Legesverordening 2024)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • 2.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • 3.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • 4.

    maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • 5.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Waarvoor betaal je de belasting? Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam "leges" worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van, door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Wie betaalt de belasting? Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Wanneer betaal je geen belasting? Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    bewijs van in leven zijn, ter verkrijging van enige uitkering ten laste van een openbaar lichaam;

  • d.

    beschikkingen of afschriften van aanstelling, benoeming, bevordering enz. met betrekking tot enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • e.

    ontheffingen sluitingsuur voor zover deze uitsluitend zijn bestemd voor gezins- of familiefeesten van de lokaliteithouder zelf;

  • f.

    het raadplegen van de bij de gemeente beschikbare informatie uit de Basisregistratie Kadaster door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie;

  • g.

    diensten door openbare besturen, ambtenaren of openbare instellingen in het openbaar belang verzocht, voor zover daarin niet reeds op andere plaatsen in deze verordening is voorzien.

Artikel 5 Waarover en hoeveel belasting betaal je? Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Hoe brengen we de belasting in rekening? Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Wanneer moet je betalen? Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 14 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3.

    In afwijking van artikel 4:90, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, wordt in geval van contante betaling geen kwitantie afgegeven.

  • 4.

    Indien de leges, op het moment van het in behandeling nemen van een aanvraag om een dienst, niet tot het definitieve bedrag kunnen worden vastgesteld, kan een voorlopige vordering worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de vordering vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • 1.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • 2.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • a.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • b.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen)

    • c.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • d.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • e.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Legesverordening 2023”, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 15 december 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, vierde lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 5.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Legesverordening 2024”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2023.

DE RAAD VOORNOEMD,

de griffier,

de voorzitter

Bijlage Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2024

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

 

 

 

 

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

 

 

 

 

 

 

2024

1.1.1

Het tarief bedraagt voor

 

 

a. de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap

 

 

b. het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk

 

 

c. het herbevestigen van een huwelijk,

 

 

indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte, op:

 

1.1.1.1

maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 17.00 uur

€ 310,80

1.1.1.2

maandag tot en met vrijdag voor 9.00 uur en na 17.00 uur

€ 813,10

1.1.1.3

zaterdag, zondag en feestdagen

€ 813,10

1.1.1.4

In geval sprake is van wijzigingen dan wel annulering van een voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap, het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk of het herbevestigen van een huwelijk en aanverwante producten zoals bedoeld in 1.1.6 dan bedraagt het tarief:

 

1.1.1.4.1

tussen 4 weken en een half jaar voor de vastgelegde datum

€ 68,00

1.1.1.4.2

vanaf 4 weken en minder voor de vastgelegde datum

€ 136,05

 

 

 

1.1.2

Huwelijksvoltrekking of registratie van partnerschap zoals bedoeld in artikel 9.5 van het regelement burgerlijke stand

gratis

 

 

 

1.1.3

Huwelijksvoltrekking of registratie van partnerschap zoals bedoeld in artikel 9.6 van het regelement burgerlijke stand

€ 136,05

 

 

 

1.1.4

Op een zelf gekozen locatie binnen de gemeente, anders dan die bedoeld onder 1.1.1 wordt het van toepassing zijnde tarief vermeerderd met

€ 136,05

 

 

 

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje in een lederen uitvoering:

€ 45,60

 

 

 

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een Buitengwoon Ambtenaar van de Burgerlijke Stand aan te wijzen voor één dag:

€ 68,00

 

 

 

1.1.7

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stekken van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 26,10

 

 

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

 

 

 

 

 

 

 

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag

 

1.2.1

van een nationaal paspoort:

 

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,87

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,42

 

 

 

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,87

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,42

 

 

 

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 83,87

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 63,42

 

 

 

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 63,42

 

 

 

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 75,80

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 40,92

 

 

 

1.2.6

Van een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon

€ 36,93

 

 

 

1.2.7

voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen:

€ 57,09

 

 

 

1.2.8

voor het bezorgen van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemd document, zijde een toeslag op de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.7 genoemde bedragen:

€ 18,01

 

 

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

 

 

 

 

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 48,15

 

 

 

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt:

 

1.3.2.1

bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

1.3.2.2

bij een aanvraag in verband met beschadiging of vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs vermeerderd met

€ 31,05

 

 

 

1.3.3

De verhogingen genoemd in onderdeel 1.3.2 zijn in voorkomend geval cumulatief verschuldigd.

 

 

 

 

1.3.4

in geval van thuisbezorging vermeerderd met

€ 17,20

 

 

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

 

 

 

 

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

 

 

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 8,20

 

 

 

1.4.3

Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in basisregistratie personen.

 

 

 

 

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.4.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 8,20

 

 

 

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 8,20

 

 

 

1.4.6

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan te besteden kwartier

€ 18,95

1.4.6.1

Het op grond van subonderdeel 1.4.6 verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

1.4.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verstrekken van één persoonslijst dan wel tot het verstrekken van een opgave van derden aan wie gegevens uit de persoonsregistratie, de aanvrager betreffende, zijn verstrekt

€ 18,95

 

 

 

1.4.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het digitaal verstrekken van gegevens, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 18,95

1.4.8.1

Het op grond van subonderdeel 1.4.8 verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Vervallen

 

 

 

 

Hoofdstuk 6 Vervallen

 

 

 

 

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken niet van toepassing

 

 

 

 

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

 

 

 

 

 

 

 

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in subonderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadvernieuwingsplan:

 

1.8.1.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,80

1.8.1.2

in formaat A3, per bladzijde

€ 1,15

1.8.1.3

in formaat A2 of groter, per bladzijde

€ 17,00

 

 

 

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:

 

1.8.2.1

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object

€ 19,60

1.8.2.2

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet

€ 19,60

1.8.2.3

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet

€ 19,60

1.8.2.4

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed

€ 19,60

 

 

 

1.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

 

1.8.3.1

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres

€ 19,60

1.8.3.2

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie

€ 19,60

1.8.3.3

het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat

€ 19,60

 

 

 

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

 

 

 

 

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

1.9.2

tot het legaliseren van een handtekening

€ 8,30

1.9.3

tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn

€ 16,60

1.9.4

tot het verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap

€ 8,30

 

 

 

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

 

 

 

 

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 19,60

 

 

 

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

 

 

 

1.10.3

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 1.10.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

1.10.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het digitaal verstrekken van gegevens, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 19,60

 

 

 

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014 niet van toepassing

 

 

 

 

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

 

 

 

 

1.12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 101,60

1.12.1.2

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende, van de Leegstandwet

€ 67,75

 

 

 

1.12.2

Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.12.1.1 en 1.12.1.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

[Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.]

 

 

 

 

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie niet van toepassing

 

 

 

 

Hoofdstuk 14 Vervallen

 

 

 

 

Hoofdstuk 15 Vervallen

 

 

 

 

Hoofdstuk 16 Kansspelen

 

 

 

 

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00

1.16.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50

1.16.1.4

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00

 

 

 

1.16.2

De subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

 

 

 

 

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 30,30

 

 

 

1.16.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 242,30

 

 

 

Hoofdstuk 17 Telecommunicatie

 

 

 

 

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels en leidingen, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI):

 

1.17.1.1

indien het betreft tracés tot 250m1

€ 435,05

1.17.1.2

indien het betreft tracés vanaf 250m1 tot 1.500m1

€ 481,05

1.17.1.3

indien het betreft tracés vanaf 1.500m1 tot 5.000m1

€ 561,20

1.17.1.4

indien het betreft tracés vanaf 5.000m1, per m1 tracé

€ 0,12

 

 

 

1.17.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden voor tracés tot 25m1:

€ 56,50

 

 

 

1.17.3

Indien met betrekking tot een aanvraag overleg moet plaatsvinden tussen de gemeente, andere beheerders van openbare grond en de beheerder van het netwerk en/of andere netbeheerders of belanghebbenden, wordt het in 1.17.1 genoemde tarief per overleg vermeerderd met:

€ 378,20

 

 

 

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

 

 

 

 

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.18.1

Niet van toepassing

 

1.18.2

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 31,90

1.18.3

tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 31,90

 

vermeerderd met de kosten voor het inwinnen van medisch advies bij de GGD

€ 120,00

1.18.4

tot het verstrekken van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart

€ 31,90

1.18.5

van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats (op kenteken)

€ 96,00

 

vermeerderd met de kosten voor de aanleg van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats (op kenteken)

€ 200,00

1.18.6

voor het vervangen van het kentekenbord bij een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats (op kenteken)

€ 32,60

 

 

 

Hoofdstuk 19 Diversen

 

 

 

 

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.19.1.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 1,85 met min. van € 17,00

1.19.1.2

afschriften, doorslagen, fotokopieën of scans van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.19.1.2.1

per pagina op A4-formaat of kleiner

€ 0,45

1.19.1.2.2

per pagina op A3-formaat

€ 0,75

1.19.1.3

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in subonderdelen 1.19.2.1 en 1.19.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.19.1.3.1

per kaart, tekening of lichtdruk van A4 of A3-formaat

€ 5,00

1.19.1.3.2

per kaart, tekening of lichtdruk van A2-formaat of groter

€ 17,00

1.19.1.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze titel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 33,85

1.19.1.5

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 6,75 met een minimum van € 33,85

1.19.1.6

milieu-informatie op grond van het Verdrag van Aarhus, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 19,60

1.19.1.7

een verklaring op grond van artikel 56, lid f van de Pachtwet

€ 17,00

1.19.1.8

een uittreksel uit het register op grond van artikel 46 Wet Kinderopvang

€ 17,00

 

 

 

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het digitaal verstrekken van gegevens, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 19,60

 

 

 

Titel 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

Paragraaf 2.1

Algemene bepalingen

 

Artikel 2.1

Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

5.

bouwkosten:

 

 

1. Kosten als bepaald aan de hand van de Casadata LegesCalc applicatie. Bij de berekening wordt uitgegaan van het prijsniveau op de datum van aanvraag. Is deze module niet beschikbaar, dan worden de berekende bouwkosten aan de hand van het op de datum van aanvraag meest recente Ebook / PDF-editie met de Basisbedragen voor Nederland van Casadata gehanteerd. Het Ebook / PDF-editie is op de gemeentelijke website te raadplegen.

 

 

2. Indien het bouwwerk/de bouwwerken niet in het Ebook of de applicatie staat(n) vermeld, worden de bouwkosten ambtshalve vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met wat de bouwkosten zouden zijn voor zo goed mogelijk vergelijkbare werken volgens lid 1.

 

 

3. Indien het bedrag niet op basis van het 1e en 2e lid bepaald kan worden: Het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen.

 

Artikel 2.2

Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

conceptverzoek;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

 

Artikel 2.3

Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2

Voorfase

 

Artikel 2.4

Conceptverzoek

 

 

Voordat een formele aanvraag om een besluit als bedoeld in de overige paragrafen van deze titel wordt ingediend en betrekking heeft op een conceptverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een informatie-overleg:

€ 0,00

b.

voor een intaketafel:

€ 250,00

c.

voor een omgevingstafel:

€ 850,00

Paragraaf 2.3

Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

Artikel 2.5

Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien de bouwkosten minder dan € 19.000 bedragen:

0,85%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 56,61

b.

indien de bouwkosten € 19.000 of meer bedragen maar minder dan € 500.000:

€ 161,50

 

vermeerderd met:

 0,71%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 19.000 te boven gaan;

 

c.

indien de bouwkosten € 500.000 of meer bedragen maar minder dan € 1.250.000:

€ 3.576,60

 

vermeerderd met:

0,63%

 

 

 

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 500.000 te boven gaan.

 

d.

indien de bouwkosten € 1.250.000 of meer bedragen:

€ 8.301,60

 

vermeerderd met:

 0,49%

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 1.250.000 te boven gaan.

 

Artikel 2.6

Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit (ruimtelijke deel)

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien de bouwkosten minder dan € 19.000 bedragen:

1,97%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 132,09

b.

indien de bouwkosten € 19.000 of meer bedragen maar minder dan € 500.000:

€ 374,30

 

vermeerderd met:

1,65%

 

 

 

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 19.000 te boven gaan;

 

c.

indien de bouwkosten € 500.000 of meer bedragen maar minder dan € 1.250.000:

€ 8.310,80

 

vermeerderd met:

1,47%

 

 

 

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 500.000 te boven gaan.

 

d.

indien de bouwkosten € 1.250.000 of meer bedragen:

€ 19.335,80

 

vermeerderd met:

1,15%

 

 

 

 

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 1.250.000 te boven gaan.

 

Artikel 2.7

Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 197,45

Paragraaf 2.4

Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

 

Artikel 2.8

Omgevingsplanactiviteit: monumenten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen:

€ 329,65

b.

voor het herstellen of gebruiken op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 329,65

Artikel 2.9

Rijksmonumentenactiviteit [gereserveerd]

 

Artikel 2.10

Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht [gereserveerd]

 

Artikel 2.11

Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed [gereserveerd]

 

Paragraaf 2.5

Milieubelastende activiteiten

 

Artikel 2.12

Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteiten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten:

 

a.

voor een aanvraag van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet (milieubelastende activiteit bruidsschat):

€ 2.540,80

b.

voor een milieubelastende activiteit zoals bedoeld in voorgaand onderdeel, waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (uitgebreide procedure):

€ 5.716,80

Artikel 2.12a

Besluit activiteiten leefomgeving (BAL): milieubelastende activiteiten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer milieubelastende activiteiten:

 

a.

voor een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving waarbij de reguliere procedure wordt gevolgd:

€ 3.811,20

b.

voor een of meer activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, waar tevens afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is (uitgebreide procedure):

€ 6.987,20

Artikel 2.13 t/m 2.20

[gereserveerd]

 

Paragraaf 2.6

Lozingsactiviteiten

 

Artikel 2.21

Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 508,16

Artikel 2.22

Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 508,16

Paragraaf 2.7

Aanlegactiviteiten

 

Artikel 2.23

Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven [gereserveerd]

 

Artikel 2.24

Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde [gereserveerd]

 

Artikel 2.25

Omgevingsplanactiviteit: geluid weg [gereserveerd]

 

Artikel 2.26

Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg [gereserveerd]

 

Artikel 2.27

Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit [gereserveerd]

 

Artikel 2.28

Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 197,45

2.

Indien deze activiteit ook betrekking heeft op de activiteit kappen en deze activiteiten worden gelijktijdig aangevraagd, wordt alleen het tarief voor de activiteit kappen als bedoeld in artikel 2.30 in rekening gebracht.

 

Paragraaf 2.8

Overige activiteiten

 

Artikel 2.29

Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie [gereserveerd]

 

Artikel 2.30

Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Alphen-Chaam in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 131,85

Artikel 2.31

Omgevingsplanactiviteit: reclame [gereserveerd]

 

Artikel 2.32

Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken [gereserveerd]

 

Artikel 2.33

Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen [gereserveerd]

 

Artikel 2.34

Andere activiteiten

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk:

€ 1.548,80

Artikel 2.34a

Persoonsgebonden beschikking

 

 

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag ter verkrijging van een persoonsgebonden beschikking:

€ 460,45

Paragraaf 2.9

Maatwerkvoorschriften

 

Artikel 2.35

Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

€ 635,20

1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 635,20

Artikel 2.36

Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 

a.

een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 2.540,80

b.

als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.270,40

Artikel 2.37

Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 635,20

Paragraaf 2.10

Gelijkwaardigheid

 

Artikel 2.38

Gelijkwaardige maatregel

 

 

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

€ 635,20

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:

€ 635,20

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 2.540,80

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief:

€ 635,20

Paragraaf 2.11

Overige tarieven

 

Artikel 2.39

Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 197,45

Artikel 2.40

Wijzigen omgevingsvergunning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 197,45

b.

een aanvraag om andere wijzigingen van een omgevingsvergunning dan genoemd onder lid a is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.41

Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 197,45

Artikel 2.42

Intrekken omgevingsvergunning [gereserveerd]

 

Artikel 2.43

Beoordeling aanvullende gegevens [gereserveerd]

 

Artikel 2.44

Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

Artikel 2.45

Wijzigen van het omgevingsplan

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

3.

Tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen.

 

Artikel 2.46

Niet genoemd besluit op aanvraag

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 197,45

Paragraaf 2.12

Modaliteiten

 

Artikel 2.46a

Planologische strijdigheid met het omgevingsplan (waarbij tevens of geen sprake is van een bouwactiviteit)

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief:

 

a.

voor het beoordelen of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan:

€ 266,85

b.

voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit):

€ 425,90

c.

voor een omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.47

Achteraf ingediende aanvraag

 

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10,00%

 

met een maximum van:

€ 1.000,00

Artikel 2.48

Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 0  

b.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in onderdeel a:

€ 0

2.

Het eerste lid is niet van toepassing wanneer sprake is van een of meer milieubelastende activiteiten.

 

Artikel 2.49

Beoordeling onderzoeksrapporten

 

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 131,85

b.

voor een Archeologisch (voor)onderzoek voor het:

 

 

adviseren, begeleiden en overleggen, namens het bevoegd gezag, van/met derden, particulieren, projectontwikkelaars ten aanzien van de archeologische monumentenzorg in het kader van ruimtelijke ordeningsprocessen en omgevingsvergunningtrajecten, per daaraan besteed half uur:

€ 65,80

 

beoordelen, namens het bevoegd gezag, van aangeleverde Plannen van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek:

€ 329,10

 

beoordelen, namens het bevoegd gezag, van aangeleverde Programma’s van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie:

€ 921,40

 

beoordelen, namens het bevoegd gezag, van een archeologische paragraaf in het kader van ruimtelijke ordeningsprocessen:

€ 394,85

 

beoordelen, namens het bevoegd gezag, van evaluatieverslagen die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek:

€ 394,85

 

beoordelen, namens het bevoegd gezag, van rapportages die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek:

€ 789,80

 

beoordelen, namens het bevoegd gezag, per herziene versie van plan van aanpak, programma's van eisen, archeologische paragraaf, evaluatieverslagen en rapportages in het kader van of voortvloeiend uit archeologisch (voor)onderzoek:

€ 278,00

c.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 3.811,20

d.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 131,85

Artikel 2.50

Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 263,75

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Alphen-Chaam, met uitzondering van welstand: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

c.

voor een advies van de agrarische commissie:

€ 890,00

d.

voor een toets op grond van de Verordening ruimte (Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij) noodzakelijk is:

€ 1.703,65

e.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met d: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en e is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.51

Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13

Vermindering

 

Artikel 2.52

Vermindering na conceptverzoek

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om conceptverzoek als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100%

 

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

 

Artikel 2.53

Vermindering bij meervoudige aanvraag [gereserveerd]

 

Paragraaf 2.14

Teruggaaf

 

Artikel 2.54

Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

100,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.54a

Teruggaaf bij aanvraag die wordt ingetrokken op initiatief van het bevoegd gezag

 

 

Voor een aanvraag om omgevingsvergunning die wordt ingetrokken op initiatief van het bevoegd gezag, omdat de aanvraag niet tot een vergunning kan leiden, worden geen leges in rekening gebracht.

 

Artikel 2.55

Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

85,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.56

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

50,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.57

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

75,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.58

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

30,00%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.59

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten [gereserveerd]

 

Artikel 2.60

Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan € 197,45 wordt niet teruggegeven.

 

 

 

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn en niet vallend onder titel 2

 

 

 

 

Hoofdstuk 1 Horeca

 

 

 

 

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

3.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet

€ 320,80

3.1.2

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 174,95

3.1.3

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, derde lid van de Algemene plaatselijke verordening

€ 95,65

3.1.4

Niet van toepassing

 

3.1.5

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet

€ 75,85

3.1.6

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet

€ 75,85

3.1.7

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

€ 87,50

 

 

 

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

 

 

 

 

 

 

 

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning)

€ 13,75

 

 

 

Hoofdstuk 3 Seksbedrijven

 

 

 

 

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.3.1.1

tot het verlenen of verlengen van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3, van de Algemene plaatselijke verordening:

 

3.3.1.1.1

voor een escortbedrijf

€ 802,45

3.3.1.1.2

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in subonderdeel 3.3.1.1.1

€ 802,45

3.3.1.1.3

voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de subonderdelen 3.3.1.1.1 en 3.3.1.1.2

€ 802,45

3.3.1.2

tot het wijzigen van een in subonderdeel 3.3.1.1 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van:

 

3.3.1.2.1

de exploitant aan wie de vergunning is verleend

€ 802,45

3.3.1.2.2

de op de vergunning vermelde of te vermelden beheerder of beheerders

€ 802,45

 

 

 

Hoofdstuk 4 Huisvestingswet 2014 niet van toepassing

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Marktstandplaatsen

 

 

 

 

3.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een standplaatsvergunning, als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening:

 

3.5.1.1

voor een jaar of een gedeelte daarvan, maar langer dan een maand

€ 196,80

3.5.1.2

voor een maand of een gedeelte daarvan, maar langer dan een week

€ 131,20

3.5.1.3

voor een week of een gedeelte daarvan, maar langer dan een dag

€ 99,90

3.5.1.4

voor een dag of een gedeekte daarvan

€ 65,50

 

 

 

Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet niet van toepassing

 

 

 

 

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

 

 

 

3.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.7.1.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4.6 van de Algemene plaatselijke verordening (geluidhinder):

 

3.7.1.1.1

voor een dag

€ 18,15

3.7.1.1.2

voor een jaar

€ 73,65

3.7.1.2

tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

€ 79,85

3.7.1.3

tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:40c van de Algemene plaatselijke verordening (smartshop, headshop, growshop)

€ 805,65

 

 

 

 

 

 

 

Deze tarieventabel behoort bij de Legesverordening 2024,

 

Behoort bij raadsbesluit d.d. 14 december 2023.

 

de griffier,

Naar boven