De raad van de gemeente Coevorden;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2023, bijlagenr. 1878;
gelet op de artikel 149 van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
de verordening afvoer hemelwater en grondwater Coevorden 2010 wordt als volgt gewijzigd:
TOELICHTING
Algemeen
De Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater gemeente Coevorden 2010 is aangepast met het oog op de inwerkingtreding van de Omgevingswet (hierna: Ow). De wettelijke grondslagen en formele verwijzingen zijn geactualiseerd, zodat vanaf 1 januari 2024 doorgewerkt kan worden met deze verordening onder de Ow. Het betreft een juridisch-technische omzetting.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
Het begrip bouwwerk is ook in de Omgevingswet gedefinieerd. Daardoor komt deze te vervallen. Onderdeel c wordt onderdeel b in opeenvolgende volgorde als zijnde b t/m f
Artikel I, onderdeel B
Art. 2, eerste lid, van de verordening bepaalt dat de werkingsgebieden van de regels vastgesteld kunnen worden door het college. Deze bevoegdheid komt, na inwerkingtreding van de Omgevingswet toe aan de raad, die deze in een delegatiebesluit kan delegeren aan het college.
Art. 2, zevende lid, van de verordening bevat een bepaling over de toepasselijkheid van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht bij de voorbereiding van een aanwijzingsbesluit voor een gebied. Omdat de aanwijzingsbesluiten een onderdeel zullen zijn van het omgevingsplan vergt het aanwijzen van een nieuw gebied een wijziging van het omgevingsplan, waarvoor de regels gelden van de Omgevingswet, onder meer de artikelen 2.8 en 16.30 van de Omgevingswet. Het zevende lid van artikel 2 zou daarmee in strijd kunnen zijn. Het is in elk geval een overbodige bepaling om op te nemen in het omgevingsplan nu de Omgevingswet hierin voorziet.
Artikel I, onderdeel C
Art. 3 van de verordening betreft een sanctiebepaling, waarvan de grondslag gelegen is in artikel 154 van de Gemeentewet. Op grond van artikel 2.1, tweede lid van het Omgevingsbesluit mag deze bepaling niet opgenomen worden in het omgevingsplan. Het handhaven van de bepalingen van het omgevingsplan gaat via de Omgevingswet.
Artikel I, onderdeel D
Artikel 4 van de verordening betreft de bevoegdheid om toezichthouders aan te wijzen. Artikel 18.6 van de Omgevingswet attribueert deze bevoegdheid rechtstreeks aan het college. Artikel 4 van de verordening is daarmee in strijd.
Artikel II van het wijzigingsbesluit
Het eerste lid voorziet erin dat de in dit besluit opgenomen technische wijzigingen eerst van toepassing zijn op het tijdstip dat de Ow in werking treedt.