Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing Noordwijk 2024

De raad van de gemeente Noordwijk,

 

gelezen het voorstel van het college van 7 november 2023,

 

gelet op artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de navolgende verordening:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING NOORDWIJK 2024

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen bij de in deze verordening behorende tarieventabel (hierna: de tarieventabel).

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een schriftelijke gedagtekende kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening, zijnde het in behandeling nemen van de aanvraag.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, worden betaald binnen 2 maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, zolang de aanslagen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, zijn geheven van natuurlijke personen en de verschuldigde bedragen door middel van een automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 7 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt 2 maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, zolang de aanslagen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, zijn geheven van niet-natuurlijke personen en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 5.000,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 7 gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt 2 maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het gevorderde bedrag worden betaald, indien de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, tweede lid:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 8 dagen na dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg wordt gedaan onverwijld.

  • 5.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de afvalstoffenheffing bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1.4 en hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Overgangsrecht

De “Verordening afvalstoffenheffing Noordwijk 2023” van 20 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Verordening afvalstoffenheffing Noordwijk 2024”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2023.

Dhr. R. van Dijk

griffier

Mw. W.J.A. Verkleij

voorzitter raad

Bijlage tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing Noordwijk 2024

 

Hoofdstuk 1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

€ 160,68

1.2

De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1 wordt:

1.2.1

indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de

belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht

wordt gebruikt door één persoon vermeerderd met:

€ 128,04

1.2.2

indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de

belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht

wordt gebruikt door meer dan één persoon vermeerderd met:

€ 288,00

1.3

In afwijking van onderdeel 1.2 wordt de belasting als bedoeld

in onderdeel 1.1, indien het perceel op 1 januari van het

belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij de

aanvang van de belastingplicht niet permanent mag worden

bewoond, vermeerderd met:

€ 128,04

1.4

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen,

bedraagt de belasting per belastingjaar voor het ter beschikking

hebben van een extra container voor restafval van 140 of 240 liter

€ 291,60

Hoofdstuk 2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

2.1

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag:

2.1.1

omwisselen van een container voor restafval:

a. van een 140 liter container naar een 240 liter container:

€ 25,00

b. van een 240 liter container naar een 140 liter container:

€ 0,00

2.1.2

omwisselen van een container voor

groente-, fruit- en tuinafval:

a. van een 240 liter container naar een 140 liter container:

€ 25,00

b. van een 140 liter container naar een 240 liter container:

€ 0,00

2.1.3

omwisselen van een container voor oud papier en karton:

a. van een 240 liter container naar een 140 liter container m.i.v. 01-07-2024:

€ 25,00

b. van een 240 liter container naar een 140 liter container tot 01-07-2024:

€ 0,00

c. van een 140 liter container naar een 240 liter container:

€ 0,00

2.1.4

inleveren van een container voor oud papier en karton, waarbij het niet betreft

het omwisselen van een container voor een ander formaat als bedoeld onder

2.1.3,

ongeacht het formaat:

a. met ingang van 01-07-2024

€ 25,00

b. tot 01-07-2024:

€ 0,00

2.2

inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen, per keer

(met een maximum van 2 m³):

€ 32,50

2..3

verkrijgen van een toegangspas voor de milieustraat en/of een

ondergrondse container in verband met verlies, diefstal of

beschadiging van een eerder uitgegeven pas:

€ 18,65

 

Behorende bij raadsbesluit van 19 december 2023

 

De griffier van de gemeente Noordwijk,

Naar boven