Gemeenteblad van Duiven
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Duiven | Gemeenteblad 2023, 556204 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Duiven | Gemeenteblad 2023, 556204 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Artikel 2. Aard van de belasting.
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Ingeval voor het perceel geen waarde op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld, wordt de heffingsmaatstaf van dat perceel bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 6. Maatstaf van heffing.
De op voet van het tweede lid berekende hoeveelheid toegevoerd of opgepompt water wordt verminderd met de aantoonbare hoeveelheid water die niet als afvalwater is/wordt afgevoerd. Indien aannemelijk wordt gemaakt dat laatstgenoemde hoeveelheid ten minste 20% beloopt van de eerstgenoemde hoeveelheid wordt de hoeveelheid afvalwater bepaald op de navolgende hoeveelheid.
De totale hoeveelheid afvalwater is afhankelijk van het aantal in de woning wonende personen op 1 januari van het betreffende belastingjaar. Het waterverbruik per persoon wordt gesteld op 45 m3.
De totale hoeveelheid afvalwater is afhankelijk van het aantal op het bedrijf wonende en werkende personen op 1 januari van het betreffende belastingjaar. Het water-verbruik per persoon wordt gesteld op 45 m3. Het waterverbruik wordt - indien van toepassing - vermeerderd met het hierna onder b. en/of c. gestelde.
De totale hoeveelheid afvalwater is afhankelijk van het totale staloppervlak en het aantal reinigingsbeurten van de stallen. Het waterverbruik per reinigingsbeurt wordt gesteld op 0,02 m3 per m2.
Indien het aantal melkstanden niet overeenkomt met de hierboven genoemde aantallen, wordt het aantal melkstanden gesteld op het naast lagere aantal per soort installatie, met een minimum van het aldaar genoemde laagste aantal.
De totale hoeveelheid afvalwater is afhankelijk van het aantal in het bedrijf werkende en wonende personen op 1 januari van het betreffende belastingjaar. Het waterverbruik per persoon wordt gesteld op 45 m3.
Indien in verband met het ontbreken van afzonderlijke watermeters, niet de hoeveelheid afvalwater kan worden vastgesteld zoals hiervoor omschreven, wordt:
voor de gebruikers van niet tot woning dienende percelen de verdeelsleutel gehanteerd zoals deze door de respectievelijke gebruikers worden gebruikt voor de onderlinge verdeling van de waternota van het waterbedrijf en bij het ontbreken van een dergelijke regeling overgaan tot een zo reëel mogelijke verdeling op basis van de beschikbare gegevens.
In de gevallen bedoeld in artikel 8, eerste lid, wordt de belasting geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van het waterbedrijf. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dag-tekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota van het waterbedrijf of de kennisgeving op andere wijze van betaling van de voorschotbedragen.
Artikel 10. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Dit lid is van toepassing voor de gevallen die worden bedoeld in artikel 8, tweede lid.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Dit lid is van toepassing voor de gevallen die worden bedoeld in artikel 8, tweede lid.
Artikel 11. Termijnen van betaling.
In afwijking in zoverre van het tweede lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 125,- doch minder dan € 2.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
De “Verordening rioolheffing 2023” van 6 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-556204.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.