Verordening op de heffing en invordering van grafrechten 2024

De raad van de gemeente Winterswijk;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2023, nr. 2210162,

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN GRAFRECHTEN 2024

 

(Verordening Grafrechten 2024)

Artikel 1 Definities

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      algemeen graf: een graf, bij de gemeente in beheer, waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven een lijk;

    • b.

      asbus: een bus ter berging van de as van een overledene;

    • c.

      begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats aan de Kerkhoflaan te Winterswijk;

    • d.

      beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

    • e.

      gebruiker: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie het recht van gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend;

    • f.

      grafakte: het besluit waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college een grafrecht wordt verleend;

    • g.

      grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

    • h.

      grafrecht: het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf, dan wel het recht van gebruik van een plaats in een algemeen graf;

    • i.

      particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

      • het doen begraven en begraven houden van lijken.

      • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;

    • j.

      urnennis: een nis, bij de gemeente in beheer, in een urnenmuur waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het recht van gebruik is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met urn;

    • k.

      urnengraf: een particulier graf, al dan niet voorzien van een grafkelder, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, bevattende de as van overledenen;

    • l.

      rechthebbende: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het doen begraven en begraven houden van een overledene of het doen bijzetten van een asbus in of op een particulier graf.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder ‘particulier graf’ mede verstaan: een urnengraf.

  • 3.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder ‘algemeen graf’ mede verstaan: een urnennis.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt met uitzondering van hetgeen bepaald in artikel 8 lid 1.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in de tarieventabel, die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de overige rechten genoemd in artikel 4.2, 4.3 en 4.4 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in artikel 4.1 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten dan die bedoeld in artikel 4.1 van de tarieventabel, worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing van rechten bij particulier graf van vóór 31 december 2009

  • 1.

    De gebruiksrechten die zijn aangekocht vóór 31 december 2009, bedoeld in artikel 3.3 van de tarieventabel, zijn jaarlijks verschuldigd.

  • 2.

    De rechten zoals genoemd in artikel 4 van de tarieventabel die zijn aangekocht vóór 31 december 2009, worden geheven naar de toestand op 1 januari van elk jaar.

  • 3.

    Indien ten gevolge van een andere omstandigheid dan de sluiting van de begraafplaats het uitsluitend recht tot begraven in een grafruimte, of het recht tot bijzetten van asresten op een urnenplaats vervalt, wordt voor het recht ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat kalenderjaar, na het tijdstip van het eindigen van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien reeds een jaarlijkse aanslag in het jaar van afkoop is opgelegd en de afkoopsom wordt daarna voldaan in datzelfde jaar, dan wordt ontheffing verleend van de opgelegde aanslag.

  • 5.

    Vervalt het uitsluitend recht tot begraven in een grafruimte of het recht tot bijzetten van asresten op een urnenplaats, waarvoor volgens artikel 4.2, 4.3 en 4.4 van de tarieventabel behorende bij deze verordening afkoop heeft plaatsgevonden, dan wordt geen teruggaaf verleend van de afkoopsom.

  • 6.

    Worden één of meer lijken uit een particulier graf, waarvoor een afkoopsom is betaald, opgegraven en overgebracht naar een ander graf, dan wordt, indien de rechthebbende dit schriftelijk verzoekt, de afkoopsom geacht voor het nieuwe graf te zijn gestort en voor het oude graf te zijn vervallen.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in artikel 8 zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede op de laatste dag van de maand twee maanden volgend op de maand die in de dagtekening is vermeld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van een automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven en het aanslagbedrag minimaal € 30,00 (zegge: dertig euro) bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in zes gelijke maandelijkse termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten, zoals bedoeld in artikel 7, tweede lid, worden betaald binnen 10 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 4.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de begraafrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De 'Verordening Grafrechten 2023', vastgesteld bij raadsbesluit van 22 december 2022, nr. XIIb-12 sub c, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van lid 1, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13 lid 2 genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de 'Verordening Grafrechten 2024”.

Aldus besloten door de gemeenteraad van de gemeente Winterswijk in zijn openbare vergadering gehouden op 21 december 2023,

de griffier,

R.J.F. Jansen

de voorzitter,

B.J.J. Bengevoord

Bijlage TARIEVENTABEL GRAFRECHTEN 2024

 

De raad van de gemeente Winterswijk;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2023, nr. 2210162;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de

 

TARIEVENTABEL GRAFRECHTEN 2024

Behorende bij de “Verordening Grafrechten 2024”

 

Artikel 1 Verlenen van rechten op particuliere graven (inclusief algemeen onderhoud)

 

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier éénpersoonsgraf wordt geheven voor:

 

1.1.1

een periode van 10 jaar

€ 1.100,00

1.1.2

een periode van 20 jaar

€ 1.900,00

1.1.3

een periode van 30 jaar

€ 2.600,00

1.1.4

een periode van 40 jaar

€ 3.200,00

 

 

 

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier tweepersoons dubbelgraf naast elkaar, wordt geheven voor:

 

1.2.1

een periode van 20 jaar

€ 3.500,00

1.2.2

een periode van 30 jaar

€ 4.200,00

1.2.3

een periode van 40 jaar

€ 4.800,00

 

 

 

1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier tweepersoons dubbelgraf op elkaar wordt geheven voor:

 

1.3.1

een periode van 20 jaar

€ 2.800,00

1.3.2

een periode van 30 jaar

€ 3.500,00

1.3.3

een periode van 40 jaar

€ 4.100,00

 

 

 

1.4

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier kindergraf wordt geheven voor:

 

1.4.1

een periode van 10 jaar

€ 600,00

1.4.2

een periode van 20 jaar

€ 1.100,00

1.4.3

een periode van 30 jaar

€ 1.600,00

1.4.4

een periode van 40 jaar

€ 1.900,00

 

 

 

1.5

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf voor levenloos geborenen wordt geheven voor:

 

1.5.1

een periode van 10 jaar

€ 200,00

1.5.2

een periode van 20 jaar

€ 350,00

1.5.3

een periode van 30 jaar

€ 500,00

1.5.4

een periode van 40 jaar

€ 600,00

 

 

 

1.6

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier urnengraf wordt geheven voor:

 

1.6.1

een periode van 10 jaar

€ 950,00

1.6.2

een periode van 20 jaar

€ 1.400,00

1.6.3

een periode van 30 jaar

€ 2.000,00

1.6.4

een periode van 40 jaar

€ 2.600,00

 

 

 

1.7

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier kinder-urnengraf wordt geheven voor:

 

1.7.1

een periode van 10 jaar

€ 450.00

1.7.2

een periode van 20 jaar

€ 600,00

1.7.3

een periode van 30 jaar

€ 800,00

1.7.4

een periode van 40 jaar

€ 950,00

 

 

 

1.8

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier natuurgraf wordt geheven voor een periode van 100 jaar voor:

 

1.8.1

1 persoon

€ 4.600,00

1.8.2

2 personen

€ 7.900,00

 

 

 

1.9

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier natuur-urnengraf wordt geheven voor:

 

1.9.1

een periode van 20 jaar

€ 950,00

 

 

 

1.10

Voor het bijzetten van een asbusin of op een bestaand particulier graf, zoals bedoeld in artikel 1.1 tot en met 1.5 van deze tarieventabel, wordt geheven per asbus

 

 

€ 450,00

 

Artikel 2 Verlenging van het uitsluitend recht

 

2.1

Voor het verlengen van het uitsluitend recht, inclusief algemeen onderhoud, zoals bedoeld in artikel 1 van deze tarieventabel, wordt geheven voor een periode van 1, 5, 10 of maximaal 20 jaar, een recht gelijk aan respectievelijk 7%, 20%, 30% of 50% van het bedrag dat geheven wordt voor een periode van 20 jaar voor dat betreffende uitsluitend recht

2.2

Voor de tarieven genoemd in artikel 1.8 en 1.9 is het voorgaande lid niet van toepassing.

 

Artikel 3 Verlenen van het gebruik van algemene graven

 

3.1

Voor het verlenen van het gebruiksrecht van een algemeen graf jaar wordt geheven voor:

 

3.1.1

een periode van 10 jaar

€ 450,00

3.1.2

een periode van 15 jaar

€ 600,00

3.1.3

een periode van 20 jaar

€ 800,00

 

 

 

3.3

Voor het verlenen van het gebruiksrecht voor een algemene urnennis wordt geheven voor:

 

3.3.1

een periode van 10 jaar

€ 700,00

3.3.2

een periode van 15 jaar

€ 950,00

3.3.3

een periode van 20 jaar

€ 1.100,00

 

Artikel 4 Andere rechten en dergelijke

 

 

 

 

4.1

Voor het onderhoud door de gemeente, zoals bedoeld in artikel 21 van de Beheersverordening algemene begraafplaats Winterswijk, van particuliere graven en algemene urnbestemmingen wordt voor elk graf dat is aangekocht vóór 31 december 2009 een bedrag geheven. Op het moment van verlenging van het uitsluitend recht op een particulier graf is betaling per kalenderjaar niet meer mogelijk. Het jaarlijks verschuldigde bedrag voor deze graven bedraagt

 

 

 

 

 

 

€ 75,00

4.2

Het onderhoudsrecht bedoeld in artikel 4.1 met een duur van 20 jaar aangekocht na 1 januari 1998 (voor bepaalde tijd), kan worden afgekocht voor de resterende termijn met een maximum van 20 jaar. De afkoop vindt plaats door betaling van een bedrag ineens van

 

 

 

€ 1.100,00

4.3

Het bedrag vermeldt onder 4.2 wordt verrekend naar het aantal volledige jaren die nog resteren van de oorspronkelijke duur van 20 jaar.

 

4.4

Voor particuliere graven c.q. urnenplaatsen aangekocht vóór 1 januari 1998 (onbepaalde tijd) kan het onderhoudsrecht worden afgekocht voor een periode van:

 

4.4.1

5 jaar, door betaling van een bedrag van

€ 300,00

4.4.2

10 jaar, door betaling van een bedrag van

€ 575,00

4.4.3

20 jaar, door betaling van een bedrag van

€ 1.100,00

 

Artikel 5 Begraven

 

5.1

Voor het (her)begraven van een lijk van een persoon van twaalf jaar of ouder in een particulier graf wordt geheven

 

€ 1.250,00

5.2

Voor het (her)begraven van een lijk van een persoon van nul tot twaalf jaar in een particulier graf wordt geheven

 

€ 625,00

5.3

Voor het (her)begraven van een levenloos geborene in een particulier graf wordt geheven

 

€ 225,00

5.4

Voor het begraven van een lijk van een persoon van twaalf jaar of ouder in een algemeen graf wordt geheven

 

€ 625,00

 

Artikel 6 Bijzetten en verstrooien van as

 

6.1

Het tarief bedraagt voor het bijzetten van een asbus:

 

6.1.1

in een particulier (natuur)urnengraf

€ 100,00

6.1.2

in een algemene urnennis of urnenruimte

€ 50,00

6.1.3

in een particulier kinderurnengraf

€ 25,00

6.1.4

in een bestaand particulier graf

€ 100,00

6.1.5

op een bestaand particulier graf

€ 50,00

6.2

Voor het verstrooien van as op het strooiveld wordt:

 

6.2.1

per asbus geheven

€ 60,00

6.2.2

voor iedere asbus meer

€ 40,00

 

Artikel 7 Opgraven en ruimen

 

7.1

Voor het op verzoek van de rechthebbende of gebruiker opgraven van overblijfselen van een persoon van twaalf jaar of ouder uit een particulier of algemeen graf wordt geheven

 

 

€ 750,00

7.2

Voor het op verzoek van de rechthebbende opgraven van overblijfselen van een persoon van nul tot twaalf jaar uit een particulier graf wordt geheven

 

€ 400,00

7.3

Voor het op verzoek van de rechthebbende opgraven van overblijfselen van een levenloos geborene uit een particulier graf wordt geheven

 

€ 150,00

7.4

Voor het op verzoek van de rechthebbende opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven

 

€ 75,00

7.5

Voor het schudden en direct hergebruiken van een graf wordt geheven

€ 750,00

 

Artikel 8 Overige diensten

 

8.1

Er wordt een toeslag geheven voor het begraven op:

 

8.1.1

maandag tot en met vrijdag na 15.00 uur

€ 75,00

8.1.2

Zaterdag

€ 150,00

8.2

Er wordt een toeslag geheven voor het bijzetten van as op:

 

8.2.1

maandag tot en met vrijdag na 16.00 uur

€ 40,00

8.2.2

Zaterdag

€ 80,00

8.3

Voor het op verzoek schoonmaken van een graf met de daarop aanwezige grafbedekking, wordt per schoonmaak geheven

 

€ 75,00

8.4

Voor het plaatsen van een herdenkingsplaatje, voor een periode van 15 jaren, op de herdenkingszuil bij het strooiveld, wordt geheven

waarbij tevens wordt geheven:

 

€ 50,00

8.4.1

voor één naam op het herdenkingsplaatje

€ 35,00

8.4.2

iedere extra naam

€ 5,00

8.5

Voor het leveren en plaatsen van een houten bekisting

€ 450,00

 

Aldus besloten door de gemeenteraad van de gemeente Winterswijk in zijn openbare vergadering gehouden op 21 december 2023,

 

de griffier,

R.J.F. Jansen

 

de voorzitter,

B.J.J. Bengevoord

Naar boven