Artikel 2.4.1
|
Omgevingsoverleg
Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, worden in rekening gebracht:
|
|
a.
|
de kosten van externe adviseurs voor de beoordeling van de wenselijkheid van een initiatief en de kosten van externe adviseurs voor de advisering over een initiatief in een omgevingsoverleg (vooroverleg). Deze kosten worden voorafgaand aan het houden van het omgevingsoverleg medegedeeld middels een afgegeven begroting aan de aanvrager.
|
|
b.
|
Als een begroting als bedoeld in artikel 2.4.1 onder a is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
Artikel 2.4.2
|
Principeverzoek
Als de aanvraag betrekking heeft op de beoordeling van een principeverzoek met als uitkomst de principe uitspraak van het bestuur voor wat betreft de planologische medewerking, bedraagt het tarief:
|
€ 596,00
|
|
|
|
Artikel 2.4.3
|
Andere in deze paragraaf opgenomen diensten
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een omgevingsoverleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het omgevingsoverleg vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten.
|
|
Paragraaf 2.3
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
|
Artikel 2.5
|
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
als de bouwkosten € 500.000 of minder bedragen
|
1
,
00%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 82,75
|
b.
|
als de bouwkosten € 500.000 tot en met € 2.000.000 bedragen,
|
€ 5.000,00
|
|
plus een percentage van
|
0
,
80%
|
|
van de bouwkosten boven de € 500.000
|
|
c.
|
als de bouwkosten meer bedragen dan € 2.000.000
|
€ 17.000,00
|
|
plus een percentage van
|
0,50%
|
|
van de bouwkosten boven de € 2.000.000
|
|
|
|
|
Artikel 2.6
|
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van een bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
1
|
voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit
|
|
a.
|
als de bouwkosten € 500.000 of minder bedragen
|
2,725%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 82,75
|
b.
|
als de bouwkosten € 500.000 tot en met € 2.000.000 bedragen
|
€ 13.625,00
|
|
plus een percentage van
|
1,975%
|
|
van de bouwkosten boven de € 500.000
|
|
c.
|
als de bouwkosten meer bedragen dan € 2.000.000
|
€ 43.250,00
|
|
plus een percentage van
|
1,61%
|
|
van de bouwkosten boven de € 2.000.000
|
|
d.
|
Als moet worden beoordeeld of met binnenplanse beoordelingsregels kan worden afgeweken van de standaard binnenplanse beoordelingsregels, verhoogd met:
|
€ 570,00
|
2
|
In afwijking van het eerste lid is voor een omgevingsplanactiviteit omtrent het splitsen van een woning in maximaal 3 wooneenheden is in afwijking van lid 1 een tarief verschuldigd per extra wooneenheid van:
|
€ 2.240,00
|
3
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht
|
|
a.
|
wanneer het betreft de wijziging van een functie in natuur, bos of water, dan wel een geringe wijziging in plaats of ligging van functiegrenzen zoals genoemd in het omgevingsplan
|
€ 2.797,00
|
b.
|
Wanneer het een andere functiewijziging betreft dan bedoeld onder a.
|
€ 4.477,00
|
|
|
|
Artikel 2.6a
|
Buitenplanse
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, indien die in strijd is met het omgevingsplan, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
Indien geen bouwkosten van toepassing zijn of de bouwkosten voor de uitvoering minder dan € 100.000 bedragen is een tarief verschuldigd van
|
€ 6.715,00
|
b.
|
Indien de bouwkosten voor de uitvoering € 100.000 of meer, maar minder dan € 300.000 bedragen is een tarief verschuldigd van
|
€ 8.955,00
|
c.
|
Indien de bouwkosten voor de uitvoering € 300.000 of meer, maar minder dan € 1.000.000 bedragen is een tarief verschuldigd van
|
€ 11.196,00
|
d.
|
Indien de bouwkosten voor de uitvoering € 1.000.000 of meer bedragen is een tarief verschuldigd van
|
€ 16.791,00
|
e.
|
indien het een aanvraag betreft omtrent het tijdelijk gebruik van een recreatiewoning is in afwijking van de onderdelen a tot en met d een tarief verschuldigd van:
|
€ 570,00
|
f.
|
Indien het een aanvraag betreft omtrent het splitsen van een woning in maximaal 3 wooneenheden is in afwijking van de onderdelen a tot en met e per extra wooneenheid een tarief verschuldigd van
|
€ 2.240,00
|
g.
|
Indien het een aanvraag betreft omtrent het splitsen van een woning in twee wooneenheden overeenkomstig een formele inwoonsituatie van vóór vaststelling van bestemmingsplan ‘Integrale herziening buitengebied Winterswijk’ (27 januari 2011) is in afwijking van de onderdelen a tot en met f een tarief verschuldigd van
|
€ 570,00
|
h.
|
Indien het een aanvraag betreft omtrent de functiewijziging van een bouwwerk binnen de bebouwde kom, eventueel met bij die bouwwerken aansluitend terrein, is in afwijking van de onderdelen a tot en met e een tarief verschuldigd van
|
€ 2.240,00
|
i.
|
In afwijking van de onderdelen a tot en met e is voor een aanvraag die betrekking heeft op bijlage B een tarief verschuldigd van:
|
€570,00
|
|
|
|
Artikel 2.7
|
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 121,50
|
Paragraaf 2.4
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
Artikel 2.8
|
Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit danwel buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
|
|
1 voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 127,50
|
|
2 voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 127,50
|
2
|
Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:
|
€ 75,00
|
3
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening gemeente Winterswijk 2019 is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:
|
|
a.
|
als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en
|
|
b.
|
als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.
|
|
|
|
|
Artikel 2.9
|
Rijksmonumentenactiviteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 127,50
|
b.
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 127,50
|
|
|
|
Artikel 2.10
|
Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor een omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van de gemeentelijke erfgoedverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:
|
€ 127,50
|
2
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.
|
|
|
|
|
Artikel 2.11
|
Gereserveerd
|
|
Paragraaf 2.5
Milieubelastende activiteiten
|
Artikel 2.12
|
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 2.400,00
|
|
|
|
Artikel 2.13
|
Overige milieubelastende activiteiten (afdeling 3.2 tot en met 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 2.880,00
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3:
|
€ 4.320,00
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3:
|
€ 5.760,00
|
|
|
|
Artikel 2.14
|
Gereserveerd
|
|
|
|
|
Artikel 2.15
|
Gereserveerd
|
|
|
|
|
Artikel 2.16
|
Gereserveerd
|
|
|
|
|
Artikel 2.17
|
Gereserveerd
|
|
|
|
|
Artikel 2.18
|
Gereserveerd
|
|
|
|
|
Artikel 2.19
|
Gereserveerd
|
|
|
|
|
Artikel 2.20
|
Gereserveerd
|
|
Paragraaf 2.6
Lozingsactiviteiten
|
Artikel 2.21
|
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 384,00
|
|
|
|
Artikel 2.22
|
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 384,00
|
Paragraaf 2.7
Aanlegactiviteiten
|
Artikel 2.23
|
Gereserveerd
|
|
|
|
|
Artikel 2.24
|
Gereserveerd
|
|
|
|
|
Artikel 2.25
|
Gereserveerd
|
|
|
|
|
Artikel 2.26
|
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 61,00
|
|
|
|
Artikel 2.27
|
Gereserveerd
|
|
|
|
|
Artikel 2.28
|
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 122,50
|
|
en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:
|
|
b.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:
|
€ 122,50
|
c.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 122,50
|
Paragraaf 2.8
Overige
activiteiten
|
Artikel 2.29
|
Gereserveerd
|
|
|
|
|
Artikel 2.30
|
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2 van de Bomenverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
1 tot en met 10 bomen (houtopstanden)
|
€ 44,50
|
b.
|
Meer dan 10 bomen (houtopstanden)
|
€ 73,00
|
|
|
|
Artikel 2.31
|
Omgevingsplanactiviteit: reclame
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4.15 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:
|
€ 79,00
|
b.
|
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:
|
€ 79,00
|
|
|
|
Artikel 2.31
|
Gereserveerd
|
|
|
|
|
Artikel 2.33
|
Gereserveerd
|
|
|
|
|
Artikel 2.34
|
Andere activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:
|
|
a.
|
betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 37,25
|
b.
|
betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 37,25
|
1
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 37,25
|
2
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 37,25
|
3
|
voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:
|
€ 37,25
|
Paragraaf 2.9
Maatwerkvoorschriften
|
Artikel 2.35
|
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of
4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
per maatwerkvoorschrift:
|
€ 382,00
|
b.
|
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 382,00
|
|
|
|
Artikel 2.36
|
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
1
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:
|
|
a.
|
één of meer milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
€ 1.536,00
|
2
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 1.536,00
|
|
|
|
Artikel 2.37
|
Maatwerkvoorschriften bij
overige
activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 382,00
|
Paragraaf 2.10
Gelijkwaardigheid
|
Artikel 2.38
|
Gelijkwaardige maatregel
|
|
1
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
|
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:
|
€ 382,00
|
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:
|
€ 2.400,00
|
|
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a of b, bedraagt het tarief:
|
€ 382,00
|
Paragraaf 2.11
Overige tarieven
|
Artikel 2.39
|
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
€ 85,50
|
|
|
|
Artikel 2.40
|
Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
1
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project bedraagt het tarief:
|
€ 85,50
|
2
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een omgevingsvergunning op een andere naam, zonder dat de vergunning wordt gewijzigd
|
€ 36,25
|
3
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om overige wijzigingen van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
|
|
|
|
|
Artikel 2.41
|
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:
|
€ 764,00
|
|
|
|
Artikel 2.42
|
Gereserveerd
|
|
|
|
|
Artikel 2.43
|
Gereserveerd
|
|
|
|
|
Artikel 2.44
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.
|
|
|
|
|
Artikel 2.45
|
Wijzigen van het omgevingsplan
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:
|
|
a.
|
Indien de bouw-/aanlegkosten (ex btw) voor de uitvoering minder dan € 100.000 bedragen
|
€ 6.715,00
|
b.
|
Indien de bouw-/aanlegkosten (ex btw) voor de uitvoering € 100.000 of meer maar minder dan € 300.000 bedragen
|
€ 8.955,00
|
c.
|
Indien de bouw-/aanlegkosten (ex btw) voor de uitvoering € 300.000 of meer maar minder dan € 1.000.000 bedragen;
|
€ 11.193,00
|
d.
|
Indien de bouw-/aanlegkosten (ex btw) voor de uitvoering € 1.000.000 of meer bedragen;
|
€ 16.791,00
|
|
|
|
Artikel 2.46
|
Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€ 31,00
|
Paragraaf 2.12
Modaliteiten
|
Artikel 2.47
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:
|
25%
|
|
met een maximum van:
|
€ 1.000,00
|
|
|
|
Artikel 2.48
|
Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
a.
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
€ 960,00
|
b.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 750,00
|
c.
|
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:
|
€750,00
|
|
|
|
Artikel 2.49
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
a1.
|
voor de beoordeling van een milieukundig historisch, verkennend of (eenvoudig) nader bodemonderzoekbodemrapport:
|
€ 576,00
|
a2.
|
voor de beoordeling van een milieukundig historisch, complexer aanvullend of nader bodemonderzoeksrapport:
|
€ 1.152,00
|
b.
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
€ 576,00
|
c.
|
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:
|
€ 768,00
|
d.
|
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:
|
€ 576,00
|
e.
|
voor de beoordeling van het rapport op het aspect geur:
|
€ 576,00
|
f.
|
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:
|
€ 576,00
|
g.
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
€ 5.760,00
|
h.
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:
|
€ 576,00
|
|
|
|
Artikel 2.50
|
Advies
|
|
1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
a.
|
voor een advies van de gemeenteraad:
|
€ 750,00
|
b.
|
voor een advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van het Gelders Genootschap als bedoeld in de Verordening Commissie Omgevingskwaliteit Winterswijk 2022 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet is het tarief verschuldigd conform bijlage A behorende bij deze tarieventabel.
|
|
c.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening Commissie Omgevingskwaliteit Winterswijk 2022 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:
|
€ 191,00
|
|
|
|
Artikel 2.51
|
Instemming
|
|
1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
a.
|
Het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
€ 219,40
|
2
|
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 2.13
Verminderingen
|
Artikel 2.52
|
Vermindering na omgevingsoverleg
|
|
1
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:
|
100%
|
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.
|
|
2
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
a. voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;
b. in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en
c. binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.
|
|
|
|
|
Artikel 2.52a
|
Vermindering zonneparken en kleine windmolens
|
|
|
Indien de aanvraag waarvan op grond van deze titel van de tarieventabel leges worden geheven die uitsluitend betrekking hebben op een zonnepark of kleine windmolen (max. 25 meter), dan worden de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges verminderd.
|
|
|
Als er sprake is van een groot zonnepark van minimaal 2,5 hectare netto dan worden de verschuldigde leges per project verminderd met
|
50%
|
|
waarbij het verschuldigde bedrag na vermindering maximaal bedraagt:
|
€ 100.000,00
|
|
Als er sprake is van een klein zonnepark van maximaal 2,5 hectare netto of kleine windmolen (max. 25 meter) dan wordt voor de berekening van de vermindering op de verschuldigde leges gekeken naar de bouwkosten. Het te verminderen legesbedrag wordt bepaald naar evenredigheid op basis van onderstaande opbouw.Is het te verminderen van de verschuldigde leges lager dan de werkelijke bouwleges, dan wordt de minimale leges van € 82,75 in rekening gebracht.
De vermindering van de verschuldigde leges is bij bouwkosten (exclusief BTW):
|
|
|
tot een bedrag van € 30.000,00:
|
€ 0,00
|
|
van € 30.000,00:
|
€ 1.550,00
|
|
tussen de € 30.000,00 en € 100.000,00, maximaal:
|
€ 2.500,00
|
|
tussen de € 100.000,00 en € 300.000,00, maximaal:
|
€ 10.700,00
|
|
tussen de € 300.000,00 en € 800.000,00, maximaal
|
€ 20.000,00
|
|
hoger dan € 800.000,00:
|
€ 20.000,00
|
|
|
|
Artikel 2.53
|
Gereserveerd
|
|
Paragraaf 2.14
Teruggaaf
|
Artikel 2.54
|
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
100%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
Artikel 2.55
|
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
80%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
|
met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft het bedrag van:
|
€ 82,75
|
|
|
|
Artikel 2.56
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:
|
75%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
50%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
25%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
Artikel 2.57
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen [zes] weken na de indiening van de aanvraag:
|
75%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:
|
50%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:
|
25%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
Artikel 2.58
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
10%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
Artikel 2.59
|
Gereserveerd
|
|
|
|
Artikel 2.60
|
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.
|
|
|
|
|
Artikel 2.61
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Een bedrag minder dan € 75,- wordt niet teruggegeven.
|
|
|
|
|