Legesverordening 2024

De raad van de gemeente Veenendaal;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31-10-2024, nummer 2133698;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van leges Veenendaal 2024 (legesverordening Veenendaal 2024)

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

- dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

- jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

- kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

- maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

- week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

a. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

b. het verlenen van een dienst op aanvraag; of

c. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

 

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

b. diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

 

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

 

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 7 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving

c. langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen 30 dagen na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

d. langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen 30 dagen na dagtekening van kennisgeving.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

 

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

 

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, als de wijzigingen:

a. van zuiver redactionele aard zijn;

b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

1. paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

2. paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

3. artikel 1.19 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

4. artikel 1.27, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

5. artikel 1.33 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

 

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

 

Artikel 12 Overgangsrecht

1. De Legesverordening 2016, zoals laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 15 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

 

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2024.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2023.

 

de heer P. van Vugt

griffier

 

de heer K.J.G. Kats

voorzitter

 

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2024

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

a.

Indien deze plaatsvindt in het gemeentehuis en aanvangt op maandag tot en met vrijdag tussen 09:00 uur en 16:30 uur

€ 491,00;

b.

Indien deze plaatsvindt op een andere locatie dan het gemeentehuis of een als zodanig permanent aangewezen locatie en aanvangt op maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 uur en 20.30 uur:

€ 491,00;

c.

Indien deze plaatsvindt op het gemeentehuis en aanvangt op andere tijden dan van maandag tot en met vrijdag tussen 09:00 uur en 16:30 uur:

€ 736,00;

d.

Indien deze plaatsvindt op een andere locatie dan het gemeentehuis en aanvangt op andere tijden dan van maandag tot en met vrijdag tussen 09:00 uur en 20:30 uur:

€ 736,00;

e.

Indien er sprake is van een eenvoudige plechtigheid op de daarvoor bestemde tijdstippen (snel-huwelijk)

€ 171,00.

f.

Op dinsdag- en woensdagochtend om 09:00 uur wordt op grond van artikel 4 Wet rechten burgerlijke stand gelegenheid gegeven tot een kosteloze huwelijksvoltrekking zonder ceremonie en kosteloze registratie van een partnerschap zonder ceremonie en wordt in afwijking van de tarieven in artikel 1.1 bij die gelegenheid het tarief nul.

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

a.

Indien deze plaatsvindt in het gemeentehuis en aanvangt op maandag tot en met vrijdag tussen 09:00 uur en 16:30 uur

€ 491,00;

b.

Indien deze plaatsvindt op een andere locatie dan het gemeentehuis of een als zodanig permanent aangewezen locatie en aanvangt op maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 uur en 20.30 uur:

€ 491,00;

c.

Indien deze plaatsvindt op het gemeentehuis en aanvangt op andere tijden dan van maandag tot en met vrijdag tussen 09:00 uur en 16:30 uur:

€ 736,00;

d.

Indien deze plaatsvindt op een andere locatie dan het gemeentehuis en aanvangt op andere tijden dan van maandag tot en met vrijdag tussen 09:00 uur en 20:30 uur:

€ 736,00;

c.

Indien er sprake is van een eenvoudige plechtigheid op de daarvoor bestemde tijdstippen (snel-huwelijk)

€ 171,00.

d.

Op dinsdag- en woensdagochtend om 09:00 uur wordt op grond van artikel 4 Wet rechten burgerlijke stand gelegenheid gegeven tot een kosteloze huwelijksvoltrekking zonder ceremonie en kosteloze registratie van een partnerschap zonder ceremonie en wordt in afwijking van de tarieven in artikel 1.2 bij die gelegenheid het tarief nul.

Artikel 1.3 GERESERVEERD

Artikel 1.4 GERESERVEERD

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag:

a.

als beëdiging bij de rechtbank al heeft plaatsgevonden:

€ 74,90;

b.

als beëdiging bij de rechtbank nog niet heeft plaatsgevonden:

€ 74,90.

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 37,40.

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum kosteloze plechtigheid

Indien een plechtigheid zoals genoemd in artikel 1.1 en 1.2 niet tijdig is geannuleerd of door afwezigheid van (een van) de aanvragers geen doorgang kan vinden wordt het tarief

€ 114,40.

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering:

€ 24,40;

b.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering:

€ 49,20.

 

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een nationaal paspoort:

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

*

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

*

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

*

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

*

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

*

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

*

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

*

*

Door of namens de minister bepaald (maximum) tarief; inclusief eventuele rijksleges (afgerond op € 0,10 naar beneden).

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

*

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

*

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

*

*

Door of namens de minister bepaald (maximum) tarief; inclusief eventuele rijksleges (afgerond op € 0,10 naar beneden).

Artikel 1.11 Modaliteiten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10, onder a, genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

*

b.

voor het bezorgen van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de artikelen 1.9 en 1.10 en onder a genoemde bedragen:

*

*

Door of namens de minister bepaald (maximum) tarief; inclusief eventuele rijksleges (afgerond op € 0,10 naar beneden).

 

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.14 Definities

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 17,80;

b.

tot verificatie van een persoonsgegeven in de BRP, anders dan in de vorm van een persoonslijst of een gewaarmerkt afschrift, per persoon:

€ 6,00;

1.

voor 100 verstrekkingen:

€ 5,70;

2.

voor 500 verstrekkingen:

€ 5,30;

3.

voor 1.000 verstrekkingen:

€ 4,60;

4.

voor 5.000 verstrekkingen:

€ 3,90.

c.

tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van verordening (EU) nr. 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 betreffende de bevordering van het vrije verkeer van burgers door vereenvoudigde overlegging van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening nr. 1024/2012 (PbEU 2016, L 200):

€ 17,80.

Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 16,20;

b.

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

€ 6,00;

1.

voor 100 verstrekkingen:

€ 5,70;

2.

voor 500 verstrekkingen:

€ 5,30;

3.

voor 1.000 verstrekkingen:

€ 4,60;

4.

voor 5.000 verstrekkingen:

€ 3,90.

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

In afwijking van de artikelen 1.15 en 1.16 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

*

* Door of namens de minister bepaald (maximum) tarief; inclusief eventuele rijksleges (afgerond op € 0,10 naar beneden).

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 18,90.

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

een afschrift van de gemeentebegroting:

€ 106,70;

b.

een afschrift van de gemeenterekening:

€ 156,00;

c.

een afschrift van het burgerjaarverslag:

€ 156,00;

d.

een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina:

€ 1,00;

e.

een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina:

€ 1,00;

f.

een afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie, per pagina:

€ 26,20;

g.

een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina, indien toegezonden:

€ 1,00;

h.

een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina, indien afgehaald:

€ 1,00;

i.

op de verslagen van de vergaderingen van een raadscommissie, indien toegezonden:

€ 79,40;

j.

op de verslagen van de vergaderingen van een raadscommissie, indien afgehaald:

€ 26,20.

Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op:

a.

de verslagen van de raadsvergaderingen:

€ 79,40;

b.

de stukken behorende bij de raadsvergaderingen:

€ 79,40;

c.

de verslagen van de vergaderingen van een raadscommissie:

€ 79,40;

d.

de stukken behorende bij de vergaderingen van een raadscommissie:

€ 79,40;

e.

het gemeenteblad:

€ 79,40.

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b:

a.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 2,00;

b.

in formaat A3, per bladzijde:

€ 3,90;

c.

in formaat A2 of groter, per bladzijde:

€ 7,50;

d.

in formaat A1, per bladzijde:

€ 15,20;

e.

in formaat A0, per bladzijde:

€ 30,20.

Artikel 1.22 Informatie uit registers

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

a.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object:

€ 18,90;

b.

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet:

€ 12,90;

c.

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet:

€ 18,90;

d.

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed:

€ 18,90.

Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

a.

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres:

€ 18,90;

b.

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie:

€ 18,90;

c.

het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat:

€ 18,90.

 

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 GERESERVEERD

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

*;

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 18,00.

* Door of namens de minister bepaald (maximum) tarief; inclusief eventuele rijksleges (afgerond op € 0,10 naar beneden).

 

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 18,90;

2.

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina

€ 1,00.

2.

Het op grond van het eerste en tweede lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het uitlenen van archiefbescheiden:

€ 18,90.

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

1.

een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 0,00;

2.

indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014:

€ 51,60;

3.

tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22, eerste lid van de Huisvestingswet 2014

€ 155,60.

Artikel 1.30 Leegstandwet

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 67,30;

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€ 67,30.

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,00;*

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,00;*

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00;*

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 226,50;*

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,50;*

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00.*

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 13,90.

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 2.383,00.

5.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijzigen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 203,00.

* Dit is het maximumtarief.

Artikel 1.32 Kabels en leidingen

1.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een melding van niet ingrijpende aard, als bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infra van de gemeente Veenendaal jo. artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet voor een tracé t/m 10 m1 en 5 m2

€ 178,55;

2.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een instemmingsbesluit/vergunning als bedoeld in hoofdstuk 1, artikel 1 sub e. en o. van de Algemene Verordening Ondergrondse Infra van de gemeente Veenendaal jo. artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet voor een tracé vanaf 11 m1 t/m 500 m1

€ 581,09;

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een instemmingsbesluit/vergunning als bedoeld in hoofdstuk 1, artikel 1 sub e. en o. van de Algemene Verordening Ondergrondse Infra van de gemeente Veenendaal jo. Artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet voor een tracé vanaf 501 m1 t/m 5000 m1

€ 1.196,48;

4.

Tarief voor het in behandeling nemen van een instemmingsbesluit/vergunning als bedoeld in hoofdstuk 1, artikel 1 sub e. en o. van de Algemene Verordening Ondergrondse Infra van de gemeente Veenendaal jo. artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet vermeerdert met een bedrag per strekkende meter voor een tracé vanaf 5.001 m1

€ 0,25;

5.

Het doen van een melding start werkzaamheden

€ 102,81;

6.

Het tarief voor een calamiteit, onverminderd de andere bepalingen in deze paragraaf

€ 161,51;

7.

Het tarief voor het in behandeling nemen van het verlengen van een instemmingsbesluit of vergunning met maximaal 6 maanden

€ 85,21;

8

Het tarief voor het in behandeling nemen van een opbreking zonder melding, onverminderd de andere bepalingen in deze paragraaf.

€ 340,83;

9.

Tarief voor het in behandeling nemen van een te late of foutieve melding, onverminderd de andere bepalingen in deze paragraaf.

€ 227,22;

10.

Indien vastgesteld wordt dat er sprake is van niet (tijdig) indienen van de straatwerkbon, wordt er onverminderd de andere bepalingen in deze paragraaf, in rekening gebracht

€ 170,42;

11.

Het tarief voor het intrekken van een reeds in behandeling genomen verzoek tot verlenen van een instemmingsbesluit of vergunning

€ 170,42.

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 44,80;

b.

voor het wijzigen van het kenteken van de ontheffing als bedoeld in het vorige lid

€ 13,50;

c.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 44,80;

d.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 144,20;

e.

Bij toekenning van de gehandicaptenparkeerkaart wordt gerestitueerd

€ 72,30;

f.

Een vervolgkaart tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart

€ 36,00;

g.

Een aanvraag tot het verkrijgen van een wijziging of een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart

€ 22,00;

h.

Een aanvraag tot het verkrijgen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

€ 72,30;

i.

Een aanvraag tot verplaatsing van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

€ 36,00;

j.

Een aanvraag tot het verkrijgen van een wijziging van een kenteken ten behoeve van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

€ 13,50.

 

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 1,00;

b.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 87,20;

c.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 1,00.

d.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 0,14;

2.

in formaat A3, per bladzijde:

€ 2,00;

3.

in formaat A2 of groter, per bladzijde:

€ 3,80;

4

in formaat A1, per bladzijde dan wel digitaal:

€ 7,50;

5

in formaat A0, per bladzijde dan wel digitaal:

€ 15,20.

e.

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen in lid a tot en met d genoemde of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1

voor een raamblad huisnummerkaart (0,63 m2)

€ 13,00;

2

voor een huisnummerkaart (6,75 m2) (schaal 1:2000)

€ 42,00;

3

voor een huisnummerkaart (2 m2) (schaal 1:4000)

€ 21,40;

4

voor een wegenkaart (1,26 m2) (schaal 1:5000)

€ 18,50;

5

voor een wegenkaart (0,385 m2) (schaal 1:10000)

€ 6,20;

6

voor een stadsplattegrond

€ 18,90;

7

voor een stadskaartenboek

€ 73,10;

8

voor de overige kaarten en tekeningen per 1000 cm2

€ 2,30;

f.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 87,20;

g.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

h.

Indien het totale, op grond van artikel 1.34 verschuldigde bedrag, niet meer dan € 10,00 bedraagt, zal het verschuldigde bedrag aan leges niet worden geheven

Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

a.

tot het verkrijgen van een rioolaansluitvergunning

€ 193,90;

b.

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor de plaatsing van, het houden tot c.q. ontheffing van een:

€ 102,20;

c.

sandwichborden/driehoeksborden/aankondigingsborden

€ 102,20;

d.

draaiorgel

€ 102,20;

e.

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning

€ 102,20;

f.

inschrijving op de wachtlijst standplaats, per jaar

€ 102,20;

g.

Tot het verstrekken van een afschrift van de Verordening aansluitvoorwaarden gemeente Veenendaal

€ 21,60.

 

 

 

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

-

Licht omgevingsoverleg: een activiteit welke in strijd is met het omgevingsplan maar voldoet aan de criteria zoals genoemd in de bijlage licht omgevingsoverleg;

4

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

Als de met in achtneming van het vorenstaande te bepalen bouwkosten afwijken van de door de aanvrager opgegeven bouwkosten worden die bouwkosten vastgesteld met inachtneming van een door burgemeester en wethouders vastgestelde normkostenregeling, uitsluitend in die gevallen waarbij de bij deze aanvraag opgegeven bouwkosten lager zijn dan deze normbouwkosten.

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

Omgevingsoverleg en het licht omgevingsoverleg;

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

 

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 8.400

€ 400,00;

b.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 8.400 tot € 59.000 wordt het onder a berekende bedrag verhoogd met

1,164 %

van de bouwkosten met een maximum van:;

€ 989,00;

c.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 59.000 tot € 318,000 wordt het onder b berekende bedrag verhoogd met

0,510%

van de bouwkosten met een maximum van;

€ 2.310,00;

d.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 318.000 tot € 530.000 wordt het onder c berekende bedrag verhoogd met

0,390 %

van de bouwkosten met een maximum van;

€ 3.137,00;

e.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 530.000,00 tot € 1.500.000 wordt het onder d berekende bedrag verhoogd met

0,357 %

van de bouwkosten met een maximum van;

€ 6.600,00;

f.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.500.000 tot € 3.400.000 wordt het onder e berekende bedrag verhoogd met

0.300%

van de bouwkosten met een maximum van:

€ 12.300,00;

g.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 3.400.000 tot € 29.150.000,00 wordt het onder f berekende bedrag verhoogd met

0,384 %

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 111.180,00;

g.

Indien de bouwkosten € 29.150.000,00 of meer bedragen:

€ 111.180,00.

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

1.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 8.400

€ 400,00;

2.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 8.400 tot € 59.000 wordt het onder a berekende bedrag verhoogd met

2,716%;

van de bouwkosten met een maximum van:;

€ 1.774,00;

3.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 59.000 tot € 318,000 wordt het onder b berekende bedrag verhoogd met

1,190%;

van de bouwkosten met een maximum van;

€ 4.856,00

4.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 318.000 tot € 530.000 wordt het onder c berekende bedrag verhoogd met

0,910;%

van de bouwkosten met een maximum van;

€ 6.785,00;

5.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 530.000,00 tot € 1.500.000 wordt het onder d berekende bedrag verhoogd met

0,833%;

van de bouwkosten met een maximum van;

€ 14.865,00;

6.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.500.000 tot € 3.400.000 wordt het onder e berekende bedrag verhoogd met

0,700%;

van de bouwkosten met een maximum van:

€ 28.165,00;

7.

over het deel van de bouwkosten vanaf € 3.400.000 tot € 29.150.000,00 wordt het onder f berekende bedrag verhoogd met

0,896%;

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 258.885,00;

8.

Indien de bouwkosten € 29.150.000,00 of meer bedragen:

€ 258.855,00.

9.

als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met:

€ 603,00;

10.

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

€ 603,00;

11

als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:

€ 603,00;

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

van de bouwkosten met een minimum van

en een maximum van

1,23%

€ 1.262,00

€ 50.000,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsactiviteit

1 welke past binnen de bijlage licht omgevingsoverleg en waarvoor een conceptaanvraag / omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.4 is gevolgd

€ 500,00;

2 welke past binnen de bijlage licht omgevingsoverleg en waarvoor geen conceptaanvraag/ omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.4 is gevolgd

€ 2.000,00;

3 welke niet past binnen de bijlage licht omgevingsoverleg maar waarvoor een

conceptaanvraag / omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.4 is gevolgd

€ 3.000,00;

4 welke niet past binnen de bijlage licht omgevingsoverleg en waarvoor geen

conceptaanvraag / omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.4 is gevolgd

€ 50.000,00.

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 492,00;

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

  • 1.

    1. indien het gaat om een oppervlakte van maximaal 100 m² met.:

  • 2.

    2. indien het gaat om een oppervlakte van meer dan 100 m² tot maximaal 500 m² met:

  • 3.

    3. indien het gaat om een oppervlakte van meer dan 500 m² met:

€ 754,00

€ 1.507,00

€ 2.261,00

c.

voor een buitenplanse omgevingsactiviteit

  • 1.

    1. indien het gaat om een oppervlakte van maximaal 100 m² met.:

  • 2.

    2. indien het gaat om een oppervlakte van meer dan 100 m² tot maximaal 500 m² met:

  • 3.

    3. indien het gaat om een oppervlakte van meer dan 500 m²

€ 754,00

€ 1.507,00

€ 2.261,00

 

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 11 van de Erfgoedverordening gemeente Veenendaal 2010 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 492,00;

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 492,00;

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 492,00;

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 492,00;

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 738,00;

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 738,00.

2.

Als de in het eerste lid bedoelde aanvraag een archeologisch monument betreft, worden de in het eerste lid genoemde tarieven verhoogd met:

  • 1.

    indien het gaat om een oppervlakte van maximaal 100 m2 met.:

  • 2.

    indien het gaat om een oppervlakte van meer dan 100 m2 tot maximaal 500 m² met:

  • 3.

    indien het gaat om een oppervlakte van meer dan 500 m2 met:

€ 957,00;

€ 1.507,00;

€ 2.261,00;

3.

Het eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning met betrekking tot een monument of archeologisch monument dat op grond van artikel 19 van de Erfgoedverordening gemeente Veenendaal is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

  • 1.

    als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

  • 2.

    als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:

€ 492,00;

b.

voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 492,00.

Artikel 2.10  Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads-of dorpsgezicht GERESERVEERD

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 492,00.

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld - paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 380,00.

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.830,00;

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid

€ 7.630,00;

c.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 14.790,00;

d.

voor tien tot vijftien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 23.630,00;

e.

voor meer dan vijf tien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 34.240,00.

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.830,00;

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid

€ 7.630,00;

c.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 14.790,00;

d.

voor tien tot vijftien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 23.630,00;

e.

voor meer dan vijf tien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 34.240,00.

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.830,00;

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid

€ 7.630,00;

c.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 14.790,00;

d.

voor tien tot vijftien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 23.630,00;

e.

voor meer dan vijf tien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 34.240,00.

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.830,00;

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid

€ 7.630,00;

c.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 14.790,00;

d.

voor tien tot vijftien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 23.630,00;

e.

voor meer dan vijf tien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 34.240,00.

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.830,00.

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 3.830,00;

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid

€ 7.630,00;

c.

voor vijf tot tien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 14.790,00;

d.

voor tien tot vijftien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 23.630,00;

e.

voor meer dan vijf tien milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 34.240,00.

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.830,00.

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

GERESERVEERD

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

GERESERVEERD

 

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

GERESERVEERD

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

GERESERVEERD

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 603,00;

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 905,00.

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.11van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 380,00.

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel [] 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 380,00.

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 704,00

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

€ 604,00;

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 1.055,00;

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 1.055,00.

 

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie GERESERVEERD

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening - in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 200,00.

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4.16 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 380,00;

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 380,00.

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: objecten plaatsen op de weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2.10A en 2.10 C van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

€ 300,00;

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 300,00.

[Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5.18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 99,10.

Artikel 2.34 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 380,00;

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 380,00;

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 570,00;

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 570,00.

 

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

  • 1.

    1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 2.

    2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

  • 3.

    3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

  • 4.

    4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 1.380,00;

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 1.380,00.

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 2.640,00;

b.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 6.180,00;

c.

vijf tot tien milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 11.830,00.

d.

Tien tot vijftien milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 18.900,00

e.

Meer dan vijftien milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 25.980,00

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 2.640,00.

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.380,00.

 

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 380,00.

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 241,00.

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 177,00.

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b,

in behandeling is genomen:

€ 225,00.

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 50.000,00

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 380,00.

 

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

50 %,

met een maximum van:

€ 129.443,00.

Artikel 2.47 A Start werkzaamheden voor afgifte vergunning

Indien gestart wordt met de werkzaamheden voordat er een beslissing op de ingediende aanvraag om vergunning is genomen, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en 2.8 verschuldigde leges verhoogd met

50 %

met een maximum van:

€ 129.443,00

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 2.650,00;

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 2.650,00;

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 2.650,00.

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 604,00;

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 604,00;

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 604,00;

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 604,00;

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 604,00;

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 604,00;

g.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 604,00.

Artikel 2.50 Advies

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 1.290,00;

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de -Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit Veenendaal 2022 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

1.

bij een bouwsom tussen € 0,00 en € 225.000,00

bedraagt het tarief: bouwsom gedeeld door 1000 x € 2,00 + € 20,00) met een minimum van

€ 69,00;

2.

bij een bouwsom tussen € 225.001,00 en € 450.000,00

bedraagt het tarief: (bouwsom - € 225.000,00 gedeeld door 1000 x € 1,50 + € 470,00)

3.

bij een bouwsom tussen € 450.001,00 en € 2.250.000,00

bedraagt het tarief (bouwsom - € 450.000,00 gedeeld door 1000 x € 0,44 + € 807,50)

4.

bij een bouwsom tussen € 2.250.001,00 en € 12.250.000,00

bedraagt het tarief (bouwsom - € 2.250.000 gedeeld door 1000 x € 0,11 + € 1.599,50)

c.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit Veenendaal 2022 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel b:

€ 250,00;

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel 2.51 Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid-, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na omgevingsoverleg - GERESERVEERD

Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12. De vermindering bedraagt:

a.

bij 5 tot 10 activiteiten:

5 %

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

b.

bij 10 tot 15 activiteiten:

10 %

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

c.

bij 15 of meer activiteiten:

15 %

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

75%.

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelate n

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

75%.

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes] weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

A rtikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes] weken na de indiening van de aanvraag:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

20 %

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Artikel 2.59 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

a.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

20 %

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

b.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven.

 

 

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 820,00;

b.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 206,00;

c.

Indien er sprake is van het innemen van een terras op gemeentegrond wordt het basisbedrag verhoogd met

€ 206,00;

d.

Indien er sprake is van een doorlopend afwijkend sluitingsuur wordt het basisbedrag verhoogd met

€ 206,00;

e.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een incidentele ontheffing van het sluitingsuur (al dan niet in combinatie met een ontheffing van de schenktijden) voor inrichtingen als bedoeld in de APV voor de periode van één dag

€ 103,00;

f.

Indien de onderdelen van artikel 3.1.c en 3.1.d als wijziging op de vergunning worden gevraagd bedragen de leges voor de wijziging per component

€ 103,00;

g.

Indien voor een vergunning als bedoeld onder 3.1.a een advies wordt gevraagd bij Bureau Bibob wordt het tarief als bedoeld onder 3.1.a verhoogd met het door Bureau Bibob in rekening gebrachte tarief.

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 411,00;

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 103,00;

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 206,00;

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 206,00;

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 103,00.

f.

Indien voor een vergunning als bedoeld onder 3.2.a een advies wordt gevraagd bij Bureau Bibob wordt het tarief als bedoeld onder 3.2.a verhoogd met het door Bureau Bibob in rekening gebrachte tarief.

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene plaatselijke verordening:

a.

voor een escortbedrijf:

€ 751,00;

b.

voor andere prostitutiebedrijven dan bedoeld in onderdeel a:

€ 751,00;

c.

voor andere seksbedrijven dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 751,00;

2.

Het bedrag dat op grond van het eerste lid verschuldigd is wordt:

a.

voor iedere beheerder die zal worden aangesteld bij het seksbedrijf vermeerderd met

€ 103,00;

b.

als de aanvraag tot het verlenen van de vergunning mede ziet op een seksinrichting vermeerderd met:

€ 751,00.

3.

Als meerdere aanvragen als bedoeld in het eerste lid gelijktijdig worden ingediend en betrekking hebben op hetzelfde seksbedrijf en dezelfde exploitant, worden de op grond van dat lid verschuldigde leges voor iedere tweede en volgende van die aanvragen verminderd met:

50%.

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een in artikel 3.3 bedoelde vergunning in verband met een wijziging van:

a.

de exploitant aan wie de vergunning is verleend:

€ 103.00;

b.

de op de vergunning vermelde of te vermelden beheerder of beheerders:

€ 103.00;

c.

de activiteit waarvoor de vergunning is verleend:

€ 103.00;

d.

het vaste telefoonnummer dat in advertenties voor het seksbedrijf zal worden gebruikt:

€ 103.00;

e.

het adres waar het seksbedrijf wordt uitgeoefend:

€ 103.00;

f.

het adres van de onder dat seksbedrijf vallende seksinrichting waarvoor de vergunning mede is verleend:

€ 103.00;

g.

het aantal prostituees dat ten hoogste voor of bij het seksbedrijf mag werken:

€ 103.00.

 

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

a.

een evenement (categorie 1)

€ 101,90;

b.

een middelgroot evenement (categorie 2), waarvan de aanvraag behandeld moet worden in de adviescommissie, een tijdelijke gebruiksvergunning nodig is, afstemming en coördinatie en een inspectie terrein plaatsvindt

€ 1.840,00;

c.

een groot evenement (categorie 3), waarvan de aanvraag behandeld moet worden in de adviescommissie, een tijdelijke gebruiksvergunning en calamiteitenplan nodig is en afstemming en coördinatie en een inspectie terrein plaatsvindt

€ 4.702,00;

d.

een herdenkingsplechtigheid:

€ 206,00;

e.

een optocht, niet zijnde een betoging, op de weg:

€ 103,00;

f.

een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg:

€ 103,00;

g.

een klein evenement dat niet voldoet aan de eis bedoeld in artikel 2:25, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 103,00;

h.

Indien voor het verlenen van de vergunningen genoemd in deze paragraaf geluidsmetingen plaatsvinden, worden de in deze paragraaf genoemde tarieven per uur geluidsmeting verhoogd met:

€ 103,00;

i.

Indien voor het verlenen van de vergunningen genoemd in deze paragraaf een hygiënisch advies aan de GGD moet worden gevraagd, dan wordt het tarief van de vergunning verhoogd met:

€ 213,00;

Artikel 3.7 Organiseren markt

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning:

a.

voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening:

€ 103,00;

 

Paragraaf 3.5 GERESERVEERD

Artikel 3.8 GERESERVEERD

Artikel 3.9 GERESERVEERD

Artikel 3.10 GERESERVEERD

 

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014

Artikel 3.11 Vergunning onttrekken woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning] om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014:

€ 238,00;

Artikel 3.12 Vergunning samenvoegen woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om woonruimte met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014:

€ 238,00;

Artikel 3.13 Vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning om zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014:

€ 238,00;

Artikel 3.14 Vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om woonruimte tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014:

€ 238,00;

Artikel 3.15 Splitsingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning [of ontheffing van het verbod] om een recht op een gebouw te splitsen in appartementsrechten, als bedoeld in artikel 22, eerstevan de Huisvestingswet 2014:

€ 238,00.

Artikel 3.16 Gereserveerd

Artikel 3.17 Gereserveerd

 

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.18 Niet benoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 87,50.

Indien voor een vergunning anders dan bedoeld onder 3.1.1. een zogenaamde Bibob-intake en screening plaatsvindt, wordt het tarief van de vergunning verhoogd met het door Bureau Bibob in rekening gebrachte tarief.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2023.

 

de heer P. van Vugt

griffier

 

 

de heer K.J.G. Kats

voorzitter

 

 

Naar boven