Subsidieregeling Kinderopvang, gemeente Brummen

Kenmerk Z092589 / D422786

 

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE BRUMMEN,

 

Gelezen de uitvoeringsnotitie Onderwijsachterstandenbeleid gemeente Brummen 2024-2026 (kenmerk D423284 en het collegebesluit (kenmerk D422786),

 

Gelet op de Wet kinderopvang en de artikelen 158 tot en met 161 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Brummen (ASV Brummen);

 

Heeft besloten:

 

  • 1.

    De Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Brummen vast te stellen.

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    geregistreerd kindercentrum;

  • -

    houder;

  • -

    kinderopvangtoeslag;

  • -

    ouder;

  • dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet kinderopvang.

  • 2.

    In deze regeling wordt verder verstaan onder:

  • -

    kinderopvang Alle peuters naar de voorschool: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen in een peutergroep vanaf de leeftijd van 2,5 jaar tot 4 jaar (periode van 1,5 jaar);

  • -

    kinderopvang Voorschoolse Educatie: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen in een peutergroep vanaf 2 jaar tot 4 jaar (periode van 2 jaar) dan wel het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs, waarbij gebruik wordt gemaakt van een erkend VVE-programma uit de databank

  • Effectieve Jeugdinterventies.

  • -

    ouderbijdrage: het bedrag per maand dat als vaste eigen bijdrage van de ouder verschuldigd is voor kinderopvang.

  • -

    doelgroep Alle peuters naar de voorschool: kinderen van 2,5 tot 4 jaar waarvan de ouders geen aanspraak kunnen maken op kinderopvangtoeslag.

  • -

    VVE-doelgroepkind: kinderen van 2 tot 4 jaar waarbij de jeugdarts of wijkverpleegkundige van het consultatiebureau Vérian een (risico op) taal-reken-sociale ontwikkelingsachterstand heeft geconstateerd en een VVE-indicatie heeft afgegeven.

  • -

    Fiscaal uurtarief: het maximum tarief voor kinderopvang bij een kindercentrum jaarlijks vastgesteld door de belastingdienst.

 

Artikel 2. Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidie voor kinderopvang Alle Peuters naar de voorschool wordt uitsluitend verleend voor kinderopvang in een geregistreerd kindercentrum voor kinderen (wonend in de gemeente Brummen en ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP). De opvang per kind heeft maximaal een omvang van 9 uur per week, gedurende maximaal 40 weken per jaar. Bij voorkeur verdeeld over 2 dagdelen van 4,5 uur.

  • 2.

    Subsidie voor kinderopvang Voorschoolse Educatie wordt uitsluitend verleend voor Kinderopvang in een geregistreerd kindercentrum voor kinderen (wonend in de gemeente Brummen en ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) met een VVE-indicatie van consultatiebureau Vérian. De opvang per kind heeft over de periode 2 tot 2,5 jaar een omvang van 216 uur en over de periode 2,5 tot 4 jaar 990 uur gedurende maximaal 48 weken per jaar. De uren per leeftijdscategorie kunnen niet tegen elkaar ingewisseld worden. Nadere voorwaarden gekoppeld aan de inzet van de uren zijn:

  • -

    2 tot 2,5 jaar: De inzet van maximaal 216 uur moet verdeeld zijn over 2 dagdelen per week.

  • -

    2,5 tot 4 jaar: de inzet van minimaal, maar tegelijkertijd ook maximaal 990 uur verdeeld over 1,5 jaar mag niet ingevuld worden door een hele dag voorschoolse educatie aan te bieden. Het moet minimaal verdeeld worden over 3 dagdelen per week met een maximum van 5 uur. Voorkeur heeft hier over de periode 2,5 tot 3 jaar bijvoorbeeld 3 dagdelen per week. En de periode 3 tot 4 jaar bijvoorbeeld 4 dagdelen per week. Afhankelijk van het beleid van de kinderopvanginstelling bepalen zij zelf of er in de vakantieperiodes wel of geen voorschoolse educatie wordt gegeven. Vast uitgangspunt blijft wel dat een kind dat de hele periode van 2,5 tot 4 jaar een VVE indicatie heeft minimaal 990 uur voorschoolse educatie krijgt. Dit betekent dat als er geen voorschoolse educatie plaatsvindt in een deel van de vakanties, de uren in de tussenliggende weken hoger moeten zijn.

  • -

    Doet een kind niet de gehele periode mee aan voorschoolse educatie, dan worden de uren evenredig berekend.

  • 3.

    Aanvullend op artikel 2 punt 2 geldt dat de subsidie voor ouders die aanspraak kunnen maken op kinderopvangtoeslag alleen geldt voor dat deel van de kostprijs dat boven het landelijk fiscaal uurtarief ligt.

     

Artikel 3. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verleend aan geregistreerde kindercentra in de gemeente Brummen die voldoen aan de Wet kinderopvang en aan de kwaliteitseisen voor kindercentra, genoemd in de

artikelen 2 tot en met 10 van het Besluit kwaliteit kinderopvang. In uitzonderingsgevallen kan, indien dit in het belang van het kind is, opvang plaatsvinden in een geregistreerd kindercentrum buiten de

gemeente Brummen.

 

Artikel 4. Omvang en looptijd subsidie

  • 1.

    De subsidie per kindplaats bedraagt:

  • a.

    Voor kinderopvang Alle peuters naar de voorschool maximaal het fiscale uurtarief per uur (de kostprijs) en heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage.

  • b.

    Voor kinderopvang Voorschoolse Educatie:

  • .1 voor ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag de kostprijs (maximaal € 14,14) minus het fiscale uurtarief en het fiscale uurtarief na aftrek van een inkomensafhankelijke ouderbijdrage.

  • .2 voor ouders die wel in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag betrekking op de kostprijs (maximaal € 14,14) minus het fiscale uurtarief.

  • 2.

    De bedragen genoemd bij lid 1 aanhef en letter a en lid 1 aanhef letter b worden jaarlijks geïndexeerd volgens de indexering die de belastingdienst op het fiscale uurtarief toepast.

  • 3.

    De subsidie onder lid 1 aanhef en letter a wordt verstrekt voor maximaal het tijdvak van 2,5 tot 4 jaar. De subsidie onder lid 1 aanhef en letter b wordt verstrekt voor het tijdvak van een jaar en wordt gebaseerd op het te verwachten aantal VVE kinderen per jaar. Dit betekent dat er over de periode 2 tot 4 jaar per jaar een beschikkingen wordt verstrekt.

 

Artikel 5. Aanvraag

  • 1.

    De subsidie wordt aangevraagd door de houder van het geregistreerde kindercentrum met gebruikmaking van speciaal hiervoor vastgestelde aanvraagformulieren:

  • a.

    Aanvraag subsidie voor kinderopvang Alle peuters naar de voorschool verzamelformulier; inclusief bijlage per kind bij dit verzamelformulier.

  • b.

    Aanvraag subsidie voor kinderopvang Voorschoolse Educatie, verzamelformulier; inclusief bijlage per kind bij dit verzamelformulier.

  • 2.

    In afwijking van artikel 7, eerste lid, van de ASV Brummen kan ieder kwartaal een aanvraag ingediend worden op basis van het aantal dan bekende nieuwe plaatsingen. De aanleverdata zijn voor 15 april (1e kwartaal), 15 juli (2e kwartaal), 15 oktober (3e kwartaal) en 15 januari (4e

  • kwartaal).

  • 3.

    In afwijking van artikel 6, tweede lid, onder a tot en met e, en derde lid van de ASV Brummen overlegt de nieuwe aanvrager de informatie en documenten genoemd in de vastgestelde aanvraagformulieren eenmalig bij de aanvraag om verlening van de subsidie.

 

Artikel 6. Beslistermijn

In afwijking van artikel 8 van de ASV Brummen beslissen burgemeester en wethouders uiterlijk binnen 4 weken na aanlevering van een eerste kwartaalaanvraag om verlening van de subsidie.

 

Artikel 7. Aanvullende verplichtingen

  • 1.

    Het kindercentrum berekent een ouderbijdrage voor ouders die vallen onder artikel 5, lid 1 sub a en 1 sub b volgens de volgende systematiek: alle ouders betalen een ouderbijdrage die overeenkomt met de ouderbijdragetabel die het Ministerie van Sociale Zaken jaarlijks vaststelt voor de kinderopvangtoeslag.

  • 2.

    Het kindercentrum brengt in het geval van Voorschoolse Educatie de kosten voor ouders maandelijks in rekening bij de ouders, zodat ouders die voor kinderopvangtoeslag in aanmerking komen, dit kunnen gebruiken voor hun aanvraag kinderopvangtoeslag. De gemeente krijgt maandelijks een verzamelfactuur voor het verschil in de kostprijs minus het fiscale uurtarief.

  • 3.

    Het kindercentrum stuurt ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag maandelijks een factuur voor de betaling van de ouderbijdrage over het fiscale uurtarief. Verderstuurt het kindercentrum maandelijks een verzamelfactuur naar de gemeente voor de gemeentelijke bijdrage.

  • 4.

    De hoogte van het gezamenlijk inkomen voor de ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag wordt als volgt vastgesteld:

  • -

    Een (voorlopige) belastingaangifte van het jaar voorafgaande aan het subsidiejaar

  • -

    de jaaropgaaf van het jaar voorafgaande aan het subsidiejaar plus eventuele

  • -

    ouderalimentatie.

  • -

    een maandsalaris x 12 plus 8% vakantiegeld plus eventueel alimentatie.

  • 5.

    Op verzoek van de gemeente participeert het kindercentrum dat kinderopvang Voorschoolse educatie verzorgt actief in een werkgroep om evaluatie of bijstelling van het onderwijsachterstandenbeleid mogelijk te maken.

  • 6.

    Van kindercentra wordt verwacht dat zij, als zij bij de uitvoering tegen zaken aanlopen die (negatieve) gevolgen hebben voor de uitvoering van het VVE-programma, hiervan ongevraagd melding maken bij de coördinator Onderwijsachterstanden van de gemeente Brummen, zodat tijdig besproken kan worden of eventueel bijstelling van uitvoeringsafspraken nodig is.

  • 7.

    VVE-doelgroepkinderen worden warm overgedragen aan de basisscholen. Dat betekent dat de overdracht plaatsvindt via een driegesprek met pedagogische medewerker, leerkracht basisonderwijs en ouders.

  • 8.

    Het kindercentrum houdt per kind waarvoor subsidie is aangevraagd een dossier bij. Dit dossier dient ter verantwoording van de subsidie en heeft als doel steekproefsgewijs te kunnen controleren of het door het kindercentrum aangemerkte doelgroepkind ook daadwerkelijk doelgroepkind is. In het dossier zitten minimaal de volgende stukken:

  • Voor Alle peuters naar de voorschool:

  • -

    Ondertekend contract voor de betreffende peuteropvang

  • -

    Kopie van het aanvraagformulier voor de subsidie voor dit kind

  • -

    Ondertekende verklaring dat ouders niet voor kinderopvangtoeslag in aanmerking komen

  • -

    Bewijsstukken waarop de berekening van het gezamenlijk inkomen heeft plaatsgevonden

  • -

    Door ouders ondertekend overdrachtsformulier naar de basisschool

  • 9.

    Voor Voorschoolse Educatie:

  • -

    Ondertekend contract voor de betreffende peuteropvang

  • -

    Kopie van het aanvraagformulier voor de subsidie voor dit kind

  • -

    Het indicatieformulier voor VVE van consultatiebureau Vérian

  • -

    Indien van toepassing een ondertekende verklaring dat ouders niet voor WKO in aanmerking komen

  • -

    Indien van toepassing de bewijsstukken waarop de berekening van het gezamenlijk inkomen heeft plaatsgevonden

  • -

    Door ouders ondertekend overdrachtsformulier naar de basisschool

  • -

    Het kindercentrum onderhoudt regulier contact met consultatiebureau Vérian en indien nodig ook met het sociale wijkteam Team voor Elkaar

 

Artikel 8. Verantwoording en vaststelling

  • 1.

    De subsidie wordt vastgesteld voor het jaar waarin de activiteiten hebben plaatsgevonden.

  • 2.

    In afwijking van artikel 13, 14, 15 en 16 van de ASV Brummen worden de aangeleverde kwartaalaanvragen samen met alle maandelijks ingediende facturen gezien als verantwoording ten behoeve van de subsidievaststelling.

  • 3.

    De laatst aangeleverde kwartaalaanvraag voor het subsidietijdvak wordt gezien als aanvraag tot subsidievaststelling.

  • 4.

    De subsidie wordt uiterlijk 1 maart na het subsidietijdvak vastgesteld.

 

Artikel 9. Bevoorschotting en betaling

  • 1.

    De verleende subsidie wordt maandelijks als voorschot vertrekt. De hoogte van de bevoorschotting wordt bepaald aan de hand van maandelijks ingediende verzamelfacturen.

  • 2.

    De subsidie wordt betaald aan het geregistreerde kindercentrum waarvan de kindplaats waarvoor subsidie wordt aangevraagd deel uitmaakt.

 

Artikel 10. Intrekking oude subsidieregeling

  • 1.

    De subsidieregeling kinderopvang Brummen met kenmerk D310183 wordt ingetrokken.

 

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Brummen

 

 

Dit besluit is genomen tijdens de vergadering van het College van Burgemeester en Wethouders van 19 december 2023.

H. Matser A.J. van Hedel

Secretaris burgemeester

Naar boven