Legesverordening gemeente Asten 2024

De raad van de gemeente Asten;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2023;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

gezien het advies van de Commissie Samenleving en Bestuur van 30 november 2023;

 

besluit:

 

vast te stellen de Legesverordening gemeente Asten 2024 en de bijbehorende Tarieventabel met bijlagen.

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • -

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • -

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • -

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • -

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

    • a.

      het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

    • b.

      het verlenen van een dienst op aanvraag; of

    • c.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

  • een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2.

    Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het Kadaster en de openbare registers door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie;

  • d.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • e.

    voor het in behandeling nemen van aanvragen om een beschikking als bedoeld in artikel 1.35, aanhef en onder f, van de tarieventabel voor zover deze beschikking wordt afgegeven op grond van artikel 34 van Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en deze wordt aangevraagd voor door de gemeente gesubsidieerde verkeerseducatieprojecten.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 6 weken na de dagtekening van de kennisgeving;

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of artikelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart);

    • 2.

      paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      artikel 1.17 (schriftelijke verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      artikel 1.25, onder a (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      artikel 1.31 (Wet op de kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1.

    De ‘Legesverordening gemeente Asten 2023’ van 6 december 2022, laatstelijk gewijzigd bij collegebesluit van 25 april 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening gemeente Asten 2024.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten

van 12 december 2023.

De raad voornoemd,

griffier,

mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans

voorzitter,

A.A.H.C.M van Extel-van Katwijk

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening gemeente Asten 2024

 

Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening gemeente Asten 2024

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap of het omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in het gemeentehuis

 

Het tarief bedraagt voor een huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk als daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

 

a.

maandagochtend om 9.00 uur en om 9:15 uur (zonder ceremonie):

gratis;

b.

maandag t/m vrijdag tussen 9:00 en 17:00 uur:

€ 488,00;

c.

zaterdag tussen 9:00 en 17:00 uur:

€ 643,00;

d.

zondag of algemeen erkende feestdagen, zoals genoemd in artikel 3, eerste lid van de Algemene Termijnenwet, en dagen waarop het gemeentehuis is gesloten tussen 9:00 en 17:00 uur:

€ 803,00.

Artikel 1.2 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap of het omzetten geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een andere locatie dan in het gemeentehuis

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op een andere locatie dan in het gemeentehuis:

 

a.

maandag tot en met vrijdag tussen 9:00 en 20:00 uur:

€ 471,00;

b.

zaterdag tussen 9:00 en 20:00 uur:

€ 592,00;

c.

zondag of algemeen erkende feestdagen, zoals genoemd in artikel 3, eerste lid van de Algemene Termijnenwet tussen 9:00 en 17:00 uur:

€ 713,00.

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap of het omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in het gemeentehuis met een eenvoudige ceremonie

 

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk met een eenvoudige ceremonie in het gemeentehuis op woensdag tussen 9:00 en 12:00 uur of op donderdag tussen 9:00 en 16:00 uur:

€ 200,00.

Artikel 1.4 Beschikbaar stellen getuige door gemeente

 

Het tarief bedraagt voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor de huwelijksvoltrekking of de registratie van een partnerschap, per getuige:

€ 27,00.

Artikel 1.5 Wijzigen datum

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te wijzigen:

€ 22,00.

Artikel 1.6 Annuleren betaalde ceremonie

 

Als de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap, dan wel de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk wordt geannuleerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de geheven leges. Het bedrag dat in mindering wordt gebracht op de teruggave van de in rekening gebrachte leges bedraagt:

 

a.

voordat het huisbezoek van de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand heeft plaatsgevonden:

€ 107,00;

b.

nadat het huisbezoek van de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand heeft plaatsgevonden:

€ 214,00.

Artikel 1.7 Annuleren gratis ceremonie

 

Het tarief voor het annuleren van de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk dat is gepland op maandag om 9:00 of 9:15 uur in het gemeentehuis bedraagt:

€ 37,00.

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

a.

een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering:

€ 37,00;

b.

een USB-stick met daarop geluidsopname van de voltrekking van het huwelijk of de registratie van het partnerschap indien deze in het gemeentehuis plaats vindt:

€ 14,00.

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een nationaal paspoort:

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85;

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40;

b.

een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort):

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85;

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40;

c.

een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 83,85;

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 63,40;

d.

een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen:

€ 63,40;

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

een Nederlandse identiteitskaart:

 

 

1.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is:

€ 75,80;

 

2.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:

€ 40,90;

b.

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon:

€ 36,90;

Artikel 1.11 Modaliteiten

 

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

 

a.

voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.9 en 1.10 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen:

€ 57,50.

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs:

€ 51,10.

Artikel 1.13 Modaliteiten

 

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt bij een spoedlevering verhoogd met:

€ 39,65.

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

 

1.

Voor de toepassing van artikel 1.15 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

2.

Voor de toepassing van artikel 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.

 

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking over één persoon:

€ 12,30

Artikel 1.16 Verstrekking van aangehaakte gegevens (gereserveerd)

 

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

 

In afwijking van de artikelen 1.15 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen:

€ 7,50.

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 27,15;

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken (gereserveerd)

 

Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken (gereserveerd)

 

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een kopie van een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 1.22, onderdeel b:

 

a.

in formaat A3, A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 0,60;

b.

in formaat A2 of groter, per bladzijde:

€ 11,45;

c.

in digitale vorm:

gratis.

Artikel 1.22 Informatie uit registers

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit:

 

a.

de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object:

gratis;

b.

de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet:

gratis;

c.

een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet:

gratis;

d.

het gemeentelijk erfgoedregister, bedoeld in artikel 3.16 van de Erfgoedwet, per aangewezen cultureel erfgoed:

gratis.

Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:

 

a.

het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per adres:

 gratis;

b.

het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie:

 gratis;

c.

het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per adrescoördinaat:

 gratis.

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 Gemeentegarantie

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een gemeentegarantie:

€ 224,50;

b.

tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening:

€ 224,50.

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag:

€ 41,35;

b.

tot het legaliseren van een handtekening:

€ 12,55;

c.

voor het opgraven/herbegraven van lijken overeenkomstig artikel 29 van de Wet op de lijkbezorging:

€ 80,00.

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

 

1.

Het tarief bedraagt voor het op aanvraag doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 27,15;

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van (digitale) afschriften, scans of fotokopieën van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina op:

 

 

a.

in formaat A4 of A3, verschuldigd vanaf een totaalbedrag van € 2,00 of meer:

€ 0,60;

 

b.

in formaat A4 of A3, verschuldigd vanaf een totaalbedrag van € 2,00 of meer:

€ 0,60;

 

c.

indien de stukken moeten worden opgestuurd worden de onder 1.26, tweede lid, genoemde bedragen verhoogd met:

€ 5,20.

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief (gereserveerd)

 

Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden (gereserveerd)

 

Paragraaf 1.9 Bijzondere wet- en regelgeving

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014 (gereserveerd)

 

Artikel 1.30 Leegstandwet

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

 

a.

een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet:

€ 294,50;

 

b.

verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet:

€ 294,50.

2.

Als aanvragen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die onderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.

 

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

 

a.

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat:

€ 56,50;

 

b.

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 56,50;

 

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 34,00;

 

c.

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd:

€ 226,50;

 

d.

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat:

€ 226,50;

 

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat:

€ 136,00.

2.

Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing als de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd respectievelijk verhoogd worden.

 

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning):

€ 55,10.

4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 462,85.

5.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het wijzigen om een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 231,45.

Artikel 1.32 Verordening ondergrondse infrastructuur Asten (kabels en leidingen)

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning, als bedoeld in artikel 2.2 van de Verordening Ondergrondse Infrastructuur Asten, en een aanvraag voor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 3.2 van de Verordening Ondergrondse Infrastructuur Asten:

 

 

a.

waarbij de graaflengte kleiner is dan 100 meter is of een montagegat c.q. lasgat met een oppervlakte van groter dan 2 m2:

€ 213,97;

 

b.

waarbij de graaflengte 100 meter of meer is:

€ 427,95.

2.

Het tarief als bedoeld in artikel 1.32, eerste lid, onder a en b, wordt per strekkende meter sleuflengte voor zover:

 

 

a.

binnen de bebouwde kom gelegen verhoogd met:

€ 2,06;

 

b.

buiten de bebouwde kom gelegen:

 

 

 

1°.

tot 2.000 meter verhoogd met:

€ 1,46;

 

 

2°.

meer dan 2.000 meter verhoogd met:

€ 0,86.

3.

Voor degene aan wie het recht als bedoeld in artikel 1.32, eerste en tweede lid, in rekening is gebracht bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges, indien de aanvraag wordt ingetrokken voordat hierop een beslissing is genomen of als de gemeente de aanvraag weigert of buiten behandeling stelt. De teruggave bedraagt:

50%.

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990:

€ 66,60;

b.

een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen:

€ 45,15;

c.

verstrekking van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

€ 16,35;

d.

tot het inrichten van een individuele gehandicaptenparkeerplaats met bord en kenteken:

€ 207,15;

e.

tot het verkrijgen van een vergunning betreffende het houden van wedstrijden met voertuigen, ingevolge artikel 148 van de Wegenverkeerswet 1994:

€ 148,10;

f.

Voor de ontheffing van het gebruik van de parkeerschijf in een blauwe zone per keer of per mutatie met een geldigheidsduur van vier jaren:

€ 55,35;

g.

tot verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 lid 2.b van de Parkeerverordening centrumgebied Gemeente Asten 1996:

 

 

1.

voor een dagvergunning per dag:

€ 3,75;

 

2.

voor een weekvergunning van zes dagen:

€ 19,25;

h.

tot verkrijgen van een tijdelijke verkeersmaatregel voor het instellen van een parkeerverbod als bedoeld in artikel 34 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW):

€ 30,90;

i.

tot verkrijgen van een tijdelijke verkeersmaatregel voor het afsluiten van weggedeelte(n) voor alle verkeer, behalve voetgangers, in beide richtingen als bedoeld in artikel 34 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW):

€ 30,90.

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 Gewaarmerkte afschriften, kopieën, stukken of uittreksels

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

a.

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 3,05;

b.

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina:

€ 12,30;

c.

kopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

 

1.

in formaat A3, A4 of kleiner, per bladzijde:

€ 0,60;

 

2.

in formaat A2 of groter, per bladzijde:

€ 11,45;

 

3.

in digitale vorm:

gratis.

Artikel 1.35 Diverse vergunningen of beschikkingen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

a.

om een vergunning als bedoeld in artikel 5:13 van de Algemene Plaatselijke Verordening (collectevergunning):

€ 65,25;

b.

om een ontheffing als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene Plaatselijke Verordening (geluid/lichtontheffing) met een geldigheidsduur van:

 

 

1.

één dag of een gedeelte daarvan:

€ 80,60;

 

2.

één kalenderweek of een gedeelte daarvan:

€ 117,85;

 

3.

één kalendermaand of een gedeelte daarvan:

€ 166,50;

 

4.

één kalenderkwartaal of een gedeelte daarvan:

€ 211,20;

 

5.

één kalenderjaar of een gedeelte daarvan:

€ 504,55;

 

6.

langer dan één kalenderjaar:

€ 504,55;

c.

om een ontheffing als bedoeld in artikel 5:34, derde lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening (stookontheffing):

€ 67,70;

d.

om een ontheffing als bedoeld in artikel 4:18, derde lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening voor recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen:

€ 30,90;

e.

om een ontheffing als bedoeld in artikel 2:6, vierde lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening (flyerontheffing):

€ 30,90;

f.

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 30,90.

HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

 

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

 

 

-

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

 

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving:

  • -

    onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567;

  • -

    onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk;

  • -

    onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

 

5.

In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling worden de bouwkosten berekend aan de hand de bedragen exclusief BTW van de ‘ROEB-lijst’ (Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht), zoals opgenomen in bijlage A bij deze tarieventabel. Indien de bouwkosten niet kunnen worden bepaald aan de hand van de hiervoor genoemde ROEB-lijst, dan worden de bouwkosten bepaald volgens bijlage I bij de Omgevingsregeling en de aanvulling uit artikel 2.1, vierde lid van deze tarieventabel.

 

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

vooroverleg voor een:

 

 

1.

principeverzoek;

 

 

2.

conceptaanvraag;

 

 

3.

omgevingstafel; of

 

 

4.

wijziging van het omgevingsplan;

 

b.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;

 

c.

een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

 

d.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

 

e.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

 

f.

intrekking van een omgevingsvergunning;

 

g.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;

 

h.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g;

 

i.

een wijziging van het omgevingsplan.

 

Artikel 2.3 Bepalen tarief

 

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

 

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.

 

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.

 

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

Paragraaf 2.2 Vooroverleg (principeverzoek, het wijzigen van het omgevingsplan, conceptaanvraag of omgevingstafel)

Artikel 2.4 Vooroverleg (principeverzoek, conceptaanvraag of omgevingstafel)

 

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van vooroverleg over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:

 

 

a.

voor het behandelen van een principeverzoek met als uitkomst een principe-uitspraak van het college of een voorgenomen project ruimtelijk aanvaardbaar is, tenzij de aanvraag binnen 10 dagen wordt ingetrokken door de aanvrager:

€ 1.200,00;

 

b.

voor het behandelen van een vooroverleg voor het wijzigen van een omgevingsplan:

€ 500,00;

 

c.

voor het beoordelen van de conceptaanvraag, waarbij ten behoeve van het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project vergunningvrij of vergunbaar is, in het kader van de Omgevingswet, getoetst wordt of het plan vergunningvrij, in overeenstemming met het omgevingsplan of in afwijking van het omgevingsplan voorstelbaar is, en getoetst wordt of het plan voldoet aan de bepalingen zoals gesteld in het welstandsbeleidsplan.

€ 312,00.

 

d.

voor elk volgend vooroverleg zijnde de omgevingstafel, per overleg:

€ 750,00.

2.

Het tarief als bedoeld in artikel 2.4, eerste lid, aanhef en onder a, en artikel 2.4, eerste lid, aanhef en onder d, wordt per in te schakelen externe adviseur verhoogd met:

€ 250,00.

3.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk, als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, wordt, indien in het kader van een vooroverleg een andere in dit hoofdstuk opgenomen dienst dient te worden uitgevoerd, het tarief voor het vooroverleg vermeerderd met de leges zoals vermeld in deze tarieventabel voor die betreffende dienst of diensten.

 

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel )

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

indien de bouwkosten minder dan € 50.000 bedragen:

1,245%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 312,00;

b.

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 150.000 bedragen:

0,840%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 622,00; 

c.

indien de bouwkosten € 150.000 tot € 500.000 bedragen:

0,688%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 1.260,00;

d.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

0,655%

 

van de bouwkosten, met een minimum van;

€ 3.437,00;

e.

indien de bouwkosten € 1.000.000 of meer bedragen:

0,603%

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 6.500,00;

 

en een maximum van:

€ 125.000,00.

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

1.

voor een omgevingsplanactiviteit waarbij sprake is van een bouwactiviteit:

 

 

a.

indien de bouwkosten minder dan € 50.000 bedragen:

3,735%

 

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 312,00;

 

b.

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 150.000 bedragen:

2,520%

 

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 1.867,00; 

 

c.

indien de bouwkosten € 150.000 tot € 500.000 bedragen:

2,063%

 

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 3.780,00 ;

 

d.

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

1,965%

 

 

van de bouwkosten, met een minimum van;

€ 10.312,00;

 

e.

indien de bouwkosten € 1.000.000 of meer bedragen:

1,808%

 

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 19.650,00;

 

 

en een maximum van:

€ 375.000,00.

2.

voor een omgevingsplanactiviteit waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk:

€ 296,00.

3.

Onverminderd de voorgaande onderdelen van dit artikel wordt indien sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het tarief verhoogd met:

 

 

a.

indien de aanvraag is voorafgegaan door een vooroverleg, zoals bedoeld in artikel 2.4, met uitzondering van artikel 2.4, eerste lid, aanhef en onder a:

 

 

 

1°.

voor activiteiten die overeenkomen met de gevallen zoals deze zijn opgenomen en opgesomd in bijlage B:

€ 484,00;

 

 

2°.

voor overige activiteiten die niet overeenkomen met de gevallen zoals genoemd onder 1 en daarmee bijlage B:

€ 7.985,00;

 

b.

indien de aanvraag niet is voorafgegaan door een vooroverleg zoals bedoeld in artikel 2.4 worden de tarieven genoemd in het voorgaande lid vermeerderd met:

€ 1.000,00.

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit:

€ 503,00.

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten (gereserveerd)

 

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit (gereserveerd)

 

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht (gereserveerd)

 

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed (gereserveerd)

 

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in het omgevingsplan of paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.400,00.

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten ongeacht het aantal milieubelastende activiteiten:

€ 4.400,00.

Artikel 2.14 (gereserveerd)

 

Artikel 2.15 (gereserveerd)

 

Artikel 2.16 (gereserveerd)

 

Artikel 2.17 (gereserveerd)

 

Artikel 2.18 (gereserveerd)

 

Artikel 2.19 (gereserveerd)

 

Artikel 2.20 (gereserveerd)

 

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 500,00.

Artikel 2. 22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 3.000,00.

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven (gereserveerd)

 

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde (gereserveerd)

 

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit:

€ 500,00.

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 400,00.

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 400,00.

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

voor een omgevingsplanactiviteit:

€ 623,00.

Paragraaf 2.8 Overige activiteiten

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: alarminstallatie (gereserveerd)

 

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 64,00.

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: reclame

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 4:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

a.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 400,00;

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 400,00.

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken of objecten plaatsen op de weg (gereserveerd)

 

[Artikel 2.33 Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen (gereserveerd)

 

Artikel 2.34 Andere activiteiten

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit:

 

a.

betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 503,00;

b.

betreft een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

 

 

1°.

voor een omgevingsplanactiviteit:

€ 503,00;

 

2°.

voor een in een gemeentelijke verordening als bedoeld in artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit aangewezen vergunningplichtige activiteit:

€ 503,00.

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

 

a.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 500,00;

b.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 500,00.

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

 

1.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

 

 

a.

één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:

€ 1.500,00;

 

b.

twee tot vijf milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 1.500,00;

 

c.

vijf of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:

€ 1.500,00.

2.

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 1.500,00.

Artikel 2.37 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

 

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 500,00.

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.38 Gelijkwaardige maatregel

 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

 

 

a.

een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:

€ 500,00;

 

b.

een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:

€ 500,00;

 

c.

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:

€ 1.250,00;

 

d.

een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief:

€ 500,00.

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Artikel 2.39 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 315,00.

Artikel 2.40 Wijzigen omgevingsvergunning

 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 

Artikel 2.41 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:

€ 3.000,00.

Artikel 2.42 Intrekken omgevingsvergunning (gereserveerd)

 

Artikel 2.43 Beoordeling aanvullende gegevens

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:

€ 303,00.

Artikel 2.44 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

 

Artikel 2.45 Wijzigen van het omgevingsplan

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan, tenzij kostenverhaal op andere wijze is overeengekomen:

€ 10.625,00.

Artikel 2.46 Niet genoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 303,00.

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Artikel 2.47 Achteraf ingediende aanvraag

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:

10%;

met een minimum van:

€ 100,00;

en een maximum van:

€ 1.000,00.

Artikel 2.47a Omgevingsverordening provincie Noord-Brabant

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk wordt het tarief, indien de aanvraag getoetst moet worden aan de rechtstreeks werkende regels uit de Omgevingsverordening van de provincie Noord-Brabant verhoogd met:

€ 2.089,00.

Artikel 2.48 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

 

a.

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 4.400,00;

b.

als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 500,00;

c.

als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:

€ 500,00.

Artikel 2.49 Beoordeling onderzoeksrapporten

 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

 

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:

€ 800,00;

b.

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

€ 800,00;

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 800,00;

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 800,00;

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 800,00;

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 2.950,00;

g.

voor de beoordeling van een rapport op het aspect geur:

€ 800,00;

h.

voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:

€ 800,00.

Artikel 2.50 Advies

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

 

 

a.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening commissie ruimtelijke kwaliteit gemeente Asten 2023 dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet:

€ 121,00;

 

b.

voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening commissie ruimtelijke kwaliteit gemeente Asten 2023 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a:

€ 121,00;

 

c.

voor het uitgebrachte advies van de agrarische adviescommissie, met inbegrip van de beoordeling:

€ 860,00;

 

 

1°.

per bedrijfsbezoek wordt het tarief verhoogd met:

€ 95,00;

 

 

2°.

in het geval van meer omvattende opdrachten kan een ander tarief in rekening worden gebracht, hetgeen vooraf kenbaar zal worden gemaakt conform de begrotingsconstructie zoals opgenomen in artikel 2:50, eerste lid, onder d.

 

 

d.

voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a tot en met c: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.

Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Artikel 2.51 Instemming

 

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

 

 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Paragraaf 2.13 Vermindering

Artikel 2.52 Vermindering na vooroverleg

 

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onder a, aanhef en onder 2 tot en met 4, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

 100%

 

de voor het vooroverleg geheven leges genoemd in artikel 2.4, eerste lid.

 

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

  • a.

    voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het vooroverleg had;

  • b.

    in overeenstemming met de uitkomsten van het vooroverleg; en

  • c.

    binnen 6 maanden na het laatste vooroverleg, als het vooroverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

 

Artikel 2.53 Vermindering bij meervoudige aanvraag (gereserveerd)

 

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Artikel 2.54 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig

 

Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.55 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

 

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

75%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

 

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen tien werkdagen na de indiening van de aanvraag:

100%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking vanaf tien werkdagen tot vier weken na de indiening van de aanvraag:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

d.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.57 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen tien werkdagen na de indiening van de aanvraag:

100%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking vanaf 10 werkdagen tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

75%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:

50%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

 

d.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:

25%

 

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.58 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten

 

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

15%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

 

Artikel 2.59 (gereserveerd)

 

Artikel 2.60 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten

 

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.

 

Artikel 2.61 Minimumbedrag voor teruggaaf

 

Een bedrag minder dan € 50,00 wordt niet teruggegeven.

 

HOOFDSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE DIENSTENRICHTLIJN EN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening, indien de aanvrager dient te beschikken of reeds beschikt over een op grond van de Alcoholwet verplichte vergunning:

€ 244,90;

b.

een aanvraag om een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening, indien de aanvrager niet vergunningplichtig is op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 568,40;

c.

een aanvraag om een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor één etmaal:

€ 31,50.

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

 

a.

een aanvraag om een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet:

€ 568,40;

b.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Alcoholwet:

€ 568,40;

c.

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet:

€ 512,00;

d.

een aanvraag om wijziging van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Alcoholwet:

€ 134,45;

e.

een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet:

€ 30,80.

Artikel 3.3 Teruggave

 

Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, als bedoeld in artikel 3.2, deze aanvraag wordt ingetrokken voordat de vergunning wordt verleend, wordt een teruggaaf van de geheven leges, als bedoeld in artikel 3.2, verleend. De hoogte van de teruggaaf wordt gesteld op het bedrag waarmee de geheven leges een bedrag van € 50,00 te boven gaan.

 

Paragraaf 3.2 Seksbedrijven

Artikel 3.4 Vergunning seksbedrijf

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning, wijziging of om de verlenging van een exploitatievergunning van een seksinrichting of escortbedrijf als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 7.442,00.

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 134,40.

3.

Het tarief bedraagt voor een geschiktheidsverklaring als bedoeld in artikel 3 van de nadere regels Seksinrichtingen:

€ 211,30

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet:

€ 127,75;

b.

wijziging of het intrekken van een in onderdeel a bedoelde ontheffing, met inbegrip van het overdragen van de ontheffing aan een ander:

€ 72,90.

Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt

Artikel 3.6 Organiseren evenement

 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening (evenementenvergunning), als het betreft:

 

 

a.

een evenement vanaf 150 bezoekers:

€ 309,25;

 

b.

een evenement vanaf 500 bezoekers:

€ 463,80;

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening ten behoeve van het gebruik van een in dit artikel omschreven bouwsel, niet zijnde een bouwwerk, bedraagt het tarief:

 

 

a.

categorie 1 – oppervlakte van het bouwsel t/m 100 m2:

€ 604,25;

 

b.

categorie 2 – oppervlakte van het bouwsel van meer dan 100 m2 t/m 500 m2:

€ 435,45

+ € 1,688 per m2;

 

c.

categorie 3 – oppervlakte van het bouwsel van meer dan 500 m2 t/m 2.000 m2:

€ 958,45

+ € 0,642 per m2;

 

d.

categorie 4 – oppervlakte van het bouwsel van meer dan 2.000 m2 t/m 5.000 m2:

€ 1.792,45

+ € 0,225 per m2;

 

e.

categorie 5 – oppervlakte van het bouwsel van meer dan 5.000 m2 t/m 50.000 m2:

€ 2.847,45

+ € 0,014 per m2;

 

f.

categorie 6 – oppervlakte van het bouwsel van meer dan 50.000 m2:

€ 3.047,45 + € 0,010 per m2.

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening ten behoeve van het gebruik bouwwerk ten behoeve van een evenement, waarbij de gebruiksduur maximaal 4 weken is:

10%

 

van het tarief vermeld in artikel 3.6, tweede lid.

 

4.

Het tarief genoemd in artikel 3.6, eerste lid, of 3.6, tweede lid, wordt indien tijdens de behandeling van de aanvraag de aanvraag wordt ingetrokken of wordt geweigerd verminderd met:

50%.

Artikel 3.7 Organiseren markt

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning:

 

a.

voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 31,50;

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt (gereserveerd)

 

Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt (gereserveerd)

 

Artikel 3.10 Losse standplaatsen

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 78,00.

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 en Wet goed verhuurderschap

Artikel 3.11 Vergunning [ of ontheffing ] onttrekken woonruimte (gereserveerd)

 

Artikel 3.12 Vergunning [ of ontheffing ] samenvoegen woonruimte (gereserveerd)

 

Artikel 3.13 Vergunning [ of ontheffing ] omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte (gereserveerd)

 

Artikel 3.14 Vergunning [ of ontheffing ] verbouwen woonruimte tot meer woonruimten (gereserveerd)

 

Artikel 3.15 Splitsingsvergunning [ of -ontheffing ] (gereserveerd)

 

Artikel 3.16 Vergunning of ontheffing toeristische verhuur (gereserveerd)

 

Artikel 3.17 Verhuurvergunning opkoopbescherming (gereserveerd)

 

Artikel 3.18 Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte (gereserveerd)

 

Paragraaf 3.7 Diversen

Artikel 3.19 Exploitatie arbeidsmigranten

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:81, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de huisvestiging van arbeidsmigranten:

€ 927,50.

Artikel 3.20 Ventvergunning

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 5:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening (ventvergunning) voor een geldigheidsduur van:

 

a.

één dag of een gedeelte daarvan:

€ 11,90;

b.

één kalenderweek of een gedeelte daarvan:

€ 25,65;

c.

één kalendermaand of een gedeelte daarvan:

€ 62,50;

d.

één kalenderkwartaal of een gedeelte daarvan:

€ 119,45;

e.

één kalenderjaar of een gedeelte daarvan:

€ 206,00.

Artikel 3.21 Wet kinderopvang

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

a.

het in exploitatie nemen van een kindercentrum of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid, van de Wet kinderopvang:

€ 1.054,75;

b.

het in exploitatie nemen van een voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid, van de Wet kinderopvang:

€ 609,90;

c.

het in exploitatie nemen van een voorziening voor gastouderopvang, als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid, van de Wet kinderopvang, waarbij de houder van de voorziening, de gastouder, al in het landelijke register (lrkp) is opgenomen met een andere voorziening of waarbij het opvangadres al is geregistreerd als adres waar een voorziening voor gastouderopvang is gevestigd, waarbij niet langer dan 3 jaar (peildatum aanvraag) een onderzoek heeft plaatsgevonden:

€ 505,20;

Paragraaf 3.8 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit

Artikel 3.22 Niet benoemd besluit op aanvraag

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking:

€ 30,90.

 

 

Behorende bij raadsbesluit van 12 december 2023

De griffier van Asten,

Mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans

 

Bijlage A: ROEB-lijst (bouwkosten) 2024

 

 

 

 

Bijlage B: Lijst van gevallen voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten

 

De inhoud van deze bijlage sluit aan bij het Besluit omgevingsrecht en bijbehorende jurisprudentie op de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet.

 

Artikel 1

  • 1.

    In deze bijlage wordt verstaan onder:

    • a.

      antenne-installatie: installatie bestaande uit een antenne, een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;

    • b.

      bijbehorend bouwwerk: uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

    • c.

      hoofdgebouw: gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

  • 2.

    Tenzij anders bepaald, worden de waarden die in deze bijlage in m of m2 zijn uitgedrukt op de volgende wijze gemeten:

    • a.

      afstanden loodrecht,

    • b.

      hoogten vanaf het aansluitend afgewerkt terrein, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven, en

    • c.

      maten buitenwerks, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 0,5 m buiten beschouwing blijven.

  • 3.

    Bij de toepassing van het tweede lid, aanhef en onderdeel b, wordt een bouwwerk, voor zover dit zich bevindt op een erf- op perceelgrens, gemeten aan de kant waar het aansluitend afgewerkt terrein het hoogst is.

Artikel 2

Onderstaande gevallen vallen binnen artikel 2.6, derde lid, onder a, aanhef en onder 1°, van de Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Gemeente Asten 2024:

  • 1.

    een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 150 m2;

  • 2.

    een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening als bedoeld in artikel 2, onderdeel 18, onder a, dat niet voldoet aan de in dat subonderdeel genoemd eisen, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 5 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

  • 3.

    een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of een gedeelte van een dergelijk bouwwerk, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:

    • a.

      niet hoger dan 10 m, en

    • b.

      de oppervlakte niet meer dan 50 m²;

  • 4.

    een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw;

  • 5.

    een antenne-installatie, mits niet hoger dan 40 m;

  • 6.

    het gebruiken van gronden voor een niet-ingrijpende herinrichting van openbaar gebied.

 

 

Naar boven