Hoofdstuk 2
|
Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet
|
|
Paragraaf 2.1
|
Algemene bepalingen
|
|
Artikel 2.1
|
Definities
|
|
1.
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
2.
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
3.
|
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
|
|
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het verboden is deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
|
|
4.
|
bouwkosten:
|
|
|
de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen.
|
|
Artikel 2.2
|
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
a.
|
conceptverzoek;
|
|
b.
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
c.
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
|
|
d.
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
e.
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
f.
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
g.
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
h.
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
Artikel 2.3
|
Bepalen tarief
|
|
1.
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
2.
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
3.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
4.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
5.
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
6.
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
Paragraaf 2.2
|
Voorfase
|
|
Artikel 2.4
|
Conceptverzoek
|
|
1.
|
Als de aanvraag betrekking heeft op een conceptverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
voor een informatie-overleg:
|
€ 0,00
|
b.
|
voor een intaketafel:
|
€ 0,00
|
c.
|
voor een omgevingstafel:
|
€ 500,00
|
2.
|
In het geval dat voor een informatie-overleg , een intaketafel of omgevingstafel een advies van de Gemeentelijke Adviescommissie Omgevingskwaliteit noodzakelijk is, worden de onderdelen a, b en c verhoogd met:
|
€ 100,00
|
Paragraaf 2.3
|
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
|
|
Artikel 2.5
|
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
indien de bouwkosten niet meer dan € 9.700,-- bedragen:
|
€ 82,45
|
b.
|
indien de bouwkosten € 9.700,-- tot € 37.800,-- bedragen:
|
0,83%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 82,29
|
c.
|
indien de bouwkosten € 37.800,-- tot € 190.800,-- bedragen:
|
0,78%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 313,74
|
d.
|
indien de bouwkosten van € 190.800,-- tot € 381.500,-- bedragen:
|
0,73%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 1.488,24
|
e.
|
indien de bouwkosten € 381.500,-- of meer bedragen:
|
0,63%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 2.784,95
|
|
en tot een maximum van € 7.500.000,-- aan bouwkosten.
|
|
Artikel 2.6
|
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit (ruimtelijke deel)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
indien de bouwkosten niet meer dan € 9.700,-- bedragen:
|
2,18%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 127,00
|
b.
|
indien de bouwkosten € 9.700,-- tot € 37.800,-- bedragen:
|
2,14%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 211,46
|
c.
|
indien de bouwkosten € 37.800,-- tot € 190.800,-- bedragen:
|
2,00%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 808,92
|
d.
|
indien de bouwkosten van € 190.800,-- tot € 381.500,-- bedragen:
|
1,89%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 3.816,00
|
e.
|
indien de bouwkosten € 381.500,-- of meer bedragen:
|
1,62%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 7.210,35
|
|
en tot een maximum van € 7.500.000,-- aan bouwkosten.
|
|
Artikel 2.6a
|
Commissie Ruimtelijke Kwaliteit
|
|
|
Indien in verband met een toetsing aan de welstandscriteria hierover een advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit behoeft te worden ingewonnen wordt het verschuldigde bedrag op grond van artikel 2.6 verhoogd voor:
|
|
a.
|
bouwkosten van € 0,-- tot € 50.000,-- met:
|
€ 100,00
|
b.
|
bouwkosten van € 50.000,-- tot € 2.000.000,-- met:
|
0,20%
|
c.
|
bouwkosten van € 2.000.000,-- tot en met € 6.000.000,-- met:
|
€ 4.000 + 0,05%
|
d.
|
bouwkosten boven € 6.000.000,--:
|
€ 6.000,00
|
Artikel 2.7
|
Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 183,97
|
Paragraaf 2.4
|
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
Artikel 2.8
|
Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in samenhang met de Erfgoedverordening Sliedrecht 2010 en betrekking heeft op een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
€ 210,88
|
b.
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 210,88
|
Artikel 2.9
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.10
|
Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in samenhang met de Erfgoedverordening Sliedrecht 2010 en betrekking heeft op een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 210,88
|
Artikel 2.11
|
Gereserveerd
|
|
Paragraaf 2.5
|
Milieubelastende activiteiten
|
|
Artikel 2.12
|
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Omgevingswet bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
per milieubelastende activiteit:
|
€ 922,43
|
Artikel 2.13
|
Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.20 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.004,86
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.103,40
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 1.802,91
|
Artikel 2.14
|
Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 4.382,08
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 3.067,46
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.629,25
|
Artikel 2.15
|
Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 4.162,98
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.914,09
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.497,79
|
Artikel 2.16
|
Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.286,56
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.300,59
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 1.971,94
|
Artikel 2.17
|
Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.943,88
|
Artikel 2.18
|
Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 4.882,89
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 3.418,03
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:
|
€ 2.929,74
|
Artikel 2.19
|
Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.286,56
|
Artikel 2.20
|
Samenloop van milieubelastende activiteiten
|
|
1.
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.12 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een categorie valt en de aanvraag om een omgevingsvergunning heeft op al deze categorieën betrekking, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.
|
|
2.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.
|
|
Artikel 2.20a
|
Samenloop van meerdere milieubelastende activiteiten uit verschillende bedrijfstakken
|
|
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 de aanvraag betrekking heeft op meerdere verschillende milieubelastende activiteiten behorend bij verschillende bedrijfstakken dan worden die milieubelastende activiteit afhankelijk van het aantal bedrijfstakken gereduceerd in de heffing betrokken. Hierbij geldt de volgende staffel:
|
|
a.
|
voor twee bedrijfstakken geldt een reductie van:
|
10,00%
|
b.
|
voor drie tot vijf bedrijfstakken geldt een reductie van:
|
15,00%
|
c.
|
voor vijf of meer bedrijfstakken geldt een reductie van:
|
20,00%
|
Artikel 2.20b
|
Ontheffing route gevaarlijke stoffen
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag, als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, tot het verlenen van:
|
|
a.
|
een eenmalige ontheffing:
|
€ 262,93
|
b.
|
een vervolgontheffing:
|
€ 131,46
|
Artikel 2.20c
|
Toestemming voor laden en lossen van gevaarlijke stoffen waaronder vuurwerk
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag, in artikel 1 van bijlage 3 van de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen jo. de artikelen 2, onderdeel c, en 1, eerste lid onderdeel b sub 2 van deze Regeling jo. artikel 2 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen jo. artikel 2, eerste lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, gelezen in samenhang met hoofdstuk 7.5, voorschrift 7.5.11-CV1 sub a en b en hoofdstuk 8.5, voorschrift S1-(4) sub a en b van de ADR (Europees verdrag voor het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg), tot het verlenen van een eenmalige ontheffing:
|
€ 420,68
|
Paragraaf 2.6
|
Lozingsactiviteiten
|
|
Artikel 2.21
|
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 388,00
|
Artikel 2.22
|
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 775,00
|
Paragraaf 2.7
|
Aanlegactiviteiten
|
|
Artikel 2.23
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.24
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.25
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.26
|
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 8.1.1 van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet, artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit of artikel 22.278 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 55,93
|
Artikel 2.27
|
Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 8.1.2 van de Verordening fysieke leefomgeving in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 55,93
|
Artikel 2.28
|
Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 581,28
|
Paragraaf 2.8
|
Overige activiteiten
|
|
Artikel 2.29
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.30
|
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2 van de Bomenverordening Sliedrecht 2009, in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, voor de eerste boom:
|
€ 55,93
|
|
voor iedere volgende boom, per boom
|
€ 20,01
|
|
met een maximum van:
|
€ 399,60
|
Artikel 2.31
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.32
|
Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2:10 vijfde lid van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 55,93
|
Artikel 2.33
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.34
|
Andere activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk:
|
€ 132,91
|
Paragraaf 2.9
|
Maatwerkvoorschriften
|
|
Artikel 2.35
|
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: 1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; 3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of 4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; per maatwerkvoorschrift:
|
€ 295,06
|
b.
|
in andere gevallen dan bedoeld in lid a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 295,06
|
Artikel 2.36
|
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:
|
|
a.
|
een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
€ 2.103,40
|
b.
|
als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 1.262,04
|
Artikel 2.37
|
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 295,06
|
Paragraaf 2.10
|
Gelijkwaardigheid
|
|
Artikel 2.38
|
Gelijkwaardige maatregel
|
|
1.
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
a.
|
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:
|
€ 295,06
|
b.
|
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief:
|
€ 295,06
|
c.
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief:
|
€ 2.103,40
|
d.
|
een andere activiteit dan bedoeld in voorgaande onderdelen, bedraagt het tarief:
|
€ 295,06
|
Paragraaf 2.11
|
Overige tarieven
|
|
Artikel 2.39
|
Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:
|
€ 132,91
|
Artikel 2.40
|
Wijzigen omgevingsvergunning
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
|
|
a.
|
een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 132,91
|
b.
|
een aanvraag om andere wijzigingen van een omgevingsvergunning dan genoemd onder lid a is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.
|
|
Artikel 2.41
|
Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning:
|
|
a.
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
50,00%
|
|
van het reguliere tarief;
|
|
b.
|
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in onderdeel a:
|
€ 132,91
|
Artikel 2.42
|
Intrekken omgevingsvergunning
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:
|
€ 132,91
|
Artikel 2.43
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.44
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
Artikel 2.45
|
Wijzigen van het omgevingsplan
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:
|
€ 5.080,69
|
2.
|
Tenzij kostenverhaal op andere wijze met elkaar is overeengekomen.
|
|
Artikel 2.46
|
Niet genoemd besluit op aanvraag
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan.
|
€ 132,91
|
Paragraaf 2.12
|
Modaliteiten
|
|
Artikel 2.46a
|
Planologische wijziging bij omgevingsplanactiviteit (waarbij tevens of geen sprake is van een bouwactiviteit)
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
Als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit in overeenstemming is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet dan bedraagt het tarief (binnenplanse omgevingsplanactiviteit waarbij gebruik wordt gemaakt van een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid, wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht):
|
€ 295,06
|
b.
|
Als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan dan bedraagt het tarief (kleine buitenplanse omgevingsplanactiviteit):
|
€ 295,06
|
c.
|
Als moet worden beoordeeld of de omgevingsplanactiviteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan dan bedraagt het tarief (buitenplanse omgevingsplanactiviteit):
|
€ 5.080,67
|
Artikel 2.47
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:
|
10,00%
|
Artikel 2.48
|
Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
a.
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
€ 2.629,25
|
b.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 590,12
|
c.
|
als sprake is van andere activiteiten dan bedoeld in de onderdelen a en b:
|
€ 590,12
|
Artikel 2.49
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:
|
|
a.
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
|
€ 525,00
|
b.
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
€ 525,00
|
c.
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
€ 922,43
|
d.
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:
|
€ 525,00
|
Artikel 2.50
|
Advies
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
a.
|
voor een advies van de gemeenteraad:
|
€ 295,06
|
b.
|
voor een advies van de agrarische commissie:
|
€ 1.056,00
|
c.
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in voorgaande onderdelen en artikel 2.6a: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld:
|
|
2.
|
Als een begroting als bedoeld in lid c is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Artikel 2.51
|
Instemming
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
|
het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.
|
|
2.
|
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Paragraaf 2.13
|
Vermindering
|
|
Artikel 2.52
|
Gereserveerd
|
|
Artikel 2.53
|
Gereserveerd
|
|
Paragraaf 2.14
|
Teruggaaf
|
|
Artikel 2.54
|
Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
100,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.55
|
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:
|
100,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.56
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
a.
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure (binnen vier weken)
|
75,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
b.
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure (vanaf vier weken tot zes weken)
|
50,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
c.
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure (vanaf zes weken)
|
25,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.57
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
a.
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure (binnen zes weken)
|
75,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
b.
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure (vanaf zes weken tot achttien weken)
|
50,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
c.
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure (vanaf achttien weken)
|
25,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.58
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
|
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
50,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
Artikel 2.59
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- of milieubelastende activiteiten
|
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
50,00%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.
|
|
b.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
Artikel 2.60
|
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
|
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.12.
|
|
Artikel 2.61
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Een bedrag minder dan € 200,-- wordt niet teruggegeven.
|
|