VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING STEIN 2024

De Raad der gemeente Stein;

 

Gezien het voorstel inzake Belasting- en legesverordeningen 2024

(Gem. blad Afd. A ….., zaaknummer 20231017143970);

 

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

 

besluit:

Vast te stellen de volgende verordening

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING STEIN 2024

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeentein de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een instelling als bedoeld in artikel 4 van de Wet Toetreding zorgaanbieders.

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d , f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingtijdvak.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1.

    Het tarief bedraagt per overnachting € 2,13.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief, indien ten aanzien van een kampeerterrein/kamperen bij de boer, per persoon, per overnachting € 0,10.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderkwartaal.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8. Aanslaggrens

  • 1.

    Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd.

  • 2.

    Voor de toepassing van het vorige lid worden de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 9 Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.

  • 2.

    Betaling van de termijnen zoals bedoeld in het eerste lid is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van Burgemeester en Wethouders

Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 12 Aangifte

De belastingplichtige aan wie niet binnen een maand na afloop van elk in artikel 6 genoemde belastingtijdvak een aangiftebiljet is uitgereikt, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die maand bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

Artikel 13 elektronische Aangifte

Het uitnodigen tot het doen van aangifte kan naast de op de in artikel 237, eerste lid, van de Gemeentewet aangegeven wijze geschieden door het uitreiken, toezenden of elektronisch verzenden van een aangiftebrief waaruit blijkt de wijze van het doen van elektronische aangifte, een omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden en de termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan. In dat geval geschiedt, in afwijking van de in artikel 237, tweede lid, van de Gemeentewet aangegeven wijze, de aangifte langs elektronische weg door het inleveren of toezenden van de gevraagde gegevens of bescheiden via de digitale voorziening ‘Digitale aangifte toeristenbelasting’ van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen.

Artikel 14 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het dagelijks bestuur van de BsGW aangewezen ambtenaar belast met de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen als bedoeld in artikel 232, vierde lid sub a en b van de gemeentewet.

Artikel 15 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening toeristenbelasting Stein 2023, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening toeristenbelasting Stein 2024".

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van 9 november 2023

 

De Raad voornoemd,

de Griffier,

de Voorzitter,

Naar boven