Besluit Ondermandaat, Ondervolmacht, Ondermachtiging cluster Stadsontwikkeling 2024

De concerndirecteur van het cluster Stadsontwikkeling,

 

gelet op:

  • –

    artikel 10.9 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • –

    artikel 1.3 en artikel 4.1, eerste lid, aanhef en onderdeel s, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2021;

  • –

    artikel 2 van het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging van de algemeen directeur 2021;

  • –

    artikel 7 van de Regeling organisatie 2016;

gelezen de instemming van de directeur van de DCMR Milieudienst Rijnmond;

 

overwegende, dat het om redenen van doelmatigheid wenselijk is de daarvoor in aanmerking komende bevoegdheden te ondermandateren, ondervolmachten of ondermachtigen aan onderschikten en anderen;

 

besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In dit besluit wordt verstaan onder:

    • –

      afdeling: afdeling binnen een directie van het cluster Stadsontwikkeling;

    • –

      ambtelijk opdrachtgever: de concerndirecteur of een door de concerndirecteur bij besluit aangewezen clusterdirecteur, gebiedsontwikkelaar of andere medewerker in de projectrol ‘ambtelijk opdrachtgever’, die verantwoordelijk is voor het verstrekken van de programma- of projectopdracht en ambtelijk verantwoordelijk is voor het eindresultaat daarvan;

    • –

      bevoegdhedenkaart: (digitale) kaart waarop de projectrollen in een project worden toegekend aan personen;

    • –

      clusterdirecteur: leidinggevende van een directie, alsmede een projectdirecteur binnen de lijn van het cluster Stadsontwikkeling;

    • –

      cluster Stadsontwikkeling: SO;

    • –

      directie: lijndirectie binnen het cluster Stadsontwikkeling;

    • –

      directievoerder: persoon ook wel toezichthouder op een project, die onder andere verantwoordelijk is voor het begeleiden van de uitvoering, het borgen van de kwaliteit van het project en de administratie;

    • –

      opgavemanager: leidinggevende van een team of van een onderdeel van een afdeling;

    • –

      programma: geheel van samenhangende projecten;

    • –

      programmamanager: manager die verantwoordelijk is voor het aansturen van projectmanagers binnen een programma;

    • –

      project: geheel van samenhangende activiteiten, uitgevoerd ten behoeve van een vooraf overeengekomen resultaat, met een begin- en een eindtijdstip, gebruik makend van begrensde middelen en menskracht en meestal eenmalig van aard;

    • –

      projectmanager: manager die verantwoordelijk is voor het realiseren van een project;

    • –

      projectrol: rol van ambtelijk opdrachtgever, programmamanager, projectmanager of taakmanager;

    • –

      teamleider: leidinggevende van een team of van een onderdeel van een afdeling.

  • 2.

    Met uitzondering van het in artikel 10 verleende ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging wordt voor de toepassing van dit besluit en de op grond daarvan verleende en doorgegeven ondermandaten, voor ‘ondermandaat’ mede gelezen de verlening en het doorgeven van:

    • a.

      ondervolmacht om in naam van de concerndirecteur van het cluster Stadsontwikkeling privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

    • b.

      ondermachtiging om in naam van de concerndirecteur van het cluster Stadsontwikkeling handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2 Clusterindeling Stadsontwikkeling

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 7 van de Organisatieregeling 2016 bestaan de daar vastgestelde directies, uit de volgende vakafdelingen, met de daarbij behorende portefeuilles:

    • a.

      Clusterdirectie SO

      • 1°.

        Directie- en Bestuursondersteuning (DBO)

        Portefeuille: biedt advisering en ondersteuning aan de directie van SO in de volle breedte en de individuele directeuren specifiek, waaronder agendabeheer, advisering en ondersteuning bij bestuurlijke stukken en bestuurlijke besluitvorming, advisering en ondersteuning op verschillende bedrijfsvoeringsportefeuilles waaronder in ieder geval wordt verstaan dienstverlening, integriteit, klachten, bevoegdheden, informatiehuishouding, Wet open overheid, digitalisering, privacy en tot slot informatieproducten om efficiënter en meer data gedreven te werken binnen het cluster SO.

      • 2°

        Strategie

        Portefeuille: helpt bij de realisering van doelen van SO en verbindt deze met de (financiële) beschikbare middelen, verbinding kennis en kunde van SO, maakt die beter vindbaar en inzetbaar, beheer van budgetten, subsidies en bestemmingsreserves, (Europese) economische programma’s, monitoring marktontwikkelingen, doorontwikkeling beleidsproces, signalering en agendering integrale vraagstukken, uitzetten en bewaking koers, vertaling naar sectoren, gebieden en investeringen binnen de stad.

    • b.

      Directie Stedelijke Inrichting (SI)

      • 1°.

        Ruimtelijk Ontwerp en advies (ROA)

        Portefeuille: werkt aan bouw- en buitenruimteprocessen, gebiedsvisies, participatie, advisering aan interne- en externe partijen en andere bestuursorganen over vergunningsaanvragen die een relatie hebben met de bouw- en buitenruimteprocessen.

      • 2°.

        Ruimte, Wonen en Milieu (RWM)

        Portefeuilles:

        • i.

          Ruimtelijke ordening

          Werkt in samenwerking met zowel regionale instanties als provincie en Rijk aan onder andere de omgevingsvisie, verankering in het ruimtelijk beleid van de stad, strategische ruimtelijke verkenningen, planologische adviezen, zowel gebiedsgericht of juist sectoraal, ruimtelijke programmatische impact van sectorale ontwikkelingen en gebiedsgerichte adviezen. Maakt het programma Rotterdam gaat voor groen en levendige rivieroevers, werkt aan het vergroten van biodiversiteit en klimaatadaptatie, ruimtelijke planologische kaders, ruimtelijke planologische verkenningen, stuurt (mee) op transities in de openbare ruimte, doet onderzoek naar de ordenende werking van vitale systemen, stuurt op ruimtelijke kwaliteit, zet zich in voor een evenwichtige toedeling van functies aan locaties op het juiste moment. Denkt ruimtelijke en programmatische strategieën uit, maakt beleid, ontwikkelt kaders op het schaalniveau van de stad en regio vanuit de vijf disciplines: planologie, landschap, stedenbouw, wonen en milieu.

        • ii.

          Wonen

          Werkt aan de woonvisie, het woonprogramma en aan samenwerking zowel regionaal als met provincie en Rijk en doelgroepen, voert inhoudelijke en bestuurlijke gesprekken met de woningcorporaties, geeft gebiedsadvisering en advisering in het kader van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid, Beter benutten bestaande woningvoorraad en innovatieve woonvormen, particuliere verhuurders en betaalbaarheid.

        • iii.

          Milieu

          Werkt aan het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving, de Groenagenda, opgaven op het gebied van luchtkwaliteit, geluid, bodem en externe veiligheid, aanpak havengeluid, stikstofdossier, milieu vooraan in het planproces positioneren, gebiedsadviezen, tegengaan van geluidsoverlast, actieplannen rond geluid en lucht, bodem als basis voor een gezonde stad, een adequaat extern veiligheidsniveau en eventuele verplichte en onverplichte programma’s hiervoor, verleent vergunningen en subsidies en handhaaft hier bestuurlijk op.

        • iiii.

          Resilience

          Werkt aan weerbaarheid, veerkracht en toekomstbestendigheid van de stad voor klimaatadaptatie, overstromingen, cyberaanvallen, energietransitie, integrale aanpak en social resilience.

      • 3°.

        Mobiliteit

        Portefeuille: werkt aan mobiliteit, een duurzaam bereikbare stad en regio, optimaal verkeersnetwerk vanuit de invalshoeken economie, gezondheid, verkeersveiligheid en bereikbaarheid in de breedte van de opgaven, innovatie en bewaakt daarbij de afweging van belangen die liggen op het gebied van leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit, milieu- en klimaatdoelstellingen en bereikbaarheid en veiligheid via diverse mobiliteitssytemen, verkeersmanagement en het treffen van verkeers-, bewegwijzering- en inrichtingsmaatregelen en besluitvorming daaromtrent, stelt daarbij leidende principes op in de transitie naar verduurzaming en onderdeel van de integrale opgave van het optimaliseren van het netwerk, ook voor fiets- en loopinfra. Voert het (juridisch) wegbeheerderschap van het verkeerswegennetwerk in de stad en het Havengebied. Werkt met behulp van onderzoek, data en modellen netwerkbeleid uit, ook met betrekking tot nieuwe (deel)mobiliteit en parkeren, bereidt besluiten voor in het kader van de Wegenwet en neemt verkeersbesluiten met inbegrip van ontheffingen.

    • c.

      Directie Economie en Duurzaamheid (ED)

      • 1°.

        Economie

        Portefeuille: geeft gevraagd en ongevraagd advies op het gebied van economie en vestigingsklimaat. Brengt het ondernemersperspectief in gemeentelijke processen, projecten en regelingen in, mede door gebruik van de MKB-toets (ondernemersparticipatie). Vertaalt economische ontwikkelingen in stad en regio en naar stedelijke en wijkgerichte ontwikkelingen, waarbij in het bijzonder wordt ingezet op (ruimtelijk) economische ontwikkeling van winkelstraten, kantoren, bedrijfsterreinen, horeca, innovatief en circulair ondernemerschap, vrijetijds economie en maritieme economie. Ondersteunt vanuit economisch perspectief Wijk aan Zet en voert relatiebeheer met Rotterdamse ondernemers. Is verantwoordelijk voor de BedrijfsInvesteringsZones (BIZ) en de Winkeltijdenwet en -verordening.

      • 2°.

        Duurzaamheid

        Portefeuille: Werkt aan een toekomstbestendige stad die duurzaam, klimaatbestendig, circulair en inclusief is met een gezonde leefomgeving. Is primair verantwoordelijk voor de energietransitie als geheel (energiesysteem; opwek; infrastructuur; ontsluiting; gedrag) middels strategie- en beleidsontwikkeling, (formele) afspraken met de markt, (gebiedsgerichte) programma’s, het opstellen en uitvoeren van subsidieregelingen, dienstverlening aan bewoners en initiatieven, geeft integraal duurzaamheidsadvies in projecten en gebiedsontwikkelingen. Evalueert en monitort de CO2 in de stad en de haven. Beheert en ontwikkelt het Klimaat Actieplan Rotterdam en het Duurzaamheidskompas en is verantwoordelijk voor het Duurzaamheidstransitiebudget, het Klimaatberaad en de Rotterdamse Klimaat Aanjagers.

    • d.

      Directie Gebiedsontwikkeling (GO)

      • 1°.

        Gebiedsontwikkeling (GO)

        Portefeuille: werkt aan gebiedsontwikkelingen in het kader van een aantrekkelijke woonomgeving en evenwichtig woonaanbod, het in kaart brengen van planschades en nadeelcompensatie, het vestigen van voorkeursrechten, anterieure overeenkomsten en onteigeningen.

        Is ambtelijk opdrachtgever voor projecten met een fysieke component waaronder in ieder geval wordt verstaan buitenruimteprojecten en (woning)bouwprojecten en is verantwoordelijk voor de producten die hieruit voortkomen. Stelt ontwikkelovereenkomsten op en gaat deze aan, stelt inrichtingsplannen op en stelt deze vast en organiseert de participatie daarop. Ontvangt ruimtelijke initiatieven en draagt zorg voor goede begeleiding en afhandeling daarvan. Doet aanvragen voor subsidies en fondsbijdragen.

      • 2°.

        Gebiedsexploitatie (GEX)

        Portefeuille: werkt aan financieel en contractueel-juridisch advies voor de ruimtelijke (her)ontwikkeling van de stad.

        Stelt grondexploitaties op en beheert deze, heeft financiële regie over gebiedsontwikkeling, planeconomie, verwerving van gronden en opstallen, verkoop en uitgifte van gronden, sluit overeenkomsten, voorovereenkomsten, anterieure overeenkomsten, samenwerkingsovereenkomsten, ontwikkelovereenkomsten, bij erfpachtzaken; verzorgt de wijziging van akten, overeenkomsten tot wijziging van akten, goederenrechtelijke structureringen, beheer en management van grond- en vastgoedakten, toestemming tot verlening onroerende zaken en het beheer van grondverkoopcontracten; adviseert over planeconomische, contractuele en markttechnische haalbaarheid. Toetst ruimtelijke plannen op haalbaarheid, werkt aan grondexploitaties, investeringsprojecten, exploitatieprojecten, buitenruimteprojecten en de financiële projectbeheersing en ondersteuning en eerstelijnscontrol van deze projecten en beoordeelt planschades en nadeelcompensatie. Zet de vestiging van voorkeursrechten en onteigening in gang.

    • e.

      Directie Bestaande stad (BS)

      • 1°.

        Bouw- en woningtoezicht (BWT)

        Portefeuille: werkt aan de kwaliteit van de gebouwde omgeving op het gebied van onderhoud, cultureel erfgoed, bouwen, beheer, slopen en gebruik, het omgevingsplan en verordeningen in het kader van de fysieke, gebouwde omgeving en de handhaving daarop. Adviseert het bestuur, begeleidt initiatiefnemers in vergunning- en projectomgevingsplantrajecten en zorgt voor de besluitvorming daaromtrent. Voert alle (wettelijke) taken uit die essentieel zijn voor de realisatie van de Rotterdamse doelstellingen en programma’s om daarmee leefbare wijken en een aantrekkelijke en veilige woon- en werkstad te creëren en behouden. Legt in het traject van initiatief tot realisatie van bouwwerken het omgevingsplan voor besluitvorming aan de raad, beslist op aanvragen voor omgevingsvergunningen en ontheffingen, mede ten behoeve van onderhoud en instandhouding van bestaande bouwwerken en woningen, beoordeelt planschades en nadeelcompensatie en is verantwoordelijk voor de handhaving. Ontwikkelt beleid op het gebied van bouwen en toezicht op bouwen, welstand en monumenten, naleving en handhaving van de gebouwde omgeving en het toekomstbestendig maken van de bestaande stad.

      • 2°.

        Vastgoed

        Portefeuille: werkt aan het beheer, aankoop en verkoop, huur en verhuur en ontwikkeling van gemeentelijk vastgoed, vestigt beperkt zakelijke rechten en appartementsrechten, woont vergaderingen van VVE’s bij en organiseert deze, beheert de Verordening Woonschepen alsmede de woonschepen wanneer de ligplaats onder vastgoed valt en sluit anterieure overeenkomsten.

    • f.

      Directie Projectmanagement en Engineering (PM&E)

      • 1°.

        Projectmanagementbureau (PMB)

        Portefeuille: biedt project-, proces- en programmamanagement en de brede kennis en ervaring van het Rotterdamse werkveld bij integrale en complexe(re) opdrachten op het gebied van gebiedsontwikkeling, mobiliteit, vastgoed, economie, duurzaam en openbare ruimte.

      • 2°.

        Ingenieursbureau (IBR),

        Portefeuille: werkt aan het ontwerpen, ontwikkelen en testen van verschillende technische oplossingen waaronder in ieder geval het ontwerpen van bruggen, infrastructuur en bouwwerken, biedt technisch advies in de planontwikkeling en het technisch uitwerken van de plannen tot een contract, zet deze op de markt via aanbestedingen, doet de uitvoeringsbegeleiding tot en met oplevering van deze ontwerpen, begeleidt de overdracht naar beheer op het gebied van fysieke projecten in de openbare ruimte en op het gebied van realisatie van inrichting van de buitenruimte en de realisatie van stedelijke objecten, beheert de informatie over de ondergrond en overige data, en ontwikkelt en beheert kennis en innovaties om het voorgaande te ondersteunen.

      • 3°.

        Financiële beheersing projecten (FBP),

        Portefeuille: is verantwoordelijk voor het aanbieden en borgen van projectbeheersing en continue doorontwikkeling van de processen, programma’s en instrumenten die raken aan projectbeheersing en biedt financieel-administratieve ondersteuning en eerstelijns control van de volledige projectportefeuille van PM&E met uitzondering van de projecten van de afdeling Gebiedsexploitatie.

  • 2.

    Afdelingen kunnen bestaan uit teams die worden aangestuurd door een teamleider.

  • 3.

    Het cluster Stadsontwikkeling kent projecten met ambtelijk opdrachtgevers, programmamanagers, projectmanagers en taakmanagers.

Artikel 3 Bevoegdhedenregister en reikwijdte ondermandaat

  • 1.

    De concerndirecteur ondermandateert de in het integraal bij dit besluit behorende bevoegdhedenregister opgenomen bevoegdheden aan de personen die de in dat register aangeduide lijnfuncties of projectrollen vervullen.

  • 2.

    De in dit besluit ondergemandateerde bevoegdheden kunnen uitsluitend worden uitgeoefend voorzover het aangelegenheden betreft die behoren tot hun werkterrein en passen binnen de portefeuille van de vakafdeling of de directie waar ze voor werken en passen binnen de financiële beperking, bedoeld in artikel 4, eerste lid, en artikel 7, eerste lid.

Artikel 4 Financiën lijn- bevoegdheden

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 2, tweede lid, van het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging algemeen directeur 2021, geldt bij de uitoefening van de ondergemandateerde bevoegdheden dat:

    • a.

      de clusterdirecteuren tot de daargenoemde tweede laag behoren;

    • b.

      de afdelingshoofden tot de daargenoemde derde laag behoren;

    • c.

      de teamleiders en opgavemanagers tot de daargenoemde vierde laag behoren;

    • d.

      de directievoerders tot de daargenoemde vijfde laag behoren;

    • e.

      voor overige personen die tot de daargenoemde vijfde laag of zesde laag behoren, de in het bevoegdhedenregister bij die functie opgenomen financiële beperking geldt.

  • 2.

    Naast de plaatsvervangers van de directeuren zijn afdelingshoofden aangewezen om overeenkomsten boven de € 250.000 mede te ondertekenen als bedoeld in artikel 1.5, eerste lid onderdeel a, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2021.

  • 3.

    Bij overeenkomsten die een looptijd hebben van meer dan een jaar is het bedrag per jaar bepalend voor de hoogte van de financiële beperking.

Artikel 5 Plaatsvervanging lijn- bevoegdheden

  • 1.

    Bij afwezigheid of verhindering wordt, voor de duur van de afwezigheid of verhindering:

    • 1.

      een directeur vervangen door een andere directeur;

    • 2.

      een afdelingshoofd vervangen door een ander afdelingshoofd of door een teammanager van dezelfde afdeling;

    • 3.

      een teammanager of opgavemanager vervangen door een andere teammanager of een opgavemanager van dezelfde afdeling;

  • 2.

    De financiële beperkingen, bedoeld in artikel 4, blijven van toepassing op de plaatsvervanger.

 

Bevoegdheden projectrollen

Artikel 6 Projectrol- bevoegdheden

  • 1.

    De bevoegdheden uit het bevoegdhedenregister die zijn ondergemandateerd aan de directie of de vakafdeling die de opdracht voor een project heeft gegeven, zijn op dat project van toepassing voor personen met een projectrol, voorzover dit passend is binnen de bij de projectrol behorende financiële beperkingen en bij de gevraagde werkzaamheden, die op de bevoegdhedenkaart in dat project zijn toegekend aan of vermeld bij die persoon.

  • 2.

    De projectrol van ambtelijk opdrachtgever wordt, met uitzondering van de concerndirecteur, bij apart besluit van de concerndirecteur toegekend aan personen die deze projectrol voor een bepaald project of programma vervullen en dit wordt ook vermeld op de bevoegdhedenkaart. De overige projectrollen worden alleen toegekend op de bevoegdhedenkaart.

  • 3.

    Voor ieder project wordt een bevoegdhedenkaart ingevuld waarop in ieder geval staat welke personen de projectrollen vervullen.

  • 4.

    De projectrollen kunnen ook worden toegekend aan natuurlijke personen die niet zijn aangesteld bij het cluster Stadsontwikkeling, voor zover zij de bijbehorende bevoegdheden accepteren.

  • 5.

    Ambtelijk opdrachtgevers en programmamanagers zijn bevoegd om binnen hun project of programma de projectrollen op de bevoegdhedenkaart toe te kennen en te wijzigen.

Artikel 7 Financiën projectrol- bevoegdheden

  • 1.

    De ondergemandateerde bevoegdheden worden uitgeoefend met inachtneming van de financiële beperking, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging van de algemeen directeur 2021.

  • 2.

    Ambtelijk opdrachtgevers en programmamanagers zijn bevoegd om overeenkomsten boven de € 250.000 mede te ondertekenen als bedoeld in artikel 1.5, eerste lid onderdeel a, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2021.

  • 3.

    Bij overeenkomsten die een looptijd hebben van meer dan een jaar is het bedrag per jaar bepalend voor de hoogte van de financiële beperking.

Artikel 8 Plaatsvervanging projectrol- bevoegdheden

  • 1.

    Personen die in het kader van een projectrol bevoegdheden binnen een bepaald project of programma ondergemandateerd hebben gekregen, kunnen een plaatsvervanger aanwijzen, met dien verstande dat:

    • a.

      de ambtelijk opdrachtgever en de programmamanager de keuze van de aan te wijzen plaatsvervanger voor akkoord voorleggen aan de concerndirecteur of een clusterdirecteur;

    • b.

      de projectmanager de keuze van aan te wijzen plaatsvervanger voor akkoord voorlegt aan de ambtelijk opdrachtgever of een programmamanager;

    • c.

      de taakmanager de keuze van aan te wijzen plaatsvervanger voor akkoord voorlegt aan de ambtelijk opdrachtgever, een programmamanager of een projectmanager.

  • 2.

    De financiële beperkingen, bedoeld in artikel 7, blijven van toepassing op de plaatsvervanger voor de projectrol die deze heeft.

Artikel 9 Bevoegdheden bestelgerechtigde

  • 1.

    Een bestelgerechtigde is een assistent budgethouder dan wel een persoon die de rol met inkoopautorisaties in het boekhoudsysteem bekleedt.

  • 2.

    De bestelgerechtigde is bevoegd tot het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten alsmede tot het vertegenwoordigen van de gemeente bij het aangaan van die overeenkomsten tot ten hoogste € 500.

Artikel 10 Bevoegdheden DCMR Milieudienst Rijnmond

  • 1.

    Aan de directeur, unitmanager en teammanager van de DCMR Milieudienst Rijnmond wordt ondermandaat verleend voor de aangegeven bevoegdheden in het integraal bij dit besluit behorende bevoegdhedenregister met inachtneming van de genoemde beperkingen.

  • 2.

    De directeur DCMR Milieudienst Rijnmond kan de aan hem verleende ondermachtiging ten aanzien van het uitoefenen van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet en ten aanzien van uitvoeren van feitelijke handelingen, ook ondermachtigen aan niet-leidinggevenden binnen zijn organisatie die onder zijn verantwoordelijkheid vallen.

 

Overige bepalingen

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1.

    Indien als gevolg van besluitvorming binnen het cluster Stadsontwikkeling de naam van een directie, een afdeling of team wijzigt, waar een bevoegdheid op grond van dit besluit wordt uitgeoefend, wordt de bevoegdheid uitgeoefend door een medewerker met een vergelijkbare functie binnen het organisatieonderdeel waar de taak op dat moment is gepositioneerd totdat de wijziging is doorgevoerd in de Organisatieregeling 2016 of artikel 2 van dit besluit en het bevoegdhedenregister.

  • 2.

    Het Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging Stadsontwikkeling 2022 wordt ingetrokken.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Ondermandaat, Ondervolmacht, Ondermachtiging cluster Stadsontwikkeling 2024.

Aldus vastgesteld op 15 december 2023.

Concerndirecteur Stadsontwikkeling

H.M. van Bockxmeer

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl

Bijlage 1 bij het Besluit ondermandaat, ondervolmacht, en ondermachtiging Stadsontwikkeling 2024

 

BOOOO SO 2024_Bevoegdhedenregister_Directie Stadsontwikkeling

Bevoegdheden MVMR 2021 en zoals nadien gewijzigd

Lijn en projectbevoegdheden (Directie SO)

Art.nr.

Artikel Omschrijving

Concerndirecteur Stadsontwikkeling

Directeur Economie & Duurzaam

Directeur Gebiedsontwikkeling

Directeur Bestaande stad

Directeur Project Managementbureau & Engineering

Directeur Stedelijke inrichting

Grensbedragen_ financiële bevoegdheid:

Geen max

Geen max

Geen max

Geen max

Geen max

Geen max

1.2, derde lid

Indien aan een gemandateerde een bevoegdheid is opgedragen tot het verlenen van een vergunning, subsidie, toestemming, instemming of ontheffing is de gemandateerde tevens bevoegd tot het weigeren, wijzigen, intrekken, niet in behandeling nemen, overschrijven, verbinden van voorschriften, vaststellen, terugvorderen of schorsen van die vergunning, subsidie, toestemming, instemming of ontheffing.

X

X

X

X

X

X

1.2, vierde lid, zie ook 1.5 en 4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid

Indien een gemandateerde bevoegd is tot het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst is deze tevens bevoegd tot het besluiten tot het wijzigen en beëindigen van de overeenkomst.

X

X

X

X

X

X

1.3

1. De gemandateerde, gevolmachtigde en gemachtigde functionarissen kunnen de aan hen opgedragen bevoegdheden en taken schriftelijk ondermandateren, ondervolmachten en ondermachtigen aan medewerkers van hun organisatie.

X

1.4

De algemeen directeur en de door hem ondergemandateerden, ondergevolmachtigden en ondergemachtigden kunnen mandaten, volmachten en machtigingen van andere bestuursorganen, rechtspersonen of natuurlijke personen accepteren, voor zover dit voor een efficiënte uitvoering of in het kader van gemaakte samenwerkingsafspraken wenselijk of noodzakelijk is.

X

X

X

X

X

X

1.5 zie ook 1.2, vierde lid en 4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid

1. Indien het college mandaat heeft verleend tot het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst, verleent de burgemeester met betrekking tot die overeenkomst een volmacht voor het verrichten van de volgende rechtshandelingen: a. het ondertekenen van een overeenkomst, waaronder ook een publiekrechtelijke overeenkomst, met dien verstande dat een overeenkomst mede wordt ondertekend door de plaatsvervanger of een hiertoe aangewezen ondergeschikte als de geldelijke waarde van een overeenkomst het bedrag van € 250.000 exclusief btw te boven gaat; b. het vertegenwoordigen van de gemeente buiten rechte. 2. Indien een gevolmachtigde bevoegd is tot het ondertekenen van een overeenkomst is deze tevens bevoegd tot het uitvoeren van alle rechtshandelingen en feitelijke handelingen ter voorbereiding of uitvoering van die overeenkomst.

X

X

X

X

X

X

1.7

1. Aan de door het college en de burgemeester gemandateerde of gevolmachtigde functionarissen wordt mandaat verleend tot het vaststellen van beleidsregels met betrekking tot de aan hen opgedragen bevoegdheden. 2. Deze bevoegdheid kan niet verder worden ondergemandateerd dan tot de directeuren die direct onder de concerndirecteuren vallen.

X

X

X

X

X

X

1.8, onder a

klachten behandelen als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op de uitvoering van de aan hen opgedragen bevoegdheden;

X

X

X

X

X

X

1.8, onder b

actief en passief documenten openbaar maken als bedoeld in de Wet open overheid, voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot hun werkterrein;

X

X

X

X

X

X

1.8, onder c

een last onder bestuursdwang en een last onder dwangsom opleggen als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet juncto artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht met inbegrip van het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in titel 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van de aan hen gemandateerde bevoegdheden;

X

X

X

1.8, onder d

de bevoegdheden uitoefenen met betrekking tot het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in titel 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van de aan hen gemandateerde bevoegdheden;

X

X

X

X

X

X

1.8, onder e

met betrekking tot nog niet aan de gemeentelijke archiefbewaarplaats overgedragen archieven, toepassing geven aan de artikelen 5, 7, 8, eerste lid, onderdeel b, 12, 13 en 15, eerste lid en 15a, eerste en derde lid, van de Archiefwet 1995, met inachtneming van het Archiefbesluit 1995;

X

X

X

X

X

X

1.8, onder f

een nieuwe termijn stellen als bedoeld in artikel 4:14, eerste lid en derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en het verdagen van de beslistermijn, bedoeld in de artikelen 7:10, derde lid, en 7:24, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

X

X

X

X

X

X

3.4

Aan de concerndirecteur Stadsontwikkeling wordt door het college mandaat verleend tot het nemen van beslissingen op bezwaarschriften tegen besluiten op grond van de Huisvestingswet of de daarop gebaseerde verordening, inclusief het beslissen op verzoeken om vergoeding van de proceskosten, op grond van artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen de gemandateerde niet te kennen heeft gegeven contrair te willen gaan aan het advies van de Bezwarenadviescommissie Huisvesting regio Rotterdam.

X

4.1, eerste lid, onder a

deelname aan mediation en het in dat verband besluiten tot het aangaan van een vaststellingsovereenkomst met betrekking tot of samenhangend met de hem opgedragen bevoegdheden;

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder b en 4.3, onder a

het uitoefenen van de bevoegdheden uit de dwangsomregeling, bedoeld in paragraaf 4.1.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder c

het uitoefenen van de bevoegdheden met betrekking tot bestuurlijke geldschulden, bedoeld in de afdelingen 4.4.1, 4.4.2 en 4.4.3 en paragraaf 4.4.4.1 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op de in dit besluit aan hem gemandateerde bevoegdheden;

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder d

het indienen van bedenkingen en het naar voren brengen van een zienswijze tegen door een ander bestuursorgaan voorgenomen besluit;

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder e en 4.3, onder c

het aanwijzen van toezichthouders ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder f

het geven van een bestuurlijke waarschuwing;

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid , onder g

het aanvragen van een vergunning, toestemming, of ontheffing alsmede het aanvaarden van een vergunning, toestemming of ontheffing;

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder h

het nemen van besluiten op grond van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en daarop gebaseerde regelgeving, dan wel op grond van een andere door de raad vastgestelde autonome verordening met gebruikmaking van de bevoegdheden, bedoeld in de afdelingen 4.2.3 tot en met 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht, met uitzondering van de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014;

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder i, SO1

Het aanvragen van Europese subsidies;

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder i, SO2

het aanvragen van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen; met uitzondering van Europese subsidies;

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder j

het in ontvangst nemen, beheren, besteden en verantwoorden van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen;

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder k

het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming;

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder l

het besluiten tot een digitale meningspeiling, bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Verordening inspraak, burgerinitiatief en referenda Rotterdam 2018, het besluiten of inspraak wordt verleend bij deze voorbereiding van beleid, bedoeld in artikel 2, eerste lid van deze verordening, en het vaststellen van een andere inspraakprocedure voor een of meer beleidsvoornemens als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van die verordening;

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder m

het geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren van de belasting als bedoeld in artikel 255, vijfde lid van de Gemeentewet.

X

X

X

4.1, eerste lid, onder n en 4.3, onder d

het besluiten tot het doen van aangifte van een strafbaar feit.

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder o en 4.3, onder f

Het besluiten tot voegen in strafprocessen.

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder p

het vaststellen van de gemeentelijke prijzen, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Verordening Financiën van de gemeente Rotterdam 2013.

X

4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid, zie ook 1.2, vierde lid en 1.5

q. het besluiten tot het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten, waaronder publiekrechtelijke overeenkomsten, in het kader van de uitvoering van de aan hem opgedragen bevoegdheden met uitzondering van: 1°. het maken van afspraken over vergoeding van schades; 2°. het verstrekken van leningen en garanties aan en het ontvangen van zekerheden van rechtspersonen als bedoeld in de Verordening Leningverstrekking en Garantieverlening 2014; 2. Indien een mandaat als bedoeld in het eerste lid, onderdeel q, wordt uitgeoefend en de geldelijke waarde van een overeenkomst het bedrag van € 250.000 te boven gaat, is het besluit van de plaatsvervanger of aangewezen ondergeschikte benodigd. 3. Voor overeenkomsten in het kader van interne bedrijfsvoering wordt voorafgaande instemming verkregen van de directeur Financiën, Inkoop en Juridisch van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning.

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder r

het uitoefenen van de bevoegdheden bedoeld in de Wet hergebruik van overheidsinformatie met dien verstande dat deze bevoegdheid uitsluitend kan worden ondergemandateerd aan ambtenaren van de gemeente.

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder s

het vaststellen van de structuur binnen een cluster en binnen andere onderdelen van de gemeentelijke organisatie.

X

X

X

X

4.2, onder a en 4.4, onder a

het verstrekken van legitimatiebewijzen aan medewerkers ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;

X

X

X

X

X

X

4.2, onder b en 4.4, onder b

het vaststellen van formulieren ten behoeve van de uitvoering van de hem overgedragen bevoegdheden;

X

X

X

X

X

X

4.2, onder c

het bijhouden van registers ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;

X

X

X

X

X

X

4.2, onder d en 4.4, onder c

het melden van een inbreuk in verband met persoonsgegevens bij de toezichthoudende autoriteit, bedoeld in artikel 33 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

X

X

X

X

X

4.2, onder e en 4.4, onder d

het mededelen van een inbreuk in verband met persoonsgegevens van de betrokkene, bedoeld in artikel 34 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

X

X

X

X

X

4.3, onder e

het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

X

X

X

X

X

Europese wet- en regelgeving

4.17, eerste lid

4.17, eerste lid

Aan de algemeen directeur wordt op het gebied van Europese wet- en regelgeving door het college mandaat verleend tot het afgeven van een EG-verklaring van overeenstemming, bedoeld in de EG-machinerichtlijn.

X

X

Nationale wet- en regelgeving

4.17, tweede lid

4.17, tweede lid, onder a

Aan de algemeen directeur wordt op het gebied van nationale wet- en regelgeving door het college mandaat verleend tot:het accorderen van declaraties van de Stichting Nationaal Restauratiefonds in het kader van het Besluit rijkssubsidiering restauratie monumenten en overige op dit terrein van toepassing zijnde rijkssubsidieregelingen;

X

X

X

X

4.17, tweede lid, onder b

het verlenen van een vergunning voor het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten van huur en verhuur, bedoeld in artikel 15 van de Leegstandwet;

X

X

X

X

4.17, tweede lid, onder c

de bevoegdheden, bedoeld in de Omgevingswet en de daarop berustende regelingen, visies en plannen met inbegrip van overgangsregelingen, voor zover het de portefeuille van het cluster én de betreffende directie én de betreffende vakafdeling betreft, bedoeld in artikel 7 van de Organisatieregeling 2016 en artikel 2 van dit besluit, met uitzondering van het beslissen op bezwaarschriften en het instellen van beroep;

X

X

X

X

X

X

4.17, tweede lid, onder d, sub 1

het nemen van verkeersbesluiten, bedoeld in artikel 18, eerste lid, onderdeel d, alsmede het treffen van maatregelen en het nemen van besluiten, niet zijnde verkeersbesluiten, op grond van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, met inachtneming van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer in het kader van verkeer- en vervoerdoeleinden;

X

X

4.17, tweede lid, onder d, sub 2

het verlenen van een ontheffing, bedoeld in artikel 149;

X

X

4.17, tweede lid, onder e

het ondertekenen van bekendmakingen van besluiten, bedoeld in artikel 9 van de Wegenwet juncto afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht;

X

x

X

4.17, tweede lid, onder f

het verlenen van een vergunning voor het openstellen van een tunnel voor het verkeer, bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels (Warvw) alsmede het uitvoeren van overige taken en bevoegdheden die het college toekomen in het kader van de Warvw, met uitzondering van de taken en bevoegdheden met betrekking tot de Maastunnel;

X

X

X

4.17, tweede lid, onder g

het nemen van besluiten bij of krachtens de Wet milieubeheer;

X

X

X

4.17, tweede lid, onder h, zie ook 4.17, vierde lid, onder l

het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Winkeltijdenwet;

X

X

X

X

X

4.17, tweede lid, onder i

het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 12d tot en met 18 en 92a van de Woningwet en artikel 2:55 van de Invoeringswet Omgevingswet;

X

X

X

X

Gemeente-lijke wet- en regelgeving

4.17, vierde lid

4.17, vierde lid, onder a, sub 1

Aan de algemeen directeur wordt op het gebied van gemeentelijke regelgeving door het college mandaat verleend tot: het uitoefenen van de volgende bevoegdheden uit de APV Rotterdam 2012: 1°.het verlenen van vergunningen, bedoeld in artikel 2:10 voor het gebruik van de weg of weggedeelten anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, bedoeld in artikel 2:10, voor zover deze bevoegdheid geen betrekking heeft op: - filmopnames; - het tijdelijk in gebruik nemen van de openbare weg ten behoeve van het inrichten van een terrein voor opslag van bouwstoffen en plaatsing van keten, loodsen, hulpwerken en andere hulpmiddelen, niet zijnde een omgevingsvergunning; - het plaatsen van afval- en verhuiscontainers; - het plaatsen van steigers en het plaatsen van materialen of voorwerpen ten behoeve van werkzaamheden niet zijnde een omgevingsvergunning;

X

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 2

het besluiten tot en het geven van aanwijzingen aan de rechthebbende op een bouwwerk tot het aanbrengen, onderhouden, wijzigen en verwijderen van voorwerpen, borden of voorzieningen ten behoeve van het openbaar verkeer of de openbare verlichting, bedoeld in artikel 2:21, eerste en tweede lid;

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 3

het verlenen van toestemming tot het aanbrengen van een aanplakbiljet, bedoeld in artikel 2:42, tweede lid;

X

X

X

X

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 4

het aanwijzen van aanplakborden voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen, bedoeld in artikel 2:42, vierde lid;

X

X

X

X

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 5

het verlenen van een ontheffing geluidhinder, bedoeld in artikel 4:6, voor zover dit niet betreft het mechanisch reinigen van gevels en voor zover deze bevoegdheid niet in ondermandaat is opgedragen aan de directeur Veiligheid;

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 6

het verlenen, wijzigen en intrekken van de ontheffing, bedoeld in artikel 4:15, vierde lid;

X

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 7

het verlenen van ontheffing voor nachtverblijf buiten kampeerterreinen, bedoeld in artikel 4:18, derde lid, voor zover deze bevoegdheid geen betrekking heeft op nachtverblijf buiten kampeerterreinen in het kader van evenementen;

X

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 8

het verlenen van een deelmobiliteitsvergunning, bedoeld in artikel 5:12a van de Nadere regels deelmobiliteit;

X

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 9

het verlenen van een vergunning voor het houden van een inzameling van geld of daartoe een intekenlijst aan te bieden, bedoeld in artikel 5:13;

X

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 10

het verlenen van een standplaatsvergunning, bedoeld in de artikelen 5:18, eerste lid en 5:21d, eerste lid;

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 11

het verlenen van ontheffing, bedoeld in artikel 5:21a, tweede en derde lid;

X

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 12

het verlenen van ontheffing van de verkooptijd van oliebollen, kerstbomen of haring, bedoeld in artikel 5:21c, tweede lid;

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 13

het verlenen van vergunning voor het innemen van een standplaats voor grote voertuigen, bedoeld in artikel 5:21d, eerste lid;

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 14

het verlenen, wijzigen of intrekken van een vergunning voor het plaatsen, aanbrengen of hebben van voorwerpen, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water, bedoeld in artikel 5:24, voor zover deze bevoegdheid niet in ondermandaat is opgedragen aan de directeur Veiligheid;

X

X

4.17, vierde lid, onder b

het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 4, 7 en 8, eerste lid, van de Doelgroepenverordening woningbouw Rotterdam 2021;

X

X

X

X

4.17, vierde lid, onder c

het verlengen van de beslistermijn, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Erfgoedverordening Rotterdam 2020.

X

X

X

X

4.17, vierde lid, onder d

het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Maasvlakteverordening Rotterdam 2014, met uitzondering van artikel 6 inhoudende het stellen van nadere regels.

X

X

X

4.17, vierde lid, onder e

het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Taxiverordening Rotterdam 2013;

X

X

X

4.17, vierde lid, onder f

het uitoefenen van de bevoegdheden uit de Verhuurverordening gemeente Rotterdam 2023;

X

X

X

X

4.17, vierde lid, onder g

het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Verordening Architect aan zet en de Nadere Regels architect aan zet;

X

X

X

X

4.17, vierde lid, onder h, sub1

h. het uitoefenen van de volgende bevoegdheden in het kader van het Rotterdams Restauratiefonds 2006: de bevoegdheden, bedoeld in de Verordening Rotterdams Restauratiefonds 2006 met uitzondering van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 3, 4, zesde lid, 9, eerste lid, 10, tweede lid en 18;

X

X

X

X

X

4.17, vierde lid, onder h, sub 2

de bevoegdheden, bedoeld in de Nadere regels voor aanvragen krachtens de Verordening Rotterdams Restauratiefonds 2006;

X

X

X

X

X

X

4.17, vierde lid, onder i

het uitoefenen van de bevoegdheden uit de Verordening Starterslening Rotterdam;

X

X

X

X

4.17, vierde lid, onder j

het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de vigerende Verordening toegang woningmarkt en samenstelling woningvoorraad;

X

X

X

X

X

4.17, vierde lid, onder k, sub 1

het uitoefenen van de volgende bevoegdheden uit de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Rotterdam 2021: het vorderen van een leegstaand gedeelte van een gebouw of terrein ten behoeve van onderwijs of educatie of ten behoeve van culturele, maatschappelijke of recreatieve doeleinden, bedoeld in de artikelen 22, 24 en 27;

X

X

4.17, vierde lid, onder k, sub 2

het verlenen van toestemming voor verhuur van leegstaande ruimte, bedoeld in artikel 28;

X

X

4.17, vierde lid, onder k, sub 3

het op basis van artikel 29: - vaststellen of sprake is van achterstallig onderhoud aan het gebouw of terrein; - besluiten tot het verstrekken van de opdracht tot het maken van een staat van onderhoud; - voeren van overleg over de staat van onderhoud; - vaststellen welk deel van het achterstallig onderhoud voor rekening van het bevoegd gezag komt en of het bevoegd gezag opdracht verstrekt voor het uitvoeren van de werkzaamheden, of dat het bevoegd gezag een in overleg vast te stellen bedrag aan het college betaalt; - verlenen van schriftelijke toestemming aan het bevoegd gezag, zodat het bevoegd gezag is vrijgesteld van de verplichting die is vastgesteld in verband met achterstallig onderhoud;

X

X

4.17, vierde lid, onder l, zie ook 4.17, tweede lid, onder h

Het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Verordening winkeltijden Rotterdam 2018;

X

X

X

X

X

4.17, vierde lid, onder m

Het toewijzen van een standplaats voor een woonwagen, bedoeld in art. 2.6.5 van de verordening Woonruimtebemiddeling regio Rotterdam 2020.

X

X

X

4.17, vierde lid, onder n

Het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Verordening woonschepen 2013;

X

X

X

Overig

4.17, vijfde lid

4.17, vijfde lid, onder a

Bevoegdheden voortvloeiend uit overeenkomsten en convenanten

4.17, vijfde lid, onder a, sub 1

Aan de algemeen directeur wordt op het gebied van overige regelgeving door het college mandaat verleend tot: het uitoefenen van de volgende bevoegdheden voortvloeiend uit overeenkomsten en convenanten: het afgeven van een verklaring tot instemming in het kader van de toetredingsregeling, bedoeld in artikel 9 van het convenant Optimalisatie beeldkwaliteit bouwplaatsen in de binnenstad van Rotterdam;

X

x

X

X

4.17, vijfde lid, onder a, sub 2

het besluiten tot het aangaan, wijzigingen en beëindigen van garantiestellingen ten behoeve van leningen in het kader van particuliere woningverbetering alsmede het vaststellen van uitvoeringsbepalingen, bedoeld in artikel 6 van paragraaf 1, van de door de gemeente Rotterdam op 1 november 2004 gesloten samenwerkingsovereenkomst met de Stichting Nationaal Restauratiefonds, zoals nadien gewijzigd, inzake de subsidiëring en financieringsmethodiek in de particuliere woningverbeteringsector;

X

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder a, sub 3

het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, en het in dit kader daarvan verstrekken van garanties of borgtochten, zulks ter uitvoering van een college- of raadsbesluit dat ziet op de verstrekking van de garantie of borgtocht;

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder a, sub 4

Het besluiten tot het verstrekken van huurgarantie als onderdeel van het huurcontract Hart van Zuid;

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder a, sub 5

het besluiten tot het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de hoofdovereenkomst Gebiedsontwikkeling Hart van Zuid van de publiek-private samenwerking met Contractspartij Coeur du Sud B.V., waartoe in elk geval behoort: - het vaststellen en betaalbaar stellen van vergoedingen en betalingen uit hoofde van hoofdstuk III van deze overeenkomst, waaronder het vaststellen van de periodieke prestatievergoeding; - het deelnemen in de stuurgroep van de publiek-private samenwerking, als bedoeld in artikel 14 en volgende van deze overeenkomst; - het uitoefenen van de in artikel 26 van de overeenkomst genoemde systematiek van gemeentelijke zekerheden, waaronder het verzoeken van een aanvullende bankgarantie jegens Coeur du Sud B.V., bedoeld in artikel 26, tweede lid, van deze overeenkomst;

X

X

4.17, vijfde lid, onder b

Overig/ Vastgoedzaken

4.17, vijfde lid, onder b, sub 1

het uitoefenen van de volgende bevoegdheden voortvloeiend uit vastgoedzaken: het beslissen op aanvragen van privatiseren van openbaar groen;

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder b, sub 2

het besluiten tot uitgifte en verwerving van onroerende zaken en appartementsrechten, en het uitgeven in erfpacht daarvan, alsmede het vestigen en verwerven van beperkt zakelijke rechten, met uitzondering van overeenkomsten betreffende garantiestellingen en borgtochten;

X

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder b, sub 3

het besluiten tot het verrichten van civielrechtelijke rechtshandelingen in het kader van vastgoedbeheer en vastgoedontwikkeling, waaronder in ieder geval het aangaan van overeenkomsten en het besluiten tot het innemen van inhoudelijke standpunten bij vergaderingen van verenigingen van eigenaars;

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder b, sub 4

het besluiten tot het aangaan van huur- en verhuurovereenkomsten inzake onderwijsruimten;

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder b, sub 5

het besluiten tot het aangaan van huurovereenkomsten inzake kantoorhuisvesting van onderdelen van de gemeente;

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder b, sub 6

het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten inzake het ter beschikking stellen van parkeergelegenheid in parkeergarages van de gemeente;

X

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder b, sub 7

het besluiten als hypotheeknemer tot het verlenen van toestemming voor het vestigen van een erfdienstbaarheid en het besluiten tot het aangaan van een gebruiksovereenkomst voor het plaatsen van antennes in het kader van het aanleggen van mobiele telefoonnetten;

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder b, sub 8

het verhuren, verpachten of op andere wijze in gebruik geven van gemeente-eigendommen;

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder c

Overig/ Overig

4.17, vijfde lid, onder c, sub 1

het uitoefenen van de volgende bevoegdheden voortvloeiend uit overige zaken: het besluiten tot het kwijtschelden van schulden van debiteuren op grond van redelijkheid en billijkheid tot een bedrag van ten hoogste € 50.000 per debiteur, met betrekking tot huurovereenkomsten inzake het Recreatieoord Hoek van Holland;

X

X

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder c, sub 2

het besluiten tot het invorderen, waaronder het nemen van een procesbesluit, en in der minne regelen van geldvorderingen op debiteuren tot een bedrag van € 50.000 exclusief BTW per debiteur, met betrekking tot huurovereenkomsten inzake het Recreatieoord Hoek van Holland;

X

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder c, sub 3

het besluiten tot het bedingen van zekerheden in het kader van het treffen van een betalingsregeling met betrekking tot verschuldigde bedragen op grond van een rechtmatige of onrechtmatige daad;

X

X

X

X

4.17, vijde lid, onder c, sub 4

het beslissen op een verzoek tot nadeelcompensatie.

X

X

X

X

4.18, eerste lid, onder a

Aan de algemeen directeur wordt op het gebied van Nationale wet- en regelgeving door de burgemeester mandaat verleend tot: het ontzeggen van de toegang tot een ruimte, bedoeld in artikel 36 van de Alcoholwet;

X

X

4.18, eerste lid, onder b

het aanstellen van verkeersbrigadiers, bedoeld in artikel 56, vierde lid, van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, juncto artikel 82, derde lid, van het RVV 1990;

X

X

4.18, eerste lid, onder c

het verlenen van een ontheffing voor het verwekken van gerucht, bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Zondagswet.

X

X

Gemeente-lijke wet- en regelgeving

4.18, tweede lid

4.18, tweede lid, onder a

Aan de algemeen directeur wordt op het gebied van gemeentelijke regelgeving door de burgemeester mandaat verleend tot: het verlenen van vrijstelling of ontheffing voor het optreden als straatartiest, bedoeld in artikel 2:9, derde lid, van de APV Rotterdam 2012;

X

X

4.18, tweede lid, onder b

het stellen van een termijn met betrekking tot het verwijderen van terrassen, indien dit voor het uitvoeren van openbare werken of om enigerlei andere reden noodzakelijk is, bedoeld in artikel 2:30b van de APV Rotterdam 2012.

X

X

X

X

4.19 Nationale wet- en regelgeving

4.19, eerste lid

4.19, eerste lid, onder a

het doen van een verzoek aan de kantonrechter om een machtiging tot: 1°. beheer of onderhoud van een appartement als bedoeld in artikel 5:121, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek; 2°. het bijeenroepen van een vergadering van appartementseigenaars, het bijwonen van een vergadering, daarin het woord voeren en voorstellen doen of het belasten van anderen dan bestuursleden met de leiding van de vergadering, bedoeld in artikel 5:127a, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek; 3°. het verwezenlijken van de voorstellen genomen in een vergadering;

X

X

X

Overige

4.19, tweede lid

4.19, tweede lid, onder b

het vertegenwoordigen van de gemeente bij het passeren van notariële akten;

X

X

X

4.19, tweede lid, onder c

het verlenen van een ondervolmacht aan de medewerkers verbonden aan het notariskantoor dat verantwoordelijk is voor het passeren van de onder 4.19, onderdeel b bedoelde notariële akten, zowel aan hen tezamen als aan een ieder van hen afzonderlijk;

X

X

X

4.19, tweede lid, onder d

d. het vertegenwoordigen van de gemeente in vergaderingen van verenigingen van eigenaren, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen.

X

X

X

 

BOOOO SO 2024_Bevoegdhedenregister_Afdeling Directie- en Bestuursondersteuning (DBO) en Strategie

Bevoegdheden MVMR 2021 en zoals nadien gewijzigd

Lijnbevoegdheden DBO en Strategie

 

Projectbevoegdheden DBO en Strategie

Art.nr.

Artikel Omschrijving

Afdelingshoofd Strategie

Afdelingshoofd DBO

Teamleider Strategie

Teamleider DBO

Privacy Officer

Ambtelijk opdrachtgever/ programmamanager

Projectmanager

Taakmanager

Grensbedragen_ financiële bevoegdheid:

€ 250.000

€ 250.000

€ 50.000

€ 50.000

n.v.t.

€ 250.000

€ 50.000

€ 15.000

1.2, vierde lid, zie ook 1.5 en 4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid

Indien een gemandateerde bevoegd is tot het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst is deze tevens bevoegd tot het besluiten tot het wijzigen en beëindigen van de overeenkomst.

X

X

X

X

X

X

X

1.4

De algemeen directeur en de door hem ondergemandateerden, ondergevolmachtigden en ondergemachtigden kunnen mandaten, volmachten en machtigingen van andere bestuursorganen, rechtspersonen of natuurlijke personen accepteren, voor zover dit voor een efficiënte uitvoering of in het kader van gemaakte samenwerkingsafspraken wenselijk of noodzakelijk is.

X

X

X

X

X

X

X

1.5 zie ook 1.2, vierde lid en 4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid

1. Indien het college mandaat heeft verleend tot het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst, verleent de burgemeester met betrekking tot die overeenkomst een volmacht voor het verrichten van de volgende rechtshandelingen: a. het ondertekenen van een overeenkomst, waaronder ook een publiekrechtelijke overeenkomst, met dien verstande dat een overeenkomst mede wordt ondertekend door de plaatsvervanger of een hiertoe aangewezen ondergeschikte als de geldelijke waarde van een overeenkomst het bedrag van € 250.000 exclusief btw te boven gaat; b. het vertegenwoordigen van de gemeente buiten rechte. 2. Indien een gevolmachtigde bevoegd is tot het ondertekenen van een overeenkomst is deze tevens bevoegd tot het uitvoeren van alle rechtshandelingen en feitelijke handelingen ter voorbereiding of uitvoering van die overeenkomst.

X

X

X

X

X

X

X

1.8, onder a

klachten behandelen als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op de uitvoering van de aan hen opgedragen bevoegdheden;

X

X

X

X

1.8, onder b

actief en passief documenten openbaar maken als bedoeld in de Wet open overheid, voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot hun werkterrein;

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder a

deelname aan mediation en het in dat verband besluiten tot het aangaan van een vaststellingsovereenkomst met betrekking tot of samenhangend met de hem opgedragen bevoegdheden;

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder b en 4.3, onder a

het uitoefenen van de bevoegdheden uit de dwangsomregeling, bedoeld in paragraaf 4.1.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

X

4.1, eerste lid, onder d

het indienen van bedenkingen en het naar voren brengen van een zienswijze tegen door een ander bestuursorgaan voorgenomen besluit;

X

X

X

X

4.1, eerste lid , onder g

het aanvragen van een vergunning, toestemming, of ontheffing alsmede het aanvaarden van een vergunning, toestemming of ontheffing;

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder h

het nemen van besluiten op grond van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en daarop gebaseerde regelgeving, dan wel op grond van een andere door de raad vastgestelde autonome verordening met gebruikmaking van de bevoegdheden, bedoeld in de afdelingen 4.2.3 tot en met 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht, met uitzondering van de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014;

X

X

X

4.1, eerste lid, onder i, SO1

Het aanvragen van Europese subsidies;

X

X

X

4.1, eerste lid, onder i, SO2

het aanvragen van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen; met uitzondering van Europese subsidies;

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder j

het in ontvangst nemen, beheren, besteden en verantwoorden van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen;

X

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder k

het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming;

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder n en 4.3, onder d

het besluiten tot het doen van aangifte van een strafbaar feit.

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder o en 4.3, onder f

Het besluiten tot voegen in strafprocessen.

X

X

4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid, zie ook 1.2, vierde lid en 1.5

q. het besluiten tot het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten, waaronder publiekrechtelijke overeenkomsten, in het kader van de uitvoering van de aan hem opgedragen bevoegdheden met uitzondering van: 1°. het maken van afspraken over vergoeding van schades; 2°. het verstrekken van leningen en garanties aan en het ontvangen van zekerheden van rechtspersonen als bedoeld in de Verordening Leningverstrekking en Garantieverlening 2014; 2. Indien een mandaat als bedoeld in het eerste lid, onderdeel q, wordt uitgeoefend en de geldelijke waarde van een overeenkomst het bedrag van € 250.000 te boven gaat, is het besluit van de plaatsvervanger of aangewezen ondergeschikte benodigd. 3. Voor overeenkomsten in het kader van interne bedrijfsvoering wordt voorafgaande instemming verkregen van de directeur Financiën, Inkoop en Juridisch van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning.

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder r

het uitoefenen van de bevoegdheden bedoeld in de Wet hergebruik van overheidsinformatie met dien verstande dat deze bevoegdheid uitsluitend kan worden ondergemandateerd aan ambtenaren van de gemeente.

X

X

X

X

4.2, onder b en 4.4, onder b

het vaststellen van formulieren ten behoeve van de uitvoering van de hem overgedragen bevoegdheden;

X

X

X

X

4.2, onder c

het bijhouden van registers ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;

X

X

X

X

4.2, onder d en 4.4, onder c

het melden van een inbreuk in verband met persoonsgegevens bij de toezichthoudende autoriteit, bedoeld in artikel 33 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

X

X

X

X

4.2, onder e en 4.4, onder d

het mededelen van een inbreuk in verband met persoonsgegevens van de betrokkene, bedoeld in artikel 34 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

X

X

X

X

4.3, onder e

het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

X

X

X

4.17, tweede lid, onder c

de bevoegdheden, bedoeld in de Omgevingswet en de daarop berustende regelingen, visies en plannen met inbegrip van overgangsregelingen, voor zover het de portefeuille van het cluster én de betreffende directie én de betreffende vakafdeling betreft, bedoeld in artikel 7 van de Organisatieregeling 2016 en artikel 2 van dit besluit, met uitzondering van het beslissen op bezwaarschriften en het instellen van beroep;

X

X

X

X

X

X

X

 

BOOOO SO 2024_Bevoegdhedenregister_Directie Economie en Duurzaamheid

Bevoegdheden MVMR 2021 en zoals nadien gewijzigd

Lijnbevoegdheden directie Economie en Duurzaamheid

 

Projectbevoegdheden directie Economie en Duurzaamheid

Art.nr.

Artikel Omschrijving

Afdelingshoofd

Teamleider

Ambtelijk opdrachtgever/ programmamanager

Projectmanager

Taakmanager

Grensbedragen_ financiële bevoegdheid:

€ 250.000

€ 50.000

€ 250.000

€ 50.000

€ 15.000

1.2, vierde lid, zie ook 1.5 en 4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid

Indien een gemandateerde bevoegd is tot het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst is deze tevens bevoegd tot het besluiten tot het wijzigen en beëindigen van de overeenkomst.

X

X

X

X

X

1.4

De algemeen directeur en de door hem ondergemandateerden, ondergevolmachtigden en ondergemachtigden kunnen mandaten, volmachten en machtigingen van andere bestuursorganen, rechtspersonen of natuurlijke personen accepteren, voor zover dit voor een efficiënte uitvoering of in het kader van gemaakte samenwerkingsafspraken wenselijk of noodzakelijk is.

X

X

X

X

X

1.5 zie ook 1.2, vierde lid en 4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid

1. Indien het college mandaat heeft verleend tot het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst, verleent de burgemeester met betrekking tot die overeenkomst een volmacht voor het verrichten van de volgende rechtshandelingen: a. het ondertekenen van een overeenkomst, waaronder ook een publiekrechtelijke overeenkomst, met dien verstande dat een overeenkomst mede wordt ondertekend door de plaatsvervanger of een hiertoe aangewezen ondergeschikte als de geldelijke waarde van een overeenkomst het bedrag van € 250.000 exclusief btw te boven gaat; b. het vertegenwoordigen van de gemeente buiten rechte. 2. Indien een gevolmachtigde bevoegd is tot het ondertekenen van een overeenkomst is deze tevens bevoegd tot het uitvoeren van alle rechtshandelingen en feitelijke handelingen ter voorbereiding of uitvoering van die overeenkomst.

X

X

X

X

X

1.8, onder a

klachten behandelen als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op de uitvoering van de aan hen opgedragen bevoegdheden;

X

X

1.8, onder b

actief en passief documenten openbaar maken als bedoeld in de Wet open overheid, voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot hun werkterrein;

X

X

4.1, eerste lid, onder a

deelname aan mediation en het in dat verband besluiten tot het aangaan van een vaststellingsovereenkomst met betrekking tot of samenhangend met de hem opgedragen bevoegdheden;

X

4.1, eerste lid, onder d

het indienen van bedenkingen en het naar voren brengen van een zienswijze tegen door een ander bestuursorgaan voorgenomen besluit;

x

4.1, eerste lid , onder g

het aanvragen van een vergunning, toestemming, of ontheffing alsmede het aanvaarden van een vergunning, toestemming of ontheffing;

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder h

het nemen van besluiten op grond van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en daarop gebaseerde regelgeving, dan wel op grond van een andere door de raad vastgestelde autonome verordening met gebruikmaking van de bevoegdheden, bedoeld in de afdelingen 4.2.3 tot en met 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht, met uitzondering van de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014;

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder i, SO1

Het aanvragen van Europese subsidies;

X

4.1, eerste lid, onder i, SO2

het aanvragen van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen; met uitzondering van Europese subsidies;

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder j

het in ontvangst nemen, beheren, besteden en verantwoorden van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen;

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder k

het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming;

X

4.1, eerste lid, onder n en 4.3, onder d

het besluiten tot het doen van aangifte van een strafbaar feit.

X

4.1, eerste lid, onder o en 4.3, onder f

Het besluiten tot voegen in strafprocessen.

X

4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid, zie ook 1.2, vierde lid en 1.5

q. het besluiten tot het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten, waaronder publiekrechtelijke overeenkomsten, in het kader van de uitvoering van de aan hem opgedragen bevoegdheden met uitzondering van: 1°. het maken van afspraken over vergoeding van schades; 2°. het verstrekken van leningen en garanties aan en het ontvangen van zekerheden van rechtspersonen als bedoeld in de Verordening Leningverstrekking en Garantieverlening 2014; 2. Indien een mandaat als bedoeld in het eerste lid, onderdeel q, wordt uitgeoefend en de geldelijke waarde van een overeenkomst het bedrag van € 250.000 te boven gaat, is het besluit van de plaatsvervanger of aangewezen ondergeschikte benodigd. 3. Voor overeenkomsten in het kader van interne bedrijfsvoering wordt voorafgaande instemming verkregen van de directeur Financiën, Inkoop en Juridisch van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning.

X

X

4.1, eerste lid, onder r

het uitoefenen van de bevoegdheden bedoeld in de Wet hergebruik van overheidsinformatie met dien verstande dat deze bevoegdheid uitsluitend kan worden ondergemandateerd aan ambtenaren van de gemeente.

X

4.2, onder b en 4.4, onder b

het vaststellen van formulieren ten behoeve van de uitvoering van de hem overgedragen bevoegdheden;

X

4.2, onder c

het bijhouden van registers ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;

X

X

4.2, onder d en 4.4, onder c

het melden van een inbreuk in verband met persoonsgegevens bij de toezichthoudende autoriteit, bedoeld in artikel 33 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

4.2, onder e en 4.4, onder d

het mededelen van een inbreuk in verband met persoonsgegevens van de betrokkene, bedoeld in artikel 34 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

4.3, onder e

het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

4.17, tweede lid, onder c

de bevoegdheden, bedoeld in de Omgevingswet en de daarop berustende regelingen, visies en plannen met inbegrip van overgangsregelingen, voor zover het de portefeuille van het cluster én de betreffende directie én de betreffende vakafdeling betreft, bedoeld in artikel 7 van de Organisatieregeling 2016 en artikel 2 van dit besluit, met uitzondering van het beslissen op bezwaarschriften en het instellen van beroep;

X

X

X

X

X

4.17, tweede lid, onder h, zie ook 4.17, vierde lid, onder l

het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Winkeltijdenwet;

X

X

 

BOOOO SO 2024_Bevoegdhedenregister_Directie Bestaande stad _Afdeling Vastgoed (VG)

Bevoegdheden MVMR 2021 en zoals nadien gewijzigd

Lijnbevoegdheden Vastgoed

 

Projectbevoegdheden Vastgoed

Art.nr.

Artikel Omschrijving

Afdelingshoofd

Teamleider

Assetmanager

Accountmedewerker/ Contractmanager/ Projectleider technisch beheer/ vastgoedontwikkelaar

Ambtelijk opdrachtgever/ programmamanager

Projectmanager

Taakmanager

Grensbedragen_ financiële bevoegdheid:

€ 250.000

€ 50.000

€ 15.000

€ 5.000

€ 250.000

€ 50.000

€ 15.000

1.2, derde lid

Indien aan een gemandateerde een bevoegdheid is opgedragen tot het verlenen van een vergunning, subsidie, toestemming, instemming of ontheffing is de gemandateerde tevens bevoegd tot het weigeren, wijzigen, intrekken, niet in behandeling nemen, overschrijven, verbinden van voorschriften, vaststellen, terugvorderen of schorsen van die vergunning, subsidie, toestemming, instemming of ontheffing.

X

X

1.2, vierde lid, zie ook 1.5 en 4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid

Indien een gemandateerde bevoegd is tot het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst is deze tevens bevoegd tot het besluiten tot het wijzigen en beëindigen van de overeenkomst.

X

X

X

X

X

X

X

1.4

De algemeen directeur en de door hem ondergemandateerden, ondergevolmachtigden en ondergemachtigden kunnen mandaten, volmachten en machtigingen van andere bestuursorganen, rechtspersonen of natuurlijke personen accepteren, voor zover dit voor een efficiënte uitvoering of in het kader van gemaakte samenwerkingsafspraken wenselijk of noodzakelijk is.

X

X

X

X

X

X

X

1.5 zie ook 1.2, vierde lid en 4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid

1. Indien het college mandaat heeft verleend tot het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst, verleent de burgemeester met betrekking tot die overeenkomst een volmacht voor het verrichten van de volgende rechtshandelingen: a. het ondertekenen van een overeenkomst, waaronder ook een publiekrechtelijke overeenkomst, met dien verstande dat een overeenkomst mede wordt ondertekend door de plaatsvervanger of een hiertoe aangewezen ondergeschikte als de geldelijke waarde van een overeenkomst het bedrag van € 250.000 exclusief btw te boven gaat; b. het vertegenwoordigen van de gemeente buiten rechte. 2. Indien een gevolmachtigde bevoegd is tot het ondertekenen van een overeenkomst is deze tevens bevoegd tot het uitvoeren van alle rechtshandelingen en feitelijke handelingen ter voorbereiding of uitvoering van die overeenkomst.

X

X

X

X

X

X

X

1.8, onder a

klachten behandelen als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op de uitvoering van de aan hen opgedragen bevoegdheden;

X

X

1.8, onder b

actief en passief documenten openbaar maken als bedoeld in de Wet open overheid, voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot hun werkterrein;

X

X

4.1, eerste lid, onder a

deelname aan mediation en het in dat verband besluiten tot het aangaan van een vaststellingsovereenkomst met betrekking tot of samenhangend met de hem opgedragen bevoegdheden;

X

X

4.1, eerste lid, onder d

het indienen van bedenkingen en het naar voren brengen van een zienswijze tegen door een ander bestuursorgaan voorgenomen besluit;

X

X

4.1, eerste lid , onder g

het aanvragen van een vergunning, toestemming, of ontheffing alsmede het aanvaarden van een vergunning, toestemming of ontheffing;

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder h

het nemen van besluiten op grond van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en daarop gebaseerde regelgeving, dan wel op grond van een andere door de raad vastgestelde autonome verordening met gebruikmaking van de bevoegdheden, bedoeld in de afdelingen 4.2.3 tot en met 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht, met uitzondering van de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014;

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder i, SO1

Het aanvragen van Europese subsidies;

X

X

4.1, eerste lid, onder i, SO2

het aanvragen van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen; met uitzondering van Europese subsidies;

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder j

het in ontvangst nemen, beheren, besteden en verantwoorden van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen;

X

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder k

het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming;

X

X

4.1, eerste lid, onder n en 4.3, onder d

het besluiten tot het doen van aangifte van een strafbaar feit.

X

X

X

4.1, eerste lid, onder o en 4.3, onder f

Het besluiten tot voegen in strafprocessen.

X

X

X

4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid, zie ook 1.2, vierde lid en 1.5

q. het besluiten tot het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten, waaronder publiekrechtelijke overeenkomsten, in het kader van de uitvoering van de aan hem opgedragen bevoegdheden met uitzondering van: 1°. het maken van afspraken over vergoeding van schades; 2°. het verstrekken van leningen en garanties aan en het ontvangen van zekerheden van rechtspersonen als bedoeld in de Verordening Leningverstrekking en Garantieverlening 2014; 2. Indien een mandaat als bedoeld in het eerste lid, onderdeel q, wordt uitgeoefend en de geldelijke waarde van een overeenkomst het bedrag van € 250.000 te boven gaat, is het besluit van de plaatsvervanger of aangewezen ondergeschikte benodigd. 3. Voor overeenkomsten in het kader van interne bedrijfsvoering wordt voorafgaande instemming verkregen van de directeur Financiën, Inkoop en Juridisch van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning.

X

X

X

4.1, eerste lid, onder r

het uitoefenen van de bevoegdheden bedoeld in de Wet hergebruik van overheidsinformatie met dien verstande dat deze bevoegdheid uitsluitend kan worden ondergemandateerd aan ambtenaren van de gemeente.

X

X

4.2, onder b en 4.4, onder b

het vaststellen van formulieren ten behoeve van de uitvoering van de hem overgedragen bevoegdheden;

X

X

4.2, onder c

het bijhouden van registers ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;

X

X

4.2, onder d en 4.4, onder c

het melden van een inbreuk in verband met persoonsgegevens bij de toezichthoudende autoriteit, bedoeld in artikel 33 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

X

4.2, onder e en 4.4, onder d

het mededelen van een inbreuk in verband met persoonsgegevens van de betrokkene, bedoeld in artikel 34 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

X

4.3, onder e

het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

X

4.17, tweede lid, onder c

de bevoegdheden, bedoeld in de Omgevingswet en de daarop berustende regelingen, visies en plannen met inbegrip van overgangsregelingen, voor zover het de portefeuille van het cluster én de betreffende directie én de betreffende vakafdeling betreft, bedoeld in artikel 7 van de Organisatieregeling 2016 en artikel 2 van dit besluit, met uitzondering van het beslissen op bezwaarschriften en het instellen van beroep;

X

X

X

X

X

X

X

4.17, vierde lid, onder k, sub 1

het uitoefenen van de volgende bevoegdheden uit de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Rotterdam 2021: het vorderen van een leegstaand gedeelte van een gebouw of terrein ten behoeve van onderwijs of educatie of ten behoeve van culturele, maatschappelijke of recreatieve doeleinden, bedoeld in de artikelen 22, 24 en 27;

X

X

X

X

X

X

X

4.17, vierde lid, onder k, sub 2

het verlenen van toestemming voor verhuur van leegstaande ruimte, bedoeld in artikel 28;

X

X

X

X

X

X

X

4.17, vierde lid, onder k, sub 3

het op basis van artikel 29: - vaststellen of sprake is van achterstallig onderhoud aan het gebouw of terrein; - besluiten tot het verstrekken van de opdracht tot het maken van een staat van onderhoud; - voeren van overleg over de staat van onderhoud; - vaststellen welk deel van het achterstallig onderhoud voor rekening van het bevoegd gezag komt en of het bevoegd gezag opdracht verstrekt voor het uitvoeren van de werkzaamheden, of dat het bevoegd gezag een in overleg vast te stellen bedrag aan het college betaalt; - verlenen van schriftelijke toestemming aan het bevoegd gezag, zodat het bevoegd gezag is vrijgesteld van de verplichting die is vastgesteld in verband met achterstallig onderhoud;

X

X

X

X

X

X

X

4.17, vierde lid, onder n

Het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Verordening woonschepen 2013;

X

X

X

X

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder a, sub 4

Het besluiten tot het verstrekken van huurgarantie als onderdeel van het huurcontract Hart van Zuid;

X

X

X

X

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder b, sub 3

het besluiten tot het verrichten van civielrechtelijke rechtshandelingen in het kader van vastgoedbeheer en vastgoedontwikkeling, waaronder in ieder geval het aangaan van overeenkomsten en het besluiten tot het innemen van inhoudelijke standpunten bij vergaderingen van verenigingen van eigenaars;

X

X

X

X

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder b, sub 4

het besluiten tot het aangaan van huur- en verhuurovereenkomsten inzake onderwijsruimten;

X

X

X

X

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder b, sub 5

het besluiten tot het aangaan van huurovereenkomsten inzake kantoorhuisvesting van onderdelen van de gemeente;

X

X

X

X

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder b, sub 6

het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten inzake het ter beschikking stellen van parkeergelegenheid in parkeergarages van de gemeente;

X

X

X

X

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder b, sub 7

het besluiten als hypotheeknemer tot het verlenen van toestemming voor het vestigen van een erfdienstbaarheid en het besluiten tot het aangaan van een gebruiksovereenkomst voor het plaatsen van antennes in het kader van het aanleggen van mobiele telefoonnetten;

X

X

X

X

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder b, sub 8

het verhuren, verpachten of op andere wijze in gebruik geven van gemeente-eigendommen;

X

X

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder c, sub 1

het uitoefenen van de volgende bevoegdheden voortvloeiend uit overige zaken: het besluiten tot het kwijtschelden van schulden van debiteuren op grond van redelijkheid en billijkheid tot een bedrag van ten hoogste € 50.000 per debiteur, met betrekking tot huurovereenkomsten inzake het Recreatieoord Hoek van Holland;

X

X

4.17, vijfde lid, onder c, sub 2

het besluiten tot het invorderen, waaronder het nemen van een procesbesluit, en in der minne regelen van geldvorderingen op debiteuren tot een bedrag van € 50.000 exclusief BTW per debiteur, met betrekking tot huurovereenkomsten inzake het Recreatieoord Hoek van Holland;

X

X

4.17, vijfde lid, onder c, sub 3

het besluiten tot het bedingen van zekerheden in het kader van het treffen van een betalingsregeling met betrekking tot verschuldigde bedragen op grond van een rechtmatige of onrechtmatige daad;

X

X

4.19, tweede lid, onder b

het vertegenwoordigen van de gemeente bij het passeren van notariële akten;

X

4.19, tweede lid, onder c

het verlenen van een ondervolmacht aan de medewerkers verbonden aan het notariskantoor dat verantwoordelijk is voor het passeren van de onder 4.19, onderdeel b bedoelde notariële akten, zowel aan hen tezamen als aan een ieder van hen afzonderlijk;

X

4.19, tweede lid, onder d

d. het vertegenwoordigen van de gemeente in vergaderingen van verenigingen van eigenaren, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen.

X

X

X

X

X

X

X

 

BOOOO SO 2024_Bevoegdhedenregister_Directie Bestaande stad_Afdeling Bouw en woningtoezicht (BWT)

Bevoegdheden MVMR 2021 en zoals nadien gewijzigd

Lijnbevoegdheden BWT

 

Projectbevoegdheden BWT

Art.nr.

Artikel Omschrijving

Afdelingshoofd

Teamleider

Financieel medewerker/ Coördinator bedrijfsvoering

Ambtelijk opdrachtgever/ programmamanager

Projectmanager

Taakmanager

Grensbedragen_ financiële bevoegdheid:

€ 250.000

€ 50.000

€ 15.000

€ 250.000

€ 50.000

€ 15.000

1.2, derde lid

Indien aan een gemandateerde een bevoegdheid is opgedragen tot het verlenen van een vergunning, subsidie, toestemming, instemming of ontheffing is de gemandateerde tevens bevoegd tot het weigeren, wijzigen, intrekken, niet in behandeling nemen, overschrijven, verbinden van voorschriften, vaststellen, terugvorderen of schorsen van die vergunning, subsidie, toestemming, instemming of ontheffing.

X

X

X

X

X

X

1.2, vierde lid, zie ook 1.5 en 4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid

Indien een gemandateerde bevoegd is tot het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst is deze tevens bevoegd tot het besluiten tot het wijzigen en beëindigen van de overeenkomst.

X

X

X

X

X

X

1.4

De algemeen directeur en de door hem ondergemandateerden, ondergevolmachtigden en ondergemachtigden kunnen mandaten, volmachten en machtigingen van andere bestuursorganen, rechtspersonen of natuurlijke personen accepteren, voor zover dit voor een efficiënte uitvoering of in het kader van gemaakte samenwerkingsafspraken wenselijk of noodzakelijk is.

X

X

X

X

X

X

1.5 zie ook 1.2, vierde lid en 4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid

1. Indien het college mandaat heeft verleend tot het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst, verleent de burgemeester met betrekking tot die overeenkomst een volmacht voor het verrichten van de volgende rechtshandelingen: a. het ondertekenen van een overeenkomst, waaronder ook een publiekrechtelijke overeenkomst, met dien verstande dat een overeenkomst mede wordt ondertekend door de plaatsvervanger of een hiertoe aangewezen ondergeschikte als de geldelijke waarde van een overeenkomst het bedrag van € 250.000 exclusief btw te boven gaat; b. het vertegenwoordigen van de gemeente buiten rechte. 2. Indien een gevolmachtigde bevoegd is tot het ondertekenen van een overeenkomst is deze tevens bevoegd tot het uitvoeren van alle rechtshandelingen en feitelijke handelingen ter voorbereiding of uitvoering van die overeenkomst.

X

X

X

X

X

X

1.8, onder a

klachten behandelen als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op de uitvoering van de aan hen opgedragen bevoegdheden;

X

X

1.8, onder b

actief en passief documenten openbaar maken als bedoeld in de Wet open overheid, voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot hun werkterrein;

X

X

1.8, onder c

een last onder bestuursdwang en een last onder dwangsom opleggen als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet juncto artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht met inbegrip van het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in titel 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van de aan hen gemandateerde bevoegdheden;

X

X

1.8, onder d

de bevoegdheden uitoefenen met betrekking tot het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in titel 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van de aan hen gemandateerde bevoegdheden;

X

X

1.8, onder e

met betrekking tot nog niet aan de gemeentelijke archiefbewaarplaats overgedragen archieven, toepassing geven aan de artikelen 5, 7, 8, eerste lid, onderdeel b, 12, 13 en 15, eerste lid en 15a, eerste en derde lid, van de Archiefwet 1995, met inachtneming van het Archiefbesluit 1995;

X

X

1.8, onder f

een nieuwe termijn stellen als bedoeld in artikel 4:14, eerste lid en derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en het verdagen van de beslistermijn, bedoeld in de artikelen 7:10, derde lid, en 7:24, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

X

X

4.1, eerste lid, onder a

deelname aan mediation en het in dat verband besluiten tot het aangaan van een vaststellingsovereenkomst met betrekking tot of samenhangend met de hem opgedragen bevoegdheden;

X

X

X

4.1, eerste lid, onder b en 4.3, onder a

het uitoefenen van de bevoegdheden uit de dwangsomregeling, bedoeld in paragraaf 4.1.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

X

X

4.1, eerste lid, onder c

het uitoefenen van de bevoegdheden met betrekking tot bestuurlijke geldschulden, bedoeld in de afdelingen 4.4.1, 4.4.2 en 4.4.3 en paragraaf 4.4.4.1 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op de in dit besluit aan hem gemandateerde bevoegdheden;

X

X

4.1, eerste lid, onder d

het indienen van bedenkingen en het naar voren brengen van een zienswijze tegen door een ander bestuursorgaan voorgenomen besluit;

X

X

4.1, eerste lid, onder e en 4.3, onder c

het aanwijzen van toezichthouders ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;

X

X

4.1, eerste lid, onder f

het geven van een bestuurlijke waarschuwing;

X

X

4.1, eerste lid , onder g

het aanvragen van een vergunning, toestemming, of ontheffing alsmede het aanvaarden van een vergunning, toestemming of ontheffing;

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder h

het nemen van besluiten op grond van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en daarop gebaseerde regelgeving, dan wel op grond van een andere door de raad vastgestelde autonome verordening met gebruikmaking van de bevoegdheden, bedoeld in de afdelingen 4.2.3 tot en met 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht, met uitzondering van de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014;

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder i, SO1

Het aanvragen van Europese subsidies;

X

X

4.1, eerste lid, onder i, SO2

het aanvragen van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen; met uitzondering van Europese subsidies;

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder j

het in ontvangst nemen, beheren, besteden en verantwoorden van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen;

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder k

het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming;

X

X

4.1, eerste lid, onder l

het besluiten tot een digitale meningspeiling, bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Verordening inspraak, burgerinitiatief en referenda Rotterdam 2018, het besluiten of inspraak wordt verleend bij deze voorbereiding van beleid, bedoeld in artikel 2, eerste lid van deze verordening, en het vaststellen van een andere inspraakprocedure voor een of meer beleidsvoornemens als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van die verordening;

X

4.1, eerste lid, onder m

het geheel of gedeeltelijk oninbaar verklaren van de belasting als bedoeld in artikel 255, vijfde lid van de Gemeentewet.

X

4.1, eerste lid, onder n en 4.3, onder d

het besluiten tot het doen van aangifte van een strafbaar feit.

X

X

4.1, eerste lid, onder o en 4.3, onder f

Het besluiten tot voegen in strafprocessen.

X

X

4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid, zie ook 1.2, vierde lid en 1.5

q. het besluiten tot het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten, waaronder publiekrechtelijke overeenkomsten, in het kader van de uitvoering van de aan hem opgedragen bevoegdheden met uitzondering van: 1°. het maken van afspraken over vergoeding van schades; 2°. het verstrekken van leningen en garanties aan en het ontvangen van zekerheden van rechtspersonen als bedoeld in de Verordening Leningverstrekking en Garantieverlening 2014; 2. Indien een mandaat als bedoeld in het eerste lid, onderdeel q, wordt uitgeoefend en de geldelijke waarde van een overeenkomst het bedrag van € 250.000 te boven gaat, is het besluit van de plaatsvervanger of aangewezen ondergeschikte benodigd. 3. Voor overeenkomsten in het kader van interne bedrijfsvoering wordt voorafgaande instemming verkregen van de directeur Financiën, Inkoop en Juridisch van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning.

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder r

het uitoefenen van de bevoegdheden bedoeld in de Wet hergebruik van overheidsinformatie met dien verstande dat deze bevoegdheid uitsluitend kan worden ondergemandateerd aan ambtenaren van de gemeente.

X

4.2, onder a en 4.4, onder a

het verstrekken van legitimatiebewijzen aan medewerkers ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;

X

4.2, onder b en 4.4, onder b

het vaststellen van formulieren ten behoeve van de uitvoering van de hem overgedragen bevoegdheden;

X

4.2, onder c

het bijhouden van registers ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;

X

4.2, onder d en 4.4, onder c

het melden van een inbreuk in verband met persoonsgegevens bij de toezichthoudende autoriteit, bedoeld in artikel 33 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

4.2, onder e en 4.4, onder d

het mededelen van een inbreuk in verband met persoonsgegevens van de betrokkene, bedoeld in artikel 34 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

4.3, onder e

het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

4.17, tweede lid, onder a

Aan de algemeen directeur wordt op het gebied van nationale wet- en regelgeving door het college mandaat verleend tot:het accorderen van declaraties van de Stichting Nationaal Restauratiefonds in het kader van het Besluit rijkssubsidiering restauratie monumenten en overige op dit terrein van toepassing zijnde rijkssubsidieregelingen;

X

X

X

4.17, tweede lid, onder b

het verlenen van een vergunning voor het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten van huur en verhuur, bedoeld in artikel 15 van de Leegstandwet;

X

X

4.17, tweede lid, onder c

de bevoegdheden, bedoeld in de Omgevingswet en de daarop berustende regelingen, visies en plannen met inbegrip van overgangsregelingen, voor zover het de portefeuille van het cluster én de betreffende directie én de betreffende vakafdeling betreft, bedoeld in artikel 7 van de Organisatieregeling 2016 en artikel 2 van dit besluit, met uitzondering van het beslissen op bezwaarschriften en het instellen van beroep;

X

X

X

X

X

X

4.17, tweede lid, onder e

het ondertekenen van bekendmakingen van besluiten, bedoeld in artikel 9 van de Wegenwet juncto afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht;

X

X

X

4.17, tweede lid, onder f

het verlenen van een vergunning voor het openstellen van een tunnel voor het verkeer, bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels (Warvw) alsmede het uitvoeren van overige taken en bevoegdheden die het college toekomen in het kader van de Warvw, met uitzondering van de taken en bevoegdheden met betrekking tot de Maastunnel;

X

4.17, tweede lid, onder g

het nemen van besluiten bij of krachtens de Wet milieubeheer;

X

X

4.17, tweede lid, onder h, zie ook 4.17, vierde lid, onder l

het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Winkeltijdenwet;

X

4.17, tweede lid, onder i

het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 12d tot en met 18 en 92a van de Woningwet en artikel 2:55 van de Invoeringswet Omgevingswet;

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 2

het besluiten tot en het geven van aanwijzingen aan de rechthebbende op een bouwwerk tot het aanbrengen, onderhouden, wijzigen en verwijderen van voorwerpen, borden of voorzieningen ten behoeve van het openbaar verkeer of de openbare verlichting, bedoeld in artikel 2:21, eerste en tweede lid;

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 3

het verlenen van toestemming tot het aanbrengen van een aanplakbiljet, bedoeld in artikel 2:42, tweede lid;

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 4

het aanwijzen van aanplakborden voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen, bedoeld in artikel 2:42, vierde lid;

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 5

het verlenen van een ontheffing geluidhinder, bedoeld in artikel 4:6, voor zover dit niet betreft het mechanisch reinigen van gevels en voor zover deze bevoegdheid niet in ondermandaat is opgedragen aan de directeur Veiligheid;

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 6

het verlenen, wijzigen en intrekken van de ontheffing, bedoeld in artikel 4:15, vierde lid;

X

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 8

het verlenen van een deelmobiliteitsvergunning, bedoeld in artikel 5:12a van de Nadere regels deelmobiliteit;

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 9

het verlenen van een vergunning voor het houden van een inzameling van geld of daartoe een intekenlijst aan te bieden, bedoeld in artikel 5:13;

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 10

het verlenen van een standplaatsvergunning, bedoeld in de artikelen 5:18, eerste lid en 5:21d, eerste lid;

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 11

het verlenen van ontheffing, bedoeld in artikel 5:21a, tweede en derde lid;

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 12

het verlenen van ontheffing van de verkooptijd van oliebollen, kerstbomen of haring, bedoeld in artikel 5:21c, tweede lid;

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 13

het verlenen van vergunning voor het innemen van een standplaats voor grote voertuigen, bedoeld in artikel 5:21d, eerste lid;

X

X

4.17, vierde lid, onder a, sub 14

het verlenen, wijzigen of intrekken van een vergunning voor het plaatsen, aanbrengen of hebben van voorwerpen, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water, bedoeld in artikel 5:24, voor zover deze bevoegdheid niet in ondermandaat is opgedragen aan de directeur Veiligheid;

X

4.17, vierde lid, onder b

het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 4, 7 en 8, eerste lid, van de Doelgroepenverordening woningbouw Rotterdam 2021;

X

X

X

4.17, vierde lid, onder e

het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Taxiverordening Rotterdam 2013;

X

4.17, vierde lid, onder f

het uitoefenen van de bevoegdheden uit de Verhuurverordening gemeente Rotterdam 2023;

X

X

4.17, vierde lid, onder g

het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de Verordening Architect aan zet en de Nadere Regels architect aan zet;

X

X

4.17, vierde lid, onder h, sub1

h. het uitoefenen van de volgende bevoegdheden in het kader van het Rotterdams Restauratiefonds 2006: de bevoegdheden, bedoeld in de Verordening Rotterdams Restauratiefonds 2006 met uitzondering van de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 3, 4, zesde lid, 9, eerste lid, 10, tweede lid en 18;

X

X

X

4.17, vierde lid, onder h, sub 2

de bevoegdheden, bedoeld in de Nadere regels voor aanvragen krachtens de Verordening Rotterdams Restauratiefonds 2006;

X

X

X

4.17, vierde lid, onder i

het uitoefenen van de bevoegdheden uit de Verordening Starterslening Rotterdam;

X

X

X

4.17, vierde lid, onder j

het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in de vigerende Verordening toegang woningmarkt en samenstelling woningvoorraad;

X

X

4.17, vijfde lid, onder a, sub 2

het besluiten tot het aangaan, wijzigingen en beëindigen van garantiestellingen ten behoeve van leningen in het kader van particuliere woningverbetering alsmede het vaststellen van uitvoeringsbepalingen, bedoeld in artikel 6 van paragraaf 1, van de door de gemeente Rotterdam op 1 november 2004 gesloten samenwerkingsovereenkomst met de Stichting Nationaal Restauratiefonds, zoals nadien gewijzigd, inzake de subsidiëring en financieringsmethodiek in de particuliere woningverbeteringsector;

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder b, sub 1

het uitoefenen van de volgende bevoegdheden voortvloeiend uit vastgoedzaken: het beslissen op aanvragen van privatiseren van openbaar groen;

X

4.17, vijfde lid, onder c, sub 3

het besluiten tot het bedingen van zekerheden in het kader van het treffen van een betalingsregeling met betrekking tot verschuldigde bedragen op grond van een rechtmatige of onrechtmatige daad;

X

X

X

4.18, eerste lid, onder a

Aan de algemeen directeur wordt op het gebied van Nationale wet- en regelgeving door de burgemeester mandaat verleend tot: het ontzeggen van de toegang tot een ruimte, bedoeld in artikel 36 van de Alcoholwet;

X

X

4.18, eerste lid, onder c

het verlenen van een ontheffing voor het verwekken van gerucht, bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Zondagswet.

X

X

4.18, tweede lid, onder a

Aan de algemeen directeur wordt op het gebied van gemeentelijke regelgeving door de burgemeester mandaat verleend tot: het verlenen van vrijstelling of ontheffing voor het optreden als straatartiest, bedoeld in artikel 2:9, derde lid, van de APV Rotterdam 2012;

X

X

 

BOOO & O SO 2024_Bevoegdhedenregister_Directie Projectmanagement & Engineering (PM&E)

Bevoegdheden MVMR 2021 en zoals nadien gewijzigd

Lijnbevoegdheden Directie PM&E

 

Projectbevoegdheden Directie PM&E

Art.nr.

Artikel Omschrijving

Afdelingshoofd

Teamleider

Directievoerder IBR

Ambtelijk opdrachtgever/ programmamanager

Projectmanager

Taakmanager

Grensbedragen_ financiële bevoegdheid:

€ 250.000

€ 50.000

€ 15.000

€ 250.000

€ 50.000

€ 15.000

1.2, derde lid

Indien aan een gemandateerde een bevoegdheid is opgedragen tot het verlenen van een vergunning, subsidie, toestemming, instemming of ontheffing is de gemandateerde tevens bevoegd tot het weigeren, wijzigen, intrekken, niet in behandeling nemen, overschrijven, verbinden van voorschriften, vaststellen, terugvorderen of schorsen van die vergunning, subsidie, toestemming, instemming of ontheffing.

X

X

X

X

X

1.2, vierde lid, zie ook 1.5 en 4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid

Indien een gemandateerde bevoegd is tot het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst is deze tevens bevoegd tot het besluiten tot het wijzigen en beëindigen van de overeenkomst.

X

X

X

X

X

X

1.4

De algemeen directeur en de door hem ondergemandateerden, ondergevolmachtigden en ondergemachtigden kunnen mandaten, volmachten en machtigingen van andere bestuursorganen, rechtspersonen of natuurlijke personen accepteren, voor zover dit voor een efficiënte uitvoering of in het kader van gemaakte samenwerkingsafspraken wenselijk of noodzakelijk is.

X

X

X

X

X

X

1.5 zie ook 1.2, vierde lid en 4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid

1. Indien het college mandaat heeft verleend tot het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst, verleent de burgemeester met betrekking tot die overeenkomst een volmacht voor het verrichten van de volgende rechtshandelingen: a. het ondertekenen van een overeenkomst, waaronder ook een publiekrechtelijke overeenkomst, met dien verstande dat een overeenkomst mede wordt ondertekend door de plaatsvervanger of een hiertoe aangewezen ondergeschikte als de geldelijke waarde van een overeenkomst het bedrag van € 250.000 exclusief btw te boven gaat; b. het vertegenwoordigen van de gemeente buiten rechte. 2. Indien een gevolmachtigde bevoegd is tot het ondertekenen van een overeenkomst is deze tevens bevoegd tot het uitvoeren van alle rechtshandelingen en feitelijke handelingen ter voorbereiding of uitvoering van die overeenkomst.

X

X

X

X

X

X

1.8, onder a

klachten behandelen als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op de uitvoering van de aan hen opgedragen bevoegdheden;

X

X

1.8, onder b

actief en passief documenten openbaar maken als bedoeld in de Wet open overheid, voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot hun werkterrein;

X

X

4.1, eerste lid, onder a

deelname aan mediation en het in dat verband besluiten tot het aangaan van een vaststellingsovereenkomst met betrekking tot of samenhangend met de hem opgedragen bevoegdheden;

X

X

X

4.1, eerste lid, onder d

het indienen van bedenkingen en het naar voren brengen van een zienswijze tegen door een ander bestuursorgaan voorgenomen besluit;

X

X

4.1, eerste lid , onder g

het aanvragen van een vergunning, toestemming, of ontheffing alsmede het aanvaarden van een vergunning, toestemming of ontheffing;

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder h

het nemen van besluiten op grond van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en daarop gebaseerde regelgeving, dan wel op grond van een andere door de raad vastgestelde autonome verordening met gebruikmaking van de bevoegdheden, bedoeld in de afdelingen 4.2.3 tot en met 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht, met uitzondering van de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014;

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder i, SO1

Het aanvragen van Europese subsidies;

X

X

4.1, eerste lid, onder i, SO2

het aanvragen van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen; met uitzondering van Europese subsidies;

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder j

het in ontvangst nemen, beheren, besteden en verantwoorden van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen;

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder k

het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming;

X

X

4.1, eerste lid, onder n en 4.3, onder d

het besluiten tot het doen van aangifte van een strafbaar feit.

X

X

4.1, eerste lid, onder o en 4.3, onder f

Het besluiten tot voegen in strafprocessen.

X

X

4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid, zie ook 1.2, vierde lid en 1.5

q. het besluiten tot het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten, waaronder publiekrechtelijke overeenkomsten, in het kader van de uitvoering van de aan hem opgedragen bevoegdheden met uitzondering van: 1°. het maken van afspraken over vergoeding van schades; 2°. het verstrekken van leningen en garanties aan en het ontvangen van zekerheden van rechtspersonen als bedoeld in de Verordening Leningverstrekking en Garantieverlening 2014; 2. Indien een mandaat als bedoeld in het eerste lid, onderdeel q, wordt uitgeoefend en de geldelijke waarde van een overeenkomst het bedrag van € 250.000 te boven gaat, is het besluit van de plaatsvervanger of aangewezen ondergeschikte benodigd. 3. Voor overeenkomsten in het kader van interne bedrijfsvoering wordt voorafgaande instemming verkregen van de directeur Financiën, Inkoop en Juridisch van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning.

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder r

het uitoefenen van de bevoegdheden bedoeld in de Wet hergebruik van overheidsinformatie met dien verstande dat deze bevoegdheid uitsluitend kan worden ondergemandateerd aan ambtenaren van de gemeente.

X

4.2, onder b en 4.4, onder b

het vaststellen van formulieren ten behoeve van de uitvoering van de hem overgedragen bevoegdheden;

X

4.2, onder c

het bijhouden van registers ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;

X

4.2, onder d en 4.4, onder c

het melden van een inbreuk in verband met persoonsgegevens bij de toezichthoudende autoriteit, bedoeld in artikel 33 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

4.2, onder e en 4.4, onder d

het mededelen van een inbreuk in verband met persoonsgegevens van de betrokkene, bedoeld in artikel 34 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

4.3, onder e

het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

4.17, eerste lid

Aan de algemeen directeur wordt op het gebied van Europese wet- en regelgeving door het college mandaat verleend tot het afgeven van een EG-verklaring van overeenstemming, bedoeld in de EG-machinerichtlijn.

X

4.17, tweede lid, onder c

de bevoegdheden, bedoeld in de Omgevingswet en de daarop berustende regelingen, visies en plannen met inbegrip van overgangsregelingen, voor zover het de portefeuille van het cluster én de betreffende directie én de betreffende vakafdeling betreft, bedoeld in artikel 7 van de Organisatieregeling 2016 en artikel 2 van dit besluit, met uitzondering van het beslissen op bezwaarschriften en het instellen van beroep;

X

X

X

X

X

X

 

BOOOO SO 2024_Bevoegdhedenregister_Directie Gebiedsontwikkeling en Gebiedsexploitatie (GO/ GEX)

Bevoegdheden MVMR 2021 en zoals nadien gewijzigd

Lijnbevoegdheden Directie GO/ GEX

 

Projectbevoegdheden Directie GO/ GEX

Art.nr.

Artikel Omschrijving

Afdelingshoofd

Teamleider

Ambtelijk opdrachtgever/ programmamanager

Projectmanager

Taakmanager

Grensbedragen_ financiële bevoegdheid:

€ 250.000

€ 50.000

€ 250.000

€ 50.000

€ 15.000

1.2, derde lid

Indien aan een gemandateerde een bevoegdheid is opgedragen tot het verlenen van een vergunning, subsidie, toestemming, instemming of ontheffing is de gemandateerde tevens bevoegd tot het weigeren, wijzigen, intrekken, niet in behandeling nemen, overschrijven, verbinden van voorschriften, vaststellen, terugvorderen of schorsen van die vergunning, subsidie, toestemming, instemming of ontheffing.

X

X

X

X

X

1.2, vierde lid, zie ook 1.5 en 4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid

Indien een gemandateerde bevoegd is tot het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst is deze tevens bevoegd tot het besluiten tot het wijzigen en beëindigen van de overeenkomst.

X

X

X

X

X

1.4

De algemeen directeur en de door hem ondergemandateerden, ondergevolmachtigden en ondergemachtigden kunnen mandaten, volmachten en machtigingen van andere bestuursorganen, rechtspersonen of natuurlijke personen accepteren, voor zover dit voor een efficiënte uitvoering of in het kader van gemaakte samenwerkingsafspraken wenselijk of noodzakelijk is.

X

X

X

X

X

1.5 zie ook 1.2, vierde lid en 4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid

1. Indien het college mandaat heeft verleend tot het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst, verleent de burgemeester met betrekking tot die overeenkomst een volmacht voor het verrichten van de volgende rechtshandelingen: a. het ondertekenen van een overeenkomst, waaronder ook een publiekrechtelijke overeenkomst, met dien verstande dat een overeenkomst mede wordt ondertekend door de plaatsvervanger of een hiertoe aangewezen ondergeschikte als de geldelijke waarde van een overeenkomst het bedrag van € 250.000 exclusief btw te boven gaat; b. het vertegenwoordigen van de gemeente buiten rechte. 2. Indien een gevolmachtigde bevoegd is tot het ondertekenen van een overeenkomst is deze tevens bevoegd tot het uitvoeren van alle rechtshandelingen en feitelijke handelingen ter voorbereiding of uitvoering van die overeenkomst.

X

X

X

X

X

1.8, onder a

klachten behandelen als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op de uitvoering van de aan hen opgedragen bevoegdheden;

X

X

1.8, onder b

actief en passief documenten openbaar maken als bedoeld in de Wet open overheid, voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot hun werkterrein;

X

X

4.1, eerste lid, onder a

deelname aan mediation en het in dat verband besluiten tot het aangaan van een vaststellingsovereenkomst met betrekking tot of samenhangend met de hem opgedragen bevoegdheden;

X

X

X

4.1, eerste lid, onder d

het indienen van bedenkingen en het naar voren brengen van een zienswijze tegen door een ander bestuursorgaan voorgenomen besluit;

X

X

4.1, eerste lid , onder g

het aanvragen van een vergunning, toestemming, of ontheffing alsmede het aanvaarden van een vergunning, toestemming of ontheffing;

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder h

het nemen van besluiten op grond van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en daarop gebaseerde regelgeving, dan wel op grond van een andere door de raad vastgestelde autonome verordening met gebruikmaking van de bevoegdheden, bedoeld in de afdelingen 4.2.3 tot en met 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht, met uitzondering van de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014;

X

X

4.1, eerste lid, onder i, SO1

Het aanvragen van Europese subsidies;

X

X

4.1, eerste lid, onder i, SO2

het aanvragen van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen; met uitzondering van Europese subsidies;

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder j

het in ontvangst nemen, beheren, besteden en verantwoorden van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen;

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder k

het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming;

X

X

4.1, eerste lid, onder n en 4.3, onder d

het besluiten tot het doen van aangifte van een strafbaar feit.

X

X

4.1, eerste lid, onder o en 4.3, onder f

Het besluiten tot voegen in strafprocessen.

X

X

4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid, zie ook 1.2, vierde lid en 1.5

q. het besluiten tot het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten, waaronder publiekrechtelijke overeenkomsten, in het kader van de uitvoering van de aan hem opgedragen bevoegdheden met uitzondering van: 1°. het maken van afspraken over vergoeding van schades; 2°. het verstrekken van leningen en garanties aan en het ontvangen van zekerheden van rechtspersonen als bedoeld in de Verordening Leningverstrekking en Garantieverlening 2014; 2. Indien een mandaat als bedoeld in het eerste lid, onderdeel q, wordt uitgeoefend en de geldelijke waarde van een overeenkomst het bedrag van € 250.000 te boven gaat, is het besluit van de plaatsvervanger of aangewezen ondergeschikte benodigd. 3. Voor overeenkomsten in het kader van interne bedrijfsvoering wordt voorafgaande instemming verkregen van de directeur Financiën, Inkoop en Juridisch van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning.

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder r

het uitoefenen van de bevoegdheden bedoeld in de Wet hergebruik van overheidsinformatie met dien verstande dat deze bevoegdheid uitsluitend kan worden ondergemandateerd aan ambtenaren van de gemeente.

X

4.2, onder b en 4.4, onder b

het vaststellen van formulieren ten behoeve van de uitvoering van de hem overgedragen bevoegdheden;

X

4.2, onder c

het bijhouden van registers ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;

X

4.2, onder d en 4.4, onder c

het melden van een inbreuk in verband met persoonsgegevens bij de toezichthoudende autoriteit, bedoeld in artikel 33 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

4.2, onder e en 4.4, onder d

het mededelen van een inbreuk in verband met persoonsgegevens van de betrokkene, bedoeld in artikel 34 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

4.3, onder e

het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

4.17, tweede lid, onder c

de bevoegdheden, bedoeld in de Omgevingswet en de daarop berustende regelingen, visies en plannen met inbegrip van overgangsregelingen, voor zover het de portefeuille van het cluster én de betreffende directie én de betreffende vakafdeling betreft, bedoeld in artikel 7 van de Organisatieregeling 2016 en artikel 2 van dit besluit, met uitzondering van het beslissen op bezwaarschriften en het instellen van beroep;

X

X

X

X

X

4.17, vijfde lid, onder b, sub 2

het besluiten tot uitgifte en verwerving van onroerende zaken en appartementsrechten, en het uitgeven in erfpacht daarvan, alsmede het vestigen en verwerven van beperkt zakelijke rechten, met uitzondering van overeenkomsten betreffende garantiestellingen en borgtochten;

X

X

4.17, vijfde lid, onder b, sub 3

het besluiten tot het verrichten van civielrechtelijke rechtshandelingen in het kader van vastgoedbeheer en vastgoedontwikkeling, waaronder in ieder geval het aangaan van overeenkomsten en het besluiten tot het innemen van inhoudelijke standpunten bij vergaderingen van verenigingen van eigenaars;

X (beperkt tot GO)

X (beperkt tot GO)

4.17, vijfde lid, onder b, sub 8

het verhuren, verpachten of op andere wijze in gebruik geven van gemeente-eigendommen;

X

X

4.19, eerste lid, onder a

het doen van een verzoek aan de kantonrechter om een machtiging tot: 1°. beheer of onderhoud van een appartement als bedoeld in artikel 5:121, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek; 2°. het bijeenroepen van een vergadering van appartementseigenaars, het bijwonen van een vergadering, daarin het woord voeren en voorstellen doen of het belasten van anderen dan bestuursleden met de leiding van de vergadering, bedoeld in artikel 5:127a, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek; 3°. het verwezenlijken van de voorstellen genomen in een vergadering;

X

4.19, tweede lid, onder b

het vertegenwoordigen van de gemeente bij het passeren van notariële akten;

X (beperkt tot GEX)

4.19, tweede lid, onder c

het verlenen van een ondervolmacht aan de medewerkers verbonden aan het notariskantoor dat verantwoordelijk is voor het passeren van de onder 4.19, onderdeel b bedoelde notariële akten, zowel aan hen tezamen als aan een ieder van hen afzonderlijk;

X (beperkt tot GEX)

4.19, tweede lid, onder d

d. het vertegenwoordigen van de gemeente in vergaderingen van verenigingen van eigenaren, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen.

X

X

X

X

 

BOOOO SO 2024_Bevoegdhedenregister_Directie Stedelijke Inrichting (SI)

Bevoegdheden MVMR 2021 en zoals nadien gewijzigd

Lijnbevoegdheden SI

 

Projectbevoegdheden SI

 

Art.nr.

Artikel Omschrijving

Afdelingshoofd ROA/ RWM

Afdelingshoofd MOB

Teamleider ROA/ RWM

Teamleider MOB

Adviseur (senior) mobiliteit, bereikbaarheid, mobiliteitsdata en verkeersmanagement. Verkeerskundig ontwerper, opdrachtmanager en onderwerper verkeersmanagement

Ambtelijk opdrachtgever/ programmamanager

Projectmanager

Taakmanager

Grensbedragen_ financiële bevoegdheid:

€ 250.000

€ 250.000

€ 50.000

€ 50.000

€ 15.000

€ 250.000

€ 50.000

€ 15.000

1.2, derde lid

Indien aan een gemandateerde een bevoegdheid is opgedragen tot het verlenen van een vergunning, subsidie, toestemming, instemming of ontheffing is de gemandateerde tevens bevoegd tot het weigeren, wijzigen, intrekken, niet in behandeling nemen, overschrijven, verbinden van voorschriften, vaststellen, terugvorderen of schorsen van die vergunning, subsidie, toestemming, instemming of ontheffing.

X

X

X

X

X

X

X

X

1.2, vierde lid, zie ook 1.5 en 4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid

Indien een gemandateerde bevoegd is tot het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst is deze tevens bevoegd tot het besluiten tot het wijzigen en beëindigen van de overeenkomst.

X

X

X

X

X

X

X

X

1.4

De algemeen directeur en de door hem ondergemandateerden, ondergevolmachtigden en ondergemachtigden kunnen mandaten, volmachten en machtigingen van andere bestuursorganen, rechtspersonen of natuurlijke personen accepteren, voor zover dit voor een efficiënte uitvoering of in het kader van gemaakte samenwerkingsafspraken wenselijk of noodzakelijk is.

X

X

X

X

X

X

X

X

1.5 zie ook 1.2, vierde lid en 4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid

1. Indien het college mandaat heeft verleend tot het besluiten tot het aangaan van een overeenkomst, verleent de burgemeester met betrekking tot die overeenkomst een volmacht voor het verrichten van de volgende rechtshandelingen: a. het ondertekenen van een overeenkomst, waaronder ook een publiekrechtelijke overeenkomst, met dien verstande dat een overeenkomst mede wordt ondertekend door de plaatsvervanger of een hiertoe aangewezen ondergeschikte als de geldelijke waarde van een overeenkomst het bedrag van € 250.000 exclusief btw te boven gaat; b. het vertegenwoordigen van de gemeente buiten rechte. 2. Indien een gevolmachtigde bevoegd is tot het ondertekenen van een overeenkomst is deze tevens bevoegd tot het uitvoeren van alle rechtshandelingen en feitelijke handelingen ter voorbereiding of uitvoering van die overeenkomst.

X

X

X

X

X

X

X

X

1.8, onder a

klachten behandelen als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op de uitvoering van de aan hen opgedragen bevoegdheden;

X

X

X

X

1.8, onder b

actief en passief documenten openbaar maken als bedoeld in de Wet open overheid, voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot hun werkterrein;

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder a

deelname aan mediation en het in dat verband besluiten tot het aangaan van een vaststellingsovereenkomst met betrekking tot of samenhangend met de hem opgedragen bevoegdheden;

X

X

X

4.1, eerste lid, onder b en 4.3, onder a

het uitoefenen van de bevoegdheden uit de dwangsomregeling, bedoeld in paragraaf 4.1.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

X

X

X

4.1, eerste lid, onder c

het uitoefenen van de bevoegdheden met betrekking tot bestuurlijke geldschulden, bedoeld in de afdelingen 4.4.1, 4.4.2 en 4.4.3 en paragraaf 4.4.4.1 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op de in dit besluit aan hem gemandateerde bevoegdheden;

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder d

het indienen van bedenkingen en het naar voren brengen van een zienswijze tegen door een ander bestuursorgaan voorgenomen besluit;

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder e en 4.3, onder c

het aanwijzen van toezichthouders ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder f

het geven van een bestuurlijke waarschuwing;

X

X

X

X

4.1, eerste lid , onder g

het aanvragen van een vergunning, toestemming, of ontheffing alsmede het aanvaarden van een vergunning, toestemming of ontheffing;

X

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder h

het nemen van besluiten op grond van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en daarop gebaseerde regelgeving, dan wel op grond van een andere door de raad vastgestelde autonome verordening met gebruikmaking van de bevoegdheden, bedoeld in de afdelingen 4.2.3 tot en met 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht, met uitzondering van de Verordening leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014;

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder i, SO1

Het aanvragen van Europese subsidies;

X

X

X

4.1, eerste lid, onder i, SO2

het aanvragen van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen; met uitzondering van Europese subsidies;

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder j

het in ontvangst nemen, beheren, besteden en verantwoorden van subsidies, financiële bijdragen, rijksmiddelen en bijdragen uit fondsen;

X

X

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder k

het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming;

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder n en 4.3, onder d

het besluiten tot het doen van aangifte van een strafbaar feit.

X

X

X

4.1, eerste lid, onder o en 4.3, onder f

Het besluiten tot voegen in strafprocessen.

X

X

X

4.1, eerste lid, onder q, tweede en derde lid, zie ook 1.2, vierde lid en 1.5

q. het besluiten tot het aangaan en ondertekenen van overeenkomsten, waaronder publiekrechtelijke overeenkomsten, in het kader van de uitvoering van de aan hem opgedragen bevoegdheden met uitzondering van: 1°. het maken van afspraken over vergoeding van schades; 2°. het verstrekken van leningen en garanties aan en het ontvangen van zekerheden van rechtspersonen als bedoeld in de Verordening Leningverstrekking en Garantieverlening 2014; 2. Indien een mandaat als bedoeld in het eerste lid, onderdeel q, wordt uitgeoefend en de geldelijke waarde van een overeenkomst het bedrag van € 250.000 te boven gaat, is het besluit van de plaatsvervanger of aangewezen ondergeschikte benodigd. 3. Voor overeenkomsten in het kader van interne bedrijfsvoering wordt voorafgaande instemming verkregen van de directeur Financiën, Inkoop en Juridisch van het cluster Bestuurs- en Concernondersteuning.

X

X

X

X

X

X

X

X

4.1, eerste lid, onder r

het uitoefenen van de bevoegdheden bedoeld in de Wet hergebruik van overheidsinformatie met dien verstande dat deze bevoegdheid uitsluitend kan worden ondergemandateerd aan ambtenaren van de gemeente.

X

X

4.2, onder a en 4.4, onder a

het verstrekken van legitimatiebewijzen aan medewerkers ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;

X

X

4.2, onder b en 4.4, onder b

het vaststellen van formulieren ten behoeve van de uitvoering van de hem overgedragen bevoegdheden;

X

X

4.2, onder c

het bijhouden van registers ten behoeve van de uitvoering van de hem opgedragen bevoegdheden;

X

X

4.2, onder d en 4.4, onder c

het melden van een inbreuk in verband met persoonsgegevens bij de toezichthoudende autoriteit, bedoeld in artikel 33 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

X

4.2, onder e en 4.4, onder d

het mededelen van een inbreuk in verband met persoonsgegevens van de betrokkene, bedoeld in artikel 34 van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

X

4.3, onder e

het nemen van besluiten op verzoeken van betrokkenen in het kader van hoofdstuk III van de Algemene verordening gegevensbescherming.

X

X

4.17, tweede lid, onder c

de bevoegdheden, bedoeld in de Omgevingswet en de daarop berustende regelingen, visies en plannen met inbegrip van overgangsregelingen, voor zover het de portefeuille van het cluster én de betreffende directie én de betreffende vakafdeling betreft, bedoeld in artikel 7 van de Organisatieregeling 2016 en artikel 2 van dit besluit, met uitzondering van het beslissen op bezwaarschriften en het instellen van beroep;

X

X

X

X

X

X

X

X

4.17, tweede lid, onder d, sub 1

het nemen van verkeersbesluiten, bedoeld in artikel 18, eerste lid, onderdeel d, alsmede het treffen van maatregelen en het nemen van besluiten, niet zijnde verkeersbesluiten, op grond van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, met inachtneming van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer in het kader van verkeer- en vervoerdoeleinden;

X

X

4.17, tweede lid, onder d, sub 2

het verlenen van een ontheffing, bedoeld in artikel 149;

X

X

4.17, tweede lid, onder e

het ondertekenen van bekendmakingen van besluiten, bedoeld in artikel 9 van de Wegenwet juncto afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht;

X

X

X

4.17, tweede lid, onder g

het nemen van besluiten bij of krachtens de Wet milieubeheer;

X

X

4.18, eerste lid, onder b

het aanstellen van verkeersbrigadiers, bedoeld in artikel 56, vierde lid, van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer, juncto artikel 82, derde lid, van het RVV 1990;

X

X

 

BOOO&O SO 2024_Bevoegdhedenregister_ DCMR Milieudienst Rijnmond

Bevoegdheden MVMR 2021

Bevoegdheden DCMR

Art.nr.

Artikel Omschrijving

Directeur DCMR, unitmanager en teammanager

Grensbedragen_ financiële bevoegdheid:

BOOO AD 2021 van toepassing

1.8, onder c

een last onder bestuursdwang en een last onder dwangsom opleggen als bedoeld in artikel 125 van de Gemeentewet juncto artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht met inbegrip van het uitoefenen van de bevoegdheden, bedoeld in titel 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht

X

1.8, onder d

de bevoegdheden uitoefenen met betrekking tot het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in titel 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht in het kader van de aan hen gemandateerde bevoegdheden;

X

1.2.3

Indien aan een gemandateerde een bevoegdheid is opgedragen tot het verlenen van een vergunning, subsidie, toestemming, instemming of ontheffing is de gemandateerde tevens bevoegd tot het weigeren, wijzigen, intrekken, niet in behandeling nemen, overschrijven, verbinden van voorschriften, vaststellen, terugvorderen of schorsen van die vergunning, subsidie, toestemming, instemming of ontheffing.

X

4.1, eerste lid onder a

deelname aan mediation en het in dat verband besluiten tot het aangaan van een vaststellingsovereenkomst met betrekking tot of samenhangend met de hem opgedragen bevoegdheden;

Met uitzondering van het in dat verband besluiten tot het aangaan van een vaststellingsovereenkomst met betrekking tot of samenhangend met de hem opgedragen bevoegdheden;

4.1, eerste lid, onder b en 4.3, onder a

het uitoefenen van de bevoegdheden uit de dwangsomregeling, bedoeld in paragraaf 4.1.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

X

4.1, eerste lid, onder c

het uitoefenen van de bevoegdheden met betrekking tot bestuurlijke geldschulden, bedoeld in de afdelingen 4.4.1, 4.4.2 en 4.4.3 en paragraaf 4.4.4.1 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op de in dit besluit aan hem gemandateerde bevoegdheden;

X

4.17, tweede lid, onder c

Het uitvoeren van de bevoegdheden bedoeld in de Omgevingswet en daarop gebaseerde regelgeving, besluiten, visies en plannen, overgangsregelingen, besluiten onder oud recht en overgangsregelingen in dit kader en de Invoeringswet, inclusief advisering derden (andere overheids-/(semi-)bestuursorganen voor zover het de portefeuille van het cluster of de directie betreft als aangegeven in artikel 7 van de Organisatieregeling 2016 en voor vakafdelingen in artikel 2 van het BOOO&O SO, met uitzondering van bezwaar en beroep.

Beperkt tot:

Grondslag:

Het registreren en verwerken van gegevens of documenten in (verplichte) registers of applicaties,

Het registreren, verwerken en/of monitoren van geluidsemissies, van verkeers- en milieudata, bodeminformatie en data met betrekking tot klimaatadaptatie.

Het betreft op dit moment:

Inspectieview, het Register externe veiligheidsrisico’s, het geluidregister, de e-MJV website met daaronder de IPPC applicatie, EEP-rapportages en het Kadaster in het kader van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen.

Besluiten inzake omgevingsvergunningen over:

  • –

    milieubelastende en lozingsactiviteiten;

  • –

    omgevingsplanactiviteiten die een milieubelastende activiteit (inclusief lozen) inhouden, zoals opgenomen in het omgevingsplan;

  • –

    activiteiten die op grond van de Omgevingsverordening vergunningplichtig zijn.

En in bovenstaand kader het adviseren namens het college in gevallen waarin het college als adviseur is aangewezen op grond van afdeling 16.2 van de Ow en het verzoeken om advies in verband met de uitoefening van gemandateerde en gemachtigde taken.

art. 5.8 en 5.12 Ow, voor zover het betreft:

  • –

    art. 5.1 lid 1 onder a Ow in verbinding met het omgevings­plan;

  • –

    art. 5.1 lid 2 onder b en c Ow; of

  • –

    art. 5.4 Ow

Bevoegdheden Bodem

Het uitoefenen van de bevoegdheden bedoeld in art. 88 van de Wet bodembescherming en art. 3.2a aanvullingswet bodem Omgevingswet

Het op grond van het Besluit bodemkwaliteit jo. art. XVI van het Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet:

  • 1º.

    beoordelen van de ontvangen meldingen;

  • 2º.

    uitoefenen van controle op werken en toepassingen van grond of baggerspecie;

Het toestaan van gelijkwaardige maatregelen, het stellen van maatwerkvoorschriften.

Uitsluitend voor zover het betreft milieubelastende en lozingsactiviteiten, omgevingsplanactiviteiten die een milieubelastende activiteit (inclusief lozen) inhouden, zoals opgenomen in afd. 22.3 van het omgevingsplan, of activiteiten die op grond van de Omgevingsverordening vergunningplichtig zijn.

Art. 4.5 en 4.7 Ow

Het verzoeken om gegevens en bescheiden.

Art. 2.20 Bal

Het besluiten over milieueffectrapportages voor projecten als bedoeld in paragraaf 16.4.2 van de Omgevingswet, voor zover betrekking hebbend op omgevingsvergunningen voor milieubelastende activiteiten.

Afd. 16.4 Ow

Het uitoefenen van de bevoegdheden en verplichtingen met betrekking tot PRTR-verslagen.

paragraaf 11.2.6 Bkl, paragraaf 10.8.6 Ob

Uitvoeren van overgangsrecht/-regelingen in het kader van geluid en voorheen Wet geluidhinder

Art 3.6 aanvullingswet Geluid en Bkl

Het behandelen van meldingen, informatieplichten en uitgangspuntendocumenten voor milieubelastende en lozingsactiviteiten en omgevingsplanactiviteiten die een milieubelastende activiteit (inclusief lozen) inhouden, zoals opgenomen in het omgevingsplan.

Ow, Bal, omgevingsplan

Het uitoefenen van de bevoegdheden inzake sloopwerkzaamheden voor zover deze betrekking hebben op asbestverwijdering.

Afd. 7.1 Bbl

Het uitoefenen van de bevoegdheden inzake het mobiel breken van bouw- en sloopafval (mobiel puinbreken).

Afd. 7.2 Bbl

Het uitoefenen van de bevoegdheden met betrekking tot de energiebesparende maatregelen op grond van hetgeen is bepaald bij of krachtens de Ow. Dit betreft mede de informatieplicht met betrekking tot de energiebesparingsplicht.

Voorzover daartoe opdracht is verstrekt.

Afd. 3.4, 4.4, 6.4 en 6.5 (m.u.v. paragraaf 6.5.1) Bbl

Het nemen van besluiten inzake maatregelen bij een ongewoon voorval.

art. 17.4 Wm, afdeling 19.1 Ow

Het nemen van besluiten over het treffen van tijdelijke beschermingsmaatregelen bij toevalsvondsten van verontreiniging op of in de bodem en/of het zelf of door derden laten treffen van maatregelen indien de eigenaar of erfpachter niet of niet tijdig beschermingsmaatregelen treft.

art. 19.9c Ow

Het opleggen van gedoogplichten inzake het verrichten van onderzoek naar bodemverontreiniging en het uitvoeren van maatregelen voor bodembescherming of nazorg.

art. 10.13b en 10.21a Ow

 

Naar boven