Gemeenteblad van Best
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Best | Gemeenteblad 2023, 55232 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Best | Gemeenteblad 2023, 55232 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere APV-regels voorwerpen op of aan de weg
Artikel 2:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Best (APV) regelt de plaatsing van voorwerpen op of aan de weg. Onder wegen wordt verstaan alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten. Korgezegd gaat het dus om het gebruik van de openbare ruimte. Dat is dus meer dan de rijweg.
De insteek van artikel 2:10 van de APV is, dat het in beginsel is toegestaan de openbare ruimte zonder vergunning/ontheffing te gebruiken, mits:
Om de hiervoor genoemde belangen te beschermen stelt het college deze nadere regels vast.
Wat betekent dit in de praktijk?
Als een inwoner of ondernemer objecten/voorwerpen in de openbare ruimte wil plaatsen (of hangen) kijkt hij in deze regels. Voldoet dat wat hij wil aan de regels, dan mag hij zijn activiteit ondernemen zonder vergunning/ontheffing. In een enkel geval moet hij wel een kennisgeving doen aan de gemeente.
Voldoet de activiteit niet aan de regels, dan is het in principe verboden. Wil de inwoner/ondernemer de activiteit toch doorzetten, dan dient hij (op grond van artikel 2:10, lid 4 van de APV) een ontheffing aan te vragen.
Regels gelden niet voor plangebied HSL
Voor de wijken Hoge Akker, Speelheide en De Leeuwerik (HSL) geldt het Omgevingsplan HSL. Voor dit plangebied gelden andere regels voor objecten/voorwerpen in de openbare ruimte. De volgende nadere regels gelden dus niet voor het plangebied HSL.
Burgemeester en wethouders besluiten:
de hierna volgende regels als bedoeld in artikel 2:10, derde lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Best vast te stellen.
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regels wordt verstaan onder:
de (openbare) weg: de weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, een gedeelte aan of boven die weg alsmede de al dan niet met enige beperking voor het publiek toegankelijke pleinen en open plaatsen, waaronder in ieder geval worden begrepen de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;
Artikel 2 Algemene regels voor plaatsen van voorwerpen op de weg
Het plaatsen van voorwerpen op de weg dient zodanig te gebeuren dat in alle gevallen een vrije doorgang van minimaal 3,50 meter breed ten behoeve van hulpdiensten (politie, brandweer en ambulance) en een vrije doorgang van 1,50 meter breed voor voetgangers en/of gebruikers van gehandicaptenvoertuigen gewaarborgd blijft. De brandweer dient een object te kunnen benaderen op 40 meter vanaf de ingang.
Een tijdelijke (hulp)constructie zoals een steiger moet op een degelijke manier worden geplaatst, waarbij ermee rekening wordt gehouden dat deze niet mag omvallen, omwaaien, of ander gevaar kan opleveren. Daarnaast moet op de veilige (hulp)constructie op een correcte en veilige manier worden gewerkt.
Voor de uitvoering van werken en de plaatsing of verwijdering van bouwmaterieel en bouwmateriaal op de openbare ruimte dienen in overleg met de gemeente passende voorzieningen voor het verkeer te worden getroffen. Hieronder wordt verstaan het plaatsen, onderhouden, verplaatsen en verwijderen van benodigde verkeers-, waarschuwings- en richtingsborden, hekken, geleidebakens, omleidingsborden e.d. ten behoeve van de veiligheid van het werk en de geleiding van het verkeer. Verkeersmaatregelen dienen te voldoen aan het CROW handboek wegafzettingen 96a/96b "Werk in Uitvoering”. Uiterlijk vier weken voor de aanvang van de werkzaamheden dienen de voorgenomen verkeersmaatregen en voorzieningen te worden gemeld bij de gemeente via vergunningen@gembest.nl.
Het is niet toegestaan reclameborden of reclamevoertuigen op of aan de weg te plaatsen. Uitzondering daarop zijn de in hoofdstuk 2 benoemde uitstallingen en de in hoofdstuk 3 benoemde aankondigingsborden, sandwichborden en informatieborden. Uitzondering zijn tevens de reclameborden die op gemeentelijke rotondes mogen worden geplaatst als tegenprestatie voor de sponsoring van het plantsoen van de middencirkel van zo’n rotonde.
De gemeente Best aanvaardt geen aansprakelijkheid als voorbijgangers of omwonenden door het in gebruik nemen van de openbare ruimte letsel oplopen of als er daardoor schade wordt toegebracht aan derden (zowel particulieren als bedrijven). De gebruiker vrijwaart de gemeente Best tegen aanspraken van derden tot vergoeding van dergelijke schade.
Artikel 4 Regels voor het plaatsen van uitstallingen
Er moet een strook van minimaal 1,50 meter breed (parallel aan de gevel) op het trottoir obstakelvrij worden gehouden voor voetgangers en/of gebruikers van gehandicaptenvoertuigen. Deze obstakelvrije strook dient zoveel als mogelijk per winkelgebied, winkelstraat en/of winkelblok in één rechte lijn te liggen. Zodat mensen met een (visuele) beperking niet worden gehinderd of niet hoeven te zigzaggen.
Hierna in lid 13 is dit voor de belangrijkste winkelgebieden nader uitgewerkt.
Specifieke eisen per winkelgebied:
Voor de hierna volgende winkelgebieden, winkelstraten en/of winkelblokken gelden voor het plaatsen van uitstallingen de volgende specifieke eisen:
In het midden ligt een in de bestrating aangebrachte strook. Indien die strook dusdanig vol staat met uitstallingen dat het voor mensen lastig wordt om te kunnen passeren/uitwijken, dan mag aan de gevel geen uitstalling worden geplaatst. De ruimte tussen de middenstrook en de gevel dient dan volledig vrij te blijven. De winkelier dient aanwijzingen van BOA’s, politie en/of medewerkers van de gemeente om uitstallingen te verwijderen en verwijderd te houden direct op te volgen. Zie foto’s 1 en 2 ter verduidelijking.
HOOFDSTUK 3 AANKONDIGINGEN, SANDWICHBORDEN EN INFORMATIEBORDEN
Aankondigingsborden (dit zijn borden waarop een aankondiging als bedoeld in artikel 1 sub g wordt gedaan) mogen uitsluitend op, aan of boven de weg geplaatst worden door of namens de gemeente. Het is ieder ander verboden aankondigingsborden te plaatsen.
Artikel 6 Sandwichborden aan (lantaarn)palen
Plaatsing is niet toegestaan binnen een afstand van 50 meter van een rotonde, kruising of voetgangersoversteekplaats. Uitzondering hierop zijn de reclameborden die op gemeentelijke rotondes mogen worden geplaatst als tegenprestatie voor de sponsoring van het plantsoen van de middencirkel van zo’n rotonde.
Minimaal 4 weken voor plaatsing dient de gebruiker kennisgeving te doen aan de gemeente via vergunningen@gembest.nl onder vermelding van:
Artikel 7 Permanente verwijsborden
Verwijsborden naar locaties en/of functies anders dan benoemd in lid 2 worden alleen toegestaan als dit vanuit verkeerstechnisch oogpunt een belangrijke toegevoegde waarde heeft. Het gaat dan bijvoorbeeld over de situatie dat een relatief slecht bereikbaar bedrijf in de bebouwde kom veel vrachtverkeer krijgt. Het kan dan wenselijk zijn om, teneinde het vrachtverkeer uit (bepaalde) woonbuurten te houden, een routing aan te geven. Dit wordt beoordeeld door de verkeerskundige en wegbeheerder van de Gemeente Best.
Artikel 8 Tijdelijke verwijsborden
Het plaatsen van tijdelijke verwijsborden is slechts toegestaan ten behoeve van een niet-commercieel evenement. De verwijsborden mogen in dat geval niet eerder dan vijf dagen voor aanvang van het evenement worden geplaatst en dienen uiterlijk één werkdag na het plaatsvinden het evenement te zijn verwijderd.
HOOFDSTUK 4 SPANDOEKEN, VERSIERINGEN EN ZONNESCHERMEN
Artikel 10 Spandoeken, versieringen en vlaggen
Een spandoek moet verband houden met een uiting of activiteit met een ideëel karakter binnen de gemeente Best van een overheidsinstelling of van een charitatieve instelling. Dit kunnen ook activiteiten zijn die een regionaal of landelijk karakter hebben, maar met een lokaal effect zoals bijvoorbeeld landelijke campagnes over verkeersveiligheid en collectes. Een versiering moet verband houden met speciale gelegenheden, zoals Carnaval, Koningsdag, Sinterklaas, Kerst, EK’s of WK’s. Binnen 5 werkdagen na afloop van de activiteit moet het spandoek zijn verwijderd.
HOOFDSTUK 5 BOUWMATERIEEL EN BOUWMATERIAAL
Artikel 12 Het plaatsen van bouwmaterieel en bouwmateriaal op de weg
Als bouwmaterieel en bouwmateriaal wordt geplaatst in het kader van een werk waarvoor bouwvergunning is verleend, kan het zijn dat een bouwveiligheidsplan wordt voorgeschreven. Voor zover de te nemen maatregelen in het bouwveiligheidsplan afwijken van de voorwaarden zoals opgenomen in de artikelen 13 tot en met 15, gaan de bepalingen van het bouwveiligheidsplan voor.
Artikel 13 Inrichting bouwplaats
Bouwmaterieel en bouwmateriaal dat niet in gebruik is voor het uitvoeren van werkzaamheden, moet tenminste tot de volgende afstand buiten de verharding van een rijbaan, fietspad of voetpad worden geplaatst of opgeslagen:
met dien verstande dat het zicht op eventueel aanwezige verkeersborden en andere voor de weggebruiker bedoelde signaalgevers en/of aanduidingen niet wordt belemmerd.
Bij het plaatsen van bouwmaterieel en/of bouwmateriaal, waarbij gebruikelijke looproutes geheel of gedeeltelijk worden onderbroken dan wel anderszins belemmerd, wordt de gewijzigde looproute c.q. de omleiding – ten behoeve van de slechtziende weggebruiker – zoveel mogelijk begeleid door een markering (op hekken, paaltjes e.d.) met een hoge contrastwaarde.
Wordt bij het transport of de verwerking van bouwmaterieel en bouwmateriaal de weg of een weggedeelte verontreinigd, dan moet op eerste aanzegging van de politie of een toezichthouder deze verontreiniging worden verwijderd. Wordt hieraan niet voldaan, dan zullen zonder dat een ingebrekestelling is vereist de werkzaamheden op kosten van de verontreiniger door derden worden uitgevoerd.
Indien bestrating is verwijderd en er vinden geen werkzaamheden plaats, dienen rijplaten en/of schotten te worden toegepast ten behoeve van de bereikbaarheid van woningen en bedrijven. Tevens dienen deze maatregelen er voor te zorgen dat voetgangers op een deugdelijke manier gebruik kunnen maken van de openbare weg.
De toegang tot het bouw- en opslagterrein moet met bouwhekken afgesloten worden. Bij het verlaten van het bouw- en opslagterrein moeten zodanige maatregelen worden getroffen, dat het opslag- en bouwterrein niet door andere personen kan worden betreden. Aan de buitenzijde bij het toegangshek moet worden aangeven:
Als gebruik wordt gemaakt van de openbare weg of een gedeelte hiervan, moeten de nodige borden en/of markeringen worden geplaatst voor de veiligheid van het verkeer. Wordt (met ontheffing van het college) een gedeelte van de weg afgesloten, dan moet worden gezorgd voor duidelijke bebording en pijlen om de afsluiting en omleiding aan te duiden. Tevens moeten er maatregelen worden genomen om te zorgen dat voetgangers op een deugdelijke manier gebruik kunnen maken van de openbare weg, conform het Handboek CROW wegafzettingen 96b.
Zowel vóór (nulmeting) als na uitvoering van werkzaamheden op een perceel zal, in het bijzijn van de eigenaar of grondgebruiker, een technische opneming worden gehouden waarbij wordt vastgesteld of de werkzaamheden zijn uitgevoerd conform de afspraken zoals is vastgesteld in het bestek, recht van opstal of werkbezoeken. Van deze technische opname dient een schriftelijk bezoekrapport te worden overlegd.
Na gebruik en uiterlijk 14 dagen na oplevering van het bouwwerk moeten zowel het bouwterrein en opslagterrein, schoon en vrij van bouwmaterieel en bouwmateriaal worden opgeleverd. Is dit niet het geval, en het betreft gemeentelijk grond, dan zal de grond op kosten van de overtreder worden opgeruimd en/of hersteld.
Als het niet mogelijk is een voorwerp op de openbare weg te plaatsen op grond van onderhavige Regels, is artikel 2:10, eerste lid, van de APV van toepassing (verbod tot plaatsing). In dat geval kan op grond van artikel 2:10, vierde lid, van de APV een ontheffing aangevraagd worden voor het plaatsen van het voorwerp op de openbare weg.
Artikel 17 Aanspreekpunt gemeente
Ten behoeve van overleg dan wel het aanvragen van een ontheffing als bedoeld in artikel 14 van deze regels, dient de gebruiker contact op te nemen met de gemeente via vergunningen@gembest.nl
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-55232.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.