Gemeenteblad van Middelburg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Middelburg | Gemeenteblad 2023, 551804 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Middelburg | Gemeenteblad 2023, 551804 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REININGINGSRECHTEN MIDDELBURG 2024
De raad van de gemeente Middelburg;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN MIDDELBURG 2024
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
1. Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
1. Voorwerp van de belasting is een perceel.
2. Als perceel wordt aangemerkt:
1. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in
de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. De grondslagen van de belasting zijn:
3. Het aantal ledigingen, wordt vastgesteld met behulp van rolcontainerherkennings- en de registratieapparatuur op de inzamelauto. Voor de berekening van de belasting wordt uitgegaan van het aantal malen dat een rolcontainer ter lediging wordt aangeboden.
4. Het aantal aanbiedingen restafval in de ondergrondse container, wordt vastgesteld met behulp van registratieapparatuur in de ondergrondse container. Voor de berekening van de belasting wordt uitgegaan van het aantal malen dat de ondergrondse container met een middel dat toegang verschaft (bv. digitale sleutelhanger) is geopend, per belastingjaar, welke openingen daarbij automatisch zijn geregistreerd door de registratieapparatuur in de ondergrondse container.
1. Van belastingplichtigen die aan het begin van het belastingjaar blijkens een schriftelijke verklaring van huisarts c.q. medisch specialist of kopie van een afleverbon/factuur/recept als gevolg van een stoma, thuisdialyse, incontinentie of chronische wondverzorging extra medische afvalstoffen ten behoeve van zichzelf of een inwonend gezinslid aanbiedt, zal naast het vaste deel als bedoeld in Hoofdstuk 1.1. van de tarieventabel, aangeslagen worden voor het variabele deel als bedoeld in artikel 1.2. van de tarieventabel en
1.1 waarbij aan het begin van het belastingjaar sprake is van een éénpersoonshuishoudens tot een maximum van:
1.2 waarbij aan het begin van het belastingjaar sprake is van een meerpersoonshuishoudens tot een maximum van:
2. Het eerste lid is alleen van toepassing voor de aanbiedingen die worden gedaan vanaf het adres waar de belastingplichtige staat ingeschreven volgens de Basisregistratie Personen.
3. Van belastingplichtigen woonachtig in de gemeente die worden aangeslagen voor hetzelfde adres waar zij staan ingeschreven en aan het begin van het belastingjaar op betreffende adres 1 of meerdere kinderen staan ingeschreven in de leeftijd tot en met drie jaar wordt het werkelijk aantal stortingen als bedoeld in artikel 5 derde en vierde lid verminderd per kind met :
Bij de invordering van de afvalstoffenheffing kan kwijtschelding worden verleend.
- Tevens kan kwijtschelding worden verleend voor het aantal ledigingen/aanbiedingen/openingen ondergrondse container tot een maximum van:
- Met dien verstande dat geen kwijtschelding wordt verleend voor dat deel van de aanslag dat betrekking heeft op meer dan één beschikbaar gestelde grijze en/of meer dan één beschikbaar gestelde groene rolemmers per perceel.
1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo ditlater is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.
5. Belastingbedragen van minder dan € 5,-- worden niet geheven.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
2. In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de hiervoor gestelde termijnen.
Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Voor instellingen die zich volgens hun statuten de uitoefening ten doel stellen van liefdadige of ideële activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard waarbij deze activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers zijn vrijgesteld van het betalen van het vastrecht als beschreven in hoofdstuk 2 lid 1 van de tarieventabel.
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
4. Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
2. In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet, elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de hiervoor gestelde termijnen.
De 'Verordening afvalstoffen/reinigingsrechten Middelburg 2023' vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 21, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening afvalstoffenheffing/reinigingsrechten Middelburg 2024'.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 november 2023.
Behoort bij raadsbesluit van 9 november 2023.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-551804.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.