Raadsbesluit wijziging Algemene plaatselijke verordening Besluit van de raad van de gemeente Den Helder tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Den Helder 2021 (Algemene plaatselijke verordening Den Helder 2021)

De raad van de gemeente Den Helder;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer];

gelet op de artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, 2.21, eerste lid, onder a en b, en 3.148, tweede lid, onder a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

gezien het advies van de [naam commissie];

besluit:

Artikel I

 

De Algemene plaatselijke verordening Den Helder 2021 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

 

- beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

 

2. De definities van ‘bevoegd gezag’, ‘bouwwerk’ en ‘gebouw’ komen te luiden:

 

- bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

- bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

- gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

B

 

Artikel 1:2, derde lid, komt te luiden:

 

3. Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

C

 

Aan artikel 1:4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

 

3. Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

D

 

Voor de bestaande tekst van artikel 1:5 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

E

 

Voor de bestaande tekst van artikel 1:6 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

F

 

Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het vijfde lid vervalt en de leden 6 en 7 worden vernummerd tot 5 en 6.

 

2. Het zesde lid (nieuw) komt te luiden:

 

6. Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

 

3. Het achtste lid vervalt en lid 9 wordt vernummerd tot 7.

 

 

G

 

Artikel 2:11 vervalt.

 

H

 

Artikel 2:12 vervalt

 

 

I

 

Artikel 2:14, tweede lid, komt te luiden:

 

2. Het eerste lid, aanhef en onder b, is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet.

 

J

 

Artikel 2:21 vervalt.

 

 

 

K

 

Artikel 2:28, tweede lid onder a, komt te luiden:

 

a. de vestiging of de exploitatie van de inrichting in strijd is met het omgevingsplan.

 

 

L

 

Artikel 2:29, zevende lid, komt te luiden:

 

7. Het eerste en het derde lid zijn niet van toepassing op situaties waarin bij of krachtens de Omgevingswet is voorzien.

 

M

 

Artikel 2:39, derde lid, onder b, komt te luiden:

 

b. de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met het omgevingsplan.

 

 

N

 

Artikel 2:46, tweede lid, komt te luiden:

 

2. Dit verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening.

 

O

 

Artikel 2:55 komt te vervallen.

 

P

 

Artikel 3:7, eerste lid, onder j, komt te luiden:

 

j. de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf strijd zal opleveren met het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan.

 

Q

 

Artikel 3:9, eerste lid, onder g, komt te luiden:

 

g. de uitoefening van het seksbedrijf strijd oplevert met het omgevingsplan.

 

 

R

 

Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

De alfabetische rangschikking wordt als volgt ingevoegd:

 

- Activiteitenbesluit milieubeheer: Activiteitenbesluit milieubeheer, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

- collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen is verbonden;

- gevoelige gebouwen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1. van het Activiteitenbesluit milieubeheer;

- gevoelige terreinen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1. van het Activiteitenbesluit milieubeheer;

- houder van een inrichting: degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft;

- incidentele festiviteit: festiviteit of activiteit die gebonden is aan één of een klein aantal inrichtingen;

- inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

- onversterkte muziek: muziek die niet elektronisch is versterkt.

 

 

S

 

Artikel 4:5 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het eerste lid, onder c, komt te luiden:

 

c. de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft, gelden in geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onder d, van het Besluit geluidhinder, zoals die wet en dat besluit luidden direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet;

 

2. Het vierde lid komt te luiden:

 

4. Als versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is dit artikel niet van toepassing.

 

 

T

 

Artikel 4:6, derde lid, komt te luiden:

 

3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening.

 

 

U

 

Artikel 4:10 vervalt.

 

V

 

Artikel 4:10a vervalt.

 

W

 

Artikel 4:11 vervalt.

 

X

 

Artikel 4:12 vervalt.

 

 

Y

 

Artikel 4:12a vervalt.

 

Z

 

Artikel 4:12b vervalt.

 

AA

 

Artikel 4:13 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

 

1. Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

 

2. Het derde lid komt te luiden:

 

3. Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

 

AB

 

Artikel 4:15 vervalt.

 

AC

 

Artikel 4:17 komt te luiden:

 

Artikel 4:17 Definitie

In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

 

AD

 

Artikel 4:18, eerste lid, komt te luiden:

 

1. Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

 

AE

 

Artikel 5:5, vierde lid, komt te luiden:

 

4. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.

 

AF

 

Voor de bestaande tekst van artikel 5:12 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is het verboden op of aan een openbare plaats, dan wel in of buiten de openbare fietsparkeervoorzieningen, (brom)fietsen of vergelijkbare vervoermiddelen

a. langer dan veertien dagen onafgebroken te laten staan;

b. die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeren langer dan drie achtereenvolgende dagen te laten staan.

 

AG

 

Artikel 5:18, tweede lid, komt te luiden:

 

2. Het college weigert de vergunning wegens strijd met het omgevingsplan.

 

AH

 

Artikel 5:20, eerste lid, komt te luiden:

 

1. Artikel 5:18, eerste lid, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

 

AI

 

Artikel 5:23, eerste lid, onder a, komt te luiden:

 

a. wegens strijd met het omgevingsplan;

 

AJ

 

Artikel 5:24 vervalt.

 

 

AK

 

Artikel 5:25, derde lid, komt te luiden:

 

3. Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de provinciale omgevingsverordening of de waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door het Besluit bouwwerken leefomgeving of het overige bepaalde bij of krachtens de Omgevingswet, de Wet milieubeheer of het Binnenvaartpolitiereglement.

 

 

 

AL

 

Artikel 5:32, derde lid, komt te luiden:

 

3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingswet, afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, de Zondagswet of het Besluit geluidproduktie sportmotoren.

 

AM

 

Artikel 5:33, vierde lid, onder b, komt te luiden:

 

b. binnen de bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel.

 

AN

 

Artikel 5:34 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het eerste lid komt te luiden:

 

1. Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

 

2. Het vijfde lid komt te luiden:

 

5. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚, van het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

 

Artikel II

 

1. Dit besluit treedt op 1 januari 2024 in werking.

2. In afwijking van het eerste lid treden de onderdelen R en S van artikel I in werking 31 december 2023.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2023.

 

De voorzitter,

De griffier,

Naar boven